LUCHTVAART EN DE JEUGD.
Ruwe
schrale huid
PUROLS
hensbroek
uitgeest
schagerbrug
Voor kleine tuinen.
Pluimveeteelt.
VIERDE BLAD.
van handen en gelaat,
ichrale lippen, gesprongen
handen genezen snel met
Doei 30-60 cl. ll| Apoth. «n Droglittn
MUNHARDTMHi
Wie denkt met deze Siberische kou nu aan
zwemmen, doch wanneer men 't in 1939 nog
klaar wil hebben, moet er aan de voorbe
reiding hard gewerkt worden.
De voorzitter deelde nog eens mede, wat
er tot dusver is gedaan, waarvan we al eens
eerder verslag hebben gedaan. Daarna werd
een ontwerp-overeenkomst, bevattende 17
artikelen voorgelezen.
In deze overeenkomst werden de rechten
van de gemeente en Witte Kruis, alsmede
de verplichtingen van de op te richten
vereeniging vastgesteld.
Het wachten is ook nog op den inspec
teur van de Volksgezondheid, die een onder
zoek zal instellen naar 't water. Bovendien
zijn er nog meerdere zaken te regelen.
In één artikel van deze overeenkomst
komt 't woordje „kan" voor, waarover een
zeer breedvoerige discussie ontstaat tus-
schen den burgemeester en den voorzitter.
De burgemeester wilde namens het dag.
bestuur in overweging geven dit woordje te
veranderen in zal Beide heeren verdedig
den hun standpunt. Het slot was, dat de
commissie van 4 met B. en W. vooraf nog
een onderhoud zullen hebben om te trach
ten tot een compromis te Komen.
Daarna was er behandeling van een con
cept-reglement en tarieven. De naam zal
zijn „Vereeniging Wieringerwaarder Natuur-
zwembad".
Men moet zeker zijn, dat het geld, zijnde
900, waarvan de gemeente maximaal 300
bijdraagt door aandeelen en leden bij een
komt.
De gemeentenaren moeten dus zorgen
voor 600.
Eerder gaat er geen spade in den grond.
Enkelen geven te kennen, dat dit nog niet
zal meevallen. De bedoeling is om leden te
werven en dan 2 klassen, n.1. van 1.50 en
2.50 en verder door plaatsing van aan
deelen a 10. De heer Jb. Kaan is in deze
zeer optimistisch. Hij zou erg teleurgesteld
zijn, wanneer dit in een dorp als Wieringer-
waard niet tot stand kon komen. Waar zou
dan de mentaliteit (wijze van denken en
voelen) der ingezetenen blijven.
Ten slotte werd besloten om een propa-
ganda-commissie samen te stellen, waarin
ook enkele dames zitting kunnen nemen.
Tuindersbond.
Uitgaande van den Nedtrlandschen
Tuindersbond is Woensdag een algemeene
openbare vergadering in café Mantel ge
houden.
De heer K. Aai uit Obdam, voorzitter,
zeide, dat het de bedoeling is om hier te
trachten een afdeeling op te richten.
Daarna sprak de heer van Kampen,
voorzitter van den N. T. B.
Deze hoopte, dat Hensbroek zich zal
aansluiten bij den N. T. B. om gezamenlijk
de belangen van de tuinbouwers te behar
tigen. Er is al voor gevochten, maar we zijn
nog lang niet waar we moeten zijn. Het
wordt nog slechter, zeide spr. We moeten
schouder aan schouder staan om ons weer
een menschwaardig bestaan te geven. Spr.
wees er in dit verband op hoe de arbeiders
georganiseerd zijn. Niet dat het voor de
arbeiders ideaal is, maar de organisatie is
veel beter dan die der tuinders. Er zullen
heel wat arbeiders zijn die het financieel
beter hebben dan de tuinders. Spr. is over
tuigd dat dit in hoofdzaak komt door de
organisatie. De arbeiders hebben op elk
gebied veel bereikt.
Na een gloedvolle rede eindigde spr. met
den wensch dat alle Nederlandsche tuin
ders eindelijk eens overtuigd zullen gera
ken van het nut van organiseeren.
Van de gelegenheid tot vragen stellen
werd een dankbaar gebruik gemaakt.
De heer Aai dankte spr. voor zijn mooie
rede, waarna werd overgegaan tot het op
richten van een afdeeling.
Dit had succes, daar direct 8 leden toe
traden. Door huisbezoek zal getracht wor
den meer leden te krijgen. Een voorloopig
bestuur werd aangewezen, dat het verdere
werk ter hand zal nemen.
Hardrijden op de schaats.
De ijsvreugde is alle dagen in vollen
gang. De door de ijsclub gemaakte baan
op het Binnenmeer is zeer goed en er
wordt met zeer veel genoegen gereden,
terwijl des avonds bij de verlichting nog
velen zich opmaken om een baantje te
maken.
Donderdagmiddag had de eerste wed
strijd op initiatief van de ijsckb plaats.
Er werd hardgereden voor leden, in den
leeftijd van 18 jaar of ouder, 13 personen
hadden zich hiervoor opgegeven, we mo
gen haast wel zeggen, ondanks het on
gunstige weer de hevige sneeuwval
werkte hierin zeker niet mee nog be
hoorlijk. Hardgereden zou er worden over
een lengte van 100 meter.
Het eerste startschot werd onder groote
belangstelling door den burgemeester
gelost.
De uitslag van den wedstrijd luidt als
volgt:
le prijs R. Zaadnoordijk 10; 2e prijs
M. Doeve 7.50; 3e prijs J. Vonk 5;
4e prijs J. Groen 2.50, 5e prijs B. Postma.
/I.
Met een toepasselijk woord werden de
prijzen aan de winnaars uitgereikt.
Vrijdagmiddag zal er wederom een wed
strijd gehouden worden. Ditmaal een hin
dernis-wedstrijd en uitsluitend voor werk-
loozen, terwijl de prijzen zullen bestaan
uit levensmiddelen. Waar een hindernis
wedstrijd op de ijsbaan altijd iets is waar
bij zeer gelachen kan worden, zal er ook
dan weer zeer veel belangstelling zijn.
Uitslag van de op Vrijdag j.1. te Scha-
gerbrug gehouden hardrijderij op schaatsen,
georganiseerd door de ijsclub „De Een
dracht" aldaar: Jongens van 7-^10 jaar: le
pr. S. Renooij, 2e pr. H. Hartsuiker, 3e pr. S.
Kruit. Meisjes van 710 jaar: le pr. A. Hop
man, 2e pr. T. Brugman, 3e pr. A. van Loe-
nen.
WAT IS DE KERSTBOOM EIGENLIJK?
Nu we overal in den lande Kerstboom-
markten zien, en haast huis aan huis achter
de vensters een boompje zien pronken,
kunnen we ons nauwelijks voorstellen dat
vroeger het Kerstfeest gevierd werd zon
der boom. En toch is het gebruik er van
hier slechts enkele tientallen jaren bekend,
overgewaaid uit Duitschland, waar reeds
veel eerder de „Tannenbaum" het middel
punt bij de Kerstmisviering vormde.
Het woord „Tannenbaum" waarmee de
Duitschers hun Kerstboom betitelen, is
voor ons misleidend, want we zouden er
immers onwillekeurig uit opmaken dat de
Kerstboom een den is, terwijl we hier toch
met een spar te doen hebben. Het begrip,
den of spar is voor vele liefhebbers eenigs-
zins duister, en inderdaad is het moeilijk
te omschrijven. Voor ons land mag men
echter wel aannemen, dat een naaldboom
met plat uitgespreide takken en korte naal
den, die aan weerszijden of rondom de
takken zijn geplaatst, een spar is, terwijl
een boom met lange naalden, die in paren
of in vijftallen ingeplant zijn, tot de den
nen gerekend moet worden. Door de com
missie van de Ned. Plantennamen werd
vastgesteld dat de beide geslachten van
kegelvormige naaldboomen, Picea en Abies,
spar genoemd zouden worden, terwijl het
andere geslacht, Pinus, den zal heeten.
Het eigenaardige is dat dennen door het
publiek nooit sparren genoemd worden,
doch wel omgekeerd heeft men het over
een zilveren, een douglasden, waar spar
ren bedoeld worden.
In Duitschland wordt de grove den
„Kiefer" of „Föhre" genoemd en de ge
wone spar „Fichte" of „Tanne". In Enge
land heet de grove den „Pine" en de ge
wone spar .Spruce" terwijl als verzamel
naam het woord „Fir" gebruikt wordt dat
alles omvat, zoowel den als zilverspar. Op
dezelfde manier spreken wij van een den
nenbosch, waarmee wij ook een bosch van
naaldboomen bedoelen, dat zoowel dennen,
sparren als coniferen kan bevatten.
We zijn het er nu wel over eens dat de
den bij het Kerstfeest geen rol speelt, zelfs
het z.g. dennegroen dat voor de versiering
van ons huis gebruikt wordt, is van de
spar afkomstig.
Wanneer wij dus onze Kerstspar optui
gen, versiert de Duitscher zijn „Tanne"
en de Engelschman zijn „Spruce" of popu
lair gesproken zijn „Christmas tree".
A.' C. MULLER—IDZERDA.
Vragen, deze rubriek betreffende, kunnen
door onze abonné's worden gezonden aan
Dr. te Heneppe, Heemraadsingel III te'Rot
terdam. Postzegel voor antwoord insluiten
en blad vermelden.
Ernstige herfst- en winterziekten
van pluimvee.
In herfst en winter,- wanneer er van onze
kippen het meest geëischt wordt, zijn ze ook
het meest blootgesteld aan een paar ziekten
die enorme schade kunnen veroorzaken. Ik
bedoel de snot en de diphtherie, twee ziekten
die veel op elkaar kunnen gelijken in som
mige gevallen, maar die toch sterk verschil
lend zijn in oorzaak, behandeling en gevolg.
De snot kan een gevol zijn van gewone ver
koudheid of van een of meer smetstoffen die
op gevoelige kippen vat krijgen. Zekerheid
omtrent de smetstof der echte snot is er nog
niet, wel heeft men een influenza-achtige
bacil gevonden die snotverschijnselen ver
oorzaken kan, maar de echte, besmettelijke
snot ziet men er niet door ontstaan. Het beste
is dan ook aan te nemen, dat er verschillen
de oorzaken voor snot bestaan, verschil
lende bacteriën die kunnen samenwerken,
maar die alleen een ernstige ziekte kunnen
veroorzaken als de dieren vatbaar zijn.
Snot begint meestal met niezen en be
moeilijkte ademhaling, die men 's avonds
het beste kan opmerken als de dieren rustig
op de zitstokken zitten. Spoedig scheidt
zich een helder vocht af uit de neusgaten
en ook wel in de oogen, waar zich dan soms
wat schuim verzamelt. De slijmvliezen
van den neus en de oogen zwellen op en
worden rooder dan normaal. Betreft het
nu een licht geval dan kan in dit stadium
genezing optreden. Doordat de dieren hun
natte neusgaten en tranende oogen afve
gen aan de veeren van den hals en de
schouders worden deze spoedig vuil en bij
witte kippen ziet men dan ook op deze
plaats een vuilen rand op de veeren ont
staan.
Heel vaak raken bij kippen (ook kalkoe
nen en eenden) de openingen die de neus
holte met de openingen in de beenderen
van den kop verbinden door de zwelling
van het slijmvlies verstopt. Bij kippen be
vinden zich n.1. net als bij zoogdieren in de
schedelbeenderen luchtgaten die bekleed
zijn met slijmvlies dat weer in verband
staat met het slijmvlies van neus, oog en
keelholte.
Bij de zoogdieren liggen deze holten ge
heel in de beenderen besloten, bij kippen
liggen ze gedeeltelijk besloten tussohen de
beenderen van den schedel en de huid.
Vooral onder de oogen liggen zeer groote
holten. Als zich daar nu vocht verzamelt
dat er niet meer langs den natuurlijken af-
voerweg uit kan dan zwelt de huid op en
trouwens de geheele kop. Onder de oogen
ontstaan groote knikkers, bij kalkoenen en
eenden soms zoo «groot als een kastanje. De
oogen worden daardoor op zij gedrukt en
als het lang duurt kunnen de oogen geheel
veretteren en verloren gaan.
Het vocht dat in den beginne dun, wate
rig is wordt spoedig dikker, taaier en troe
bel, de neusgaten kleven dicht en de die
ren zitten met open snavel naar adem te
happen. Soms ontstaan ook in de keel ont-
Generaal b. d. C. J. Snijders schrijft ons:
Er gebeuren in de tegenwoordige wereld
wonderen, zonder dat wij ons de moeite
geven om ons er over te verbazen. Wij zijn
door een snelle opvolging van opzien
barende feiten al zóó afgestompt, dat wij
alles „gewoon" vinden. Als gij tien jaren
geleden iemand hadt gezegd, dat de K. L. M.
heden ten dage in 5)4 dag van Amsterdam
naar Batavia zou vliegen, zoudt ge zijn uit
gelachen. En als gij er hadt bijgevoegd, dat
binnen afzienbaren tijd na heden da duur
dezer reis tot 2% etmaal zou worden terug
gebracht, waart ge onverwijld naar een
herstellingsoord voor overspannen geesten
vervoerd.
Maar wij vinden het tegenwoordig dood
natuurlijk, dat de K. L. M. en de K. N. I.
L. M. ons binnen acht dagen van Londen
over Amsterdam en Batavia brengen naar
Sydney, waar ongeveer onze tegenvoeters
wonen.
Het Focke-Wulf-vliegtuig Condor vloog
op 14 Augustus 1938 van New-York naar
Berlijn in 19 uur en 55 minuten, nadat het
den llden van tevoren de reis in omgekeerde
richting in iets méér dan één etmaal had
verricht. „Wel, wei, dat is vlug", zeggen wij
nuchter.
Maar Oceaanvluchten zijn eigenlijk te
genwoordig niets bijzonders meer. Lucht-
verkeersdiensten zijn over den Stillen
Oceaan en over den Zuid-Atlantischen
Oceaan reeds sedert lang in geregeld bedrijf;
die over den Noord-Atlantic zijn in wording.
De K. L. M. heett de iuchtverbinding
NederlandNed. West-Indië in studie.
Oceaan-vliegbooten voor 100 passagiers
worden gebouwd. Niets bijzonders meerl
Maar is het dan niet wonderbaarlijk, dat
de vier grootste staatslieden van Europa
elkaar vandaag even opbellen en afspreken
samen te komen ter bespreking van de ge
wichtigste internationale vraagstukken; dat
zij overmorgen per vliegtuig uit de vier
hoeken van Europa zich ergens vereenigen,
beraadslagen en den volgenden dag weder
naar hunne hoofdsteden terugvliegen om
aan hunne regeeringen verslag uit te bren
gen? Met eên dergelijke conferentie zouden
vroeger ettelijke weken gemoeid zijn ge
weest en zou inmiddels de vrede misschien
onherstelbaar verstoord zijn geworden.
In een recente publicatie las ik, dat de
hevige storm, welke de laatste dagen over
West-Europa had gewoed, in het Europee-
sche luchtnet der K. L. M. geen storingen
had teweeggebracht, alhoewel de windkracht
zoo sterk was, dat de scheepvaartverbindin
gen tusschen Engeland en het vasteland
eenigen tijd stilgelegd waren.
Een Nederlandsch zakenman reist per
eigen vliegtuig naar Zuid-Afrika en naar
Nederlandsch-Indië. Op laatstbedoelde reis,
halverwege ergens in Brltsch-Indië, vindt hij
aanleiding om naar huis terug te keeren.
Drie dagen later zit hü weder op zijn
kantoor.
Het Koolhoven-vliegtuig FK 58 ontwik
kelde bij de beproeving een uursnelheid van
504 K.M., dat is zoowat van Maastricht naar
Groningen en terugin één uur, als 't U
belieft!
De reserve-luitenant Leegstra bracht op
3 September 1938 het Nederlandsche hoog
terecord op 11353 M. Een aardige hoogte
zou ik zeggen. Maar ik hoor opmerken, dat
de Britsche vlieger-luitenant Adam op 80
Juni 1937 reeds 16440 M. haalde. Niets bij
zonders!
Ik deed slechts een willekeurigen greep
uit onnoemlijk vele merkwaardige feiten,
doch wil in 't voorbijgaan even er op
wijzen, dat daaronder Nederlandsche namen
en daden een goed figuur maken. Nu kan
men dit alles heel kalm en nuchter opnemen,
maar ieder zal toch moeten erkennen, dat
de luchtvaart een ontzaglijke rol speelt en
een merkwaardige ontwikkeling heeft ver
kregen. Zij gaat daarin nog gestadig verder.
Over de geheele wereld strekt zich een net
van luchtveikeerslijnen uit; dat zich voort
durend uitbreidt en verdicht.
De K. N. I. L. M. opende haar luchtver-
keersdiensteri op 1 November 1928 op lucht
lijnen ter gezamenlijke lengte van 500 K.M.;
heden hebben de lijnen onzer Indische lucht-
verkeersmaalschappij een gezamenlijke
lengte van 13925 K.M.
Zoo gaat het allerwege. Het vervoer en
de verkeersdichtheid in de lucht nemen
hand over hand toe. De K. N. I. L. M. vloog
in 1936 totaal 1.100.000 K.M.; in 1938 zal
deze totale afstand vermoedelijk 2.150.000
K.M. bedragen.
In 1937 vervoerde de K. L. M. op hare
binnenlandsche en Europeesche lijnen van,
naar en over Amsterdam 64.497 luchtpassa-
giers. In 1938 zal dit aantal aanzienlijk
grooter zijn; er waren dit jaar dagen van
600 en meer, ja, zelfs eenmaal van 1076 pas
sagiers.
Op de Amsterdam—Batavia-lijn der
K. L. M. bedroeg het aantal passagiers in
1936 heen en terug 1017; in 1937 was het
1336.
Het luchtverkeer is een omvangrijk en
gewichtig onderdeel van het wereldver-
keersstelsel geworden. Vooral voor snelver-
voer van passagiers en post is het onmis
baar. Zoowel het zaken wezen als de be-
stuurs- en regeeringspractijk zijn er geheel
op ingesteld. Voor het maatschappelijk en
familieleven is het een factor van het
hoogste belang. Het is bovendien te voor
zien, dat zijn beteekenis in de toekomst nog
belangrijk zal toenemen, omdat er nog
grootere mogelijkheden tot ontwikkeling,
uitbreiding en verbetering bestaan, zoowel
op technisch als op organisatorisch gebied.
Maar niet alleen in het algemeen verkeer
speelt de luchtvaart een geweldige rol. Ook
in verschillende andere richtingen is dit het
geval. Niet het mints voor militaire doel
einden. De militaire luchtvloten zijn heden
de machtigste wapens der groote staten;
haar optreden zal in de oorlogen der toe
komst ingrijpend, wellicht zelfs beslissend
zijn. Hoe ernstig wij het ook moeten betreu
ren, dat eene zoo schitterende vinding als
het vliegwezen aan oorlogsdoeleinden woxdt
dienstbaar gemaakt, anderzijds kan niet
worden ontkend, dat de technische ontwik
keling van het militaire vliegwezen in
hooge mate tot die van de burger-luchtvaart
heeft bijgedragen.
Voor terreinopname en karteenng door
fotografie uit de lucht is de luchtvaart een
onschatbaar hulpmiddel geworden. Zoo
bracht b.v. de K.N I.L.M. tal van groote ge
bieden uit de lucht in kaart o.a. een opper
vlakte van bijna 10.0C0 H.A. van onbekende
gedeelten van Ned. Nieuw-Guinea, een ar
beid, welke bij verkenning en opname op
den 'grond buitensporige kosten en een on-
berekenbaren tijd zou hebben gevorderd.
De luchtvaart zal zoodoende in de toekomst
krachtig kunnen bijdragen tot de openleg
ging en ontginning van onbekende streken,
ten bate van verwinnende beschaving en
cultuur.
Ten slotte wijs ik nog op de groote waarde
en beteekenis van de luchtvaart als tok van
sport. Als zoodanig verdienen zoowel da
motor- als de zuieefvltensport alle aandacht
en waardeering, omdat zij niet slechts een
interessante en hoogst aantrekkelijke in
spanning voor lichaam en geest bieden,
doch tevens kunnen strekken tot ontwikke
ling en strekking van waardevolle karakter
eigenschappen.
Het vluchtige beeld, dat ik hiervoren van
de huidige ontwikkeling en toekomstige
vooruitzichten der luchtvaart heb geschetst,
moge in staat zijn de overtuiging te vesti
gen, dat zg een wereldbelang en een onme
telijke stuwkracht in het wereldgebeuren
beduidt, van welke groote dingen te voor
zien zijn en die een onberekenbaren invloed
zal uitoefenen op de verdere verbreiding en
ontplooing van beschaving en welvaart. Zij
biedt een vruchtbaar arbeidsveld en een
dankbaar levensdoel aan duizenden en tien
duizenden. Zij opent, aan wie in haar gelooft
en voor haar werken wil, een toekomst van
nuttigen arbeid, geestelijken en stoffelijken
vooruitgang, en de innerlijke voldoening
van tot het geluk en de verheffing der
menscheid bij te dragen.
Maar om dit ideaal te verwezenlijken zijn
vurige belangstelling en geestdriftige mede
werking noodig. Die hopen wij te vinden bij
de JEUGD en JONGELINGSCHAP! Daar
over in een volgende bijdrage.
Het jonge geslacht is niet afgestompt in
ingewortelde begrippen en verouderde op
vattingen. Het beschouwt nieuwe wegen en
mogelijkheden met onbevangen blik. Het
wil vooruit en grijpt naar nieuwe kansen.
Het moge in zijn streven en methoden som
tijds dwalenbezadigde leiding wijze
de jongeren op de lessen der ervaring. Maar
ZIJ brengen de geestdrift, den drang naar
daden, de onbaatzuchtige offervaardigheid
aan, welke noodig zijn om buiten de
platgetreden paden de wereld langs nieu
we banen te leiden en vooruit te brengen.
Wij willen geen kinderen bloot stellen
aan gewaagde experimenten. Maar wij
zouden wenschen, dat ouders en opvoeders
de aan hunne zorgen toevertrouwde jeusd
wilden doordringen van den waren lucht
vaartgeest, hun kennis en belangstelling
wilden bijbrengen in deze richting en hen
voorbereiden op latere practische deelne
ming. En wij achten het onzen plicht, de
oudere jeugd en jongelingschap van beider
lei kunne op te roepen tot beoefening van
de heerlijke luchtvaartsport en zoodra zij
hiertoe geschikt zijn tot daadwerkelijke
deelneming in het luchtvaartwezen, hetzij
als vlieger of vliegster particulier of
ambtelijk h-.izg in de ta'rgke veelszins
belangrijke neven-functiën en -diensten.
Voor de helaas nog vele werkkoze jongeren
openen zich hier gunstige vooruitzichten.
De wegen voor de Jeugdluchtvaartbewe-
ging zijn in Nederland gebaand; men be
hoeft ze slechts te volgen.
Voor de jongsten is het bouwen van mo
del-vliegtuigen een nuttige en onderhou
dende bezigheid. Zij verkrijgen hierbij
reeds eenig denkbeeld omtrent de hoofd-
deelen van een vliegtuig en hunne wer
king. De deelneming aan tentoonsteUtoT
en wedstrijden van vliegtuig-modellen
de belangstelling kunnen prikkelen en
aanmoediging strekken. Daarnaast is h
lezen van goede Jeugdluchtvaartboeken
het veelvuldig bezoeken der luchthavens
en vliegvelden onder deskundige ieid;n*
bgzonder geschikt om de jeugd ee
elementaire luchtvaartkennis bij te brem?86
en belangstelling te wekken. Hoogst nutt*
is ook het hierin vanwege de K. L. M '8
eenige scholen gegeven onderricht.
De Koninklijke Nederlandsche Veree
ging voor Luchtvaart te 's-Gravenha"'"
heeft zich deze jeugdluchtvaartbewecin!
aangetrokken door binnen der kring dez
vereeniging een Jeugdluchtvaartorganisaftl
te stichten, welke o.a. eene Centrale Jeuod
commissie bevat, welke op haar beurt
der een Commissie voor Modelvlieat
bouw heeft gevormd.
Van deze zijden mag deugdelijke voor
lichting, leiding en medewerking worden
verwacht.
Hiernaast, en federatief by de vorige
aangesloten, bestaat ook een Katholieke
Jeugdluchtvaartorganisatie te 's-Hertogen-
bosch en de Jeugdluchtvaartorganisatie van
den Nederlandschen Arbeiderssporthond te
Amsterdam.
Voor de oudere jeugd en jongelingschap
komt het zweefvliegen aan de orde
Het wordt in Nederland met succes be
oefend, zoo vestigde o.a. de zweefvlieger j"
K. Hoekstra een duurrecord van 24 uur
en 3 minuten. De zweefvliegers zyn georga
niseerd in een aantal zweefviiegclubs, wel
ke meerendeels zijn aaneenges'oten in den
Bond van Nederlandsche Zweefviiegclubs
te Haarlem.
Het zweefvliegen is niet alleen op zich
zelf een mooie en opwekkende sport met
betrekkeiyk geringe gevarenkans, het is
bovendien een voortreffelijke voorschool
tot de latere vorming van motorvliegers,
vooral omdat het zweefvliegen, behalve
door het aankweeken van kennis aangaan
de atmosferische toestanden en verschijn
selen, van groote waarde is voor de ont
wikkeling van karaktereigenschappen, wel
ke ja, voor ieder mensch. doch in het bij
zonder voor den motorvlieger van hooge
beteekenis zyn, als: durf, zelfvertrouwen,
besluitvaardigheid en tegenwoordigheid
van geest.
Zoodra de vereischte leefty'd is bereikt,
kan de jongeman of jongedochter het
motorvliegen gaan beoefenen. De opleiding
tot sportvlieger, particulier-zakenvlieger,
verkeersvlieger of militair vlieger behoort
feitelijk het einddoel van elke luchtvaart-
vorming te zyn. De Nationale Luchtvaart-
school, de Kweekschool voor de Zeevaart
en de Militaire Luchtvaartdiensten der
Land- en der Zeemacht bieden hiertoe de
gelegenheid.
Nederland en Nederlandsch-Indie heb
ben groote behoefte aan geoefende vliegers.
Er is allerwege een belangrgk tekort De
militaire luchtvloten zyn begonnen zich,
in het kader onzer herbewapening, belang-
ryk pit *te breiden, doch nog' verre van
compleet. Het openbaar luchtverkeer is
alom groeiende. De liefhebbery voor de
sportvlieger^ neemt toe, evenals het doen
van zakenreizen met eigen vliegtuig.
Voor al deze doeleinden moet de vlieger
opleiding krachtig worden opgevoerd. In
het bUzonder wil ik wüzen op de behoef
ten onzer landsverdediging, hier te lande
en in onze Overzeesche Gewesten. Niet al
leen dat de nieuwe oorlogsorganisatie on
zer luchtvloten zoo snel mogeiyk moet
worden aangevuld, er zal bovendien reeds
dadeiyk bg het uitbreken van een oorlog
dringende behoefte bestaan aan een groote
reserve van geoefend vliegend personeel,
ter aanvulling van de terstond intredende,
geweldige verliezen.
Hierin tracht het Luchtverdedigingsfonds,
stichting der Vereeniging voor Nationale
Veiligheid, te voorzien, en wel in samen
werking met de Stichting A. H. G. Fokker
fonds. Zg stellen zich ten doel, door gelde-
lgken steun te verleenen aan hen, die hun
ne vliegeropleiding niet of niet geheel kun
nen bekostigen, de vorming eener reserve
ten dienste onzer militaire luchtvloten te
bevorderen.
De Nederlandsche luchtvaart heeft in
het wereldluchtverkeer een vooraanstaande
plaats en geëerden naam verworven. Onze
militaire vliegdiensten staan in degelgkheid
en geoefendheid bij geen envelen buiten-
landschen achter. Maar dit eervolle stand
punt kan op den duur niet gehandhaafd
blijven, tenzg het Nederlandsche Volk
worde „een luchtvaardig volk!". Een volk,
doordrongen van echten luchtvaartzin, toe-
gewgd aan luchtvaart en vliegsport, het
reizen door de lucht als een normale wyze
van verplaatsing beschouwende. Een volk,
in hetwelk alle eigenschappen leven, wel
ke den waren vlieger kenmerken en uit
welks volheid en gereedheid alles kan
worden geput, wat de oorlogsdienst aan
vliegend personeel zal eischen, opdat onze
nationale veiligheid gewaarborgd zy.
Om dit alles te bereiken, moet de hef
boom worden aangezet b(j de jeugd! Ik
herhaal: de wegen zgn gebaand. Dat men
ze gebruike!
Generaal b. d. C. J. SNIJDERS.
stekingen en geelachtige beslagen, die ook
in de luchtpgp gevormd kunnen worden.
In een dergelgk stadium zitten de die
ren suf in een hoekje, zijn erg ziek en eten
niet meer. Ze vermageren snel en sterven
spoedig. Soms treedt er nog longontsteking
en luchtzakontsteking bg op.
Zelfs bg een lichte snot houdt al gauw
de leg op en daarin zit voor een deel de
groote schade van de ziekte. Is men er vlug
bg dan kunnen de kippen wel genezen wor
den, maar eer men ze weer aan den leg
heeft kan er heel wat tijd verloopen. De
behandeling van snot is als volgt: Men
meet haar beschouwen als een besmette
lijke ziekte, dus als het kan moeten de
dieren die de eerste verschijnselen vertoo-
nen apart gezet worden. Door goede voe
ding, goede ventilatie en droge hokken kan
men dan de anderen soms nog gezond hou-
de. Het drinkwater kan men ontsmetten
met zwavelzure preparaten die o.a. onder
den naam van sulfoliquid of virusol in den
handel zgn. Deze houden het drinkwater
frisch en dooden smetstof van een bepaald
soort. In het drinkwater geeft men I a 2
pCt. van deze vloeistoffen.
De zieke dieren kan :n kopbaden ge
ven van dezelfde vloeistoffen, 4 pCt. in dat
geval in lauw water. Men dompelt den kop
omgekeerd even onder de vloeistof en
drukt daarbg de neusgaten leeg. Daarna
trekt de vloeistof in de neusgaten en ont
smet de slgmvliezen van binnen. Als de
onderoogholten reeds gevuld zgn met een
ingedroogde, kaasachtige massa dan moeten
ze van buiten af voorzichtig geopend en
daarna ontsmet worden. Dit werk moet
door een dierenarts geschieden.
De hoofdzaak van de behandeling bg
snot moet echter zgn de dieren goed ver
plegen m een goed geventileerd, droog hok
benS geWn' Vooral bi' g^rek aan
bepaalde vitaminen worden de dieren ge
voelig voor snot.
Een leelgk bezwaar bij deze ziekte is
dat zg in het beginstadium zoo veel or'
diphtherie geiykt en men niet uit kan ma
Ken waar men mee te doen heeft.
Toch is diphtherie een geheel andere
ziekte, die door een goed bekende smetstof
veroorzaakt wordt en om met zekerheid
uit te maken waarmede men te doen heeft
moeten door een deskundige dierproeven
genomen worden. Als diphtherie uitbreekt
is de schade en sterfte meestal veel grooter
dan bg snot, maar men zou kunnen zeggen
dat het ook grootendeels eigen schuld is-
Herhaalde malen worden de pluimveehou
ders in den zomer gewaarschuwd hun dié-
ren te laten inenten. Wie dat laat doen be
hoeft thans geen angst te hebben. Een en
kele kip kan door de een of andere ziekte
zijn weerstandsvermogen ook ondanks en-
ting verliezen, maar de ziekte treedt nooi
na enting in ernstige mate op.
Bij niet geënte dieren kan men trachten
door inenten nog wat te redden. Meesta
lukt het niet best, de inenting werkt we
voorbehoedend doch is geen geneesmidde
Men zet de zieke dieren direct apart en
doet sulfiliauid of virusol in het drinkwate
zooals ik bg snot aangaf.
Nadruk verboden.
DR. B. J. C. TE HENNEPE.