DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Giomale d'ltalia over de eischen nopens Tunis. No. 306 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK Donderdag 29 December 1938 140e Jaargang Geen wijziging van den territorialen status quo verlangd. Rome's standpunt nader gepreciseerd. het offensief van Franco. Tegenstrijdige berichten. De algemeene toestand. De temperatuur in het Noordpoolgebied. Het werd er de laatste 20 jaar warmer dan vroeger. 't Kan verkeeren Gandhi aangevallen in de Duitsche pers. Nieuws in 't kort. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.-—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummerr 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VER TENT1EN Van 15 regels f 1.25, elke regel meer f 0 25. groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franc* aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZüON. Voordam C 9, postgiro 37060. Tetef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. In een hoofdartikel geeft de Giornale d'ltalia antwoord op de Fransche bewe- r - ringen, volgens welke de Italiaarsche eischen nopens Tunis een wijziging zouden dreigen te brengen in den status quo in de Middellandsche Zee en bijge volg een inbreuk zouden vormen op de recente Britsch-Italiaansche overeen komsten, waarin juist de onaantast baarheid van de Middellandsche Zee werd bevestigd. Het blad schrijft, dat dat eenvoudig een manoeuvre is, die ten doel heeft, bondgenooten te zoeken voor de ver dediging van een moeilijke zaak. De Italiaansche eischen, aldus verklaart het blad, brengen geenerlei wijziging in den status quo in de Middelland sche Zee met zich mede. In feite ligt de stof voor een conflict in de tegen stelling tusschen de politiek van Frank rijk en Italië ten aanzien van de be handeling der Italianen in Tunis. Het blad doet het verder uitkomen, dat Frankrijk er naar streeft, om met alle mid delen de 130.000 Italianen in Tunis te de- nationaliseeren en verscheidene tiendui zenden Italianen, die gedwongen zijn ge weest, zich te laten naturaliseeren, te ver- Franschen, terwijl Italië vastbesloten is, tot iederen prijs zijn zonen te beschermen. Maar Italië baseert deze verdediging niet alleen op de oude verdragen tusschen den Bey van Tunis en Italië vóór de Fransche bezetting en op de rechten voor de Ita liaansche collectiviteiten, maar bovendien op de beginselen zelve van het politieke regime in Tunis, dat een protectoraat is, hetwelk internationaal gesanctionneerd is door de erkenning van verschillende mo gendheden. Italië heeft het controlerecht van Frank rijk op Tunis in den vorm van een protec toraat slechts erkend in ruil voor een er kenning van Fransche zijde van het recht der Italianen in Tunis. Frankrijk echter heeft de overeenkomsten met Italië ge schonden en stelt zich bovendien ten doel, de politieke autonomie van Tunis op te heffen door het protectoraat in een Fran sche bezitting te veranderen. Het is duide lijk, aldus besluit het blad, dat dit pro bleem, dat van vitaal belang is voor Italië, zich opdringt aan de aandacht van geheel Europa. Reactie te Londen. Dit hoofdartikel van de Giornale d'ltalia heeft te Londen een zeer diepgaande en gunstige reactie teweeg gebracht. Men wjjst met nadruk erop, dat dit ar tikel de atmosfeer zuivert van de tenden- tieuse geruchten, waardoor Italië werd voorgesteld als een agressieve en voortdu rend naar veroveringen hongerende natie, en het vraagstuk in het juiste licht plaatst. De Evening Standard schrijft, dat het ar tikel van de Giornale enorme belangstel ling heeft verwekt in diplomatieke krin gen te Rome en vooral in Fransche en Bnt- sche kringen, en voegt hieraan toe, dat de atmosfeer thans is opgeklaard voor het bezoek van Chamberlain aan Rome en dat de waarschijnlijkheid van succes voor den Britschen minister-president thans eei grooter is. Het Britsche blad wijst voorts er op, dat de handhaving van den status quo m Tunis en in de Middellandsche Zee in het alge meen dan ook een van de verplicht..ngen vormt, welke Groot-Britannie en Italië m het Britsch-Italiaansche accoord van April j.1. op zich hebben genomen. Het Fransche antwoord. De tekst van het Fransche antwoord op de Italiaansche mededeel ing, waarin de ac- coorden Laval-Mussolini vervallen werden verklaard, is te Londen medegedeeld, ten einde Chamberlain en Halifax in staat te stellen, er kennis van te nemen voor hun vertrek naar Rome. In afwachting van deze reis naar de Ita liaansche hoofdstad onderhouden de Brit sche en Fransche staatslieden dagelijks langs diplomatieken weg contact met el kaar, doch er bestaat alle reden om te ge- looven, dat Chamberlain geen opdracht zal ontvangen, om de Italiaansche eischen te genover Frankrijk te bespreken en dat hij, indien deze kwestie te Rome wordt opge worpen, eenvoudigweg zal constateeren, dat hij niet bevoegd is, om haar te behan delen. De Fransche nota beperkt zich, naar men meent, tot een weerlegging van de ar gumenten, waarmede Rome de accoorden van Januari 1935 ongeldig verklaart, zon der eenig voorstel te doen tot een hervat ting van de onderhandelingen. Troepen naar Somaliland. Het vertrek van de mailstoomers Sphinx en Chantilly uit Marseille is 48 uur uitge steld, teneinde een bataljon Senegaleesche tirailleurs gelegenheid te geven, zich in te schepen, om naar Fransch-Somaliiand te gaan ter versterking van het bestaande gar nizoen. Uit Beyroeth wordt gemeld, dat een tor pedoboot van het Levant-flottille opdracht heeft gekregen, naar Djiboeti te stoomen, vóór het adviesjacht „IberviUe", dat niet zoo snel is. De Westersche extremistische pers. De diplomatieke redacteur van het agent schap Stefani schrijft: De laatste twee weken is door de Wes tersche extremistische pers een alarmcam pagne ontketend, met het duidelijke doel, de internationale situatie in een bizonder delicaat tijdperk te vertroebelen. Tegen het midden van December heeft men een valsch bericht gelanceerd over af stand van Britsch Somaliland aan Italië. Achtereenvolgens meldde men het tran sito van wagons met Italiaansch oorlogsma teriaal door Frankrijk, met bestemming naar het nationale Spanje. Zooals iedereen kan constateeren, is dit bericht van iederen grond ontbloot, want de doorvoer van oor logsmateriaal door de Pyreneeën werd steeds geleid naar het bolsjewistische Span je en dit materiaal was zeker niet af komstig uit Italië. Thans maakt men een toespeling op Ita liaansche troepenverplaatsingen naar de grens tusschen Ethiopië en Fransch Soma liland. Ook dit bericht is valsch. In de te genwoordige période heeft geen enkele mi litaire beweging plaats gehad, behalve in Tunis naar de grens van Libye. Zelfs aan den vooravond van den vrede van Mün- chen bevestigde men uit Engelsche bron, dat Frankrijk een aanval overwoog op Tri- politanië over de Tunesische grens. Andere groteske beschouwingen zijn ge leverd door zekere Parijsche bladen, vol gens welke Italië zou „roemen", teneinde den binnenlandschen economischen toe stand te compenseeren, die moeilijk zou zijn wegens de te hooge prijzen, vooral die van benzine en suiker. Deze opvattingen zijn eenvoudigweg grotesk en onthullen de methodes, waartoe het extremisme zijn toe vlucht neemt. Ook thans blijft men vermeende Italiaan sche troepenbewegingen aan de grens van Fransch Somaliland melden en insinueert men, dat de garnizoenen van de oasen van Koefra en Awenat versterkt zouden zijn en zulks met het duidelijk doel, indruk te ma ken op de Egyptische publieke opinie. Een ander valsch bericht, dat dezer dagen gelancèerd werd, betreft de vermeende Spaansche toebereidselen voor een inval in de Fransche zóne van Marokko. Een te Burgos uitgegeven communiqué heeft deze valsche geruchten categorisch tegengespro ken. De berichten over het offensief van generaal Franco zijn van groote tegenstrijdigheid. Van de zijde der opstandelingen wordt gemeld, dat er groote vorderingen gemaakt worden, ja men moet zelfs den indruk krijgen, dat de beslissing nabij is! Van den anderen kant zijn de berichten geheel anders en wordt er op gewezen, dat het offensief geheel tot staan is ge bracht. Zoo bericht Reuter uit Londen, dat het offensief van Franco aan het Ebro-front het grootste is, dat hij ooit heeft ingezet. De omvang van de manoeuvres, waarvan de voorbereiding eenige maanden heeft gevergd, is een der redenen van de schijn bare vertraging in het ontketenen van het offensief. In berichten van welingelichte zijde wordt het totaal der nationalistische troe pen thans gesteld op 800.000 man, die een front moeten dekken ter lengte van 800 K.M. De troepen, die aan 't Ebro-front aanvallen, zijn, naar men gelooft, minstens 200.000 man sterk en hiertoe behooren volgens niet-officieele doch betrouwbare berichten ongeveer 25.000 man Italiaan sche troepen, d.w.z. vrijwel alle Italiaam sche landstrijdkrachten in Spanje. Mededeelingen van Franco-zijde. Het hoofdkwartier van Franco ver klaarde gisteravond, dat 400 vierkante mijlen terrein veroverd zijn en 7500 krijgs gevangenen zijn gemaakt terwijl tevens honderden tonnen materiaal buitgemaakt zijn sedert den aanvang van het nieuwe offensief. De strijd wordt fel voortgezet. De toppen der twee rechtsche, driehoe kige wiggen, worden in het hart van de provincie Lerida gedreven in een tempo van 4 tot 6 mijl per dag. De zuidelijke wig die zijn basis heeft op de lijn Seros-Fayon is het snelst gevorderd tot dusverre, of' schoon de opmarsch wat verlangzaamd is ter versterking der stellingen. De noorde lijke wig vordert eenigszins langzaam, aangezien de infanterie te strijden heeft in een terrein met ravijnen en bergen. De rechtsche krachtsinspanning is echter zoo juist geculmineerd in de verovering van den top Cap de La Siërra nabij Venavente de Lerida, na een luchtbombardement. Berichten van regeeringszijde. Een gisteravond door het Spaansche persagentschap uit Barcelona ontvan gen telegram meldt, dat, met uitzon dering van kleine gebiedswinsten aan den zuidelijken flank, de recht sche aanvallen aan het Catalaansche front goed gestuit zijn. Op den zuidelijken flank zijn de recht- schen niet in staat geweest op te rukken voorbij een lijn, die loopt in noordoostelijke richting van het Pinjat Bergmassief langs de heuvelreeks, waar de regeeringstroepen sterke stellingen hebben ingenomen. In de middenzone, tusschen Lerida en de samenvloeiing van de rivieren Noguera en Pallarosa, heeft zich geen wijziging voorgedaan sinds den eersten dag van het offensief. In den sector van Tremp, de noordelijke zone, hebben de rechtschen zware verlie zen geleden, toen zij trachtten een weg te banen naar den Bergweg, die Tremp ver bindt met Artosa aan de Segre. Het telegram voegt hieraan toe, dat de aanvallen in den sector ten zuiden van Monsoch, een bergmassief, langs de rivie ren Noguera en Pallarosa, veel van hun fel heid verloren hebben en dat men ze goed weerstaat. ALKMAAR, 29 December. Het oude jaar spoedt ten einde en een nieuw 1939 kondigt zich aan. Overmorgen zullen wij de laatste krant van dit jaar sa menstellen en daarin gaan wij de balans over 1938 opmaken, en hier en daar wordt de toekomst reeds even aangeroerd. Wat 1939 ons zal brengen, is natuurlijk niet bekend, maar erg hoopvol ziet het er niet uit. Dat wordt al bewezen door de editie 1939 van het Duitsche koloniale jaarboek, dat tot opschrift draagt: „Kolo niën Groot-Duitschland! eischt!" Deze editie bevat, naar de Berlijnsche correspondent van de Daily Tel. meldt, een reeks artikelen over de noodzakelijk heid van Duitschland voor de teruggave van het vroegere koloniale rijk. Senator Wilhelm van Allwörders, dis trictsleider voor Hamburg van den kolo nialen rijksbond, verklaart in een artikel dat Duitschland zijn koloniën terugeischt: le omdat ze aan Duitschland behooren; 2e omdat ze een economische noodzakelijkheid zijn en 3e „omdat onze nationale eer niet kan dulden dat een natie, zoo hoog ont wikkeld als de Duitschers, uitgesloten zou worden van deze levensruimte welke an dere volken als iets vanzelfsprekends voor zich eischen". Rudolf Karlowa, lid van den buitenlartd- schen politieken staf van Rudolf Hess, den plaatsvervanger van den Führer (de heer Karlowa is oud-consul-generaal van het Duitsche Rijk te Batavia) verklaart, dat het voornaamste probleem van de Euro- peesche naties in Afrika is het herstel van het verdwenen vertrouwen van de gekleur de volken in het leiderschap van de blanke naties. Geen andere koloniale natie is zoo ge schikt voor de oplossing van dit probleem als Groot-Duitschland, zoo verklaart Kar lowa, omdat de beginselen van het natio- naal-socialisme over het onderwerp van de betrekkingen tusschen de rassen even ver verwijderd zijn van de verkeerde Fransche beschavingsidealen, welke gegrond zijn op de leer van de Fransche revolutie, als van de arrogante duisterheid van de Angel saksische rasopvattingen. De zegeningen van het Britsche mandaatstelsel, zoo ver volgt de schrijver, komen welsprekend tot uiting in den wanhopigen economischen strijd van de inboorlingen die er onder moeten leven. Afrikaansche inboorlingen, die op Duit sche plantages zouden werken na de terug gaaf van de Duitsche koloniën, zouden on der de bescherming staan van het nat.-soc. arbeidsfront. Onder de inlandsche bevolkingen is vol gens Karlowa een geestelijke crisis ontstaan door het standpunt van rasbederf, na den wereldoorlog door de westelijke democra tieën aanvaard. De koloniale taak, welke Duitschland heeft te vervullen, is de strijd tegen het Afrikaansche bolsjewisme tot deszelfs ver nietiging. Het artikel van Karlowa eindigt aldus: „De dag zal komen dat de Führer, na vreedzame besprekingen met de andere koloniale mogendheden, een beroep zal doen op de jeugd van Groot-Duitschland, om te beginnen met het binnen marchee- ren in de koloniën". In een voorrede voor het jaarboek schrijft veldmaarschalk Göring, dat men er verze kerd van kan zijn, dat Duitschland niet zal ophouden den nadruk te leggen op het koloniale probleem tot zijn dringende en volledig gerechtvaardigde koloniale wen- schen zijn vervuld. Dr. Wagner, de leider van de Duitsche geneesheeren, heeft (naar de correspon dent van de „Daily Tel." te Berlijn voorts meldt) in het Duitsche geneeskundige tjjd- schrft een oproep gepubliceerd, waarin dokters die in de koloniën willen gaan werken „in het geval van een wederinlij- ving van de Duitsche koloniën" worden geïnstrueerd te verzoeken om onderwijs in tropische geneeskunde. Er zijn, zoo deelt dr. Wagner mede, speciale cursussen ont worpen; alleen dokters, die dit speciale onderwijs hebben gevolgd, zullen later in aanmerking komen voor koloniale posten. Een artikel, dat den indruk maakt van officieuzen aard te zijn, maakt in de Pool- sche avondbladen de balans op van de internationale politiek in het afgeloopen jaar. Het artikel constateert, dat de rege ling der betrekkingen met Polen een be langrijke troef heeft gegeven aan Polen in de Baltische politiek. Het herkrijgen van Teschen was niet slechts een nationale overwinning, maar ook de bevestiging van den wil der Poolsche natie om haar rechten en belangen te verdedigen met hardnek kigheid en het bewustzijn daarvan heeft groot belang voor de toekomst. Het afgeloopen jaar, zoo gaat het artikel verder, heeft de triomf gezien van het Duitsche nationale dynamisme door de ver werkelijking van den Anschluss en de aan hechting van het Sudetenland. Maar aan gezien het gestelde doel bereikt is, wordt het dynamisme zwakker, aangezien niet duidelijk is welke overwinning het nog zou kunnen behalen op grond van een beroep op de ideologie van de eenheid der Duit sche natie, omdat alle gebieden in Europa, die met Duitschers bevolkt zijn, thans bin nen de grenzen van het Derde Rijk liggen. Ook is een Duitsche overwinning zonder bloedvergieten ondenkbaar op een gebied, waarop de verwerkelijking in het spel zou treden van tendenties, die niet meer voort vloeien uit ethnographische toestanden, maar uit andere, waarmede territoriale wijzigingen verbonden zouden zijn. Professor L. Berg uit Leningrad heeft interessante gegevens verzameld over de temperatuur in het Noordpoolgebied. Hij heeft kunnen vaststellen, dat de zuidelijke grens van het Poolijs de laat ste twintig jaren belangrijk noordwaarts is verplaatst, dat de luchttemperatuur gestegen is en dat in het hooge Noorden warmwatervisschen leven. Reeds in 1921 heeft Knipowitsj er op ge wezen, dat de temperatuur van het water in de Barendszee sedert het begin van deze eeuw aanmerkelijk gestegen is. Sovjet-Rus sische ijsbrekers volbrachten tochten in de Noordelijke IJszee, welke men voordien voor onuitvoerbaar had gehouden. Zoo voer de „Sadko" van de Noordelijke punt van Nova Zembla door ijsvrij water tot de Noordpunt van Nordland en vandaar, weer door ijsvrij water, tot 82.42 graden Noorderbreedte. De rivieren in het Noorden gaan thans vroeger open en vriezen later dicht dan twintig jaar geleden. Ook de vogels richten zich vroeger in en de bloeitijd der planten begint vroeger dan ooit tevoren is waarge nomen. Een honderd jaar geleden moest men bjj de inrichting van bronnen in het stadje Mesen den ijslaag weghakken. In 1933 echter was in Mesen geen ijs meer te bekennen. De ijslaag eindigde toen al veertien K.M. ten Noorden van het stadje. Langs de kust van Groenland en in het Oosten, in de Karische Zee, worden visschen en dieren aangetroffen, die het niet zonder warm water kunnen stellen. Zalm werd vroeger nooit ten Oosten van de Barendszee aangetroffen. Onlangs trof men echter ook in de Karische Zee zalm, kabeljauw, en haringen aan. Ten Oosten van het schiereiland Kanin leeft de phocaena, een soort dolfijn, doch in 1933 zijn deze dieren ook ten Noorden van Taimyr waargenomen. Gandhi, wiens strijd voor de onaf hankelijkheid van Indië tot dusverre steeds met sympathie beschouwd was in Duitschland, is thans het voorwerp van aanvallen in de Duitsche pers. Men verwijt hem getroffen te zijn door het lot, dat men den Duitschen Joden be reidt en den Tsjechen te hebben aan bevolen passieven tegenstand tegen Duitschland toe te passen. De Duitsche pers ontdekt thans, dat de politieke carriere van den Mahatma slechts een reeks van verraad is geweest jegens het Hindoevolk. De National Zeitung ver klaart te vernemen, dat de Mahatma be sloten heeft zich te omringen met Joodscha medewerkers en wijst er op, dat Pandit Nehroe, de oud-voorzitter van het Hindoe- sche congres, vier Joden heeft doen be noemen tot deskundigen bij de regeering te Bihar. „Voor dit sentimenteele socialisme, aldus schrijft het blad, dat niets heeft uit te staan met de vrijheid van Indië, zal de Hindoe- sche belastingbetaler het salaris moeten betalen van vier deskundigen". Jong Poolonderzoeker omgekomen. - Een Eskimo heeft het bericht gebracht, dat de jeugdige Britsche Poolreiziger Reynold- bray in September van dit jaar is verdron ken op 200 mijl binnen de Poolcirkel, De metgezel van Bray, Patrick Baird, een neef van lord Tweedsmuir, is aan een gelijk lot ontsnapt, toen de boot van beide Poolreizi gers in het Fox-kanaal bij Igloolik 800 mijl ten Noorden van Churchill, door het ijs werd vernield. Wierookvaten worden omgesmolten in granaten. - Drieenzeventigduizend Boedhis- tische tempels in geheel Japan hebben be sloten hun bronswerk, kandelaars, vazen en wierookvaten, ter beschikking van het mi nisterie van oorlog en dat van marine te stellen om er munitie van te laten vervaar digen. Rood achterlicht voor vee.- De ge meenteraad heeft besloten, dat al het vee, dat door de straten van Wallacebrug, Ame rika, gedreven wordt, bij avond uitgerust moet worden met een rood achterlicht, dat aan de linkerachterzijde van het dier moet .worden bevestigd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1938 | | pagina 1