!Blmmdaad freuiMeton ROMAN 20JIUU Inval bij commissionnair in effecten. Boekhouding in beslag genomen Het tekort bij de B. L. B. te Roswinkel. Niet minder dan 350.000 gulden! Yluchtelingenleed op Schiphol. Schiphol blijve Centraal Vliegveld TWEEDE BLAD. Tekort van f 50.000 De Amsterdamsche rechter-commissa- ris, mr. Suringar, de officier van justi tie mr. H. A. Wassenbergh, de inspec teur van politie Dijkstra, de ryks-ac- countant Stil en eenige rechercheurs hebben gistermiddag een inval gedaan by den Amsterdamschen commission nair in effecten, P. J. K. Jr. Er waren gegevens en inlichtingen by de justitie binnengekomen, waaruit zou bUjken, dat K., die behalve commis sionnair in effecten ook directeur is van de N.V. Petra Prima als directeur van deze N.V. opzettelijk wederrechtelijk zou hebben beschikt over een deel harer gelden. Er zou een tekort zijn van ongeveer vyftigduizend gulden, dat door K. zelf in zyn eigen zaak zou zijn gebruikt. Onjuiste balansen opgemaakt. Voorts is deze N.V. bezig, zooveel moge- ïyk aandeelen in het land te plaatsen. De prospecti zouden, naar het oordeel van de justitie, misleidende gegevens bevatten en de balansen zouden opzettelijk onjuist zijn. De N.V. Petra Prima houdt zich bezig met het exploiteeren van onroerende goe deren en aanverwante zaken en is gevestigd Prinsengracht 701, recht tegenover het pa leis van justitie. Papieren in beslag genomen. De justitie verscheen tegen twaalf uur in het kantoorgebouw, even later arriveerde een uitrukwagen van het hoofdbureau en nadat een uitvoerig onderzoek in de lokali teiten was ingesteld, zijn zeer vele boeken, papieren en bescheiden in beslag genomen en in de politie-auto geladen, waarna een belangrijk deel van de boekhouding naar het hoofdbureau is vervoerd. De heer K. is aan een uitvoerig verhoor onderwor pen, dat geduurd heeft tot circa drie uur. Een ryksaccountant zal een uitvoerig on derzoek instellen. Aan zichzelf geleend. De commissionnair ontkende by het ver hoor zich aan verduistering ten nadeele van de N.V. Petra Prima te hebben schuldig ge maakt. Hij beroept zich op de statuten dier N.V., waarin bepaald wordt, dat de N.V. zich ook met het uitleenen van gelden be zig houdt. Hij heeft nu de gelden aan zich zelf geleend. Het bedrag van het tekort zal waarschijn lijk aanmerkelijk hooger dan een halve ton zyn. De heer K. heeft het voor een gedeelte gebruikt voor de stichting van een cabaret te Brussel. Hij is na verhoor in politiebewa- ring gehouden en zal waarschijnlijk Zater dag a.s. voor den officier van justitie worden geleid. Ook de vereeniging voor den effectenhan del hield zich reeds eenigen tijd bezig met een onderzoek naar de gedragingen van de zen commissionnair. BEGRAFENIS SLACHTOFFERS DER „EKSTER'-RAMP. Onder zeer groote belangstelling zyn gisteimiddag op de Algemeene Begraaf plaats Crooswyk twee slachtoffers van de „Ekster"-ramp, de bestuurder C. M. Schrey en de boordwerktuigkundige K. L. H. Jadicke, ten grave gedragen. Aanwezig waren o.m. de heeren Guilonard en Martin, onderdirecteuren der K. L. M., de gezagvoerders Dill en Abspoel, vele leden van het vliegend personeel, van den tech- nischen dienst, den radiodienst en ander personeel. By de begrafenis van piloot Schrey heb ben o.m. gesproken de heer J. A. Aler namens de K. L. M. en namens de familie de heer Hoek. Bij de begrafenis van Jadicke sprak de onderdirecteur der K. L. M., de heer P. Guilonard een woord van deel neming. De kisten waren met verscheidene kran sen gedekt. Vanochtend is te Roswinkel, ge meente Emmen, bekend geworden, dat het tekort by de Boerenleenbank, veroorzaakt door frauduleuze hande lingen van den directeur K. G., niet minder dan driehonderdvyftigduizend gulden bedraagt. Dit bericht heeft algemeene ont stemming veroorzaakt by de bevol king, die nog altijd in de hoop leefde, dat het aanvankelijk op een ton ge schatte tekort zou meevallen en door de waarde van G.'s bezittingen zou worden gedekt. Deze hoop is thans geheel vervlogen. G. is inmiddels door de rechtbank te Assen failliet verklaard. H(j bevindt zich nog steeds in arrest en schijnt elke mede- deeling over hetgeen hy met de middelen der bank gedaan heeft, te weigeren. Vanmorgen is het bestuur van de bank te Roswinkel bijeengekomen, in afwach ting van nadere mededeelingen, die, naar men meent, heden van de zijde van de justitie zullen worden gedaan. Een afschuwelijk drama van vluchte- lingenleed, dat met volle scherpte laat zien, tot welke onmenschelyke taferee- len de strenge handhaving van bepalin gen aanleiding kan geven, aldus schrijft Het Volk," heeft zich hedennacht op Schiphol afgespeeld. Daar stonden drie Duitschers gereed, die krachtens de beschikking van Den Haag uit Nederland naar Duitschland teruggezonden moesten worden. Het waren vluchtelingen, wier papieren niet in orde waren. Zij zouden met het nachtvliegtuig, dat om ongeveer twaalf uur hedennacht naar Keu len moest vertrekken, op Duitschen bodem weer worden afgezet, den bodem dien zij met groote moeite waren ontvlucht. Of schoon alle drie in zeer nerveuze stemming waren, bleken slechts twee van de drie uit te wijzen vluchtelingen bereid om zonder eenig uiterlijk verzet mee te gaan. De derde was echter zoo zenuwachtig, dat hij min of meer naar het vliegtuig getrokken moest worden. Dat gaf uiteraard tot zeer onaange name scènes op het vliegveld aanleiding. De man werd door al dit gedoe zoo ze nuwachtig, dat hy zich met een mes in de borst verwondde, zoodat hy bloedend voor het vliegtuig neerzeeg. In allerijl werd de KLM-dokter ontboden, die het noodig oordeelde, dat de man eerst verbonden werd en in observatie gehouden, voordat hy den vliegtocht naar Keulen on dernam. De piloot van het viiegtuig zag de 'onmo gelijkheid in om met passagiers, die in een zoo nerveuzen toestand waren, te vliegen. Geen van de drie Duitschers is dan ook hedennacht naar Duitschland vertrokken het nachtvliegtuig naar Keulen kon later dan den bestemden tyd de reis naar Keulen aanvaarden. In afwachting van een nadere beslissing verblijven de drie vluchtelingen nu in Ne derland, totdat de autoriteiten weer over hun lot hebben beslist. Ged. Staten van Noordholland heb ben heden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal het volgende telegram gericht: „Ter uitvoering van unaniem staten besluit dringen Ged. Staten van Noord holland by de Tweede Kamer er op aan, Schiphol, Nederlands voortreffelijk ge outilleerde, algemeen gebruikte en in 't buitenland alom bekende vlieghaven, te behouden als (jentraal vliegveld". w.g. A. Röell, voorzitter; M. A. Stufkes, griffier. VRAGEN OVER PERSCONFERENTIE. Het N. S. B.-Kamerlid Van Vessem heeft aan den minister-president en de ministers van buitenlandsche zaken en binnenland- sche zaken vragen gesteld over een bericht in de „Times" volgens hetwelk dr. Coiyn in een persconferentie met vertegenwoordi gers van Nederlandsche bladen geadviseerd zou hebben de „campagne" tegen de ver volgingen van de Joden in Duitschland te staken, zulks omdat na de geuite protesten anders „represaille-maatregelen" te ver wachten zouden zyn. Het Kamerlid vraagt of deze conferentie heeft plaats gehad op 3 December d. w. z, na de uitvaardiging door den burgemees ter van Rotterdam van het verbod van den voetbalwedstrijd tegen Duitschland. De heer Van V. vraagt of het niet meer „in over eenstemming met 's lands belang en waar digheid" was geweest indien door de regee ring een aanmaning tot matiging tot de pers zou zyn gericht vóór het verbod". Hy vraagt tenslotte of de verbreking der sportbetrekkingen niet had kunnen worden voorkomen en zegt, dat ,,'s lands belang 'n openlijke afkeuring door de regeering eischt van de geste van den burgemeester van Rotterdam". WIJZIGING ONZER ECHTSCHEIDINGSWETGEVING IS NOODZAKELIJK. Lezing mr. dr. Benno J. Stokvis. Voor de vereeniging tot verruiming van echtscheidingsmogelijkheid heeft mr. dr. Benno J. Stokvis gisteravond in „Krasna- polsky" te Amsterdam voor een talryk ge hoor een lezing gehouden over het onder werp: „Waarom wijziging onzer echtschei dingswetgeving noodzakelijk is". Spreker begon met er op te wijzen, dat de hoofdbezwaren tegen echtscheiding als zoodanig, van theologischen en van staat kundigen aard zyn. In sommige landen be staat een echtscheidingsverbod. De praktijk heeft wegen gevonden om dit te ontdui ken (nietigverklaring van het huwelijk). Ook ten onzent bestond in 1820 ernstige tegenstand tegen het instituut der echt scheiding: men wilde het huwelyk als Goddelijke instelling onontbindbaar doen zyn. Ondanks tegenstand is ten slotte de echtscheiding toch in ons wetboek opgeno men echter naar spr.'s inzicht, veel te be perkt. Artikel 264 burgerlijk wetboek, kent slechts vier gronden, van welke overspel practisch de eenig bruikbare is. De gevolgen der te beperkte echtschei dingsmogelykheid zyn maatschappelijk zeer ernstig. Spr. behandelde vervolgens het instituut der scheiding van tafel en bed, welke in wezen gelijkstaat met echtschei ding, doch wettelijk het huwelyk in stand laat. Spreker noemde de scheiding van tafel en bed een onding. Voorts herinnerde hy er aan, dat het by ons geldende beperk te systeem ook het afleggen van meineeden in rechte in de hand werkt. Richtsnoer voor echtscheiding, zoo gaat spr. voort, moet zyn d« overweging, dat in feite en in wezen tusschen de echtelie den van een huwelyk geen aprake meer is. De wet dient tot verscheidene punten te worden uitgebreid. De wetgever zou ook kunnen volstaan met een algemeene for mule, waarin ter beoordeeling van den rechter objectief vaststaande mislukking van het huwelyk grond oplevert tot de ontbinding daarvan door echtscheiding. Dit systeem wordt gevolgd door den Zwit- serschen wetgever. EIND NOVEMBER 363.947 WERKLOOZEN. De directeur van den rijksdienst der werkloosheidsverzekering en arbeidsbemid deling deelt mede, dat blijkens door het Centraal Bureau voor de statistiek ver strekte voorloopige gegevens in de week van 21 tot en met 26 November 1938 by ge subsidieerde vereenigingen met werkloozen- kas 567.831 personen onder wie 74.859 land arbeiders waren aangesloten. Van de 492.972 verzekerden, buiten de landarbeiders, was het werkloosheidsper centage 23.9 (in de vorige verslagweek, 7 tot en met 12 Nov., was dit percentage 23.2). In de overeenkomstige verslagweek van November was het werkloosheidspercentage voor verzekerden (zonder landarbeiders) in de laatste jaren als volgt: 1932: 29.1, 1933: 26.2, 1934: 28.9, 1935: 32.6, 1936: 30.8, 1937: 26.5, 1938: 23.9. Op 26 November waren bij de organen der openbare arbeidsbemiddeling inge schreven 363.947 werkzoekenden, waar van er 347.150 werkloos waren (n.1. 331.975 mannen en 15.175 vrouwen). Van de geheel werklooze verzekerden ont vingen er in de verslagweek 21.384 üitkee- ring uit hun werkloozenkas. Blykens voorloopige opgave van den directeur-generaal voor de werkverschaffing en steunverleening bedroeg op 26 Nov. het aantal tewerkgestelde werkloozen 61.475 en het aantal gesteunde werkloozen 139.513, te zamen 200.988 verzorgden. (Hieronder be vindt zich een aantal verzekerden, wier steun bestaat uit een aanvulling van de uit- keering uit hun werkloozenkas). Voorts zyn een aantal werkloozen in cul- tureele zorg (cursussen en kampen). Hun aantal bedroeg in September 13.174. Het groote verschil tusschen het aantal ingeschreven werkloozen en het aantal per sonen door verzekering, steun en werkver schaffing geholpen, wordt mede hierdoor verklaard, dat onder het aantal verzorgden (dit zyn in hoofdzaak kostwinners van ge zinnen) de werklooze gezinsleden niet wor den medegeteld; deze zyn echter wel als werkzoekenden by een arbeidsbeurs inge schreven. VAN CAUWELAERT SPRAK OP EEN VERGADERING. ,,'s Lands belang". Op vragen van den heer de Ryke (n.s.b.) naar aanleiding van het sprekén van den Belgischen minister van staat dr. F. van Cauwelaert op een vergadering te Haarlem, waarin o.m. een protest-resolutie werd aan genomen tegen de schending der christelijke rechten van het volk in Duitschland en waarin het Italiaansche fascisme werd aan gevallen en of een zoodanig „optreden tegen buitenlandsche mogendheden in 's lands be lang voorkomen had moeten worden'', heeft de heer Goseling, minister van justitie, het volgende geantwoord: Een protest-resolutie is in de vergadering, vóórdat de rede werd uitgesproken, aan de orde gesteld en aangenomen. Mede daardoor is de bijeenkomst, waartoe gelijk achter af is gebleken ook de pers was uitgenoo- digd, in de politieke sfeer getrokken, terwijl ook het karakter van besloten bijeenkomst niet is gehandhaafd. Dat de politie bemoeiing achterwege heeft gelaten, vond zyn oorzaak in het feit, dat enkele omstandigheden haar niet van te voren bekend waren. De minister heeft naar aanleiding van het voorgevallene nadere aanwijzingen gegeven. HERDENKING VAN DEN GROOTEN TREK. Op een byeenkomst, die uitging van de Haagsche afdeeling van de Nederlandsch Zuid-Afrikaansche vereeniging, het Alge meen Nederlandsch Verbond en de vereen. „Onze Vloot" hebben de Zuid-Afrikaansche gezant, dr. H. D. van Broekhuizen en prof. df- C. M van der Heever, hoogleeraa'r te Jo- han.nes.burg, ter herdenking van het eeuw feest van den Grooten Trek en van Dingaans- dag het woord gevoerd. De minister van O., K. en W. Slotemaker de Bruine woonde de .bijeenkomst by. Prof. van den Heever sprak een rede uit, waarin hij de beteekenis van den Grooten Trek schetste. De Groote Trek is ontstaan uit een geest naar zelfstandigheid en uit de grieven tegen Engelsche maatregelen. De bewoners van de kaapkolonie, een kleine 30.000 man, wensch- ten niet te berusten in het Engelsche regime. Retief heeft het in zyn manifest zoo duidelijk gezegd: de onweerstaanbare drang naar vry- heid was de aanleiding tot den Grooten Trek. Als gevolg van den Grooten Trek zyn de twee boerenrepublieken gesticht. Helaas werd de Afrikaansche taal nog niet onmiddellijk erkend. Eerst in 1875 ontstond er een bewe ging om het Afrikaansch als schrijftaal te erkennen. Ware deze strijd niet geslaagd, dan zou Zuid-Afrika geheel verengelscht zijn. Het was een geweldige taak, die de voor trekkers hebben volbracht en daarom wordt dit feest zoo geestdriftig in Zuid-Afrika her dacht. Spreker is overtuigd, dat de tegenwoordige jeugd in Zuid-Afrika onmiddellyk bereid zou zyn een tweeden grooten trek te onder- nerpen. In Europa heerscht een sombere stemming en ook in Zuid-Afrika ziet men den toestand ernstig in. Wat ons echter staande houdt, zoo besloot spreker, is de ,Uit het Engelsch fdoor W. A. C. 51) Jack en mevrouw Greening keken elkaar aan, niet wetende wat te doen, en liepen Laline naar de zitkamer achterna. Maar toen ze daar waren aangekomen, vonden ze de deur naar Laline's kamer op slot en zy konden Celestine's liefkoo- zende stem hooren. „Ik geloof, dat we het best doen, haar alleen te laten", zei Jack op verdrietigen toon. „Het zien van dien man was oor zaak, dat ze zich weer al de afschuwelyk- heid van het bomvrije onderkomen herin nerde". „Celestine weet hoe met haar om te gaan; je hebt gelijk, Jack. Ik ga dadelijk mee en we doen het beste ons diner ge woon te vervolgen". Zy gingen dus weer naar beneden, maar beiden waren zoo bezorgd, dat hun ge sprek niet meer dan een schynvertooning was. Dat haar nicht zich nog interesseerde voor dien akeligen majoor, daarvan was ze nu wel overtuigd! Waar was haar trots gebleven? Zóó te handelen tegenover iemand die, zoo gauw het hem maar mo gelijk was, haar in den steek had gelaten! Hij had haar daar beneden onder den grond zeker dezelfde onverschilligheid be toond, die hy op de boot vaar haar aan den dag had gelegd! Ze besloot eens een ernstig onderhoud met haar nicht te heb ben. Zoo'n scène mocht niet herhaald wor den. En boven, in haar kamer, lag Laline met haar hoofd tegen Celestine's boezem te snikken. HOOFDSTUK XXVIII. „Stil nu maar, stil nu maar! Mijn kind je, mijn liefje", zei Celestine, erg in de war. „Wat is er toch gebeurd? Vertel, 't Celi dan toch!" „Ik dacht dat ik majoor Lamont in den tuin zag maar hy was het niet', snikte Laline. Celestine was verontwaardigd. Zoo'n ellendeling, die haar meesteres zóó deed lijden! Laline trilde en keek haar kamenier maar steeds aan. De angst, die in de diepte van haar blik verborgen lag, was zoo veel zeggend, dat Celestine's hart er bijna door stilstond. Spoedig wist haar vlugge Fransche ver stand troostredenen voor haar te vinden en tenslotte legde ze haar te bed en gaf haar een slaapmiddel en binnen een uur sliep Laline. Toen vouwde Celestine haar kleeren op peinsde ernstig. Ze had haar besluit genomen. Een week zou ze wachten en dan handelen. Inmid dels moest er voor gezorgd worden, dat haar aangebeden meesteres besefte, hoe goed kapitein Lumley toch was en de waarde begreep van zyn bescherming. Laline had haar alles verteld. De pries ter was dood, er was geen trouwring en de bruidegom was met de noorderzon ver trokken wie kon er dan bewijzen, dat er een huwelyk was voltrokken? Niemand, En zelfs, al zou de majoor gedwongen kun nen worden om terug te keeren, dan zou dit klaarblijkelijk tegen zyn wil zyn, aan gezien hy er met een andere dame van door was gegaan hoe alleronaange naamst en vernederend zou dat voor haar troetelkind zyn! En als hy eens weigerde? Wat een schandaal wat een toestand! En dit gaf den doorslag naar het andere het goede plan. Neen. Er was maar één weg, die uit al de moeiiykheden zou voeren en dat was een spoedig huwelyk met „le capitaine". Na tot dit besluit te zyn gekomen, sliep Celestine in ze was practisch. Wederom was Laline's ontwaken als een nachtmerrie. Ze zei te ziek te zyn om op te staan, maar Celestine bepraatte haar, om zich eens door haar heel mooi te laten ma ken en dan aan kapitein Lumley toe te staan, haar in haar zitkamer ce komen be zoeken. Ze wist, dat mevrouw Greening van plan was vandaag met vrienden naar Fontainebleau te gaan. Ze achtte het ver standiger haar plan nog niet aan haar meesteres bloot te leggen. Eerst moest ze maar eens met Jack alleen zyn en hem toonen, dat ze zyn mooie rozen, die hy zooeven had gezonden, op prijs stelde. Toen dus de tante omstreeks twaalf uur goed en wel vertrokken was, werd Jack getelefoneerd en toen hy binnenkwam, trof hy een lelieblank meisje aan met goudblond haar, gehuld in een sneeuwwit crêpe de chine négligé; ze droeg een bont van hermelijn en zyn rozen stonden in een groote vaas naast haar. Celestine had tot in alle details er voor gezorgd van het geheel een mooi tafereel tje te maken Laline zelf was versuft en onverschillig. Elk verlangen om te leven was voor haar verdwenen en niets kon haar meer schelen. En wat zou David wel gezegd hebben van het groote nieuws, dat nu zoo ver schrikkelijk was? Ze herinnerde zich, dat zy gedurende een van hun teedere fluistergesprekken over die blijde hoop hadden gesproken. O! wat was alles toch vreeselyk. Jack's vriendelyk en rustig gelaat werd bleek toen hy de kamer binnenkwam en naar haar keek iets aandoenlijk hope loos lag er in de uitdrukking van haar ge laat, zelfs niettegenstaande ze flauwtjes glimlachte toen hy haar hand nam en die kuste. Met zachte stem bedankte ze hem voor de bloemen. „Je bent zoo vriendelyk en goed, Jack", uIm! ZerT" -en het contrast van zyn e" David's onmenschelyke daad deed de tranen in haar oogen komen. Jack was diep geroerd. ie'fcaeh?1!?? 7 lievelinS wat heb hriïfï' J6 maar toestond je lief te hebben en altyd voor je te zorgen. Lievc- wen nogmaals- wil je niet met me trou wen en me laten trachten je weer geluk kig te maken?» geiuK T «lil !ra"en,vloeiden nu langzaam langs Laline s bleeke wangen en ze verborg haar gezicht in haar handen. 6 „Jack, er is ietsikkan niet WlNGS American CigareUes Ook voor U/ Hoe eerder, hoe béter/ *5 ds christelijke beschaving, de eenige waarborg voor de vrijheid. Dr. van Broekhuizen spreekt. De Zuid-Afrikaansche gezant begon met hulde te brengen aan de Nederlandsche regeering en in hec bijzonder aan den mi nister van onderwijs voor de totstandkoming van de cultureele commissie van advies. Hij sprak waardeerende woorden tot prof. van den Heever, die in Johannesburg zooveel ge daan heeft in het belang van de Afrikaan sche taal. Nederland en Zuid-Afrika hooren by elkaar, er bestaat een band tusschen bei de landen, hetgeen blijkt uit de viering van dit feest, hier en in Zuid-Afrika. Na herin nerd te hebben aan den stryd om de vryheid van de Zuid-Afrikaansche boeren, wees hy ten slotte nog op de groote toeneming van het Afrikaansch, dat nu door byna anderhalf millioen menschen wordt gesproken. De toe komst van het Afrikaansche volk is zeker, want zyn kern is gezond. VRAGEN OVER UITGAVE VAN RIJKSUITGEVERIJ. Het Tweede Kamerlid Wendelaar (lib.) heeft aan den minister van bin- nenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het juist, dat de Rijksuitgeverij een portret naar een opname van Godfried de Groot in een lyst van Slavonisch eikenhout en voorzien van glas verkrijgbaar stelt, waardoor een dergelijke, met groote kosten en een niet onbeteekenend risico ondernomen particuliere uitgave naar een schilderij van Willy Sluiter in gevaar gebracht wordt? 2. Wordt het in de eerste vraag bedoelde portret gedrukt ter landsdrukkerij en wordt het ter landsdrukkery voor deze uitgave gedrukte prospectus als dienststuk verzon den? 3.Draagt het Rijk een altyd mogelijk na- deelig saldo van deze uitgave? 4. Meent de minister dat de vervaardiging van dit portret "en van het daarvoor rondge zonden prospectus behooren tot het Rijks- drukwerk, dat uit zyn aard ter landsdruk kery vervaardigd behoort te worden? 5. Zoo neen, meent de minister dan, dat het vervaardigen van reproducties van wn portret en van een prospectus voor de uitgave daarvan behooren tot het werk, dat de lands drukkerij -„ter opvuiling" noodig heeft haar voor het drukken van regeeringsstul- ken en van de Handelingen der Staten-Gene raal noodzakelijke machines economisch te kunnen exploiteeren? 6. Indien ook deze vraag ontkennend be antwoord wordt, is de minister dan bereid om deze uitgave, welke in dat geval in stryd zou zyn met de aan de Kamer medegedeelde inzichten van den minister, te verbieden? DE MEESTE DUITSCHE DIENSTBODEN BLIJVEN. 3000 uiterlijk I Februari naar Duitschland terug. De geruchten dat de Duitsche regeering besloten zou hebben alle Duitsche dienst boden het betreft hier ongeveer 25.000 die in Nederland in betrekking zyn, de eerstvolgende maanden terug te roepen, zyn onjuist, aldus het Hbld. Uit nadere informaties in regeerings- kringen blijkt, dat het slechts geldt 3000 Duitsche dienstboden, in hoofdzaak die welke in Joodsche gezinnen dienen, die naar Duitschland moeten terugkeeren, om dat daar gebrek aan vrouwelijke arbeids krachten is in het gezin en op het land. Zij zullen haar dienst zoo tijdig moeten op zeggen, dat zy op 1 Februari naar Duitsch land kunnen vertrekken. Liefde schijnt intuïtie fijner te maken en toen Jack haar aanstaarde, begreep hij plotseling. Snel stond hij een oogenblik op en ging toen weer zitten, boog zich over haar heen en kuste heur haar. Zijn stem was heesch. „LalineO! mijn kleine lieveling nu begrijp ik allesIk heb je meer lief dan wat ook ter wereld". Laline was geroerd. Dit was inderdaad liefde de edelste liefde, die zij zich kon voorstellen. „O, Jack nobele vriend, die je bent! riep ze met gebroken stem uit. „Is 't wer kelijk waar, dat je het begrijpt en dat je toch wilt, dat ik je vrouw word omdat dat zelfs zóó je gelukkig zou maken ik, ikmaar ze kon den zin niet vol eindigen. „Wil je mijn vrouw worden, lieveling. Flauwtjes knikte ze en begon harstoch- telijk te huilen. Ze martelde zich met de vraag of zé Jack zou vertellen van den priester en het huwelijk. „Beste Jack nu moet je weggaan, wil over iets nadenken „Ik zal gaan indien het niet iets is> dat oorzaak zou kunnen zijn, dat je van plan verandert. Bedenk wel, lieveling, da ik zelfs niet het geringste over dien vree- selijken tijd' wensch te hooren. David za voor ons een gestorven herinnering zyn en jóuw kind zal myn kind zyn. Alles wa ik je verzoek is: vertel me niets". (Wordt vervolgd)-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 6