JieuMetoa De terugzending van Joodsche vluchtelingen aan de grens. HONIG's KEUKENSTRO ROMAN Binnenland Telegrammen aan den minister. Centralisatie der steunverleening. Centraal steunfonds voor uitgeweken kinderen. De vluchtelingen aan de grens. Waarom geweigerd? Nationale collecte op 3 December. Drie comité's werken samen. Een warme, dikke jas en e** dikke shawl is goed voor rheumatische pijnen. Minister beantwoordt vragen. De roggeprij» Loten bij sigaren 1 1 TWEEDE BLAD. Namens het comité van waakzaamheid is gisteren het volgende telegram gezonden aan den minister van justitie: „Het comité van waakzaamheid van Nederlandsche intellectueelen, kennis genomen hebbende van de berichten omtrent terugzending van talrijke wan hopige vluchtelingen aan de Nederland sche grens, verzoekt uwe excellentie met aandrang thans over te gaan tot die ruimere toepassing van het asylrecht, die niet alleen in de gegeven omstan digheden een gebiedende eisch van menschelijkheid is, maar verlangd wordt door de honderdduizenden in den lande van ieder geloof en ras, die van hun medeleven en hulpvaardigheid heb ben blyk gegeven, en die voortvloeit uit de hooge Nederlandsche traditie van gastvrijheid. Het spreekt de hoop uit, dat uwe excel lentie bij haar beslissingen in dezen wel zal willen overwegen, dat spoed in den huidi- gen noodtoestand van groot gewicht is, voorts, dat het Nederlandsche volk kenne lijk bereid is tot groote offers, overtuigd als het is dat, waar het geldt menschenlevens te redden, eigen economisch belang terug moet treden, tenslotte, dat onze democratie aan het Nederlandsche volk de gelegenheid moet bieden die menschelijke gevoelens, die stellig ook door het Duitsche volk worden gekoesterd, niet alleen te uiten, maar in da den om te zetten". De onderteekening van dit telegram luidt: prof. dr. H. J. Pos, voorzitter; dr. J. F. Nier- meyer, secretaris. Uit Leiden is gisteren aan den minister van algemeene zaken, dr. H. Colijn, het vol gende adres verzonden, onderteekend door drie-en-zestig adressanten: „Ondergeteekenden, allen echtgencoten van hoogleeraren en lectoren aan de Leid- sche universiteit, doen een dringend beroep op uwe excellentie, om met grooter spoed aan een zoo groot mogelijk aantal Joodsche vluchtelingen 'n tijdelijke toevlucht binnen onze grenzen toe te staan". Onder voorzitterschap van den heer H. L. van Eeghen te Amsterdam is op gericht een „Centraal steunfonds voor uitgeweken kinderen", dat den volgen den oproep heeft verspreid: „Landgenooten, Hoewel in deze moeilijke tijden reeds voor vele lofwaardige doeleinden op uw financieelen steun beroep wordt gedaan, meenen ondergeteekenden, dat het Neder landsche volk wacht op een gelegenheid, waardoor het zijn gevoelens van deernis en medelijden met het ontzettende lot van vele buitenlandsche kinderen in een daad kan omzetten. Reeds zijn onder den druk der omstandig heden in vele plaatsen comité's opgericht, die zich de hulp aan buitenlandsche vluch telingen ten doel stellen. De wenschelijkheid de hulp aan buitenlandsche kinderen afzonderlijk te organiseeren, heeft zich daar bij geopenbaard. Ook hiervoor werken reeds comité's. maar, willen deze de voorgenomen taak vol voeren, dan behoeven zij versterking van middelen. De regeering is bereid den arbeid dezer werk-comité's te bevorderen, mits het Het Tweede Kamerlid Donker heeft aan den minister van justitie de volgende schriftelijke vragen gesteld: 1. Is het waar, dat er op 23 No vember j.1. een groote groep Joodsche vluchtelingen, onder wie een aantal, dat er in geslaagd was uit een con centratiekamp te ontsnappen en waar van verscheidenen sporen van mis handeling vertoonden benevens ver scheidene jonge meisjes er. bejaarde lieden, aan het station te Zevenaar is aangekomen, en dat deze menschen per keerenden trein weer naar Duitschland zijn teruggezonden, na dat zich op het station hartroerende tafreelen hadden afgespeeld? 2. Is de minister, ingeval voor gaande vraag bevestigend wordt be antwoord, bereid mede te deelen: a) om welke redenen, nadat de re geering toegezegd heeft Joodsche vluchtelingen in zekere mate hier te lande toe te laten, aan bovengenoemde vluchtelingen den toegang is gewei gerd; b) waarom in dit geval zelfs geeri rekening is gehouden met het feit, dat een aantal dezer vluchtelingen levensgevaar althans lijfsgevaar dreigt, terwijl vóór 10 November j.1. deze omstandigheid voor de beoordeeling der (oelating wel gewicht in de schaal legde? haar mogelijk is de financiering hiervan te controleeren. Het is daarom, dat ondergeteekenden zich hebben vereenigd tot het vormen van een „Centraal steunfonds voor uit geweken kinderen", met het doel, in overleg met de regeering, de verschil lende werk-comité's in het land van de noodige middelen te voorzien. Om de werk-comité's, die reeds met groote opoffering zooveel voorbereidend werk, heD- ben verricht, snelle voortzetting hiérvan mogelijk te maken en om geen tijd verloren te doen gaan, hetgeen voor tallooze kinde ren noodlottig kan zijn, verzoeken zij uw bijdragen zoo spoedig mogëlijk te'stoften op rekening van den'penningmeester van het centraal steunfonds, Vijzelstraat 32, Amster dam-Centrum, postgiro no. 343500. Laat uw bijdragen zoo gróót mogelijk zijn. Wij danken u bij voorbaat. H. L. van Eeghen, voorzitter, Amsterdam; Erhst Crone, vice-voorzitter, Amsterdam;'C. J. baron Collot d'Escury, penningmeester, Amsterdam; dr. E. Heldring, Amsterdam'; ir. G. A. Kessler, IJmuiden; Mw. W. M. van Lanschot, Vught; R. Mees, Rotterdam; Mr. E. E. Menten, den Haag; mr. L. F. A. M. van Ogtrop, Amsterdam; mgr. dr. H. A. Poels, Heerlen; dr. A. A. L Rutgers, den Haag; mr. W. Suermondt Wzn., Rotterdam; mr. G. Freem, secretaris, Rubensstraat 49, Amster dam; mr. W. M. van Lanschot. Het comité-Ariëns, Kappers, Bouman c.s. schrijft ons: De wijze, waarop de bevolking van Ne derland reageert op de vreeselijke Joden vervolging in het derde rijk is een ver zachting van de ontzetting, die zich van ons allen heeft meester gemaakt. Op de petitie van ons comité warén in eenige dagen niet minder dan 71.000 be wijzen van instemming ingekomen en nog steeds komen duizenden adhaesie-betui- gingen binnen. Ook langs anderen weg zijn eveneens nog vele duizenden instem mingen van denzelfden aard aan de re geering overhandigd. Allerwegen openbaren 2ich spontaan ook het verlangen eri de bereidwilligheid om geld bijeen te brengén, tot het leeni- gen van den nood. Maar tegelijkertijd openbaart zich ook de behoefte aan en de noodzakelijkheid van één centraal punt, waarop de bijeen te brengen gelden kunnen worden gecon centreerd. In belangrijke mate is deze con centratie thans reeds,, verkregen nu drie vluchtelingen-comité's het protestants-christelijke het r. k. en het Joodsche het Nederlandsche jeugdleidersinstituut bereid hebben gevonden, de nationale collecte, ten bate van vluchtelingen wegens geloof en ras, over het geheele land te orga niseeren. Steunt! Zeer gaarne heeft ons cbmité voldaan aan het verzoek om deze actie te steunen en aan te bevelen. Onze aanbeveling geldt allereerst de collecte van 3 December e. k. Zij geldt niet uitsluitend deze collecte maar moet meer algemeen worden opge vat. Op postgironummer 342000 te Amster dam kunnen alle bedragen, die men ten behoeve van deze arme vervolgden bij eenbrengt, worden bijgeschreven. Ook particulieren kunnen hun bijdrage op dit gironummer overschrijven. De bestemming der gelden wordt vast gesteld door de drie genoemde vluchte lingen-comité's, die daajrtoe weer de noo dige verbindingen hebben met de door de regeering speciaal aangewezen ambtena ren. Steunt veel en spoedig! Postgiro no. 342000. Prof. dr. C. U. Ariëns Kappers, prof. mr. W. A. Bonger, prof. dr. K. H. Bouman, prof. dr. M. A. V. Bouwdijk Bastiaanse, prof. M. R. Hoetink, mr. dr. F. Kranen burg, prof. mr. Paul Scholtén, mr. M. Slingenberg, A. Fentener van Vlissingen, prof. R. Welschep O. P.r. DE TENTOONSTELLING IN NEW YORK. Het conflict met den tentoonstel- lingsraad. Aan de Memorie van Antwoord in zake het wetsontwerp tot wijziging van de begrooting van .economische zaken voor 1938 wordt ontleend: De in het verslag gemaakte opmerking, dal al het mógelijke moet wórden gedaan om ons land op de wereldtentoonstelling te New- York zoo goéd mogelijk Voör den dag te doen komen en dat, geschiedt'dit niet, deelneming beter achterwege kan blijvénj wordt door den minister van ecóhdihisChe zaken zonder voorbehoud onderschreveh. "De vervulling van dit desideratum elsöht echter de beste ding van belangrijk bedragen, gezien de hoóge kósten, welke ortder de in de Ver- eenigde Staten geldende verhoudingen ver bonden zijn aan den bopw en de inrichting van een Nederlandsch paviljoen, dat, wat zijn representatief karakter aangaat, aan rede lijke eischen voldoet. Zoo zullen met den bouw en de inrichting Ongeveer f 1.400.000 gemoeid zijn, terwijl de resteerende gelden den, na reserveering 'van een bedrag voor tegenvallers, o.m. zullen worden besteed voor de exploitatie van het paviljoen tijdens de tentoonstelling, en een tot het strikt noo dige te beperken representatie. Met de fondsen, welke bij aanneming van deze aanvullingsbegrooting ter beschikking zullen staan, zal, force' Vnajèure voorbehou den, kunnen worden vdlstaan. Van particu liere zijde wordt pl.m. 250.000 bijgedragen, in hoofdzaak door het bedrijfsleven in Oost en West. Het conflict, dat gerezen is tusschen den commissaris-generaal en de ten deze éénparig oordeelende voorzitters der verschillende commissies, waarin het werkcomité voor de Nederlandsche deelneming zich heeft gesplitst, eener zij ds, en den tëntóónstellingsraad ander zijds, wordt ook door den minister ern stig betreurd. De verkregen medewerking van een groot aantal kunstenaars van naam waarborgt ech ter, dat ook wat het aesthetisch aspect aan gaat, de inzending op peil zal staan. Hierbij valt verder in het oog te houden, dat de tentoonstelling te New-York niet zal zijn een specifieke kunsttentoonstelling en ook dat in den tentoonstellingsraad lang niet alle kunstenaars op verschillend gebied zijn ge organiseerd. Dat de comimissaris-generaal bij gelegen heid van het aanbod van den minister van o., k. en w. tot bemiddeling van oordeel was, dat het oogenblik daarvoor als voorbij moest worden beschouwd, hield verband met de omstandigheid, dat het daardoor onvermij delijke verdere uitstel der voorbereidingen het tijdig gereedkomen der inrichting ernstig in gevaar zou brengen. Om die reden kan ook thans nader overleg met den tentoon stellingsraad geen nut meer hebben. Indien de tentoonstellingsraad slechts een recht tot adviseeren had verlangd, was het conflict niet gerezen. Immers van de zijde van de leiding was juist aan den tentoonstellings raad medegedeeld, dat op een dergelijke ad- viseerende functie van dien raad hoogen prijs werd gesteld en zijn medewerking daartoe ingeroepen. MOTORRIJDER TEGEN BOOM GEBOTST EN GEWOND. Reed in het donker zonder licht. Op den Rijksweg AmersfoortApeldoorn tusschen Terschuur en het kruispunt de Viersprong is Woensdagavond een motor rijder tegen een der langs den weg staande boomen gereden, aldus de N. R. C. De be stuurder van een trailer trof den berijder in bewusteloozen toestand langs den weg aan en waarschuwde de politie. In zorg- wekkenden toestand is de verongelukte naar het ziekenhuis de Lichtenberg te Amersfoort overgebracht. Uit het onderzoek is komen vast te staan, dat de man is een 29-jarige schilder uit Apeldoorn, die zich vermoedelijk zonder rijbewijs en andere papieren met zijn mo tor op den weg begeven heeft. Uit de verklaringen van den bestuurder van den trailer is voorts gebleken, dat de man, die even voor het ongeluk hem was gepasseerd zonder licht en niettemin toch met groote snelheid gereden heeft. CHAUFFEUR GEDOOD. Gisteren is de 27-jarige chauffeur W. de Korte uit Heerlen met zün vrachtauto te Kerkrade in een greppel geraakt. De Korte kwam onder zijn auto terecht en werd onmiddellijk gedood. BESTUURDER WERD VERBLIND. Aanrijding het gevolg. Gisteravond is op den Burgemeester van der Feltzweg te Twello, ter hoogte van het Villapark, de 47-jarige G. J. Post. die aan dezen weg woont, aangereden door een personenauto, bestuurd door den heer S. uit Deventer, Het slachtoffer was op slag dood. De bestuurder van de auto, die de lich ten had gedempt voor tegemoetkomende wielrijder?, werd verblind door het ter plaatse schelle menglicht, zoodat hij den voetganger niet had opgemerkt. PETROLEUMVENTER AANGEREDEN EN OVERI EDEN. Op den Bosscheweg te Tilburg is gister middag de 74-jarige petroleumventer J. van der Donk, wonende in de Wichman- straat te Tilburg, toen hij met zijn kar den rijweg overstak, door een hem achterop rijdende auto uit Enschede gegrepen en tegen den grond gesmakt. De man brak een arm en een been er. kreeg ernstige in wendige kneuzingen. In ernstigen toestand werd hij door den geneeskundigen dienst naar het St. Elisabethziekenhuis overge bracht, waar hij kort na aankomst over leed. Den autobestuurder treft geen schuld. DE NOOD DER DUITSCHE VLUCHTELINGEN. Bezoek aan minister Colijn. De minister van algemeene zaken, dr. JL Colijn, heeft gisteravond de heeren A. As- scher en prof. dr. D. Cohen ontvangen, die den minister nog eens den nood der Duit- sché vluchtelingen onder de aandacht heb ben gebracht. Dan denkt U dat U het gevonden hebt Maar als het zoo eenvoudig was, 20U l! U in de apotheek immers geen fi if- meegeven, maar een warme jas' wlm tt kunt niet zooveel aantrekken of U v toch weer zoo te pakken, omdat een rh.5** matieklijder dcor de bij rheumatischë aandoeningen optredende storing in h huidfunctie overgevoelig is voor koud* vocht, etc. Wees verstandig en neem serieus de bestrijding van de oorzaak te hand, die ligt in het onvoldoende werken van de afvoerorganen, als lever, nie-en en ingewanden, waardoor afvalstoffen Be legenheid kiiigen zich op te hoopenWat ge noodig hebt is een bloedzuiverende kuur met Kruschen Salts, dat Uw organis me reinigt van het overtollige urinezuur dat Uw pijnen veroorzaakt. En als U Kruschen trouw blijft, zullen Uw pijnen geleideiii! verdwijnen, om nooit terug te keeren. Kruschen Saltr is uitsluitend ver- kriifbaar b<i alle anothekers en drogisten a 0.40, 0.75 en 1.60 (extra groot pak). Op vragen van den heer Krol (c.h.) betreffende stimuleering van den roggé- prijs heeft de minister van economische zaken geantwoord, dat het hem bekend is dat de verhooging der monopolieheffingen bij invoer van rogge er- het weder instellen van een denaturatievergoeding de rogge- markt niet in die mate beinvloedden als van deze maatregelen verwacht werd, daar de afzet nog moeilijkheden ondervond. Deze minder gunstige gang van zaken, welke bewerkstelligde, dat de roggeprys niet het gewenschte peil bereikte, is voor den minister aanleiding geweest met'in gang van 20 November j.1. de monopolie prijsverschillen bij invoer op rogge, haver, mais en tarwe, alsmede op de derivaten hiervan, te verhoogen. Op vragen, van den heer van der Putt (r.k.) betreffende het gratis verstrekken van loten van de Nederlandsche vereeni- ging voor luchtbescherming bij den aan koop -an een bepaald merk sigaren hebben de ministers van binnenlandsche zaken en financiën geantwoord, dat zij er geen bezwaar in zien, dat de vereeniging, ter stimuleering van den verkoop van de loten, op Deperkte schaal sigaren verkoopt. Zij zijn van oordeel, dat het sigarendistri- butiebedrijf hiervan geen nadeel van be- teekenis ondervindt. Voor zoover betreft de verstrekking van loten bij den aankoop van sigaren is door den minister van financiën op grond van de bij hem bij het derde lid van art. 45 der tabakswet verleende bevoegdheid voor een beperkten termijn vergunning ver leend. UITBEIDING VAN DE HOOGOVENS MET EEN WALSERIJ. Ingediend is een wetsontwerp, waarbij uit overweging, dat het wenschelijk is de uitbreiding van het bedrijf der Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden met een walserij te bevorderen, een be drag van 700.000 wordt aangevraagd om deel te nemen in het uit te breiden prefe rent kapitaal dezer N.V. In de memorie van toelichting zegt de minister van financiën, dat het een zaak van het grootste belang is, dat de ver vaardiging van staal en de verdere ver werking daarvan tot walsproducten aan het bedrijf wordt verbonden. De bouw van een staalfabriek zal hoog ovens geheel uit eigen middelen kunnen financieren. fUit het Engelsch [door W, A. C. 35) Toen verliet hij haar. David trachtte tijdens het graven aan heelemaal niets te denken. Het zware werk deed het bloed in zijn aderen stroo men en verdreef de zenuwachtige on-even- wichtigheid, waaraan hij ten prooi was ge weest maar onbewust begonnen allerlei voorstellingen, betrekking hebbende op voedsel, in zijn geest op te doemen. Op vreemde wijze werd hij ge kweld door de herinnering aan een Lu- cullusfeest, dat hij met eenige vrienden van Harvard by Voisin gevierd had, toen zy elkaar allen toevallig in Parijs, in het jaar vóór den oorlog, ontmoetten. De wijze, waarop de tong was geslokt, was gewoon verrukkelijk! en dan die selle d'agneau au lait! en de petits pois a la francaise! en de champagne! Zonder te weten wat hij deed, veegde hij met zijn natte hemds mouw zijn mond af. Die handeling bracht hem weer tot zich zelf en hy begon de zaak te analyseeren. Hoe materialistisch om aan voedsel te den ken! „Blijf liever aan je werk!" verweet hij zich. Indien zij over eenige uren er uit wa ren, zou het hem nog mogelijk zijn bij tijcis „de boodschap aan Garcia te brengen". En wat zou hy daarvan aan Laline kun nen meedeelen en wat niet? Geen woord echter van zyn instructies; hij kon haar slechts verzoeken hem blindelings te ver trouwen en zeggen dat hy over twee maan den zou terugkeeren. 't Zou beter zijn, dat niemand iets van het huwelijk vernam, totdat hy terugkwam. Zou ze vertrouwen in hem stellen? Natuurlijk zou ze dat! En dan zouden ze opnieuw trouwen, want er was geen enkel bewijs, dat er een huwelijksplechtigheid had plaats gehad. De priester was overleden, dus men moest hen slechts op hun woord gelooven. David droeg geen ringen hij had zijn vrouw zelfs dat zinnebeeld niet kunnen geven. Haar trouwring was van haar zelf. Gelukkig waren twee maanden niet lang en eind Juli zou hij terug zijn. Er was geen gevaar bij indien hij haar zei naar 't Grand Hotel te Rome te schrijven hij kon dan haar brieven op zijn terugreis vinden. De gedachte aan zijn zending scheen er toe bij te dragen, dat hij een gevoel van zekerheid begon te krijgen hier wel uit te komen. Hij geloofde vast en zeker, dat hij na nog een paar schoppeh aarde het eerste sprankje daglicht zou zien. In zijn vurig verlangen begon hij een deuntje te fluiten en het inspannende werk scheen hem licht. Maar wat was dat? Zijn schop stuitte te gen het einde van een rondhout. Het einde van een rondhout niet de zijkant er van. Met een wilde energie groef hy, terwijl zijn hart in zijn keel klopte, in schuine richting. Toen stuitte hij weer op het einde van zoo'n rond hout.... - Dit beteekendé, dat door de ontploffing de stutten van de versperde deur waren geforceerd. Uit den hoek, waaronder die stutten stonden, leidde hij af, dat zy thans niet den doorgang maar' den nauwen ingang van de trap zelf versperden. Geen menschelijk wezen zou, alleen en verzwakt, in staat «ijn rondom den stevi- gen muur van steenert, grind en harden, ongeroerden grond heen te graven en dat nog wel binnen korten tijd. Hij viel, met een onderdrukten wan hoopskreet „O! mijn God!" voorover op den hoop aarde. HOOFDSTUK XVIII. Toen David wat bekomen was van zijn wanhoop, stont( hij weer op en zei tot zich zelf, dat hij een man moest zijn. Hij had nog één kans de lager gele gen uitgraving, waaruit de luchtstroom kwam. Hij moest een middel zien te vinden om daarin af te dalen en er weer uit te ko men. Dat was de moeilijkheid er weer uit te komen! Misschien was het beter geweest, indien hij met de uitvoering van dit plan was begonnen, maar dergelyke overpeinzingen er} mo8elijke verwijten baatten thans niets. Zijn motto in alles was steeds ge weest „actie" en dus deed h(j beter, dat nu in praktijk te brengen. Daarom ging hij naar de opening, haalde de korte plan ken er af en keek in de diepte. De kaars was van geen nut, zoodat hy naar het an dere vertrek ging, om zijn electrische zak lantaarn te halen, die hij zorgvuldig in de kast had geborgen. Toen hij den lichtbun del in de opening wierp, weerkaatste die misschien op een diepte van meer dan zes meter op water en zoo diep reikte de vergane ladder op verre na niet. Was het water er altijd geweest of was het er eerst gekomen nadat hy onlangs in het gat had gekeken? Hij herinnerde zich niet er toen water te hebben gezien en de lucht scheen frisscher, vochtiger en kouder. Dit alles bewees, dat ér ergens een opening naar het aangrenzende bomvrije onderkomen moest zyn en dus ook naar buiten. Hij moest weten hoe diep het water was en wierp er een steen in. Uit den plons en de luchtbellen maakte hij op, dat er slechts ongeveer anderhalve decimeter kon staan. Misschien was het binnengestroomd re genwater. 't Water hinderde niet; het was zelfs welkom. Dikwijls genoeg had hy in den oorlog tot zijn knieën in dikke of weeke modder gestaan anderhalve decimeter water was dus maar een kleinigheid. De heele kwestie was: hoe weer naar boven te komen? Naar beneden gaan, langs een touw, gemaakt van de deken en het kleed, zou iedereen kunnen maar als het eens niet lang genoeg was! Hoe zou hij er dan bij kunnen, om weer naar boven te klimmen, om Laline te halen, wat hij toch zou moeten doen, in geval hij ont dekte, dat er van uit de lager gelegen uit graving, waaruit de luchtstroom kwam een uitweg bestond. En in elk geval, zelfs al vond hy den toestand beneden hope loos, moest hij by haar terugkeeren. Hu kon haar toch niet alleen laten tot het bittere einde onverschillig óf di den dood door honger en gebrek of wel door den kogel zou zijn moest hy by h*ar blijven. Hij berekende hoe lang hij een touw zou kunnen maken van de deken en het Wee beide armzalige, oude dingen, die, doo ze in reepen te scheuren, nog onbetrou - baarder zouden worden, daar het tou als hij met haar er langs afdaalde genomen dat dit in hun verzwakten stand mogelyk was dan hun beider g wicht zou moeten dragen. De kn0?P meegerekend, zou het drie meter nen worden; hiervan was een halve m noodig, om het stevig aan de plank, over de opening lag, te bevestigen, was hij meer dan één meter tach ig dus hoe ook kon hij zich over van den afstand laten vallen. Maar n(j, die eens grooter was dan hij hadI be dan zou hij geen zekerheid hebbe te kunnen terugkeeren. h»«taan Alleen dan zou die zekerheid als het geïmproviseerde touw z° r was,' dat hij er bij kon springen, njei boven te klimmen. Hy durfde he fleert op te wagen alleen de deken en te gebruiken zijn jas moest e zou beteekenen, dat hij Laline m ^geF rooven van haar eenige beschu de koude. (Wordt ve; rvolgd)' I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6