DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
CHAMBERLAIN OVER MEMEL.
No. 293 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 13 December 1938
140e Jaargang
Britsch-Fransche démarche te Berlijn
De Neumann-partij zou geen
Anschluss eischen.
Italië en Dzjiboeti.
Een artikel van de „Giornale
d'ltalia".
De algemeene toestand.
Italië'saanspraken opTunis
Een opzienbarende arrestatie.
De rustige Balkan.
Koning George geïnterviewd.
Dr. Schacht naar Londen.
Doel der reis onzeker.
Na de verkiezing van Memel
De Times over den
internationalen toestand.
-
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummer? 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN;
Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven francc aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HF.RMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
Op een vraag betreffende den toe
stand in Litauen en het Memelgebied
heeft Chamberlain geantwoord, dat er
reden is om te denken, dat na de ver
kiezingen van Zondag door de meerder
heidspartijen van den Memelschen
landdag eischen kunnen worden gesteld
aan de Litausche regeering, welke niet
in overeenstemming zouden zijn met
het Memelstatuut. Als onderteekenaar-
ster van de Memelconventie, zoo ver
volgde Chamberlain, kan de Britsche
regeering deze mogelijkheid niet over
het hoofd zien. Met het oog op de bij
zondere belangstelling, die de Duitsche
regeering in staat is in deze zaken c te
toonen, aldus de premier, heeft de
Britsche zaakgelastigde te Berlijn op
dracht gekregen, om tezamen met den
Franschen ambassadeur uitdrukking te
geven aan de hoop, dat de Duitsche
regeering haar invloed zal uitoefenen
tot verzekering van de eerbiediging van
het Memelstatuut.
Duitsch commentaar.
In een commentaar op de verkiezingen
in het Memelgebied schrijft de ,Diploma-
tisch-politische Korrespondenz" onder meer:
„Het zal voor de verdere ontwikkeling van
belang zijn, welke houding de Litausche
regeering zal aannemen tegenover de nieu
we wilsuiting in Memeiland. De Litausche
regeering moet beseffen, dat de fouten, die
in het verleden van Litausche zijde gemaakt
zijn, niet zonder gevolgen konden blijven.
Behalve dat verschillende waarborgen geen
beteekenis hebben gehad, heeft de Litau
sche regeering door haar systeem ongetwij
feld in belangrijke mate bijgedragen tot de
ontwikkeling, welke thans begonnen is. Van
huis uit koestert het Duitsche volk echtei
geen vijandelijke gevoelens tegenover het
Litausche: men blijft begrip hebben voor de
eischen van Litauen. In zooverre kan ook
de politieke wilsuiting van de Memeilanders
de kiem zijn voor een vruchtbare en betere
ontwikkeling eer onderlinge betrekkingen".
De overige Duitsche pers wijdt eveneens
veel aandacht a«n de overwinning van de
Duitsche bevolking in Memeiland. Zij ver
klaart, dat ook het buitenland in het resul
taat een volksbesluit ten gunste van het
Duitsche rijk ziet.
De Angriff schrijft, dat voor het eerst
sedert den oorlog een gewelddadig van het
rijk losgescheurde en aan het rijk grenzen
de Duitsche volksgroep de gelegenheid heeft
gehad, vrij en onbeperkt uiting te geven
aan haar politieken wil. Voldoende voor
beelden, ook van den laatsten tijd, hebben
aangetoond, dat de gerechtigheid, als zij
eenmaal ,,en marche" is en internationaal
erkend is, niet kan worden tegengehouden.
Succes der Duitschers onbetwistbaar.
De correspondent van de Dobry Wieczor
meldt uit Memel, dat het succes van de
Duitschers onbetwistbaar is. De Litauers
rekenen slechts op drie mandaten.
Ondanks de in Europa circuleerende ge
ruchten eischt de partij van dr. Neumann
geen aanhechting van Memel bij het Duit
sche rijk. daar zij officiëel politieke, econo
mische en cultureele autonomie en vooral
vrijheid voor het propageeren van de
nationaal-socialistische denkbeelden vraagt.
Men verwacht, dat binnenkort met de Li
tausche regeering een overeenkomst geslo
ten zal worden, welke de Duitschers in Me
mel de verwezenlijking van hun eischen
binnen het kader van den Litauschen staat
verzekert.
Rede van den president.
In een rede, die de herkozen president
Smetona gistermiddag ter gelegenheid van
zijn beëediging in het oarlement heeft ge
houden, verklaarde hij o.m., dat de betrek
kingen van Litauen met al zijn buren zich
op bevredigende wijze ontwikkelen. Hij
zeide te wenschen, dat het autonome statuut
van Memel in zijn geheel wordt toegepast.
President Smetona heeft verder bij de
creet Gailius tot gouverneur van het Memel-
land benoemd. Oud-gouverneur Kubelius is
lid van den Raad van State geworden.
Gailius is eerste candidaat van de Litau
sche lijst in het Memelgebied en behoort tot
de jongere Litausche politici. Men gelooft,
dat hij gouverneur geworden is, omdat hij
zich steeds bereid verklaard heeft tot een
streven naar overeenstemming tusschen de
Litauers en de Memelbevolking.
Provocaties?
Volgens berichten uit doorgaans goed in
gelichte bron, die officiëel echter niet beves
tigd zijn, zou kolonel Andrias Zunass, de
commandant van de stelling Memel, de re
geering verzocht hebben, maatregelen te
nemen om de spanning, die in het gebied
van Memel bestaat, te verminderen. Hij zou
verklaard hebben, dat, indien dergelijke
maatregelen niet spoedig genomen worden,
hij niet voor zijn garnizoen zou kunnen in
staan, „daar de Litausche soldaten in de
stad zonder ophouden door Duitsche ele
menten worden geprovoceerd".
Arrestaties te Kaunas.
Ook Maandag zijn te Kaunas verschei
dene arrestaties verricht op grond van het
nieuwe decreet tot bescherming van den
staat. Tot de arrestanten, allen politici van
rechts, behoort Bistras, oud-premier en lei
der der christen-democraten.
De studenten, die in Kaunas gearresteerd
waren wegens het houden van betoogingen
en het roepen om Woldemaras, zijn op elf
na op vrije voeten gesteld.
Buitenlandsche belangstelling.
De Britsche zaakgelastigde te Berlijn
Ogilvie Forbes, heeft een bezoek gebracht
aan het departement van buitenlandsche
zaken, waar hij werd ontvangen door staats
secretaris Woermann.
Naar vernomen wordt, heeft Forbes de
Duitsche regeering geruststellende verkla
ringen gevraagd met betrekking tot het
Memelgebied.
Voorts verluidt, dat de Fransche ambassa
deur gistermorgen met hetzelfde doel een
bezoek gebracht heeft aan de Wilhelm-
strasse.
In de Italiaansche pers wordt thans
voor het eerst duidelijk en uitvoerig ge
sproken over Dzjiboeti, en wel door de
„Giornale d'ltalia". Dit blad vraagt een
grondige en definitieve oplossing van
het vraagstuk-Dzjiboeti. Het betoogt, dat
Frankrijk zich van een kleine kolonie
Fransch somaliland, waarvan Dzjiboeti
de hoofdstad is, bediend heeft, om door
te dringen in Abessinië en te strijden
tegen de Italiaansche belangen.
Vooral tijdens deü Abessijnschen oorlog
was Dzjiboeti de voornaamste weg, waar
langs de Negus voorraden en wapenen
kreeg, hoewel Mussolini en Laval in Januari
1935 waren overeengekomen, dat Italië de
vrije hand in Abessinië zou hebben. Sedert
toen heeft Frankrijk van Dzjiboeti een
werktuig gemaakt voor een nog vij andelij ker
actie tegen Italië.
Thans, aldus de „Giornale", heeft het
vraagstuk twee kanten: een economischen
en een politieken. Wat de politieke zijde be
treft: Dzjiboeti is nog steeds de basis van ge
heimzinnige operaties tegen de belangen van
het Italiaansche keizerrijk. Tot dusverre
hebben de Fransche autoriteiten geweigerd
Italië in bezit van het Abessijnsche consu
laatgebouw te stellen. Onder bescherming
van de Fransche vlag is te Dzjiboeti een bond
van Abessijnsche vluchtelingen opgericht,
die allerlei tegen Italië gerichte propaganda
drijft. Er wordt nog steeds gesmokkeld in
Italiaansche en Abessijnsche deviezen.
Zoo, vervolgt het Italiaansche blad, vormt
de Fransche Somali-kolonië een voortduren
de bedreiging en uitdaging tegen de belan-
ALKMAAR, 13 December.
In verband met de verschillende berich
ten in de buitenlandsche bladen over
voornemens tot verdere maatregelen tot
uitschakeling der Joden in Duitschland,
heeft het D. N. B. het noodig geoordeeld,
een uitvoerige uiteenzetting te geven.
Hoewel deze uiteenzetting natuurlijk zeer
eenzijdig is, moeten wij er toch melding
van maken.
Volgens dit bureau dan verklaart men
in welingelichte Duitsche kringen, dat het
doel van alle reeds genomen en nog te
verwachten maatregelen is de emigratie
der Joden uit Duitschland en dit niet
alleen in het belang van het Duitsche volk,
maar ook in het belang van de Joden zelf.
Nu Duitschland zijn volkseenheidsbegrïp
verworven heeft, zal het toch steeds, on
danks alle maatregelen, die immers juist
wrijvingen moeten verhindêren aldus
deze verklaring tot moeilijkheden
komen. De Joden en de van hun volk be
wuste Duitschers kunnen niet met elkan
der in overeenstemming gebracht worden,
zooals de geschiedenis voldoende heeft
bewezen. Daarom is een scheiding tusschen
de Joden en het Duitsche volk gewenscht.
De tot dusverre uitgevoerde juridische
scheiding moet nu een feitelijke worden.
Het is onjuist te spreken over een
„Jodenban". De beperking van de Joden tot
bepaalde woonwijken van Berlijn of instel
ling van een ghetto is niet juist. Men zal
er toe komen in alle aan Joden behoorende
huizen ook slechts Joden als huurders te
laten wonen. De streng wettelijke uitscha
keling der Joden uit het bedrijfsleven gaat
natuurlijk verder, aldus het D. N. B. Maar
ook hier vormt het buitenland zich een
volkomen onjuist beeld. De verordening
van 12 November 1938 bepaalt dat vanaf 1
Januari 1939 Joden geen .afzonderlik
zaken, geen inkoopkantoren etc. meer
mogen hebben en geen handwerkberoep
meer mogen uitoefenen. Maar na 1 Januari
1939 zullen de Joden in alle Duitsche za
ken kunnen koopen en eveneens vrijen toe
gang hebben tot Duitsche café's en restau
rants. Men zal waarschijnlijk eenige zaken
en cafvi's voor de Joden gesloten houden.
Men zou zich ook nauwelijks kunnen
indenken, dat Joden er prijs op zouden
stellen te komen bijv. in den Kaiserhof te
Berlijn of in den Deutschen Hof te Neu
renberg. In het algemeen echter zal den
Joden iedere zaak en ieder café open staan.
Wanneer het doel van alle maatregelen
de emigratie der Joden is, is het natuurlijk,
dat de staat de emigratie van zijn kant
naar vermogen vergemakkelijkt. De moei
lijkheid ligt hier immers uitsluitend en
alleen in den transfer. Misschien zouden
zoo gaat de verklaring verder buiten
landsche Joden deviezen ter beschikking
■-.ii-rien stel en, zooals zij dat gedaan heb
ben voor de Oostenrjjksche Joden. Iedere
rijke emigreerende Oostenrijksche Jood
heeft eenigen armen Joden de emigratie
mede mogelijk gemaakt. Langs dezen weg
ziet men oplossingsmogelijkheden en heeft
men in het oude Duitsche rijk gedeeltelijk
ook reeds pogingen in het werk gesteld.
Ten slotte moet nog geconstateerd wor
den, zoo eindigt dit D. N. B.-bericht, dat
door de volksche maatregelen niet een
zijdig de Joden getroffen worden. Men
behoeft slechts te denken aan de wet op
de bescherming van het bloed of aan het
feit, dat niet alleen Joden uit Duitsche
huizen, maar eveneens Duitschers uit
Joodsche huizen zullen moeten verhuizen.
Al deze maatregelen echter worden slechts
genomen om toekomstige wrijvingen te
vermijden en een dergelijk naast elkander
leven mogelijk te maken tot de volledige
emigratie der Joden uit het Duitsche rijk.
Individueele acties, zooals zij h'er en daar
tegen de Joden nog zijn voorgekomen, zijn
al lang definitief verhinderd en zullen
zeer streng gestraft worden.
De clemente maatregelei der Britsche
regeering ten aanzien van de naar de
Seychellen verbannen Arabieren hadden
de vijf laatste dagen de spanning aanzien
lijk verminderd. De rebellen en hun par
tijgangers begonnen zich van elkaar af te
wenden. Fakhri Nasja Sjibi en Emir Ab-
dallah slaagden er in, een groepeering tot
stand te brengen van de gematigden, die
gekant zijn tegen de politiek van geweld
en het weder aan de macht brengen van
den Moefti. Thans schijnt echter alles
weder op losse schroeven te komen staan.
De Arabische openbare meening verwijt
Engeland, dat het steeds nieuwe reserves
maakt, „die de beteekenis van de verzoe
nende politieke houding verminderen",
door in de eerste plaats den Moefti het
recht te ontzeggen, deel te nemen aan de
conferentie te Londen, en dan door de
vrijlating van de leden van het opperst
Arabische comité vergezeld te doen gaan
van maatregelen, waardoor zij in hun
eigen land ballingen blijven. Daar aan den
anderen kant de onverzoenlijke houding
der Joden toeneemt, wint de opstandige
beweging weer veld. De partij van Nasja
Sjibi verliest aanhang. De invloed van
Emir Abdallah, zoo groot in Transjorda-
nië, schijnt in Palestina onmogelijk tegen
dien van den Moefti te kunner opwegen.
Geheel Palestina blijft dan ook op zijn
hoede. Hoewel de aanslagen minder tal
rijk zijn, wordt de veiligheid van het ver
keer en van de bewoners slechts met be
hulp van een sterke troepenmacht gehand
haafd. De orde wordt met geweld gehand
haafd. Men kan zich echter niet verheelen,
dat de kalmte slechts oppervlakkig is en
dat, zoo lang geen bevredigende oplossing
tot stand gekomen is, de minste verslap
ping voldoende *.ou zijn om den opstand
weder te doen oplaaien.
gen van Italië. Een uitdaging, die niet lan
ger geduld kan worden.
In economisch opzicht is de toestand in-
tusschen nog onver dragelijker, doordat Dzji
boeti in- en uitvoerhaven van het Italiaan
sche keizerrijk is. De haven is klein, slecht
uitgerust en volkomen ontoereikend voor het
aanzienlijke Italiaansche verkeer. Bovendien
zijn de scheepvaart- en fiscale rechten zeer
hoog en dragen zij het karakter van rancune
maatregelen. De spoorweg, welks aandeelen
bijna geheel in Fransche handen zijn, kan
niet voorzien in de groeiende behoeften van
het verkeer, daar hij voorhistorisch materiaal
bezit en een langzame administratie heeft,
terwijl ook hier de tarieven zeer hoog zijn.
Italiaansche uitnoodigingen tot bespreking
van deze kwestie, bij herhaling tot de Fran
sche regeering gericht, zijn onbeantwoord
gebleven. De Franschen blijven verder in het
bezit van de spoorwegaandeelen, die den
Negus hebben toebehoord.
Aan dit alles, zoo besluit de „Giornale",
moet een einde komen. Italië kan niet toe
staan, dat deze parasiet leeft op kosten van
het verkeer én den arbeid in het Italiaansche
rijk. Het vraagstuk Dzjiboeti moet bij den
wortel aangevat worden, ter opheldering van
de Fransch-Italiaansche betrekkingen.
In het Engelsche Lagerhuis is de
regeering de vraag gesteld, of eenig
verdrag, pact of overeenkomst bestaat,
waarbij in geval Italië oorlogszuchtige
operaties aanvangt tegen Frankrijk of
deszelfs bezittingen op speciale wijze
Groot-Brittannië verplicht zou zijn,
militaire hulp te verleenen aan Frank
rijk.
Chamberlain heeft hierop geant
woord, dat geen dusdanige speciale
verplichting bestaat in eenig verdrag
of pact met Frankrijk.
Op een verdere vraag betreffende de
Italiaansche betoogingen tegen Frankrijk
antwoordde Chamberlain met te herhalen,
dat de Britsche regeering de Italiaansche
regeering er op gewezen heeft, dat betoo
gingen van dezen aard een nadeelige uit
werking moeten hebben, tenzij stappen
genomen worden om den erdoor gewekten
indruk te herstellen. Voor het oogenblik
had de premier hier niets aan toe te voe
gen.
In het Lagerhuis heeft men Chamberlain
ook nog gevraagd, of de Britsche regeering
in kennis is gesteld van den inhoud der
besprekingen tusschen de Fransche regee
ring en Von Ribbentrop en of de regeering
te Londen overleg pleegt met Parijs over
de Italiaansche aanspraken op Tunis, Cor
sica en Nice, welke den status quo in de
Middellandsche Zee zouden verstoren, in
dien zij verwezenlijkt werden.
Chamberlain beantwoordde beide vragen
bevestigend.
Italiaan gearresteerd.
Maandagavond heeft de Fransche politie
den Italiaanschen staatsburger Antonio La-
rosa gearresteerd onder verdenking, dat hij
brand gesticht heeft in het gebouw van den
Dopolavoro. Volgens de Fransche politie
zou uit de papieren van Larosa blijken,
dat hij lid is van de fascistische partij.
Er wordt thans een onderzoek ingesteld
naar de waarde van de geruchten, volgens
welke Larosa ergens in het gebouw van
den Dopolavoro een bom verborgen had.
Koning George van Griekenland heeft
te Londen een interview toegestaan aan
Madol van de Intransegeant.
Na er aan herinnerd te hebben, dat
het Balkanschiereiland langen tijd door
ging voor een voortdurend gevaar voor
den vrede, deed de koning uitkomen,
dat de Balkanlanden thans uit vele ge
zichtspunten ten voorbeeld zouden
kunnen dienen. Hebben wij onze pro
blemen en conflicten niet op een geheel
vreedzame wijze opgelost?
Ik kan zeggen, aldus vervolgde de koning,
dat onze grens met Turkije zelfs niet mili
tair bewaakt wordt. Nog meer: Wy zijn er
in geslaagd'ons met de Bulgaren te verstaan.
De overeenkomst van Saloniki maakt een
einde aan deze periode van officieele vij
andigheid, welke sinds den oorlog duurde.
En wat zekere kringen onmogelijk achtten,
is thans verwezenlijkt.
In de jongste crisis hebben wij laten zien,
dat wij, op het schiereiland, het allen eens
zijn. Wij zijn een enkele natie van 70 mil-
lioen inwoners en wanneer aan oorlog ge
dacht zou moeten worden, zouden wij een
leger van vijf millioen man op de been kun
nen brengen".
Positie der Grieksche Joden.
Met een toespeling op het lot van de
Joodsche minderheid in Griekenland zeide
de koning: Er is in Griekenland geen
Joodsch vraagstuk. De Israëlieten, Sephar-
dim, die eertijds uit Spanje zijn gekomen en
die voor een groot deel tamelijk arm zijn,
zijn landbouwarbeiders of bootwerkers in
de haven van Saloniki. Zij worden als
Grieken beschouwd. Persoonlijk onderhoud
ik vriendschappelijke betrekkingen met den
opperrabbijn, een grijsaard van bij de hon
derd, zooals ook mijn grootvader deed.
Reuter verneemt, dat het a.s. bezoek
van dr. Schacht aan Londen het resul
taat is van schikkingen, welke getroffen
zijn door den gouverneur van de Bank
van Engeland en Schacht. Er zijn nog
geen officieele inlichtingen verkregen
over de te bespreken onderwerpen,
hoewel men geen verrassend resultaat
verwacht.
Ongetwijfeld zal een ruim gebied worden
besproken. Men gelooft, aldus Reuter, dat
dr. Schacht eenig aanbod zal doen ten aan
zien van de financieele omstandigheden der
Joodsche en andere vluchtelingen, die
Duitschland verlaten. Men gelooft, dat het
bezoek Woensdag zal geschieden.
Gissingen in de City.
In de kringen van de City heeft het aan
gekondigde bezoek van dr. Schacht zeer
groote belangstelling gewekt en men ver
diept er zich in gissingen over den aard van
zijn particuliere besprekingen met den
gouverneur van de Bank van Engeland.
Volgens recente berichten in de Britsche
pers zijn eenige maanden lang informeele
besprekingen gehouden, langs niet officieele,
doch erkende kanalen, over een nieuwe
Engelsch-Duitsche handelsovereenkomst.
Inlichting van de Financial News.
Tijdens deze informatieve besprekingen is
volgens de Financial News het Britsche
standpunt geweest, dat geen overeenkomst
de moeite waard zou zijn, tenzij zij niet
alleen directe handelsbetrekkingen tusschen
de beide landen inhouden, doch ook hun
onderscheidene posities, op de wereld
markten.
Bovendien gelooft men, dat Duitschland
de besprekingen binnen nauwer grenzen
wenscht te houden dan den directen handel
der beide landen.
Het wordt mogelijk geoordeeld, dat het
bezoek van dr. Schacht ten deele bedoeld is
om een brug te slaan tusschen de twee uit-
eenloopende opvattingen, hoewel het ook
mogelijk is, dat het slechts betrekking zal
hebben op gewone zaken, welke zich voor
doen tusschen de centrale bankinstellingen
van Groot-Britannië en Duitschland.
Naar aanleiding van de verkiezingen
te Memel bespreekt de „Times" den in
ternationalen toestand.
Na de ontwikkeling van de Memel-
politiek te hebben besproken, schrijft
het blad: in het Memeiland, evenals in
zoovele andere plaatsen het geval ge
weest is, betaalt Europa nog voor de
dwaasheid der vredestichters van Ver-
sailles en hun diplomatieke opvolgers,
die getracht hebben de toekomst van de
Duitsche gemeenschappen te regelen
zonder overleg met den normaal mach-
tigsten staat van Europa, wiens zwakte,
naar ieder met een eenigszins vooruit
zienden blik had moeten inzien, slechts
tijdelijk was.
In de plaats daarvan heeft men ten aan
zien van dit noodzakelijke proces een bijna
volkomen gemis aan inzicht getoond en is
het slechts uitgevoerd met behulp van be
dreigingen met geweld door het herrezen
Duitschland.
Het proces is thans echter vrijwel voltooid
en de vraag, waarvoor Europa, en Europa
niet alleen, zich gesteld ziet, is of, en in
hoeverre, het geduld kan worden, dat deze
methoden boven de wijziging der vredesver
dragen uit worden voortgezet.
Na te hebben gewezen op het drijven van
de Oekrainsche minderheid, die er op schijnt
te vertrouwen, dat zij steun zal ontvangen
als zij deze niet reeds hebben ontvangen
van den Duitschen dictator en op „een
anderen dictator, die te eigen nutte de tech
niek van de diplomatie door agitatie toepast
en die van Frankrijk bepaalde grondgebie
den eischt, welke het gedurende het grootste
gedeelte van een eeuw hebben toebehoord",
vervolgt de Times: „Als deze methoden in
derdaad onbeperkt worden voortgezet, zal de