gemeenteraad van alkmaar.
notitie-boekje.
Na 1939 geen motorraces meer.
De subsidie van Kindervoeding wordt
f 3400 op f 4000 gebracht.
van
Zonder incidenten verloopen.
H. J. BRUSSE:
UIT M IJ N
HERINNERING VAN EEN
OORLOGSCORRESPONDENT.
DERDE BLAD.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 31 DECEMBER 1938.
Het belang van de stad is, dat men dit
bezint en een bouw toelaat, die de vesti
ging in randgemeenten overbodig maakt.
Vestiging en woningbouw zyn belangrijker
dan het grondbedrijf. Spr. oordeelde voorts,
dat de schoonheidscommissie niet let op de
plaats en omgeving waar gebouwd wordt.
Ook de verbeterde afwatering van de
Overdie- en Achtermeer werd door spr.
aangesneden, die 't teleurstellend vond, dat
de zaak maar zoo gelaten was. Spr. ontvangt
van menschen, die zich in Alkmaar willen
vestigen, brieven, waarin staat: „Niet in het
vochtige gedeelte". Voor een raadslid is dit
om uit je vel te springen, want Alkmaar
behoeft geen vochtig gedeelte .e hebben, als
de rioleering goed is. „Westerlicht" wil den
voortuin in eigen beheer nemen. Spr. oor
deelt dit te aanvaarden.
Het Neo Malthusianisme gaat in tegen de
ordening Gods en is daarom in zijn wezen
te veroordeeien. De overheid zal als God's
dienares moeten ingrijpen.
Ten aanzien de „De Protestant" in de
Openbare Leeszaal betoogde spr. dat onze
Reformatoren ook geen blad voor hun mond
hebben genomen, a!s zij zich richten tegen
dingen, die gaan tegen de ordinantiën
God's.
De heer Ma"- sloot zich aan bij het
woord van waarueering van mr. de Groot
aan het adres van wijlen den heer Govers.
Waardeering heeft spr. voor wethouder
van Slingerland, al zag hij liever dat deze
geen wethouder van financiën was, omdat
hij als vrijgestelde moet trachten zooveel
centen als mogelijk is voor de georgani-
seerden te krijgen.
Spr. ist voor de motorraces, omdat zij baten
brengen, al oordeelde hij, dat het niet op
den weg van de V.V.V. ligt deze te organi-
seeren.
Spr. wil de V.V.V. ook zonder de races
1000 subsidie geven en bepalen, dat de
V.V.V. geen motorraces meer organiseert.
Het postkantoor kan met kleine kosten
verbeterd worden. De toegangsweg moet al
thans verbeterd.
Een warm woord sprak spr. voor steun
aan behoeftige tuinders. M.H. bevredigt
hem in deze materie niet, handelt zelfs in
strijd met raadsbesluiten. De crisisomstan
digheden hebben de tuinders, hoewel zij
nacht en dag werken, in een toestand ge
bracht, slechter dan die van vele werkloo
zen.
Schrijnen is de nood onder de tuinders.
Deze menschen lijden in stilte en als ze
komen, dan is er wel zeer hooge nood en
dient M.H. hen niet met formeele argumen
ten af te wijzen. Iemand, die nacht en dag
werkt, zwoegt en zweet, kan zijn hand niet
ophouden, die moet men een recht verschaf
fen. Men schroomt niet om tuindersgezinnen
van 17 cent tot f 4 steun per week krachtens
den tuinderssteun te verstrekken. Spr. hoop
te voor hen op herstel van de oude regeling.
Ook de verdeeling van de gelden van de
groentendistributie stagneert. De gemeente
moet er buiten blijven. Draag het beschik
bare geld aan de organisaties over, dan dra
gen zij de verantwoordelijkheid voor de ver
deeling.
Ook brak spr. een lans voor de f 300 ten
behoeve van de Burgerwacht, die bij de Ron
de van Alkmaar zulke goede dienst heeft
bewezen, evenals by de luchtbescherming.
Gemeentewerken, Grondbedrijf, Sport
park en Plantsoenen moeten onder han
den genomen worden, daarop kunnen dui
zenden worden bespaard.
Beantwoording door het college.
Wethouder B o n s e m a constateerde, dat
er meer lof dan critiek was gezwaaid. Spr.
wees den heer v. d. V a 11 er op, dat er van
de vereeniging op sociaal hygiënisch gebied
nimmer wenschen zijn geuit tot een fede
ratieve samenwerking.
Het college heeft daartegen echter geen
bezwaar, al verwacht het daarvan weinig
financieel voordeel. De practijk heeft ge-
eischt, dat eerst het radiodistributiebedrijf
moest worden afgeschreven, voor men met
verlaging kwam. Reeds eerder deed de min
derheid van het college het voorstel, het
tarief met 50 cent te verlagen. Het vorig
laar werd daartoe besloten, doch de mi
nister wilde niet verder gaan dan een ver
laging met 25 cent, onder beding, dat het
met mogelijk was, verdere concessies te
doen en dat voor 1939 opnieuw onder de
oogen moest worden gezien, of de verlaging
kon worden gehandhaafd. De minister heeft
daarin nu weer toegestemd, maar voor I
1940 moet het weer opnieuw worden aan- 1 worden-
gevraagd.
Spr. verzocht één plaats in ons land te
noemen, waar het tarief lager is. Een ver
wijt is hier misplaatst. Wij hebben de goed
keuring van den minister noodig. Een ver
laging van 9000 slaat bovendien een gat
m de begrooting, dat niet gevuld kan
worden.
Met nadruk ontkende het college, dat
de kermis in actualiteit daalt door de
stijging van de pachtprijzen. Het tegen
overgestelde is waar. De groote combina
tie van vermakelijkheden drukt en be
paalt waar de inrichtingen heengaan. De
slechte resultaten van 't vorig jaar vonden
hun oorzaak in de Amsterdamsche feesten
en de Zaandamsche kermis. Persoonlijk
oordeelde spr. echter 9 kermisdagen te
veel. Er kunnen er een paar af, doch een
Zondag moet er bij zijn. De slechte ver
lichting bij de Friesche brug zal bekeken
worden.
Maatregelen zijn in onderzoek om de
4000.verlies op de Kaasmarkt mede
door anderen te laten dragen.
Spr. ontkende tegenover mr. Leesberg
dat bij de bedrijven vacatures niet werden
vervuld omdat de aanvangsloonen te hoog
zijn. Op gezag en in samenwerking met de
regeering en met medewerking van den
raad zijn de thans geldende regelingen
vastgesteld en spr. wees af, verder te gaan
dan de minister eischt. Instelling van een
loongroep die lager ligt wenscht spr. niet.
Voor onze loonregeling is de maatstaf ge
nomen van plaatsen waar men geen kin
dertoeslag heeft. Voor plaatsen met
kindertoeslag is de loonregeling lager en
daarom wees spr. kindertoeslag af.
De speling is uit de begrooting gehaald.
Spr. stemde dit toe, maar dit geschiedde
overeenkomstig de wenschen van den
raad.
Het stemde spr. tot voldoening, dat
sinds de overname van de gasbedrijven in
buitengemeenten, de afname sterk is toe
genomên, ook door afschaffing van de
meterhuur.
De heer Grondsma: gefeliciteerd.
Wethouder Bon se ma was voorts
overtuigd, dat de geraamde cijfers uit de
bedrijven wel verwacht kunnen worden.
Met den heer Stoutjesdijk zeide spr.:
geen oliestookinrichtingen. Verder gaat
spr. echter niet. De politie heeft een
stookinrichting gewenscht, die geen bedie
ning vordert en gas is daarom gekozen en
na twee jaar wilde spr. nog niet tot een
andere bron overgaan. Spr. wilde het nog
een paar jaar bekijken.
Tot den heer Raat zeide spr. dat hij niet
mag vergeten dat het college den midden
stand voor de levering van de comforen
reeds heeft ingeschakeld. Leveranties zul
len er blijven, die men niet in Alkmaar
kan bestellen. De heer Raat kan in de
marktcommissié zijn denkbeelden over de
Zaterdagavondmarkt kenbaar mcken.
Spr. is overtuigd, dat Alkmaar zijn aan
trekkingskracht aan de markten ontleent
en daarom wilde hij de markten, die Alk
maar heeft, behouden.
Het vraagstuk van de motorraces.
Spr. oordeelde, dat de raad te maken
heeft met het verzoek, dat ter tafel ligt
om motorraces te houden. Persoonlijk
bewonderd spr. ook deze races niet. An
deren oordeelen er echter anders over en
volgens deskundigen is de Alkmaarsche
baan de mooiste en beste baan in Europa.
Niemand kan de zekerheid geven, dat het
niet elders gebeurt, als wij ze niet toestaan.
De K.N.M.V. oordeelt de baan goed en
draagt de verantwoordelijkheid. Spr. achtte
meeningsverschil aanvaardbaar Volgens hem
is het niet geheel sport, doch ook is het niet
heelemaal geen sport. Door het niet houden
van motorraces verhoogt men het nadeelig
saldo van het Sportpark, dat reeds 4000 na
deel geeft. De races hebben de laatste drie
jaar 11.000 opgebracht. Ook brengen de
races voordeelen voor velen in de stad. Alk
maar moet het mogelijke doen centraal punt
te blijven. Spr. achtte het niet gewettigd
vrijwillig afstand te doen van de motorraces
Onjuist is het, dat V.V.V. op last van het ge
meentebestuur de races moet houden. Toen
er risico aan de wedstrijden kwam, werd be
sloten 500 extra subsidie aan de V.V.V. toe
te kennen, als ze twee races organiseerde.
Over een subsidie van 1000 kan gesproken
worden, maar de V.V.V. krijgt de laatste
jaren f 3000 met inbegrip van de 500 van
de races, n.L 1000 subsidie, 900 van de
beklimming van den toren en vrij wonen.
Tegenover de f 600, die de leden aan contri
butie opbrengen, is dit een gemeentelijke
bijdrage van 300 Spr. gaf toe, dat de rij-
wielstalling bij het Sportpark bekeken moet
Ten aanzien van zijn persoon ten opzichte
van het conflict in zijn party, betoogde hij,
dat men niet de democratie van woorden,
maar van daden moet belijden en met na
druk ontkende spr., dat hij democratisch de
maat heeft gekregen. Dat de kiezers er
mede te maken hebben, ontkende spr., die
krijgen er straks mede te maken. De heer
v. d. Vall kondigde spr. politieke begrafenis
aan, doch zoover is het niet en spr. veron
derstelde, dat de belangen van de S.D.A.P.
ook een rol spelen bij den hem gegeven raad
om heen te gaan.
Weth. vanSlingerland constateer
de, dat de critiek zich culmineerde in jde
beste wenschen voor het college in 1939.
(Gelach.)
Goed deed spr. het woord van lof voor de
ambtenaren van M.H., die een zeer zware
taak vervullen.
Ten aanzien van de ondernomen werken
betwijfelde spr. of procentsgewijze Alkmaar
bij Rotterdam achterstaat. Regeerkracht oor
deelde ook spr. noodig. Wij zijn onze verant
woordelijkheid, aldus spr., zwaar bewust en
wij trachtten de moeilijkheden met enthou
siasme het hoofd te bieden. Ondanks de
groote financieele moeilijkheden trachtten
wij met ambitie, ijver en toewijding de be
langen van de stad te dienen. Het voorstel
om gelden van het kapitaal van G.W. te
nemen, is in de financiëele commissie naar
voren gebracht. B. en W. maken dus geen
onelegant gebaar tegenover den raad. Spr.
citeerde het rapport van G.W. en betoogde,
dat het kapitaal 33697 in liquide middelen
hooger is dan noodig is voor de financiering
en daarom is het verklaarbaar, dat B. en W.
dit wenschen.
Wethouder van Slingerland nog
aan het woord.
50 personen, aldus wethouder van
Slingerland, zijn uit de steunregeling
gezet en ten laste van M. H. gekomen en
dit is een belangrijke tegenvaller voor de
gemeente.
In tegenstelling met den heer v. d. Vall
is spr. bevredigd over de scheiding van de
Arbeidsbeurs en Maatschappelijk Hulp
betoon. De centrales hebben de bestuurs
regeling goedgevonden. He+ gaat volgens
de verordening, a! gevoelde ook spr. de
door den heer v. d. Vall genoemde be
zwaren. De aanstelling ven een gemeente
lijke verificateur was destijds een voorstel
van B. en W. De raad stemde af en voor
het college is het nu moeilijk, als het
niet weet in welke richting de raad wil.
Bij een centrale boekhouding verwacht
spr. dubbel werk.
De heer S i e t s m a had slechts een
onderzoek gewenscht.
Weth. v. Slinger landt had van
iemand, waar een centrale boekhouding
is ingevoerd, den raad gekregen zich wel
te wachten die in te voeren. Alleen op
grond van financieele overwegingen wees
het college subsidie voor de burger
wacht af Werkloozensteun is voor 99
reeds rijkszaak voor werkloozen die ge
steund worden en wij kunnen er niets
aan veranderen, dat de gemeente voor de
afgevoerden heeft te zorgen.
Het was spr. bekend, dat er vroeger
aanhangers van de n. s. b. bij let M. H.
zijn aangesteld, maar zij hebben er mede
gebroken met die partij en spr. was niet
bekend, dat anderen gepasseerd zijn.
Spr. was ook voor speelplaatsen, maar
om financieele redenen kunnen daarvoor
geen terreinen worden ingericht. Spr.
wist thans, dat voorzien was in de noodige
ruimte en sanitair bij de werkverschaf
fing. Wij beleven het nu dat de menschen
er weinig gebruik van maken. Dit geldt
voor het Geestmerambacht. De huidige
inspecteur is een man die krachtig mee
werkt, doch in de Wieringermeer moet
het wel eenigszins anders zijn door de
terreingrootte en de inspecteur heeft
maatregelen toegezegd om te bereiken,
dat er ook een losse \londer komt in de
verplaatsbare schuilplaatsen. Het betoog
van den heer Hoijtink had spr. met be
langstelling gevolgd, omdat het een betoog
in grooten stijl was, doch het daarin ge
noemde krijgt men niet zoo één, twee, drie
voor elkaar. De uitgaven moeten blijven
binnen het strikt noodzakelijke. Spr. heeft
den indruk dat de directeuren daarvan
allen nog niet overtuigd zijn. Het woon
wagenkamp en de bewoners zijn voor de
stad wel goedkoop. Met de beste bedoe
lingen is het een trekpleister geworden en
het zijn ook menschen. Spr. gevoelde ook
voor gezinsverpleging van wezen. De
r.-k. hebben daarvoor voldoende kanalen
om ze een goed tehuis te verschaffen, maar
spr. heeft voor den anderen kant niet de
zekerheid dat er eens een weesje genomen
wordt om er iets aan te verdienen. Indi-
vidueele gevallen kan men beter op den
dienst of met den wethouder bespreken.
Met de huidige interpretatie moet spr. het
er mede eens zijn, dat iemand die voor zijn
werk niet valide is, niet in den steun be
hoort. De betrokkene komt, doordat zijn
dokter hem wel solide oordeelt v eer in
den steun.
Het stichten van een gebouw voor de
Arbeidsbeurs en M. H. vond spr. thans nog
niet verantwoord. Contact met de diensten
in de buitengemeenten wordt onderhou
den. Spr. kan geen datum noemen over
den verkoop van het terrein door den
heer Stoutjesdijk gevraagd.
De motie-Woldendorp om de subsidie
voor Kindervoeding op 4000 te brengen
en met 600 te verhoogen, moet het col
lege afwijzen, omdat men er niet aan kan
beginnen. Spr. wees op kinderkleeding, de
burgerwacht, de leeszaal en andere nuttige
vereenigingen, doch er is geen geld. Wie
hier ook zou zitten, ook hij zou deze be
grooting met kunstmiddelen sluitend heb
ben moeten maken. De heer van Drunen
was er naast toen hij insinueerde dat B. en
W tegenvallers bewaren tot na de ver
kiezingen. Als spr. op de verkiezingen
werkte, dan zou hij voor verhoogingen
pleiten van subsidie, doch spr. doet dit
niet omdat hij hier zit voor het algemeen
belang en spr. tart den heer van Drunen
dat te bewijzen of anders zijn woorden, die
ook beleedigend waren voor den burge
meester, terug te nemen. Spr. gevoelde
thans meer voor het instellen van een
centrale kas en gaf dit nader aan. Dat spr.
rouleering heeft toegezegd van kantoor
bedienden bi' de steunregeling ontkende
hij. Spr. heeft daartegen geen bezwaar
gemaakt, wanneer daardoor de dienst
niet geschaad wordt cl. niet iedere kan
toorbediende kan het werk daar doen. Het
door den heer v. Drunen besproken geval
van den uit den steun gezetten man, die n
winkeltje had, vond sp.. geen zaak voor
den Raad. Spr. zag niet iets onbehoorlijks
en in ieder geval moet men dit rustig ~e
kijken. De moeilijkste diensten zijn die van
M". H. en sociale zaken. Tal van bezwaren
worden gemaakt en er vallen dus wel
eens woorden. De ambtenaren moeten hun
opgelegde taak vervullen. Spr. noemde een
geval waarin iemand niet was komen
stempelen omdat zijn kat was doodgegaan
en waarom was aangenomen dat hij dien
avond had gewerkt. Over de groente
distributie wachten B. en W. nog steeds
een antwoord. De organisaties behooren
eerst te antwoorden. Van noodlijdendheid
verwachtte spr. niets, omdat men dan alles
moet vragen.
Ten aanzien van het verwijt van den
heer Mak, dat B. en W. voor den tuinders-
steun in strijd met een raadsbesluit van
1932 hadden gehandeld, wijst spr. af omdat
sindsdien er een raadsbesluit van 1935 is.
Spr. wil de tuinders wel een gang naar het
M. H. besparen, maar M. H. moet mede de
hoegrootheid van den steun bepalen.
Wethouder Klaver wijst op uit te
voeren werken.
Weth. Klaver deelde mede, dat bij het
college en het werkfonds aanhangig zijn
werken tot een bedrag van 2% millioen.
Spr. noemde den bouw van het gymnasium,
de Groote Kerk, de weg ten Oosten van
Alkmaar, de vervanging van de Friesche-
brug door een andere, de vernieuwing van
de Willemsbrug, de vernieuwing van de
Turfmarktbrug, het brandvrije archief, de
uitvoering van het rioleeringsplan en het
tunnelplan. Spr. oordeelde, dat dit van
gjroot vertrouwen in de toekomst van
Alkmaar door het college getuigde. Van
het plan-Westhof behoeft Alkmaar niets te
verwachten. Evenmin behoeft men groote
verwachtingen te koesteren van de vestiging
van industrieën. Alkmaar is voor alles een
woon- en koopstad. Met kracht treedt het
college op zonder aanzien des persoons cn
van slappe behandeling van de bedrijfs
directeuren is geen sprake. Het postkantoor
is rijkszaak en ten dien aanzien staan wij
vermoedelijk niet in een goed blaadje. Ten
aanzien van ouden van dagen wil de een
een tehuis en de ander woningen. Spr. komt
het voor, dat er, gezien het groot aantal
woningen dat leeg staat, er zeker goedkoop
een woning is te verkrijgen. Voor spr. is
het dan ook de vraag of de gemeente hier
een taak heeft. Dank bracht spr. aan den
heer Sietsma.
Spr. oordeelde, dat de opmerkingen van
de liberale fractie over het mechanisch uit
voeren van werk in de Overdie en Achter-
meer, beïnvloed waren door den heer
Appel. Spr. betoogde dat de heer Appel
verschillende grootheden gelyk stelt. Bij
„Nooit Gedacht" ging het over het gebruik
van een graafmachine, dat hadden wij niet
verwacht en de heer Appel wil hier een
uitspraak, dat bij geen enkel werk mechani
sche uitvoering kan worden toegelaten en
zoover gaan wy niet.
Mr. de Groot: Maar in het le bestek is
er geen sprake van het gebruik van mecha
nische kracht.
Weth. Klaver: In het 2e zy'n uitsluitend
genoemd motoren voor het optrekken van
kipkarren. Spr. achtte uitschakeling van
iedere mechanische kracht bij een dergelijk
werk niet mogelijk en wees op een bronbe
maling en zandaanvoer.
De heer Appel: Het gold dit werk.
Weth. Klaver: Het werk is op de vrije
markt en wij hebben uitsluitend gedacht
aan uitschakeling van de graafmachine.
Ook thans, zoo vervolgde spr., is by con
centratie van bedrijven, verhooging van uit
gaven te verwachten. Bij pensioneering van
directeuren kan concentratie wel voordee
len brengen en het college wil dit dan be
kijken, maar moeilijk zal het zijn iemand te
vinden die van alles verstand heeft.
De centrale rioleering oordeelde spr. een
vraagstuk op zich zelf.
Wij hebben thans bijna overal terrein 0,50
boven A. P.
In de oude stad hebben wy een verschil
in hoogtelegging van verschillende deelen.
Centrale rioleering is hier zeer moeilijk. De
rioleering zal tonnen kosten en een gewel
dige last in de stad brengen, maar het heeft
onze aandacht, doch zonder het Werkfonds
kan het niet worden uitgevoerd. De toestand
van straten en wegen is het college bekend.
Slechts de slechtste kunnen onderhanden
worden genomen.
Ten aanzien van de begraafplaats wees
spr. op het verdeelde inzicht in den raad.
Spr. is echter bereid de zaak opnieuw aan
de orde te stellen, als de raad daarvoor den
wensch uitspreekt.
Aan de commissie zal het college advies
vragen over het rendabel maken van den
muziektuin. Het bestek van het gymnasium
komt einde dezer maand gereed. Steun van
Den Haag is uitgesloten, wanneer arbeiders
woningen met steun van de gemeente
moeten worden gebouwd.
Het Hof van Sonoy is bekeken als ge
bouw voor centraal bureau voor de be
drijven, maar het is daarvoor ongeschikt
gebleken. De heer Hoytink stelde zich wel
op een te gemakkelijk standpunt door van
alles voor te schrijven, terwijl hy nooit
wethouder zal worden. Het is erg gemak
kelijk alles maar aan het college over te
dragen.
De cijfers voor de bedrijven moet men
vergelijken by die van vorige jaren, dan
ziet men dat er geweldig is ingegrepen,
vooral by plantsoenen en bij gemeente
werken.
Wanneer wij de klachten over straten en
pleinen hooren, dan zal men begrijpen, dat
het college gevoelt, dat wy zoo niet verder
kunnen. Het vaste personeel is er nu een
maal bij beide diensten en daaraan is niets
te veranderen.
Spr. verzocht den heer Hoytink steun om
in Alkmaar tot stand te brengen wat men in
Leeuwarden bereikte, doch hij heeft voor
Alkmaar niet zoo'n groote verwachting.
Spr. gaf een resumé van de onderhande
lingen met den heer Hartog over het stukje
grond aan den Nieuwpoortslaan.
Na 29 October kwam de heer Timmer
man, doch op 15 October waren met den
heer Hartog reeds onderhandelingen ge
opend.
Hoewel de heer Timmerman een hooger
bod deed, heeft toch het bedrijf aan den
eerste gegadigde de voorkeur gegeven en
de raad deed het eveneens.De aanstelling
van een aankomend teekenaar, zoon van
een aannemer te Heerhugowaard volgde
daarom daarop.
Zoowel de heer Woldendorp, als v. d.
Een merkwaardig verschijnsel in den oor
logstijd, evengoed in ons land, was, dat de
aandacht van de menschen als het ware van
de wyde ruimten hunner voormalige belang
stelling scheen samengetrokken tot de oer-
instincten: om te zoeken naar eten en drin
ken, naar dekking en kleeding, naar de ver
snaperingen, die er nog door list en voor geld
te vinden waren, naar de voldoening van
zinneprikkels en naar veiligheid vooral. En
al wat daar aan geestelijke waarden buiten
viel, had geen koers meer. Zelfs de deernis
voor 't leed van anderen was afgestompt,
omdat de vloedgolven van ellende te over
weldigend waren, om al dat afgrijselijks van
dag en nacht, maanden, jaren achtereen te
kunnen meevoelen.
Ik herinner my, dat Prof. Casimir voor deze
ontreddering een woord had verzonnen. Hy
noemde het: „bewustzijnsverenging". In mijn
onnoozelheid vroeg ik mij af of „benepen
heid" niet eenvoudiger, simpeler Hollandsch,
maar stellig minder „wysbegerig" het zelfde
uitdrukte
Maar op mijn zwerftochten als oorlogs
correspondent had ik overigens wel andere
bekommernissen dan over de taal van zede-
kundige verhandelingen.
Met dit al: was dat dan mogelijk bewust
zijnsverenging, waardoor ik kort na 't uit
breken van den wereldoorlog in 't arme
Belgenland, toen het rouwfloers van een
valen schemer gespreid lag over de murw-
getrapte akkers, geen oprechte ontroering
en enkel maar een weeë vermoeidheid in
mijzelf waar kon nemen bij telkens weer de
versch gedolven graven van nutteloos ge
offerde vaders en zonen, met hier en daar
een door een makker haastig overeind gezet
te plank in 't mulle zand, waarop de krijt-
nainen, 't nog bevend geschrapte kruis, al
weer onleesbaar waren uitgeregend?
Bewustzijns-verenging, 't begrip dier
nuchter bedachte woordkoppeling dat ik
in een auto rijdende tusschen niets dan puin
van in elkaar geschoten huizekens, door de
roerloos doode ruïnes van nog enkele weken
geleden zoo zonnig levende dorpen, mij
dwong om dan toch aan mijn eigen thuis te
denken, aan 't armzalig terugkomen van die
gevluchte gezinnen, als zij hier niets, niets
meer eigens zouden vinden dat ik mij
verstandelijk rekenschap gaf van zóó veel
zieligheid, en mijzelf verwenschte nu ik daar
enkel maar beroepsmatig overwoog, dat
hoopen steen en gruis toch eigenlijk heel on
schilderachtige, onwelsprekende dingen wa
ren, om beeldend van te schrijven
courant?
En wat dan, daar voor 't eerst na al die
dagen van machteloos rondgaan door zóó
veel onzegbaar menschenleed, voor 't éérst
dat krampen in de keel, dat warme gevoel
van tranen naar de oogen, waarachtige tra
nen van weemoed, van innige deernis
om de granaatwonden in 't steenen lichaam
van de Mechelsche St. Romboutskathedraal;
om 't versche puin daar aan den voet van
dien vier eeuwen ouden toren; om de tot
donkere gaten geschoten kerkvensters, waar
nog een enkele scherf glas robijnrood in
hing na te gloeien?
Toen sloeg 't bloed mij heet naar den kop.
Toen moest ik 't verontwaardigd zeggen, in
woede onredelijk, tegen die twee Duitsche
opper-officieren, wier uitdagende koppen
boven de uniformen, wier hard gestap met
hun gespoorde zware oorlogslaarzen over de
zerken, vloekten door de weerlooze stemming
van onteerde vroomheid, van geschonden
schoonheid onder de galmende gewelven.
Onredelijk, en zélfs heel onvoorzichtig.
Maar uit de hoogte goedig glimlachend
hoorden zij mij aan, goedertieren in hun
macht van overweldiger en susten even
ironisch mijn onnoozele drift.
Toen stapten zij triomfantelijk weer in
hun leger-auto, die als een torpedo suizelend
verschoot "door den zonondergansgloed.
God weet, naar de vuurlinie, en liggen er
hun lichamen, hun destinctieven en kruisen
nu ook door de zaailanden heen geploegd?
Valsche schilderijen.
Knoeier met dingen van kunst is óók een
vak, zooals u weet. Antiquiteiten, schilde
rijen zijn hiervoor almee de geliefdste
waren. Zoo hoorde ik onlangs van zoo'n
loos handelaartje, dat leelijk in den val was
geloopen. Hij had een gesjochten kunst
schilder ik zou haast vragen: welke kunst
schilders zijn niet gesjochten, in onzen ge-
zegenden tijd? maar enfin, hij had dan
van de armoede van een nog wel begaafden
jongere geprofiteerd, om hem op te dragen
een bestaand oud schilderijtje van nul en
geener waarde te laten bijwerken in den
trant van Gerard Dou. Het was een
mansportret geworden bij kaarslicht met
zoo'n voor dezen ouden meester kenmerken
de fluweelen barret met een veertje erop.
En van allerhande meer was daar aan ge
foezeld om 't „echt" te maken.
De gelukkige kooper voor acht honderd
gulden kreeg na een poosje argwaan. Hij be
gon er met terpentijn aan te wrijven, cn in
een oogwenk ging de typische Gerard Dou-
barretfoetsie, maar bovendien ver
scheen er onder den mannekop: het oude
wijfje, dat oorspronkelijk op het paneeltje
nog wel stuntelig gepenseeld had gestaan.
In zijn woede over het bedrog heeft toen
de gedupeerde eigenaar, die nogal een man
netjesputter is, het argelooze kunstkooper-
tje uitgenoodigd toch nóg eens een praatje
te komen maken over de nieuwe aanwinst.
Maar zoodra hy binnen was, ging de deur
van de kamer op slot, en volgde in snel
recht een ongenadige kastijding met den
wandelstok. Wat per slot als risieo van
het ambacht dan maar op de woekerwinsten
moet overschieten.
De deskundige in den kunsthandel vertel
de mij er nog twee gevallen bij:
Het eene gold de namaak naar een nog
levenden, bekenden schilder. De kooper van
dit schilderijtje twijfelde ook. Maar hy
zond het aan den voorgegeven maker en
kreeg het weerom met een briefje, dat 't zoo
valsch als schuim was. Als overtuigingsstuk
stuurde de bedrogen meneer dit briefje
door naar den handelaar. Deze maakte den
koop ongedaan. Eenigen tijd later zag mijn
zegsman dezelfde vervalsching terug, met
aan den achterkant uit het bewuste briefje
de handteekening van den protesteerenden
schilder geknipt, ten bewijze van.... de
echtheid.
In het andere geval had een van onze
voornaamste experts een certificaat afgege
ven voor een schilderij, dat het een copy
was naar een met name genoemden zeven
tiende eeuwschen meester. Dit getuig
schrift werd er achter geplakt, maar over
de woorden „copy naar" was een flinke lik
lak gevallen. En zoo gewaarmerkt op naam
van den vermaarden meester door niemand
minder dan den erkenden kunstgeleerde,
kwam het stuk plechtig in de veiling. Nu
hangt het breeduit ergens in een museum.
(Nadruk verboden.)