JieuMetoa
De terugzending van Joodsche vluchtelingen
aan de grens.
HONIG's KEUKENSTRO
ROMAN
Binnenland
Telegrammen aan den minister.
Centralisatie der steunverleening.
Centraal steunfonds voor
uitgeweken kinderen.
De vluchtelingen aan de grens.
Waarom geweigerd?
Nationale collecte op 3 December.
Drie comité's werken samen.
Een warme, dikke jas en e**
dikke shawl is goed voor
rheumatische pijnen.
Minister beantwoordt vragen.
De roggeprij»
Loten bij sigaren
1 1
TWEEDE BLAD.
Namens het comité van waakzaamheid is
gisteren het volgende telegram gezonden
aan den minister van justitie:
„Het comité van waakzaamheid van
Nederlandsche intellectueelen, kennis
genomen hebbende van de berichten
omtrent terugzending van talrijke wan
hopige vluchtelingen aan de Nederland
sche grens, verzoekt uwe excellentie met
aandrang thans over te gaan tot die
ruimere toepassing van het asylrecht,
die niet alleen in de gegeven omstan
digheden een gebiedende eisch van
menschelijkheid is, maar verlangd
wordt door de honderdduizenden in den
lande van ieder geloof en ras, die van
hun medeleven en hulpvaardigheid heb
ben blyk gegeven, en die voortvloeit
uit de hooge Nederlandsche traditie van
gastvrijheid.
Het spreekt de hoop uit, dat uwe excel
lentie bij haar beslissingen in dezen wel zal
willen overwegen, dat spoed in den huidi-
gen noodtoestand van groot gewicht is,
voorts, dat het Nederlandsche volk kenne
lijk bereid is tot groote offers, overtuigd als
het is dat, waar het geldt menschenlevens
te redden, eigen economisch belang terug
moet treden, tenslotte, dat onze democratie
aan het Nederlandsche volk de gelegenheid
moet bieden die menschelijke gevoelens, die
stellig ook door het Duitsche volk worden
gekoesterd, niet alleen te uiten, maar in da
den om te zetten".
De onderteekening van dit telegram luidt:
prof. dr. H. J. Pos, voorzitter; dr. J. F. Nier-
meyer, secretaris.
Uit Leiden is gisteren aan den minister
van algemeene zaken, dr. H. Colijn, het vol
gende adres verzonden, onderteekend door
drie-en-zestig adressanten:
„Ondergeteekenden, allen echtgencoten
van hoogleeraren en lectoren aan de Leid-
sche universiteit, doen een dringend beroep
op uwe excellentie, om met grooter spoed
aan een zoo groot mogelijk aantal Joodsche
vluchtelingen 'n tijdelijke toevlucht binnen
onze grenzen toe te staan".
Onder voorzitterschap van den heer
H. L. van Eeghen te Amsterdam is op
gericht een „Centraal steunfonds voor
uitgeweken kinderen", dat den volgen
den oproep heeft verspreid:
„Landgenooten,
Hoewel in deze moeilijke tijden reeds
voor vele lofwaardige doeleinden op uw
financieelen steun beroep wordt gedaan,
meenen ondergeteekenden, dat het Neder
landsche volk wacht op een gelegenheid,
waardoor het zijn gevoelens van deernis en
medelijden met het ontzettende lot van vele
buitenlandsche kinderen in een daad kan
omzetten.
Reeds zijn onder den druk der omstandig
heden in vele plaatsen comité's opgericht,
die zich de hulp aan buitenlandsche vluch
telingen ten doel stellen. De wenschelijkheid
de hulp aan buitenlandsche kinderen
afzonderlijk te organiseeren, heeft zich daar
bij geopenbaard.
Ook hiervoor werken reeds comité's.
maar, willen deze de voorgenomen taak vol
voeren, dan behoeven zij versterking van
middelen. De regeering is bereid den arbeid
dezer werk-comité's te bevorderen, mits het
Het Tweede Kamerlid Donker heeft aan
den minister van justitie de volgende
schriftelijke vragen gesteld:
1. Is het waar, dat er op 23 No
vember j.1. een groote groep Joodsche
vluchtelingen, onder wie een aantal,
dat er in geslaagd was uit een con
centratiekamp te ontsnappen en waar
van verscheidenen sporen van mis
handeling vertoonden benevens ver
scheidene jonge meisjes er. bejaarde
lieden, aan het station te Zevenaar is
aangekomen, en dat deze menschen
per keerenden trein weer naar
Duitschland zijn teruggezonden, na
dat zich op het station hartroerende
tafreelen hadden afgespeeld?
2. Is de minister, ingeval voor
gaande vraag bevestigend wordt be
antwoord, bereid mede te deelen:
a) om welke redenen, nadat de re
geering toegezegd heeft Joodsche
vluchtelingen in zekere mate hier te
lande toe te laten, aan bovengenoemde
vluchtelingen den toegang is gewei
gerd;
b) waarom in dit geval zelfs geeri
rekening is gehouden met het feit,
dat een aantal dezer vluchtelingen
levensgevaar althans lijfsgevaar dreigt,
terwijl vóór 10 November j.1. deze
omstandigheid voor de beoordeeling
der (oelating wel gewicht in de
schaal legde?
haar mogelijk is de financiering hiervan te
controleeren.
Het is daarom, dat ondergeteekenden
zich hebben vereenigd tot het vormen
van een „Centraal steunfonds voor uit
geweken kinderen", met het doel, in
overleg met de regeering, de verschil
lende werk-comité's in het land van de
noodige middelen te voorzien.
Om de werk-comité's, die reeds met groote
opoffering zooveel voorbereidend werk, heD-
ben verricht, snelle voortzetting hiérvan
mogelijk te maken en om geen tijd verloren
te doen gaan, hetgeen voor tallooze kinde
ren noodlottig kan zijn, verzoeken zij uw
bijdragen zoo spoedig mogëlijk te'stoften op
rekening van den'penningmeester van het
centraal steunfonds, Vijzelstraat 32, Amster
dam-Centrum, postgiro no. 343500.
Laat uw bijdragen zoo gróót mogelijk zijn.
Wij danken u bij voorbaat.
H. L. van Eeghen, voorzitter, Amsterdam;
Erhst Crone, vice-voorzitter, Amsterdam;'C.
J. baron Collot d'Escury, penningmeester,
Amsterdam; dr. E. Heldring, Amsterdam'; ir.
G. A. Kessler, IJmuiden; Mw. W. M. van
Lanschot, Vught; R. Mees, Rotterdam; Mr.
E. E. Menten, den Haag; mr. L. F. A. M. van
Ogtrop, Amsterdam; mgr. dr. H. A. Poels,
Heerlen; dr. A. A. L Rutgers, den Haag; mr.
W. Suermondt Wzn., Rotterdam; mr. G.
Freem, secretaris, Rubensstraat 49, Amster
dam; mr. W. M. van Lanschot.
Het comité-Ariëns, Kappers, Bouman
c.s. schrijft ons:
De wijze, waarop de bevolking van Ne
derland reageert op de vreeselijke Joden
vervolging in het derde rijk is een ver
zachting van de ontzetting, die zich van
ons allen heeft meester gemaakt.
Op de petitie van ons comité warén in
eenige dagen niet minder dan 71.000 be
wijzen van instemming ingekomen en nog
steeds komen duizenden adhaesie-betui-
gingen binnen. Ook langs anderen weg
zijn eveneens nog vele duizenden instem
mingen van denzelfden aard aan de re
geering overhandigd.
Allerwegen openbaren 2ich spontaan
ook het verlangen eri de bereidwilligheid
om geld bijeen te brengén, tot het leeni-
gen van den nood.
Maar tegelijkertijd openbaart zich ook
de behoefte aan en de noodzakelijkheid
van één centraal punt, waarop de bijeen
te brengen gelden kunnen worden gecon
centreerd.
In belangrijke mate is deze con
centratie thans reeds,, verkregen nu
drie vluchtelingen-comité's het
protestants-christelijke het r. k. en
het Joodsche het Nederlandsche
jeugdleidersinstituut bereid hebben
gevonden, de nationale collecte, ten
bate van vluchtelingen wegens geloof
en ras, over het geheele land te orga
niseeren.
Steunt!
Zeer gaarne heeft ons cbmité voldaan
aan het verzoek om deze actie te steunen
en aan te bevelen. Onze aanbeveling geldt
allereerst de collecte van 3 December e. k.
Zij geldt niet uitsluitend deze collecte
maar moet meer algemeen worden opge
vat.
Op postgironummer 342000 te Amster
dam kunnen alle bedragen, die men ten
behoeve van deze arme vervolgden bij
eenbrengt, worden bijgeschreven. Ook
particulieren kunnen hun bijdrage op dit
gironummer overschrijven.
De bestemming der gelden wordt vast
gesteld door de drie genoemde vluchte
lingen-comité's, die daajrtoe weer de noo
dige verbindingen hebben met de door de
regeering speciaal aangewezen ambtena
ren.
Steunt veel en spoedig!
Postgiro no. 342000.
Prof. dr. C. U. Ariëns Kappers, prof.
mr. W. A. Bonger, prof. dr. K. H. Bouman,
prof. dr. M. A. V. Bouwdijk Bastiaanse,
prof. M. R. Hoetink, mr. dr. F. Kranen
burg, prof. mr. Paul Scholtén, mr. M.
Slingenberg, A. Fentener van Vlissingen,
prof. R. Welschep O. P.r.
DE TENTOONSTELLING IN NEW YORK.
Het conflict met den tentoonstel-
lingsraad.
Aan de Memorie van Antwoord in
zake het wetsontwerp tot wijziging van
de begrooting van .economische zaken
voor 1938 wordt ontleend:
De in het verslag gemaakte opmerking, dal
al het mógelijke moet wórden gedaan om ons
land op de wereldtentoonstelling te New-
York zoo goéd mogelijk Voör den dag te doen
komen en dat, geschiedt'dit niet, deelneming
beter achterwege kan blijvénj wordt door
den minister van ecóhdihisChe zaken zonder
voorbehoud onderschreveh. "De vervulling
van dit desideratum elsöht echter de beste
ding van belangrijk bedragen, gezien de
hoóge kósten, welke ortder de in de Ver-
eenigde Staten geldende verhoudingen ver
bonden zijn aan den bopw en de inrichting
van een Nederlandsch paviljoen, dat, wat zijn
representatief karakter aangaat, aan rede
lijke eischen voldoet. Zoo zullen met den
bouw en de inrichting Ongeveer f 1.400.000
gemoeid zijn, terwijl de resteerende gelden
den, na reserveering 'van een bedrag voor
tegenvallers, o.m. zullen worden besteed
voor de exploitatie van het paviljoen tijdens
de tentoonstelling, en een tot het strikt noo
dige te beperken representatie.
Met de fondsen, welke bij aanneming van
deze aanvullingsbegrooting ter beschikking
zullen staan, zal, force' Vnajèure voorbehou
den, kunnen worden vdlstaan. Van particu
liere zijde wordt pl.m. 250.000 bijgedragen,
in hoofdzaak door het bedrijfsleven in Oost
en West.
Het conflict, dat gerezen is tusschen
den commissaris-generaal en de ten deze
éénparig oordeelende voorzitters der
verschillende commissies, waarin het
werkcomité voor de Nederlandsche
deelneming zich heeft gesplitst, eener
zij ds, en den tëntóónstellingsraad ander
zijds, wordt ook door den minister ern
stig betreurd.
De verkregen medewerking van een groot
aantal kunstenaars van naam waarborgt ech
ter, dat ook wat het aesthetisch aspect aan
gaat, de inzending op peil zal staan. Hierbij
valt verder in het oog te houden, dat de
tentoonstelling te New-York niet zal zijn
een specifieke kunsttentoonstelling en ook
dat in den tentoonstellingsraad lang niet alle
kunstenaars op verschillend gebied zijn ge
organiseerd.
Dat de comimissaris-generaal bij gelegen
heid van het aanbod van den minister van
o., k. en w. tot bemiddeling van oordeel was,
dat het oogenblik daarvoor als voorbij moest
worden beschouwd, hield verband met de
omstandigheid, dat het daardoor onvermij
delijke verdere uitstel der voorbereidingen
het tijdig gereedkomen der inrichting ernstig
in gevaar zou brengen. Om die reden kan
ook thans nader overleg met den tentoon
stellingsraad geen nut meer hebben. Indien
de tentoonstellingsraad slechts een recht tot
adviseeren had verlangd, was het conflict
niet gerezen. Immers van de zijde van de
leiding was juist aan den tentoonstellings
raad medegedeeld, dat op een dergelijke ad-
viseerende functie van dien raad hoogen prijs
werd gesteld en zijn medewerking daartoe
ingeroepen.
MOTORRIJDER TEGEN BOOM GEBOTST
EN GEWOND.
Reed in het donker zonder licht.
Op den Rijksweg AmersfoortApeldoorn
tusschen Terschuur en het kruispunt de
Viersprong is Woensdagavond een motor
rijder tegen een der langs den weg staande
boomen gereden, aldus de N. R. C. De be
stuurder van een trailer trof den berijder
in bewusteloozen toestand langs den weg
aan en waarschuwde de politie. In zorg-
wekkenden toestand is de verongelukte
naar het ziekenhuis de Lichtenberg te
Amersfoort overgebracht.
Uit het onderzoek is komen vast te staan,
dat de man is een 29-jarige schilder uit
Apeldoorn, die zich vermoedelijk zonder
rijbewijs en andere papieren met zijn mo
tor op den weg begeven heeft.
Uit de verklaringen van den bestuurder
van den trailer is voorts gebleken, dat de
man, die even voor het ongeluk hem was
gepasseerd zonder licht en niettemin toch
met groote snelheid gereden heeft.
CHAUFFEUR GEDOOD.
Gisteren is de 27-jarige chauffeur W. de
Korte uit Heerlen met zün vrachtauto te
Kerkrade in een greppel geraakt. De
Korte kwam onder zijn auto terecht en
werd onmiddellijk gedood.
BESTUURDER WERD VERBLIND.
Aanrijding het gevolg.
Gisteravond is op den Burgemeester van
der Feltzweg te Twello, ter hoogte van het
Villapark, de 47-jarige G. J. Post. die aan
dezen weg woont, aangereden door een
personenauto, bestuurd door den heer S.
uit Deventer, Het slachtoffer was op slag
dood.
De bestuurder van de auto, die de lich
ten had gedempt voor tegemoetkomende
wielrijder?, werd verblind door het ter
plaatse schelle menglicht, zoodat hij den
voetganger niet had opgemerkt.
PETROLEUMVENTER AANGEREDEN
EN OVERI EDEN.
Op den Bosscheweg te Tilburg is gister
middag de 74-jarige petroleumventer J.
van der Donk, wonende in de Wichman-
straat te Tilburg, toen hij met zijn kar den
rijweg overstak, door een hem achterop
rijdende auto uit Enschede gegrepen en
tegen den grond gesmakt. De man brak
een arm en een been er. kreeg ernstige in
wendige kneuzingen. In ernstigen toestand
werd hij door den geneeskundigen dienst
naar het St. Elisabethziekenhuis overge
bracht, waar hij kort na aankomst over
leed. Den autobestuurder treft geen schuld.
DE NOOD DER DUITSCHE
VLUCHTELINGEN.
Bezoek aan minister Colijn.
De minister van algemeene zaken, dr. JL
Colijn, heeft gisteravond de heeren A. As-
scher en prof. dr. D. Cohen ontvangen, die
den minister nog eens den nood der Duit-
sché vluchtelingen onder de aandacht heb
ben gebracht.
Dan denkt U dat U het gevonden hebt
Maar als het zoo eenvoudig was, 20U l!
U in de apotheek immers geen fi if-
meegeven, maar een warme jas' wlm tt
kunt niet zooveel aantrekken of U v
toch weer zoo te pakken, omdat een rh.5**
matieklijder dcor de bij rheumatischë
aandoeningen optredende storing in h
huidfunctie overgevoelig is voor koud*
vocht, etc. Wees verstandig en neem
serieus de bestrijding van de oorzaak te
hand, die ligt in het onvoldoende werken
van de afvoerorganen, als lever, nie-en en
ingewanden, waardoor afvalstoffen Be
legenheid kiiigen zich op te hoopenWat
ge noodig hebt is een bloedzuiverende
kuur met Kruschen Salts, dat Uw organis
me reinigt van het overtollige urinezuur
dat Uw pijnen veroorzaakt. En als U
Kruschen trouw blijft, zullen Uw pijnen
geleideiii! verdwijnen, om nooit terug te
keeren. Kruschen Saltr is uitsluitend ver-
kriifbaar b<i alle anothekers en drogisten
a 0.40, 0.75 en 1.60 (extra groot pak).
Op vragen van den heer Krol (c.h.)
betreffende stimuleering van den roggé-
prijs heeft de minister van economische
zaken geantwoord, dat het hem bekend is
dat de verhooging der monopolieheffingen
bij invoer van rogge er- het weder instellen
van een denaturatievergoeding de rogge-
markt niet in die mate beinvloedden als
van deze maatregelen verwacht werd, daar
de afzet nog moeilijkheden ondervond.
Deze minder gunstige gang van zaken,
welke bewerkstelligde, dat de roggeprys
niet het gewenschte peil bereikte, is voor
den minister aanleiding geweest met'in
gang van 20 November j.1. de monopolie
prijsverschillen bij invoer op rogge, haver,
mais en tarwe, alsmede op de derivaten
hiervan, te verhoogen.
Op vragen, van den heer van der Putt
(r.k.) betreffende het gratis verstrekken
van loten van de Nederlandsche vereeni-
ging voor luchtbescherming bij den aan
koop -an een bepaald merk sigaren hebben
de ministers van binnenlandsche zaken
en financiën geantwoord, dat zij er geen
bezwaar in zien, dat de vereeniging, ter
stimuleering van den verkoop van de
loten, op Deperkte schaal sigaren verkoopt.
Zij zijn van oordeel, dat het sigarendistri-
butiebedrijf hiervan geen nadeel van be-
teekenis ondervindt.
Voor zoover betreft de verstrekking van
loten bij den aankoop van sigaren is door
den minister van financiën op grond van
de bij hem bij het derde lid van art. 45
der tabakswet verleende bevoegdheid voor
een beperkten termijn vergunning ver
leend.
UITBEIDING VAN DE HOOGOVENS
MET EEN WALSERIJ.
Ingediend is een wetsontwerp, waarbij
uit overweging, dat het wenschelijk is de
uitbreiding van het bedrijf der Kon. Ned.
Hoogovens en Staalfabrieken te IJmuiden
met een walserij te bevorderen, een be
drag van 700.000 wordt aangevraagd om
deel te nemen in het uit te breiden prefe
rent kapitaal dezer N.V.
In de memorie van toelichting zegt de
minister van financiën, dat het een zaak
van het grootste belang is, dat de ver
vaardiging van staal en de verdere ver
werking daarvan tot walsproducten aan
het bedrijf wordt verbonden.
De bouw van een staalfabriek zal hoog
ovens geheel uit eigen middelen kunnen
financieren.
fUit het Engelsch
[door W, A. C.
35)
Toen verliet hij haar.
David trachtte tijdens het graven aan
heelemaal niets te denken. Het zware
werk deed het bloed in zijn aderen stroo
men en verdreef de zenuwachtige on-even-
wichtigheid, waaraan hij ten prooi was ge
weest maar onbewust begonnen allerlei
voorstellingen, betrekking hebbende op
voedsel, in zijn geest op te doemen.
Op vreemde wijze werd hij ge
kweld door de herinnering aan een Lu-
cullusfeest, dat hij met eenige vrienden
van Harvard by Voisin gevierd had, toen
zy elkaar allen toevallig in Parijs, in het
jaar vóór den oorlog, ontmoetten. De wijze,
waarop de tong was geslokt, was gewoon
verrukkelijk! en dan die selle d'agneau
au lait! en de petits pois a la francaise!
en de champagne! Zonder te weten wat
hij deed, veegde hij met zijn natte hemds
mouw zijn mond af.
Die handeling bracht hem weer tot zich
zelf en hy begon de zaak te analyseeren.
Hoe materialistisch om aan voedsel te den
ken! „Blijf liever aan je werk!" verweet hij
zich.
Indien zij over eenige uren er uit wa
ren, zou het hem nog mogelijk zijn bij tijcis
„de boodschap aan Garcia te brengen".
En wat zou hy daarvan aan Laline kun
nen meedeelen en wat niet? Geen woord
echter van zyn instructies; hij kon haar
slechts verzoeken hem blindelings te ver
trouwen en zeggen dat hy over twee maan
den zou terugkeeren. 't Zou beter zijn, dat
niemand iets van het huwelijk vernam,
totdat hy terugkwam. Zou ze vertrouwen
in hem stellen? Natuurlijk zou ze dat!
En dan zouden ze opnieuw trouwen,
want er was geen enkel bewijs, dat er een
huwelijksplechtigheid had plaats gehad.
De priester was overleden, dus men moest
hen slechts op hun woord gelooven.
David droeg geen ringen hij had zijn
vrouw zelfs dat zinnebeeld niet kunnen
geven. Haar trouwring was van haar zelf.
Gelukkig waren twee maanden niet lang
en eind Juli zou hij terug zijn. Er was geen
gevaar bij indien hij haar zei naar 't Grand
Hotel te Rome te schrijven hij kon dan
haar brieven op zijn terugreis vinden. De
gedachte aan zijn zending scheen er toe bij
te dragen, dat hij een gevoel van zekerheid
begon te krijgen hier wel uit te komen.
Hij geloofde vast en zeker, dat hij na
nog een paar schoppeh aarde het eerste
sprankje daglicht zou zien. In zijn vurig
verlangen begon hij een deuntje te fluiten
en het inspannende werk scheen hem
licht.
Maar wat was dat? Zijn schop stuitte te
gen het einde van een rondhout.
Het einde van een rondhout niet de
zijkant er van. Met een wilde energie
groef hy, terwijl zijn hart in zijn keel
klopte, in schuine richting. Toen stuitte
hij weer op het einde van zoo'n rond
hout.... -
Dit beteekendé, dat door de ontploffing
de stutten van de versperde deur waren
geforceerd. Uit den hoek, waaronder die
stutten stonden, leidde hij af, dat zy thans
niet den doorgang maar' den nauwen
ingang van de trap zelf versperden.
Geen menschelijk wezen zou, alleen en
verzwakt, in staat «ijn rondom den stevi-
gen muur van steenert, grind en harden,
ongeroerden grond heen te graven en dat
nog wel binnen korten tijd.
Hij viel, met een onderdrukten wan
hoopskreet „O! mijn God!" voorover op
den hoop aarde.
HOOFDSTUK XVIII.
Toen David wat bekomen was van zijn
wanhoop, stont( hij weer op en zei tot zich
zelf, dat hij een man moest zijn.
Hij had nog één kans de lager gele
gen uitgraving, waaruit de luchtstroom
kwam.
Hij moest een middel zien te vinden om
daarin af te dalen en er weer uit te ko
men.
Dat was de moeilijkheid er weer uit
te komen!
Misschien was het beter geweest, indien
hij met de uitvoering van dit plan was
begonnen, maar dergelyke overpeinzingen
er} mo8elijke verwijten baatten thans
niets. Zijn motto in alles was steeds ge
weest „actie" en dus deed h(j beter, dat
nu in praktijk te brengen. Daarom ging
hij naar de opening, haalde de korte plan
ken er af en keek in de diepte. De kaars
was van geen nut, zoodat hy naar het an
dere vertrek ging, om zijn electrische zak
lantaarn te halen, die hij zorgvuldig in de
kast had geborgen. Toen hij den lichtbun
del in de opening wierp, weerkaatste die
misschien op een diepte van meer dan
zes meter op water en zoo diep reikte
de vergane ladder op verre na niet.
Was het water er altijd geweest of
was het er eerst gekomen nadat hy onlangs
in het gat had gekeken? Hij herinnerde
zich niet er toen water te hebben gezien
en de lucht scheen frisscher, vochtiger en
kouder. Dit alles bewees, dat ér ergens een
opening naar het aangrenzende bomvrije
onderkomen moest zyn en dus ook naar
buiten.
Hij moest weten hoe diep het water was
en wierp er een steen in. Uit den plons en
de luchtbellen maakte hij op, dat er slechts
ongeveer anderhalve decimeter kon staan.
Misschien was het binnengestroomd re
genwater.
't Water hinderde niet; het was zelfs
welkom.
Dikwijls genoeg had hy in den oorlog
tot zijn knieën in dikke of weeke modder
gestaan anderhalve decimeter water
was dus maar een kleinigheid.
De heele kwestie was: hoe weer naar
boven te komen? Naar beneden gaan,
langs een touw, gemaakt van de deken en
het kleed, zou iedereen kunnen maar
als het eens niet lang genoeg was! Hoe zou
hij er dan bij kunnen, om weer naar boven
te klimmen, om Laline te halen, wat hij
toch zou moeten doen, in geval hij ont
dekte, dat er van uit de lager gelegen uit
graving, waaruit de luchtstroom kwam
een uitweg bestond. En in elk geval, zelfs
al vond hy den toestand beneden hope
loos, moest hij by haar terugkeeren. Hu
kon haar toch niet alleen laten
tot het bittere einde onverschillig óf di
den dood door honger en gebrek of wel door
den kogel zou zijn moest hy by h*ar
blijven.
Hij berekende hoe lang hij een touw zou
kunnen maken van de deken en het Wee
beide armzalige, oude dingen, die, doo
ze in reepen te scheuren, nog onbetrou -
baarder zouden worden, daar het tou
als hij met haar er langs afdaalde
genomen dat dit in hun verzwakten
stand mogelyk was dan hun beider g
wicht zou moeten dragen. De kn0?P
meegerekend, zou het drie meter
nen worden; hiervan was een halve m
noodig, om het stevig aan de plank,
over de opening lag, te bevestigen,
was hij meer dan één meter tach ig
dus hoe ook kon hij zich over
van den afstand laten vallen. Maar n(j,
die eens grooter was dan hij hadI be
dan zou hij geen zekerheid hebbe
te kunnen terugkeeren. h»«taan
Alleen dan zou die zekerheid
als het geïmproviseerde touw z° r
was,' dat hij er bij kon springen, njei
boven te klimmen. Hy durfde he fleert
op te wagen alleen de deken en
te gebruiken zijn jas moest e
zou beteekenen, dat hij Laline m ^geF
rooven van haar eenige beschu
de koude.
(Wordt
ve;
rvolgd)'
I