DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
■ui
Faillissement van het Fransche
Volksfront.
K. L.M.-TOESTEL VERONGELUKT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franct aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telel. 3320, redactie 3330.
No. 291 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Vrijdag 9 December 1938
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
140e JaarganB
Kamerdebat over de algemeene politiek.
Fracties bepalen hun standpunt.
De opwinding in Tunis.
Troepen uit Algiers ter versterking
aangekomen.
Vier inzittenden verongelukt.
De algemeene toestand.
De bemanning.
ALKMAARSCHE COURANT.
De Fransche Kamer is gistermiddag
begonnen met de algemeene debatten
over de algemeene politiek. Verschil
lende sprekers voerden het woord en
meerdere leverden scherpe kritiek op
de communistische party en op het
Volksfront, dat door een der debaters
reeds failliet verklaard werd!
Daladier, de minister-president, liet on
middellijk na de opening der vergadering
met de bespreking der interpellaties over
de algemeene politiek beginnen.
Nadat hierop de bijeenkomst geschorst
was, om de conferentie van fractievoorzit
ters in de gelegenheid te stellen, het debat
te regelen, namen om kwart over vier de
debatten een aanvang.
De eerste interpellant, Fernand Laurent,
van de republikeinsche federatie, consta
teerde, dat het volksfront failliet is, hoewel
het faillissement nog niet is uitgesproken.
De federatie kan slechts een regeering
steunen, die tot het uiterste besloten is, de
productie van de oorlogsindustrie en de
zware industrie te herstellen. Zij wil niet
tornen aan de wetten van maatschappelij-
ken vooruitgang, doch is tegen wetten, zoo
als bijvoorbeeld die inzake de 40-urige
werkweek, die voor alle klassen onheil me
debrengen.
De wetsdecreten kunnen slechts als inlei
ding beschouwd worden.
Laurent zeide zich er over te verheugen,
dat Saladier het gezag der regeering heeft
teruggevonden. De 30ste November is de
overwinning van het gezonde verstand ge
weest. De betreurenswaardige incidenten in
Italië leveren een bewijs voor de noodzake
lijkheid, dat alle Franschen, die van orde
houden, zich vereenigen. De republikein
sche federatie zal zich daarbij aansluiten,
indien men verzekerd kan zijn van een lei
der en een programma.
Het programma moet bevatten de afschaf
fing van alle parasiteerende staatsorganen,
het ondergeschikt maken van al het andere
aan de nationale verdediging en hervorming
van het kiesrecht.
De federatie zal Daladier volgen op den
weg, die recht vooruit leidt.
Na Fernand Laurent voert de onafhanke
lijke radicaal, Chateau, het woord, die de
buitenlandsche politiek der regeering goed
keurt, doch haar financieele maatregelen
becritiseert en zich voorstander verklaart
van een edelmoedige sociale politiek en den
binnenlandschen vrede, terwijl hij amnestie
vraagt voor de stakers.
Dommange, onafhankelijke van rechts,
verklaart vervolgens, dat hij bereid is, de
regeering te volgen, indien zij niet op den
door haar ingeslagen weg blijft stilstaan.
Spreker eischt de ontbinding van de com
munistische partij en besluit zijn rede aldus:
„Wij zullen de regeering steunen, zoolang
zij de belangen van Frankrijk behartigt.
Een regeering heeft altijd de meerderheid
welke zij verdient".
De socialist Marcel Regis komt hierop be-
toogen, dat de wetsdecreten vooral de ar
beiders treffen ten voordeele van het kapi
taal en dat slechts gelijke offers voor allen
door de meerderheid van het volksfront
kunnen worden aanvaard.
Jacques Duclos, een der secretarissen van
de communistische partij neemt dan het
woord. Hij eischt de onmiddellijke intrek
king van de wetsdecreten, die volgens hem
onrechtvaardig zijn en niet in staat het
economisch herstel te bewerkstelligen.
Het vervolg van de rede van den commu
nist ontlokt de rechterzijde tal van uitroe
pen en verscheidene afgevaardigden van de
rechterzijde interrumpeeren hem.
Niettemin spreekt Duclos voort en laakt
„de politiek van brutaliteit ten opzichte
van de arbeidersklasse en de kruiperigheid
ten aanzien van het fascisme".
Als Duclos uitroept: „Weg met de combi
naties, die dienen om het volk te bedriegen,
geef het woord aan het land", applaudissee-
ren tal van afgevaardigden van de uiterste
rechter- en linkerzijde en ook Daladier zelf
betuigt zijn instemming.
Nadat nog een tweetal sprekers het woord
heeft gevoerd, wordt de kamerzitting om
vijf minuten voor half negen verdaagd tct
hedenochtend.
De fracties bepalen haar standpunt.
Verscheidene kamerfracties hebben gister
middag vergaderd, om haar standpunt ten
aanzien van de debatten over de algemeene
politiek te bepalen.
De communistische fractie deelt mede, dat
zij protesteert tegen de methoden der regee
ring, rekenschap over het gebruik der vol
machten wil vragen en vijandig staat tegen
over de buitenlandsche politiek van het ka
binet.
De socialistische fractie verklaart vijandig
te staan tegenover de regeering.
De republikeinsch-socialisten hebben hun
standpunt nog niet bepaald en zullen dat
pas doen aan het einde der debatten. Intus-
schen hebben verscheidene leden den
wensch te kennen gegeven, dat de fractie
zich niet afscheidt van de meerderheid, die
de regeering steunt.
De radicaal-socialistische fractie keurt de
politiek der regeering goed en spreekt den
wensch uit, dat door het particuliere bedrijf
geen sancties worden toegepast, welke ver
der gaan dan de maatregelen, door de regee
ring ten aanzien van de ambtenaren geno
men.
De fractie der alliantie van links-republi
keinen en onafhankelijke radicalen toont
zich geneigd, de regeering haar vertrouwen
te schenken.
Gisteren zijn Fransche troepen uit
Algiers te Tunis aangekomen ter ver
sterking van de aanwezige militaire
bezetting, met het oog op de gespannen
situatie van de laatste dagen.
In den loop van den namiddag werd
het Italiaansch consulaat door 200
Fransche soldaten van de infanterie
en 200 man cavalerie, samengesteld
uit inboorlingen, bewaakt.
Verder werden alle strategisch be
langrijke punten der stad door de po
litie en troepen bezet, terwijl ook voor
de Italiaansche zaken posten werden
betrokken.
Reeds gedurende den morgen was een
troep demonstranten, die onder het roepen
van „leve Fransch Tunis!", „weg met het
fascisme!" naar de Italiaansche zakenwijk
trok door de bereden politie uiteen gedre
ven.
Later cirkelden 14 bommenwerpers bo
ven de stad, doch nietegenstaande dit alles
kwam het tot botsingen tusschen Italiaan
sche demonstranten en groepen voorbij
gangers.
De politie, die snel ingreep, heeft daarbij
verscheidene personen gearresteerd.
Naar verluidt zou de generaal-resident
den Italiaanschen consul zijn leedwezen
over de aanvallen op het Italiaansche con
sulaatsgebouw hebben betuigd.
In Tripolis is een anti-Fransche demon
stratie gehouden.
Parijsche studenten betoogen.
De Parijsche studenten hebben gister
morgen in het Quartier Latin een betoo
ging georganiseerd om te protesteeren te
gen de territoriale eischen van Italië.
Eenige duizenden studenten hielden een
optocht onder het roepen van „Venetië aan
Frankrijk" en „Abessynië aan den negus".
Incidenten deden zich niet voor.
Arrestaties in Tunis.
Onder de Italianen, welke gearresteerd
zijn in verband met de ongeregeldheden
bevinden zich de voorzitter van de „Dopo-
lavoro" te Tunis, Ubaldo en den leider van
de Fasces, Licinio, employé van het Ita
liaansche consulaat-generaal. Beiden heb
ben de bevolking aangespoord tegenbetoo-
gingen te houden en te roepen „Tunisia a
noi" (Tunis voor ons).
Een belangrijke politiemacht handhaaft
de orde, gisteravond zijn drie peletons mo
biele garde uit Constantine aangekomen.
Joden te Tripolis mishandeld.
Joden, die uit Tripolis te Tunis zijn aan
gekomen hebben medegedeeld, dat daar
bij tallooze Joodsche zaken de ruiten met
steenen zijn ingeworpen en dat Joden zijn
mishandeld.
Fransche tegenbetooging.
Te Lyon hebben de studenten van de
Uuniversiteit betoogd in de straten van de
binnenstad. Zij rieRen o.a. „Sicilië voor. de
Franschen" en zongen de Marseillaise.
„Jamais".
Behalve berichten over de betoogingen
te Tunis en elders in Frankrijk tegen de
Italiaansche aanspraken, publiceert de Ita
liaansche „Tribunal" onder het opschrift
in het Fransch „Jamais" het volgende:
1860 Italië te Napels? nooit.
1870 Italië te Rome? nooit.
1911 Italië te Tripolis? nooit.
1919 Italië te Fiume? nooit.
1935 Italië te Addis Abeba? nooit.
1938 Italië te Tunis, Ajaccio, Djiboeti?
nooit, nooit.
Nieuwe incidenten in Tunis.
De Italiaansche bladen maken op de eer
ste pagina gewag van de nieuwe anti-Ita-
liaansche betoogingen, welke zich in Tunis
hebben afgespeeld en wijzen op de h.i. be
lachelijke tegendemonstraties van de Parij
sche studenten. De „Messagero" publiceert
een artikel van drie kolom, waarin de Ita
liaansche aanspraken op Tunis een
kwestie welke reeds 60 jaar oud is wor
den uiteengezet. De „Popoio di Roma" houdt
zich in een hoofdartikel bezig met de
kwestie van het Suezkanaal en zegt dat het
absoluut noodzakelijk is de huidige tarieven
te verlagen.
Zie verder Buitenland pag. 1, 3e blad.
Om kwart over elf vanmorgen heeft
in de onmiddellijke nabijheid van Schip
hol weer een ernstig vliegongeval plaats
gehad.
Het Lockheed-vliegtuig „Ekster" van
de K. L. M. is kort na den start op
korten afstand van Schiphol afgegleden,
neergestort en in brand gevlogen. Het
toestel ligt nabij den dijk van den Haar
lemmermeerpolder bij den Vijfhuizer-
weg.
Aan boord van het vliegtuig, dat op
gestegen was voor een lesvlucht, be
vonden zich vier personen, n.1. de gezag
voerder, de radio-telegrafist, de boord
werktuigkundige en een leerling.
Alle vier inzittenden zijn omgekomen.
Het bericht van de vliegramp, werd in
Amsterdam met ontzetting vernomen. Nog
versch in het geheugen ligt de ramp van de
„Ijsvogel". Ditmaal is weliswaar geen lijn-
vliegtuig van de K. L. M. verongelukt, doch
de ramp. weer in de onmiddellijke nabijheid
van de Amsterdamsche luchthaven, heeft
weer vier slachtoffers geëischt.
;V". -vVv'Mvv:.
ALKMAAR, 9 December.
Op het verzoek van den Franschen am
bassadeur te Rome, om inlichtingen te
geven over de betooging in de Italiaansche
Kamer ten opzichte van Tunis, Corsica,
Nice en Savoye, had Ciano kunnen ant
woorden, dat hij slechts de „natuurlijke
adspiraties" van Italië onderstreept had,
het woord Tunis niet had genoemd en de
regeering geen volksmanifestaties had ge
organiseerd, doch dat slechts de souve-
reine stem van het volk had gesproken.
„Natuurlijke adspiraties!" Tunis wordt
door de Italianen beschouwd als hun
„natuurlijk" bezit. Er wonen 60.000 Fran
schen (een groot gedeelte van hen zijn ge
naturaliseerde Italianen), 100.000 Italia
nen, 50.000 Joden en verder Mohamme
danen. Italianen hebben in den loop van
den tijd Tunis tot een welvarende kolonie
gemaakt en Italië heeft al lang dit land
terug willen, hebben.
Om dit te kunnen begrijpen, moet men
terugkeeren tot het jaar 1880!
Noord-Afrika zal tot Italië terugkeeren.
Aldus sprak Mazzini vóór Italië een een
heid werd. In 1934 herhaalde Mussolini
deze woorden. Toen Frankrijk in 1881
Tunis in bezit nam, hadden twee landen
reden tot ongerustheid: Engeland en
Italië. Beiden vreesden dat, als er niets
tegen werd gedaan, de Middellandsche Zee
zou worden herschapen in een Fransch
meer. Maar Italië had nog een persoonlijke
grief: het beschouwde Tunis reeds als zijn
„natuurlijke" kolonie.
Ronduit gezegd: Tunis had een jaar of
zeventig geleden geen rechtmatigen eige
naar, behalve den Bey van Tunis en den
Sultan. In dien tijd begonnen Italianen
hun oogen op Tunis te laten vallen. Zij
zonden een stroom immigranten, van wie
het meerendeel de voorkeur gaf aan de
twijfelachtige genoegens van de stad Tunis
boven het zich vestigen op het land. Euro
pa zag in, dat Italië hoopte, dat bij de
volgende verdeeling van den Noord Afri-
kaanschen buit Tunis Italiaansch zou wor
den. Bismarck was echter die meening in
het geheel niet toegedaan.
In 1884 sloot Frankrijk een verdrag met
den Bey van Tunis, waarbij deze laatste
erin toestemde, dat Tunis een Fransch
protectoraal zou worden bezet door Fran
sche troepen. De teleurstelling in Italië
was bitter en groot. Tunis is niet een in
tegreerend deel van Frankrijk, zooals
Algiers, maar tenzij de Franschen een
verpletterende nederlaag in het Middel-
landsch Zee-gebied erkennen, kunnen zij
Tunis niet loslaten. Als zij hun marine
basis Bizerta opgeven,- zijn zij alle macht
kwijt. In de atlassen van de Italiaansche
schoolkinderen is Tunis echter al gekleurd
als een deel van het Imperium. Door mid
del van de recente demonstraties heeft
Mussolini zijn voelhorens uitgezet, om te
weten te komen, hoe „men" ex over dacht,
want reeds lang is Tunis het onderwerp
van besprekingen in de Italiaansche, en
den laatsten tijd ook in de Duitsche pers.
Als wij ronduit moeten zeggen, wat
wij willen, schreef 1'Impero in 1926, dan
willen wij er in de eerste plaats de aan
dacht op vestigen, dat wij links en rechts
van Libye meer bewegingsvrijheid wen-
schen, en kort tevoren had hetzelfde blad
beweerd: „Voor een natie, die over zoo
weinig manschappen beschikt is het Fran
sche koloniale imperium een te dure lief
hebberij en een luxe-bezit."
Nog onlangs is in Italië gezegd: „Als
Frankrijk ooit aan onze zijde zou willen
vechten, zou het ons tevoren een groot
deel van zijn Afrikaansche en Aziatische
bezittingen moeten afstaan."
Thans blijkt ook dat de demonstraties
en de benoeming van een Franschen am
bassadeur te Rome een deel van zijn van
dezelfde politiek: het eene is de prijs, voor
het andere te betalen. Het tooneel is klaar,
de datum van de voorstelling is echter
nog niet vastgesteld.
Na zijn rondreis door Europa heeft
Reuter den Zuid-Afrikaanschen minister
van landsverdediging Pirow gevraagd, of
hij iets kon zeggen over zijn koloniale
zending.
Pirow antwoordde, dat dit moeilijk was,
aangezien hij nooit een koloniale zending
heeft gehad, noch officieel noch officieus.
Wel kon minister Pirow zeggen, dat hy
nergens heeft kunnen ontdekken dat men
deze zaak als dringend beschouwde.
Verder deelde minister Pirow mede, dat
hij naar Engeland is gekomen om uitrus
tingsstukken voor de landsverdediging te
koopen en om met Britsche deskundigen
van het ministerie van oorlog te overleg
gen over eenige technische zaken, welke
het plan van zes millioen pond sterling
voor de landsverdediging betreffen. Ook
heeft de minister gesproken over de mo
gelijkheid de werkplaatsen der Zuid-Afri-
kaansche spoorwegen om te vormen in
fabrieken van rollend materieel. Inzake de
vraagstukken der landsverdediging heeft
Pirow veel steun van de Britsche regee
ring ontvangen, de besprekingen inzake
de spoorwegen zijn nog niet geëindigd.
Bij zijn bezoek aan Berlijn en Rome
Te kwart over elf was het Lockheed-
vliegtuig „Ekster" opgestegen met als
bestuurder-leeraar de vlieger Van der
Sijde. Als leerling-vlieger vloog mee de
heer Schreij. Verder waren aan boord
de werktuigkundige Jadike en de
radiotelegrafist Bekking.
Wat er precies gebeurd is, kon nog niet
worden vastgesteld. Vast staat, dat het toe
stel kort nadat het was gestart en toen het
zich nog op vry geringe hoogte bevond, is
afgegleden en neergestort.
Het toestel kwam neer in den Haarlem
mermeerpolder vlak by den dijk langs de
Ringvaart, op ongeveer anderhalve kilometer
van den ingang van het vliegveld SchiphoL
In brand gevlogen.
Direct nadat het toestel was neergekomen,
vloog het in brand. Toen men by het toestel
kwam was dit geheel in vlammen gehuld
en was het niet meer mogelijk aan de in
zittenden hulp te bieden.
Het is waarschijnlijk, dat de vier
slachtoffers op slag gedood werden.
Hun lijken zijn verkoold. Van het
toestel is niet meer dan een door
brand geheel vernield wrak over
gebleven.
Onmiddellijk nadat bekend werd,
dat er op Schiphol een vliegtuig
was neergekomen, zijn uit Amster
dam de gemeentelijke geneeskun
dige dienst en de brandweer ter
assistentie derwaarts vertrokken.
Ook van het vliegveld zelf werd
onmiddellijk al het beschikbare
hulpmateriaal naar de plaats van
de ramp gedirigeerd. Zooals gemeld
mocht redding niet meer mogelijk
zijn.
Een ooggetuige vertelt.
Toen wij op de plaats van de ramp
kwamen, vonden wij daar een ooggetuige
van de ramp, die onze luchtvaart thans
weer heeft getroffen.
„De „Ekster" aldus onze zegsman
„kwam laag vliegende in aanraking met de
toppen van de boomen aan den Schiphol
dijk. Direct daarop is het, met draaiende
motoren, neergestort tegen den weg, die
van den Schipholdijk, loopende langs de
Ringvaart, leidt naar de boerderij „Johan-
neshoeve" van den heer van de Veldt.
Onmiddellijk nadat het toestel was neer
gestort, vloog het in brand. Geweldige
vlammen schoten omhoog en iedere moge
lijkheid om de inzittenden te hulp te komen,
was uitgesloten. Het brandende toestel ver
spreidde een enorme hitte, zoodat het ge
vaarlijk was te dicht bij het toestel te
komen".
Hoe de ramp geschiedde.
Officieel vernemen wy van de zijde
van de K. L. M., dat de gezagvoerder-
leeraar van der Sijde was aangewezen
om den heer Schreij les te geven in de
behandeling van het Lockheed-vliegtuig.
Hierbij worden volgens een bepaald
programma oefeningen uitgevoerd on
der nabootsing van de meest ongun
stige omstandigheden.
Vanmorgen werden met het vliegtuig
„Ekster" op vollast oefening uitgevoerd
in het stilzetten van één motor na den
start.
Aangenomen moet worden, dat het
vliegtuig daarbij door te weinig snelheid
is afgegleden en tegen den grond is ge-
stooten, waardoor het in brand is
geraakt.
(Zie verder Laatste Berichten).
heeft Pirow gebruik gemaakt van de ge
legenheid om met de fezanten van Zuid-
Afrika aldaar besprekingen te voeren over
hun werkzaamheden. Met de Duitsche en
Italiaansche autoriteiten is gesproken over
de handelsbetrekkingen.
Te Lissabon heeft de minister zaken van
wederzijdsch belang besproken met den
minister-president en heeft hij een lucht
vaartverdrag gesloten betreffende Angola
en in Brussel heeft hij gesproken over een
verbinding door de lucht van Zuid-
Afrika naar de Belgische Congo. Beide
partijen hebben in beginsel wederkeerig-
heid toegezegd, later zal over een formeel
verdrag worden onderhandeld.
Verder is tijdens het in te-view gesproken
over de handelsbetrekkingen tusschen
Groot-Britannië en Zuid-Afrika. Pirow
merkte op, dat Zuid-Afrika sedert eenige
jaren meer Britsche goederen gekocht
heeft dan eenig ander land.