!Blmmdaad
freuiMeton
ROMAN
20JIUU
Inval bij commissionnair
in effecten.
Boekhouding in beslag genomen
Het tekort bij de B. L. B.
te Roswinkel.
Niet minder dan 350.000 gulden!
Yluchtelingenleed op Schiphol.
Schiphol blijve Centraal
Vliegveld
TWEEDE BLAD.
Tekort van f 50.000
De Amsterdamsche rechter-commissa-
ris, mr. Suringar, de officier van justi
tie mr. H. A. Wassenbergh, de inspec
teur van politie Dijkstra, de ryks-ac-
countant Stil en eenige rechercheurs
hebben gistermiddag een inval gedaan
by den Amsterdamschen commission
nair in effecten, P. J. K. Jr.
Er waren gegevens en inlichtingen by
de justitie binnengekomen, waaruit zou
bUjken, dat K., die behalve commis
sionnair in effecten ook directeur is van
de N.V. Petra Prima als directeur van
deze N.V. opzettelijk wederrechtelijk
zou hebben beschikt over een deel harer
gelden.
Er zou een tekort zijn van ongeveer
vyftigduizend gulden, dat door K. zelf
in zyn eigen zaak zou zijn gebruikt.
Onjuiste balansen opgemaakt.
Voorts is deze N.V. bezig, zooveel moge-
ïyk aandeelen in het land te plaatsen. De
prospecti zouden, naar het oordeel van de
justitie, misleidende gegevens bevatten en
de balansen zouden opzettelijk onjuist zijn.
De N.V. Petra Prima houdt zich bezig
met het exploiteeren van onroerende goe
deren en aanverwante zaken en is gevestigd
Prinsengracht 701, recht tegenover het pa
leis van justitie.
Papieren in beslag genomen.
De justitie verscheen tegen twaalf uur in
het kantoorgebouw, even later arriveerde
een uitrukwagen van het hoofdbureau en
nadat een uitvoerig onderzoek in de lokali
teiten was ingesteld, zijn zeer vele boeken,
papieren en bescheiden in beslag genomen
en in de politie-auto geladen, waarna
een belangrijk deel van de boekhouding
naar het hoofdbureau is vervoerd. De heer
K. is aan een uitvoerig verhoor onderwor
pen, dat geduurd heeft tot circa drie uur.
Een ryksaccountant zal een uitvoerig on
derzoek instellen.
Aan zichzelf geleend.
De commissionnair ontkende by het ver
hoor zich aan verduistering ten nadeele van
de N.V. Petra Prima te hebben schuldig ge
maakt. Hij beroept zich op de statuten dier
N.V., waarin bepaald wordt, dat de N.V.
zich ook met het uitleenen van gelden be
zig houdt. Hij heeft nu de gelden aan zich
zelf geleend.
Het bedrag van het tekort zal waarschijn
lijk aanmerkelijk hooger dan een halve ton
zyn. De heer K. heeft het voor een gedeelte
gebruikt voor de stichting van een cabaret
te Brussel. Hij is na verhoor in politiebewa-
ring gehouden en zal waarschijnlijk Zater
dag a.s. voor den officier van justitie worden
geleid.
Ook de vereeniging voor den effectenhan
del hield zich reeds eenigen tijd bezig met
een onderzoek naar de gedragingen van de
zen commissionnair.
BEGRAFENIS SLACHTOFFERS DER
„EKSTER'-RAMP.
Onder zeer groote belangstelling zyn
gisteimiddag op de Algemeene Begraaf
plaats Crooswyk twee slachtoffers van de
„Ekster"-ramp, de bestuurder C. M. Schrey
en de boordwerktuigkundige K. L. H.
Jadicke, ten grave gedragen.
Aanwezig waren o.m. de heeren Guilonard
en Martin, onderdirecteuren der K. L. M.,
de gezagvoerders Dill en Abspoel, vele leden
van het vliegend personeel, van den tech-
nischen dienst, den radiodienst en ander
personeel.
By de begrafenis van piloot Schrey heb
ben o.m. gesproken de heer J. A. Aler
namens de K. L. M. en namens de familie
de heer Hoek. Bij de begrafenis van Jadicke
sprak de onderdirecteur der K. L. M., de
heer P. Guilonard een woord van deel
neming.
De kisten waren met verscheidene kran
sen gedekt.
Vanochtend is te Roswinkel, ge
meente Emmen, bekend geworden,
dat het tekort by de Boerenleenbank,
veroorzaakt door frauduleuze hande
lingen van den directeur K. G., niet
minder dan driehonderdvyftigduizend
gulden bedraagt.
Dit bericht heeft algemeene ont
stemming veroorzaakt by de bevol
king, die nog altijd in de hoop leefde,
dat het aanvankelijk op een ton ge
schatte tekort zou meevallen en door
de waarde van G.'s bezittingen zou
worden gedekt.
Deze hoop is thans geheel vervlogen.
G. is inmiddels door de rechtbank te
Assen failliet verklaard. H(j bevindt zich
nog steeds in arrest en schijnt elke mede-
deeling over hetgeen hy met de middelen
der bank gedaan heeft, te weigeren.
Vanmorgen is het bestuur van de bank
te Roswinkel bijeengekomen, in afwach
ting van nadere mededeelingen, die, naar
men meent, heden van de zijde van de
justitie zullen worden gedaan.
Een afschuwelijk drama van vluchte-
lingenleed, dat met volle scherpte laat
zien, tot welke onmenschelyke taferee-
len de strenge handhaving van bepalin
gen aanleiding kan geven, aldus schrijft
Het Volk," heeft zich hedennacht op
Schiphol afgespeeld.
Daar stonden drie Duitschers gereed, die
krachtens de beschikking van Den Haag uit
Nederland naar Duitschland teruggezonden
moesten worden. Het waren vluchtelingen,
wier papieren niet in orde waren.
Zij zouden met het nachtvliegtuig, dat om
ongeveer twaalf uur hedennacht naar Keu
len moest vertrekken, op Duitschen bodem
weer worden afgezet, den bodem dien zij
met groote moeite waren ontvlucht. Of
schoon alle drie in zeer nerveuze stemming
waren, bleken slechts twee van de drie uit
te wijzen vluchtelingen bereid om zonder
eenig uiterlijk verzet mee te gaan. De derde
was echter zoo zenuwachtig, dat hij min of
meer naar het vliegtuig getrokken moest
worden.
Dat gaf uiteraard tot zeer onaange
name scènes op het vliegveld aanleiding.
De man werd door al dit gedoe zoo ze
nuwachtig, dat hy zich met een mes in
de borst verwondde, zoodat hy bloedend
voor het vliegtuig neerzeeg.
In allerijl werd de KLM-dokter ontboden,
die het noodig oordeelde, dat de man eerst
verbonden werd en in observatie gehouden,
voordat hy den vliegtocht naar Keulen on
dernam.
De piloot van het viiegtuig zag de 'onmo
gelijkheid in om met passagiers, die in een
zoo nerveuzen toestand waren, te vliegen.
Geen van de drie Duitschers is dan ook
hedennacht naar Duitschland vertrokken
het nachtvliegtuig naar Keulen kon later
dan den bestemden tyd de reis naar Keulen
aanvaarden.
In afwachting van een nadere beslissing
verblijven de drie vluchtelingen nu in Ne
derland, totdat de autoriteiten weer over
hun lot hebben beslist.
Ged. Staten van Noordholland heb
ben heden aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal en aan de leden van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal het
volgende telegram gericht:
„Ter uitvoering van unaniem staten
besluit dringen Ged. Staten van Noord
holland by de Tweede Kamer er op aan,
Schiphol, Nederlands voortreffelijk ge
outilleerde, algemeen gebruikte en in 't
buitenland alom bekende vlieghaven, te
behouden als (jentraal vliegveld".
w.g. A. Röell, voorzitter;
M. A. Stufkes, griffier.
VRAGEN OVER PERSCONFERENTIE.
Het N. S. B.-Kamerlid Van Vessem heeft
aan den minister-president en de ministers
van buitenlandsche zaken en binnenland-
sche zaken vragen gesteld over een bericht
in de „Times" volgens hetwelk dr. Coiyn in
een persconferentie met vertegenwoordi
gers van Nederlandsche bladen geadviseerd
zou hebben de „campagne" tegen de ver
volgingen van de Joden in Duitschland te
staken, zulks omdat na de geuite protesten
anders „represaille-maatregelen" te ver
wachten zouden zyn.
Het Kamerlid vraagt of deze conferentie
heeft plaats gehad op 3 December d. w. z,
na de uitvaardiging door den burgemees
ter van Rotterdam van het verbod van den
voetbalwedstrijd tegen Duitschland. De heer
Van V. vraagt of het niet meer „in over
eenstemming met 's lands belang en waar
digheid" was geweest indien door de regee
ring een aanmaning tot matiging tot de
pers zou zyn gericht vóór het verbod". Hy
vraagt tenslotte of de verbreking der
sportbetrekkingen niet had kunnen worden
voorkomen en zegt, dat ,,'s lands belang 'n
openlijke afkeuring door de regeering
eischt van de geste van den burgemeester
van Rotterdam".
WIJZIGING ONZER
ECHTSCHEIDINGSWETGEVING IS
NOODZAKELIJK.
Lezing mr. dr. Benno J. Stokvis.
Voor de vereeniging tot verruiming van
echtscheidingsmogelijkheid heeft mr. dr.
Benno J. Stokvis gisteravond in „Krasna-
polsky" te Amsterdam voor een talryk ge
hoor een lezing gehouden over het onder
werp: „Waarom wijziging onzer echtschei
dingswetgeving noodzakelijk is".
Spreker begon met er op te wijzen, dat
de hoofdbezwaren tegen echtscheiding als
zoodanig, van theologischen en van staat
kundigen aard zyn. In sommige landen be
staat een echtscheidingsverbod. De praktijk
heeft wegen gevonden om dit te ontdui
ken (nietigverklaring van het huwelijk).
Ook ten onzent bestond in 1820 ernstige
tegenstand tegen het instituut der echt
scheiding: men wilde het huwelyk als
Goddelijke instelling onontbindbaar doen
zyn. Ondanks tegenstand is ten slotte de
echtscheiding toch in ons wetboek opgeno
men echter naar spr.'s inzicht, veel te be
perkt. Artikel 264 burgerlijk wetboek, kent
slechts vier gronden, van welke overspel
practisch de eenig bruikbare is.
De gevolgen der te beperkte echtschei
dingsmogelykheid zyn maatschappelijk zeer
ernstig. Spr. behandelde vervolgens het
instituut der scheiding van tafel en bed,
welke in wezen gelijkstaat met echtschei
ding, doch wettelijk het huwelyk in stand
laat. Spreker noemde de scheiding van
tafel en bed een onding. Voorts herinnerde
hy er aan, dat het by ons geldende beperk
te systeem ook het afleggen van meineeden
in rechte in de hand werkt.
Richtsnoer voor echtscheiding, zoo gaat
spr. voort, moet zyn d« overweging, dat
in feite en in wezen tusschen de echtelie
den van een huwelyk geen aprake meer is.
De wet dient tot verscheidene punten te
worden uitgebreid. De wetgever zou ook
kunnen volstaan met een algemeene for
mule, waarin ter beoordeeling van den
rechter objectief vaststaande mislukking
van het huwelyk grond oplevert tot de
ontbinding daarvan door echtscheiding.
Dit systeem wordt gevolgd door den Zwit-
serschen wetgever.
EIND NOVEMBER 363.947 WERKLOOZEN.
De directeur van den rijksdienst der
werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid
deling deelt mede, dat blijkens door het
Centraal Bureau voor de statistiek ver
strekte voorloopige gegevens in de week
van 21 tot en met 26 November 1938 by ge
subsidieerde vereenigingen met werkloozen-
kas 567.831 personen onder wie 74.859 land
arbeiders waren aangesloten.
Van de 492.972 verzekerden, buiten de
landarbeiders, was het werkloosheidsper
centage 23.9 (in de vorige verslagweek, 7
tot en met 12 Nov., was dit percentage 23.2).
In de overeenkomstige verslagweek van
November was het werkloosheidspercentage
voor verzekerden (zonder landarbeiders) in
de laatste jaren als volgt: 1932: 29.1, 1933:
26.2, 1934: 28.9, 1935: 32.6, 1936: 30.8, 1937:
26.5, 1938: 23.9.
Op 26 November waren bij de organen
der openbare arbeidsbemiddeling inge
schreven 363.947 werkzoekenden, waar
van er 347.150 werkloos waren (n.1.
331.975 mannen en 15.175 vrouwen).
Van de geheel werklooze verzekerden ont
vingen er in de verslagweek 21.384 üitkee-
ring uit hun werkloozenkas.
Blykens voorloopige opgave van den
directeur-generaal voor de werkverschaffing
en steunverleening bedroeg op 26 Nov. het
aantal tewerkgestelde werkloozen 61.475 en
het aantal gesteunde werkloozen 139.513, te
zamen 200.988 verzorgden. (Hieronder be
vindt zich een aantal verzekerden, wier
steun bestaat uit een aanvulling van de uit-
keering uit hun werkloozenkas).
Voorts zyn een aantal werkloozen in cul-
tureele zorg (cursussen en kampen). Hun
aantal bedroeg in September 13.174.
Het groote verschil tusschen het aantal
ingeschreven werkloozen en het aantal per
sonen door verzekering, steun en werkver
schaffing geholpen, wordt mede hierdoor
verklaard, dat onder het aantal verzorgden
(dit zyn in hoofdzaak kostwinners van ge
zinnen) de werklooze gezinsleden niet wor
den medegeteld; deze zyn echter wel als
werkzoekenden by een arbeidsbeurs inge
schreven.
VAN CAUWELAERT SPRAK OP
EEN VERGADERING.
,,'s Lands belang".
Op vragen van den heer de Ryke (n.s.b.)
naar aanleiding van het sprekén van den
Belgischen minister van staat dr. F. van
Cauwelaert op een vergadering te Haarlem,
waarin o.m. een protest-resolutie werd aan
genomen tegen de schending der christelijke
rechten van het volk in Duitschland en
waarin het Italiaansche fascisme werd aan
gevallen en of een zoodanig „optreden tegen
buitenlandsche mogendheden in 's lands be
lang voorkomen had moeten worden'', heeft
de heer Goseling, minister van justitie, het
volgende geantwoord:
Een protest-resolutie is in de vergadering,
vóórdat de rede werd uitgesproken, aan de
orde gesteld en aangenomen. Mede daardoor
is de bijeenkomst, waartoe gelijk achter
af is gebleken ook de pers was uitgenoo-
digd, in de politieke sfeer getrokken, terwijl
ook het karakter van besloten bijeenkomst
niet is gehandhaafd. Dat de politie bemoeiing
achterwege heeft gelaten, vond zyn oorzaak
in het feit, dat enkele omstandigheden haar
niet van te voren bekend waren.
De minister heeft naar aanleiding van het
voorgevallene nadere aanwijzingen gegeven.
HERDENKING VAN DEN GROOTEN
TREK.
Op een byeenkomst, die uitging van de
Haagsche afdeeling van de Nederlandsch
Zuid-Afrikaansche vereeniging, het Alge
meen Nederlandsch Verbond en de vereen.
„Onze Vloot" hebben de Zuid-Afrikaansche
gezant, dr. H. D. van Broekhuizen en prof.
df- C. M van der Heever, hoogleeraa'r te Jo-
han.nes.burg, ter herdenking van het eeuw
feest van den Grooten Trek en van Dingaans-
dag het woord gevoerd. De minister van O.,
K. en W. Slotemaker de Bruine woonde de
.bijeenkomst by.
Prof. van den Heever sprak een rede uit,
waarin hij de beteekenis van den Grooten
Trek schetste.
De Groote Trek is ontstaan uit een geest
naar zelfstandigheid en uit de grieven tegen
Engelsche maatregelen. De bewoners van de
kaapkolonie, een kleine 30.000 man, wensch-
ten niet te berusten in het Engelsche regime.
Retief heeft het in zyn manifest zoo duidelijk
gezegd: de onweerstaanbare drang naar vry-
heid was de aanleiding tot den Grooten Trek.
Als gevolg van den Grooten Trek zyn de
twee boerenrepublieken gesticht. Helaas werd
de Afrikaansche taal nog niet onmiddellijk
erkend. Eerst in 1875 ontstond er een bewe
ging om het Afrikaansch als schrijftaal te
erkennen. Ware deze strijd niet geslaagd, dan
zou Zuid-Afrika geheel verengelscht zijn.
Het was een geweldige taak, die de voor
trekkers hebben volbracht en daarom wordt
dit feest zoo geestdriftig in Zuid-Afrika her
dacht.
Spreker is overtuigd, dat de tegenwoordige
jeugd in Zuid-Afrika onmiddellyk bereid
zou zyn een tweeden grooten trek te onder-
nerpen. In Europa heerscht een sombere
stemming en ook in Zuid-Afrika ziet men
den toestand ernstig in. Wat ons echter
staande houdt, zoo besloot spreker, is de
,Uit het Engelsch
fdoor W. A. C.
51)
Jack en mevrouw Greening keken elkaar
aan, niet wetende wat te doen, en liepen
Laline naar de zitkamer achterna.
Maar toen ze daar waren aangekomen,
vonden ze de deur naar Laline's kamer
op slot en zy konden Celestine's liefkoo-
zende stem hooren.
„Ik geloof, dat we het best doen, haar
alleen te laten", zei Jack op verdrietigen
toon. „Het zien van dien man was oor
zaak, dat ze zich weer al de afschuwelyk-
heid van het bomvrije onderkomen herin
nerde".
„Celestine weet hoe met haar om te
gaan; je hebt gelijk, Jack. Ik ga dadelijk
mee en we doen het beste ons diner ge
woon te vervolgen".
Zy gingen dus weer naar beneden, maar
beiden waren zoo bezorgd, dat hun ge
sprek niet meer dan een schynvertooning
was.
Dat haar nicht zich nog interesseerde
voor dien akeligen majoor, daarvan was
ze nu wel overtuigd! Waar was haar trots
gebleven? Zóó te handelen tegenover
iemand die, zoo gauw het hem maar mo
gelijk was, haar in den steek had gelaten!
Hij had haar daar beneden onder den
grond zeker dezelfde onverschilligheid be
toond, die hy op de boot vaar haar aan
den dag had gelegd! Ze besloot eens een
ernstig onderhoud met haar nicht te heb
ben. Zoo'n scène mocht niet herhaald wor
den.
En boven, in haar kamer, lag Laline
met haar hoofd tegen Celestine's boezem
te snikken.
HOOFDSTUK XXVIII.
„Stil nu maar, stil nu maar! Mijn kind
je, mijn liefje", zei Celestine, erg in de
war. „Wat is er toch gebeurd? Vertel, 't
Celi dan toch!"
„Ik dacht dat ik majoor Lamont in
den tuin zag maar hy was het niet',
snikte Laline.
Celestine was verontwaardigd. Zoo'n
ellendeling, die haar meesteres zóó deed
lijden!
Laline trilde en keek haar kamenier
maar steeds aan. De angst, die in de diepte
van haar blik verborgen lag, was zoo veel
zeggend, dat Celestine's hart er bijna door
stilstond.
Spoedig wist haar vlugge Fransche ver
stand troostredenen voor haar te vinden
en tenslotte legde ze haar te bed en gaf
haar een slaapmiddel en binnen een
uur sliep Laline.
Toen vouwde Celestine haar kleeren op
peinsde ernstig.
Ze had haar besluit genomen. Een week
zou ze wachten en dan handelen. Inmid
dels moest er voor gezorgd worden, dat
haar aangebeden meesteres besefte, hoe
goed kapitein Lumley toch was en de
waarde begreep van zyn bescherming.
Laline had haar alles verteld. De pries
ter was dood, er was geen trouwring en
de bruidegom was met de noorderzon ver
trokken wie kon er dan bewijzen, dat
er een huwelyk was voltrokken? Niemand,
En zelfs, al zou de majoor gedwongen kun
nen worden om terug te keeren, dan zou
dit klaarblijkelijk tegen zyn wil zyn, aan
gezien hy er met een andere dame van
door was gegaan hoe alleronaange
naamst en vernederend zou dat voor haar
troetelkind zyn! En als hy eens weigerde?
Wat een schandaal wat een toestand!
En dit gaf den doorslag naar het andere
het goede plan.
Neen. Er was maar één weg, die uit al
de moeiiykheden zou voeren en dat was
een spoedig huwelyk met „le capitaine".
Na tot dit besluit te zyn gekomen, sliep
Celestine in ze was practisch.
Wederom was Laline's ontwaken als een
nachtmerrie. Ze zei te ziek te zyn om op te
staan, maar Celestine bepraatte haar, om
zich eens door haar heel mooi te laten ma
ken en dan aan kapitein Lumley toe te
staan, haar in haar zitkamer ce komen be
zoeken. Ze wist, dat mevrouw Greening
van plan was vandaag met vrienden naar
Fontainebleau te gaan. Ze achtte het ver
standiger haar plan nog niet aan haar
meesteres bloot te leggen. Eerst moest ze
maar eens met Jack alleen zyn en hem
toonen, dat ze zyn mooie rozen, die hy
zooeven had gezonden, op prijs stelde.
Toen dus de tante omstreeks twaalf uur
goed en wel vertrokken was, werd Jack
getelefoneerd en toen hy binnenkwam,
trof hy een lelieblank meisje aan met
goudblond haar, gehuld in een sneeuwwit
crêpe de chine négligé; ze droeg een bont
van hermelijn en zyn rozen stonden in
een groote vaas naast haar.
Celestine had tot in alle details er voor
gezorgd van het geheel een mooi tafereel
tje te maken Laline zelf was versuft en
onverschillig. Elk verlangen om te leven
was voor haar verdwenen en niets kon
haar meer schelen.
En wat zou David wel gezegd hebben
van het groote nieuws, dat nu zoo ver
schrikkelijk was?
Ze herinnerde zich, dat zy gedurende
een van hun teedere fluistergesprekken
over die blijde hoop hadden gesproken.
O! wat was alles toch vreeselyk.
Jack's vriendelyk en rustig gelaat werd
bleek toen hy de kamer binnenkwam en
naar haar keek iets aandoenlijk hope
loos lag er in de uitdrukking van haar ge
laat, zelfs niettegenstaande ze flauwtjes
glimlachte toen hy haar hand nam en die
kuste. Met zachte stem bedankte ze hem
voor de bloemen.
„Je bent zoo vriendelyk en goed, Jack",
uIm! ZerT" -en het contrast van zyn
e" David's onmenschelyke daad
deed de tranen in haar oogen komen.
Jack was diep geroerd.
ie'fcaeh?1!?? 7 lievelinS wat heb
hriïfï' J6 maar toestond je lief te
hebben en altyd voor je te zorgen. Lievc-
wen nogmaals- wil je niet met me trou
wen en me laten trachten je weer geluk
kig te maken?» geiuK
T «lil !ra"en,vloeiden nu langzaam langs
Laline s bleeke wangen en ze verborg haar
gezicht in haar handen. 6
„Jack, er is ietsikkan niet
WlNGS
American
CigareUes
Ook voor U/
Hoe eerder,
hoe béter/
*5 ds
christelijke beschaving, de eenige waarborg
voor de vrijheid.
Dr. van Broekhuizen spreekt.
De Zuid-Afrikaansche gezant begon met
hulde te brengen aan de Nederlandsche
regeering en in hec bijzonder aan den mi
nister van onderwijs voor de totstandkoming
van de cultureele commissie van advies. Hij
sprak waardeerende woorden tot prof. van
den Heever, die in Johannesburg zooveel ge
daan heeft in het belang van de Afrikaan
sche taal. Nederland en Zuid-Afrika hooren
by elkaar, er bestaat een band tusschen bei
de landen, hetgeen blijkt uit de viering van
dit feest, hier en in Zuid-Afrika. Na herin
nerd te hebben aan den stryd om de vryheid
van de Zuid-Afrikaansche boeren, wees hy
ten slotte nog op de groote toeneming van
het Afrikaansch, dat nu door byna anderhalf
millioen menschen wordt gesproken. De toe
komst van het Afrikaansche volk is zeker,
want zyn kern is gezond.
VRAGEN OVER UITGAVE VAN
RIJKSUITGEVERIJ.
Het Tweede Kamerlid Wendelaar
(lib.) heeft aan den minister van bin-
nenlandsche zaken de volgende vragen
gesteld:
1. Is het juist, dat de Rijksuitgeverij een
portret naar een opname van Godfried de
Groot in een lyst van Slavonisch eikenhout
en voorzien van glas verkrijgbaar stelt,
waardoor een dergelijke, met groote kosten
en een niet onbeteekenend risico ondernomen
particuliere uitgave naar een schilderij van
Willy Sluiter in gevaar gebracht wordt?
2. Wordt het in de eerste vraag bedoelde
portret gedrukt ter landsdrukkerij en wordt
het ter landsdrukkery voor deze uitgave
gedrukte prospectus als dienststuk verzon
den?
3.Draagt het Rijk een altyd mogelijk na-
deelig saldo van deze uitgave?
4. Meent de minister dat de vervaardiging
van dit portret "en van het daarvoor rondge
zonden prospectus behooren tot het Rijks-
drukwerk, dat uit zyn aard ter landsdruk
kery vervaardigd behoort te worden?
5. Zoo neen, meent de minister dan, dat het
vervaardigen van reproducties van wn
portret en van een prospectus voor de uitgave
daarvan behooren tot het werk, dat de lands
drukkerij -„ter opvuiling" noodig heeft
haar voor het drukken van regeeringsstul-
ken en van de Handelingen der Staten-Gene
raal noodzakelijke machines economisch te
kunnen exploiteeren?
6. Indien ook deze vraag ontkennend be
antwoord wordt, is de minister dan bereid
om deze uitgave, welke in dat geval in stryd
zou zyn met de aan de Kamer medegedeelde
inzichten van den minister, te verbieden?
DE MEESTE DUITSCHE DIENSTBODEN
BLIJVEN.
3000 uiterlijk I Februari naar
Duitschland terug.
De geruchten dat de Duitsche regeering
besloten zou hebben alle Duitsche dienst
boden het betreft hier ongeveer 25.000
die in Nederland in betrekking zyn, de
eerstvolgende maanden terug te roepen,
zyn onjuist, aldus het Hbld.
Uit nadere informaties in regeerings-
kringen blijkt, dat het slechts geldt 3000
Duitsche dienstboden, in hoofdzaak die
welke in Joodsche gezinnen dienen, die
naar Duitschland moeten terugkeeren, om
dat daar gebrek aan vrouwelijke arbeids
krachten is in het gezin en op het land. Zij
zullen haar dienst zoo tijdig moeten op
zeggen, dat zy op 1 Februari naar Duitsch
land kunnen vertrekken.
Liefde schijnt intuïtie fijner te maken
en toen Jack haar aanstaarde, begreep hij
plotseling.
Snel stond hij een oogenblik op en ging
toen weer zitten, boog zich over haar heen
en kuste heur haar. Zijn stem was heesch.
„LalineO! mijn kleine lieveling
nu begrijp ik allesIk heb je meer
lief dan wat ook ter wereld".
Laline was geroerd. Dit was inderdaad
liefde de edelste liefde, die zij zich kon
voorstellen.
„O, Jack nobele vriend, die je bent!
riep ze met gebroken stem uit. „Is 't wer
kelijk waar, dat je het begrijpt en dat je
toch wilt, dat ik je vrouw word omdat
dat zelfs zóó je gelukkig zou maken
ik, ikmaar ze kon den zin niet vol
eindigen.
„Wil je mijn vrouw worden, lieveling.
Flauwtjes knikte ze en begon harstoch-
telijk te huilen. Ze martelde zich met de
vraag of zé Jack zou vertellen van den
priester en het huwelijk.
„Beste Jack nu moet je weggaan,
wil over iets nadenken
„Ik zal gaan indien het niet iets is>
dat oorzaak zou kunnen zijn, dat je van
plan verandert. Bedenk wel, lieveling, da
ik zelfs niet het geringste over dien vree-
selijken tijd' wensch te hooren. David za
voor ons een gestorven herinnering zyn
en jóuw kind zal myn kind zyn. Alles wa
ik je verzoek is: vertel me niets".
(Wordt vervolgd)-