oe worden alle wenschen
vervuld?
ONS INDISCH HOEKJE,
:ra
fattd-- m Juiuêouw
JijdscfwifÜest
van allerlei aard
„MljNHARDTJES1
EEN KORTE TOELICHTING
OP DE PACH1WET.
Prijs t 0.25 - Bureau Alkm. Courant.
N.V. Boek- en Hande.'s rukkerij v h He; m. Cosler l Zn.
ONZE STADSRUBRIEK
ALKMAARSCHE COURANT
Vier brieven: van een hard
werkende, een sportieve, een
8mulgrage en «en IJdele vrouw
VIERDE BLAD.
Het rijk „Goa" (Zd. Celebes) heeft aan
de Oost-Indische Compagnie en het Ne-
derlandsch gezag heel veel moeite veroor
zaakt! In 1905 is het voor goed onderwor
pen. De vorst vluchtte, de Rijksgrooten
onderwierpen zich en de rijkssieraden
werden als bewijs hiervan ingeleverd. Ze
werden in musea bewaard.
Die rijkssieraden hebben voor den be
stuurder groote beteekenis. Ze zijn de
dragers van de macht, verleenen hem, die
ze bezit die macht of zijn hem daarbij be
hulpzaam. Wanneer iemand de macht in
handen wenscht te krijgen, dan wordt hij
eventueel daarbij geholpen door het bezit
dier voorwerpen. Deze zijn natuurlijk hei
lig in de oogen der menschen. Zij zijn van
zeer uiteenloopenden aard, bestaan uit
wapens, beeldjes, ketens, borden, een
plukje haar enz. Die van den Sultan van
Djocja (Java) wiens vertegenwoordigers
de huwelijksfeesten bijwoonden, bestaan
uit een zilveren pauw, een dito hert, een
lantaren, poederdoos, enz.
Hiernaast vindt U enkele rijkssieraden
van den Sultan van Bima (Soembawa) af
gebeeld. Ze bestaan uit zilveren en gouden
voorwerpen als krissen (steekwapen),
gouden kronen, zilveren kandelaars, thee
ketels, enz. enz.
Wanneer een Soembawaneesch echtpaar
op bezoek gaat, een feest, een trouwpartij,
bij wil wonen, dient het paard als vervoer
middel: de bewoner van Soembawa, dit
paardeneiland, loopt niet! Moeder de
vrouw neemt dan plaats op den rug van
het paard achter den echtgenoot. Kussens
dienen voor zitplaats. Het is een leuk ge
zicht de kittige, mooie paardjes met hun
eigenaardige last ,in dribbeldraf langs de
wegen te zien gaan!
De droge koeien ontvangen momenteel
alleen hooi en kuilgras en krijgen dan zelfs
wat overmaat aan eiwitten I De dieren wel
ke tot 15 1. melk geven krijgen hetzelfde
rantsoen.
De meer produceerende koeien ontvangen
krachtvoeder dat als volgt is samenge
steld:
20 maismeel 20 roggemeel 10 vet
rijk zetmeel*10 suikerpulp.
Koeien welke 20 1. melk geven krijgen
per dag 1% kg. van het genoemde meng
sel en 1 kg. lijnkoek. De koeien met 25 1.
melk ontvangen 2 kg. meel en 2 kg. lijn
koek.
Naast het kuilgras worden mineralen ge
voederd. De toediening van lijnkoek is wet
ruim berekend om het vee sneller over de
gevolgen van het mond- en klauwzeer
heen te helpen.
Over het verloop van de stalperiode zul
len t. z. t. resultaten worden medegedeeld.
De Rijkslandbouwconsulént voor
Noordholland,
G. LIENESCH.
verdrijft U snel en zeker met
Koker 12 stuks 50 ct. Proeldoosje 2 stuks 10 ct.
HET PROEFBEDRIJF „ACHTERGEEST"
TE SINT-PANCRAS IN 1938.
Hoewel de graslandgebruiker, die ver
trouwd is met de nieuwere gebruiks-
methoden, zich nu al gaat bezig houden
met plannen voor het kamende jaar, is er
ook nog tijd om aandacht te schenken aan
hetgeen dit jaar is gepasseerd.
Van ons demonstratiebedrijt zijn gegevens
verzameld uit de weide-periode, die hier
onder worden medegedeeld.
Hoewel niet te klagen viel over de pro
ductiviteit in de geheele periode, mag niet
onvermeld blijven dat de droge Augustus
maand ook hier schadelijk is geweest voor
de melkopbrengsten. Daarnaast heeft het
veebeslag in zeer ernstige mate geleden
door de tweede mond- en klauwzeer-
epidemie. Geen enkel dier bleef vrij van
deze aantasting. Vanaf begin October tot
kort -voer de staltijd heeft de „ziekte zich
laten gelden en het behoeft geen betoog
dat momenteel nog nadeelige gevolgen op
treden. Bij de toediening van krachtvoeder
is er dan ook op gerekend dat extra ge
voederd moet worden om de dieren in de
gewenschte conditie te krijgen.
Hoewel nu al enkele jaren een behoor
lijk intensieve bemesting is toegediend,
bleek het voor 1938 noodzakelijk de stikstof-
bemesting nog iets op te voeren, waardoor
in het afgeloopen seizoen in totaal 80 balen
van 100 K.G. kalkammonsalpeter zijn ver
bruikt (anders gemiddeld 70 balen). Dank
zij deze hulpmeststof was het nu ook mo
gelijk de zware veebezetting aan te houden
en, wat belangrijker is, over voldoende gras
te beschikken. Bij het uitbreken van het
mond- en klauwzeer moest, noodgedwon
gen, wat extra gevoederd worden. Het is
vanzelfsprekend, dat dit zoo rationeel mo
gelijk is geschied. In de maand Augustus is
nog pl.m. 10.000 K.G. hooi van prima kwa
liteit gewonnen en nog 30.000 K.G. kuil
gras.
Teneinde het verloop van het bedrijf in
groote lijnen nog eens te laten zien, volgen
hier enkele gegevens over de proefjaren:
Gegevens in verband met de melkopb rengsten gedurende de weide perioden.
Aantal melkkoeien
Begin Weidegang
Melkproductie vóór 1 Mei
Melkproductie 1 Mei1 Nov.
Totale melkproductie tot 1 Nov.
1935
27
23 April
1476 L.
52.975 L.
54.451 L.
1936
28
2 April
3991 L.
60.752 L.
64.743 L.
1937
33
13 April
6992 L.
76.800 L.
83.792 L.
HociDroductie 60000 K G- 96 000 KG" 51'600 K G"
KuUgras 100 M3- 120 M3" 85 M3"
Behalve deze opbrengst is er nog 10.000 K.G. hooi uit 1937.
1938
36
21 April
4557 L.
76.888 L.
81.445 L.
58.300 K.G.
100 M3.
Ondanks de iets grootere veedichtheid is
de totale melkproductie toch iets lager.
Zooals reeds werd opgemerkt was de mond
en klauwzeer-aantasting dezen keer ook van
ernstigen aard. Eén van de beste melk
koeien is de gevolgen van de ziekte ook
niet te boven gekomen, Werden m 1937 in
de maand October nog ruim lO.OOO 1. melk
gewonnen, dit bedroeg in 1938 slechts
6700 11 M»»,!
Al het gewonnen kuilgras is geensileerd
volgens de A. I. V. methode. De nu geopen-
Hooi-analysen.
de silo levert een uitstekend product. De
zuurgraad komt overeen met een van 3.7
Het kuilgras is nagenoeog reukloos en de
dieren nemen het graag op. De ensilage is
zoo goed gelukt dat er totaal geen afval
is!
Een aandachtig lezer zal ook onmerken
dat de totale hooimassa in den loop der ja
ren niet is vergroot. Dit is echter wel het
geval met de kwaliteit. Onderstaande ana-
lyse-cijfers mogen dit duidelijk maken:
Jaar
droge
stof.
1935
83,3
1936
81,2
1937
83,3
1938
80,6
ruw
eiwit
11,4
11,
12,7
11,6
v erteerb.
ruw eiwit.
6,8
7,5
8.3
8.4
zetmeel-
acht. stof
32.6
33.1
41.7
34.2
ruwe
celstof
30.5
27.6
34,8
27,3
asch-
bestandd.
7,2
8,
8,8
7,5
Dit zijn gemiddelde cijfers van 3 tot 5
analysen per jaar! Mede oP 3r°nd van de
opgedane ervaringen meen ik hieruit le
mogen concludeeren, dat er op het punt
van betere hooiwinning nog wel wat valt
te doen. En wat meer zegt, de mogelijkhe
den om beter hooi te winnen zyn zeer goed
voor iederen boer te verwezenlijken!
Tengevolge van de goede Kwaliteit hoo
en het prima kuilgras is het volgens het
oordeel van den Rijksveeteeltconsulent mo
gelijk, het vee in goede conditie te houden
met 10 kg. hooi en 20 kg. kuilgras bij een
melkgift van 15 1, per dag!
Om duidelijk te maken wat goed hooi
beteekent dient men te weten, dat zgn. ge
middelde kwaliteit hooi niet meer dan
5 verteerbaar ruw eiwit bevat in de
droge stof!
Omdat in de zgn. ruwvoeders zooveel
eiwit beschikbaar is, moet het krachtvoe
der eiwitarm gemaakt worden.
Verkrijgbaar aan ons bureau:
Uiteengezet door een ter zake kundig Jurist,
met eenige modellen van brieven en
een Verzoekschrift aan de Pachtkamer
benevens eene eenvoudige uiteenzetting
van hetgeen verpachter en pachter te
doen staat met het oog op de over
gangsbepalingen der pachtwet (loopende
contracten.) Zich aansluitend bij den
officieelen tekst der wet (art. 60) wijst
deze druk erop, dat inzending van over
eenkomsten bij de Pachtkamer onnoodig
is, indien zij zijn goedgekeurd door een
Erkend Pachtbureau.
Onmisbaar voor ieder, die iets met
de pachtwet te maken heelt.
Pachtcontracten A 15 ct.
idem B 7Vs ct.
Voordam 9 Alkmaar.
BIOSCOOP IN DE WILD-WEST.
bevat voortdurend berichten, die
andere bladen pas den volgenden dag
hebben.
Dat komt, omdat de
de EENIGE STADSKRANT is'
Verschenen is het Kerstnummer van Het
Kind, veertiendaagsch blad voor ouders
en opvoeders onder rpdactie ^an den heer
D. L. Daalder. Het bijzonder fraaie num
mer, dat een gekleurde reproductie van
Baroccio „De geboorte van den Heiland"
bevat, opent met het bekende gedicht van
Joost van den Vondel „O Kerstnacht,
schooner dan de dagen". Mevr. J. M. Sel-
legerElout beschrijft December als de
maand der feesten en dr. W. Schollenberg-
Van Huffel geeft een beschouwing over
Kerstliederen. Er is een gevoelige schets
„De Vrucht" en een beschrijving van een
Kerstmisviering in de Wildernis.
Mien Labberton maakte een Kerstge
dicht „Langs de Kribbe" dat door Eveline
Sypkens op muziek gezet is. ft A. Gerrit
sen schrijft „Over enkele Verbeeldingen
van Maria en kindeke Jezus".
Een uitvoerige beschouwing wordt ge
houden over „Het Kerstfeest in de huiska
mer".
De post is me altijd goed gezind,
ze brengt me stapels brieven van
mijn vriendinnen. Soms vragen ze
me raad, soms ook vertellen ze me
over hun moeilijkheden met hun
inkoopen, over hun strubbelingen
met de slanke lijn, over het veran
deren van al te modieuse en al te
gewaagde kleeren van een vorig
seizoen, die nu allang vervelend en
•ouderwetsch zijn geworden, en over
hun wenschen om met weinig geld
heel veel en heel mooi te koopen.
En 't is allergrappigst om al die
hemelsbreed verschillende brieven
te lezen, van de dikke smulgrage
mevrouw, van de ijdele, uitgaande
dame, van de degelijke hardwer
kende moeder of van 't onverschil
lige sportieve jonge meisje.
Wat een wenschen, wat een
eischen, en toch slagen ze allemaal
op een of andere manier naar hun
zin. De volgende fragmenten uit
hun brieven laten U zien, hoe ze
dat klaarspelen:
Beste Madeleine,
'k Ben weer bezweken voor de
verleiding van chocolade en marse-
pain, van banket en Sinterklaas.
We kregen een groot pak gestuurd
van thuis en ik kón 't niet laten om
er eens een paar avonden lekker
achter heen te zitten. Nu je weet,
hoe slecht ik er tegen kan. De ge
volgen zijn dan ook niet uitgeble
ven en ik ben weer ton-rond ge
worden. Nu wacht ik maar tot na
Kerstmis met de vermageringskuur
want ik ken me zelf maar al te
goed en nu we met Kerstmis uit
logeeren gaan zal ik toch wel weer
smullen van al de heerlijkheden die
oom en tante ons altijd voorzetten.
Maar om wee, de kleeren: overal
barst ik uit en ik wil er, vooral als
ik uit logeeren ga, toch niet al te
dik en plomp uitzien. Dus moest er
een nieuwe jurk aangeschaft wor
den. Strepen in de lengte, die an
ders zoo slank maken, staan me
niet, daarvoor ben ik te lang. Maar
nu heb ik mijn naaister een donker
blauw zijden jurkje laten maken,
een z.g. robe-manteau (fig. 1). De
japon sluit over elkaar met een rij
knoopen, de rok heeft een klokken
de slip, die erg elegant valt, als ik
loop en me slank mr.akt. Dan is er
een heel fijn stiksel in de breedte,
dat mijn lengte wat breekt en een
aardige garneering op de mouwen.
Overdag draag ik de japon vaak
met een crêpe-georgette driehoek-
shawltje, je weet wel, die kun je
op 't oogenblik in prachtige kleuren
krijgen. En bij avond speld ik twee
donkerblauwe bloemen in de hals
afsluiting en heb er donkerroode
schoenen en tasch bij.
De jurk maakt me zoo slank, dat
ik gerust kan smullen, zonder uit
gelachen te worden met uitroepen
als:. „Hoe durf je, zóó dik en dan
zóóveel eten!"
De degelijke hardwer
kende moeder, met een
zuinige beurs, schrijft:
Van 't jaar moet ik een mantel
hebben, een heele uitgave, die me
bar slecht van pas komt, we hadden
al zoo'n duur jaar met de ziekte
van de kinderen en onze verhui
zing. Nu is 't de kunst om zoo min
mogelijk geld uit te geven en toch
geen prul te koopen, want dan zit
ik volgend jaar weer met dezelfde
moeilijkheid, 'k Zag een aardig, iets
klokkend model (fig. 5), van onde
ren met glad bont afgezet en een
shawl-kraag met bont op de slip.
De kleur is donkerbruin, wat vind
je er van? 't Lijkt mij heel geschikt,
want me, een hoogen kraag en zak
ken of manchetten van bont, toover
ik er een volgend jaar een heel
andere mantel van. Ik gebruik
dar. den bontrand onderaan.
En nu 't j o n g e meisje:
Je weet, schrijft ze, hoe weinig ik
om echte mooie kleeren geef.
'k Voel me verreweg het gelukkigst
in een sportpak, een trui of een
blouse en rok. Maar 'k moet toch
iets hebben voor de Kerstdagen en
Nieuwjaar om visites mee te maken
of mee uit te gaan. Ik kocht nu een
donker wijnrood jurkje met een los
jasje (fig. 2), in dezelfde tint, dat
met persianer is afgezet en ook nog
een zwart hoedje met een roode
veer. Wat zeg je van mijn durf?
Japonnen met losse jasjes schijnen
veel meer in de mode te zijn, dan
mijn geliefde blouses en rokken,
dus ben ik maar gezwicht en als 't
me verveelt kan ik er dat altijd nog
van maken.
En dan ten slotte de ver
woede bridge-speelster.
Wat een puzzle om niet eeuwig
en altijd in dezelfde jurk te ver
schijnen. We bridgen wel 5 keer
per week en dikwijls met dezelfde
menschen, je kunt die toch niet al
tijd tegen dezelfde jurk aan laten
kijken. En vooral 's avonds wordt
er veel toilet gemaakt.
Ik word steeds slimmer in 't be
denken van combinaties.: Zoo heb
ik nu een kanten blouse met een
iets klokkende velours rok (fig. 3),
er een groote fluweelen strik in de
taille voor 's middc.gs. 't Zelfde
rokje draag ik ook wel met een
hoog-sluitende wit satijnen blouse
en voor den avond heb ik een heel
elegant geheel van een lange wijd
vallende zijden rok (fig. 4), dezelf
de kanten blouse en twee groote
cyclamen-roode fluweelen rozen.
Bij de lange rok heb ik ook nog een
brocaat jakje, waardoor ik dan
weer een geheel ander avondtoilet
krijg. Dus heb ik telkens een an
dere japon, zonder te groote kos
ten te vervallen.
Zoo schrijven mijn vier vriendin
nen en zijn allen op hun manier
blij, dat ze met de feestdagen in
iets nieuws kunnen verschijnen.
MADELEINE.
Mien Labberton schrijft een gevoelig
verhaaltje „Naar Bethlehem" en J. F. Ja-
cobse Arriens bespreekt ten slotte de be
teekenis van het Kerstfeest.
Natuurlijk zijn ook de bijlagen Bezige
Handen en De Merel ditmaal geheel aan
het Kerstfeest gewijd.
Het zeer goed verzorgde tijdschrift geeft
in zijn geheel een indruk wekten de betee
kenis van het vredes-feest voornamelijk
voor het kind heeft.
Horecaf, het officieel orgaan van den
Ned. Bond van werkgevers in het Hotel-,
Restaurant- en Café-bedrijf, komt even
eens met een bijzonder Kerstnummer uit
waarin voor het heden en het verleden
nuttige wenken worden gegeven.
„In weer en wind".
Wij ontvingen de December-aflevering
van het tijdschrift „In weer tn wind", on
der redactie van Rinke Tolman en dr. J.
S. van Schaick, een uitgave van W. L. en
J. Brusse. Het tijdschrift bevat weer een
aanta1 interessante artikelen, alle met
fraaie foto's verlucht. We noemen: „Zwerf
tocht door Noord-Nederland", door Rinke
Tolman (met tal van schitterende foto's)
„Vogelleven in den winter" door Jan P.
Strijbos.
A. Hallema vervolgt zijn artikel uit de
vorige aflevering over Petrus Camper, P.
v. d. Lijn schrijft over „Geologische in
drukken van Zwitserland", W. H. Dingel-
dein over Bruno Liljefors, den bekenden
dierenschilder.