DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Oudejaarsavond.
Groote uitbreiding Duitsche duikbootvloot
No. 308 D»t nummer bestaat uit zeven bladen. Directeur: C. KRAK
Zaterdag 31 December 1938
140e Jaargang
Duitschland zou thans bij Engeland 45000 ton
aan duikbooten achterstaan.
Onderhandelingen in
Berlijn.
De zuiveringsactie in Palestina.
Strenge maatregelen.
Moorddadige bombardementen.
Door Japansche vliegtuigen.
De algemeene toestand.
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—,
iranco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummerr 5 cents.
PRIJS PER GEWONE AD VER TENT1EN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer f 0 25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franc* aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. AüEMA.
In een wereld vol volken en rassen met
tegenstrijdige belangen, in een wereld
waar de strijd om het bestaan, om geld,
eer en macht geen tijd voor rustige ver-
poozing laat, komt er elk jaar voor ieder
mensch een Oudejaarsavond.
En men moge onverschillig door het
leven zijn gegaan, op dien laatsten avond
van het jaar is er een onzichtbare macht,
die den mensch dwingt zich neer te zetten
en.in het verleden te kijken.
Halt, zegt die stem, laat een oogenblik
Uwe gedachten vrij zijn van wat gij mor
gen zult doen om Uwe positie te verster
ken, dit is het oogenblik waarop een onge
schreven wet U de verplichting oplegt een
boekjaar- van Uw leven af te sluiten.
Dit is het moment waarop gij Uw balans
zult moeten opmaken en nagaan of er van
een debet of een credit kan worden ge
sproken.
Het gaat er niet om wat er op banken
is uitgezet en in brandkasten ligt besloten,
want het geld heeft op een avond als deze
geen waarde en de armste mensch kan
zich rijker voelen dan hij, die millioenen
aan zijn vermogen heeft toegevoegd.
Dit is de avond van goed en van kwaad,
de avond waarop alles wat gij een jaar
lang aan goede dingen gedaan en gedacht
hebt, wordt afgewogen tegen wat U als
mensch ontsierd heeft en slechts hij zal
gelukkig en dankbaar kunnen zijn, die op
een avond als deze den innerlijken vrede
kent omdat hij diep in zich gevoelt, dat hij
in het tijdsdeeltje dat achter ons ligt an
deren ten zegen is geweest.
Het leven is moeilijk en de strijd om het
bestaan wordt met de scherpste wapenen
uitgevochten. Wie sterk is dringt zich naar
voren, wie zwak is wordt onder den voet
gelpopen en blijft hulpeloos achter.
De noodzakelijkheid alle krachten in te
spannen om vooruit te komen of staande
te kunnen blijven neemt een heel jaar
lang de gedachten der menschén zoo in
beslag, dat er geen tijd blijft voor medi
tatie, geen tijd orrj naast de bereikte resul
taten te letten op'de wijze waarop zij zijn
verkregen.
Maar dan komt de Oudejaarsavond die
den mensch dwingt in het verleden te
kijken.
Het gaat er niet om wat men dit jaar
voor zichzelf bereikt heeft, het gaat er
bovenal om wat men voor anderen heeft
gedaan.
Want de mensch is geen dier, dat in zijn
kudde meedoogenloos de zieke doodt en
bij het gevonden voedsel de zwakkeren
grommend en bijtend op een afstand houdt
om zichzelf te kunnen verzadigen.
De mensch is een wezen van hoogere
orde, dat diep in zich het besef van goed
e~ van kwaad heeft, die naast den inner
lijken vrede ook het berouw kent en wiens
geweten het compas is dat hem den rech
ten koers moet wijzen.
Er zijn vele godsdiensten waarvan de
belijders verkondigen, dat zij tot een uit
verkoren groep behooren. Gelooven is een
vertrouwen in de waarheid, maar geen
mensch op aarde kan over de grens van
het leven kijken.
Maar Gods woord zooals wij dat uit het
boek van alle tijden aanvaard hebben,
spreekt van zelfopoffering en van de liefde
tot den naaste en wij ondervinden ieder
oogenblik, dat wij dit als de eeuwige
waarheid hebben te aanvaarden.
Niemand weet met zekerheid wat het
doel van ons leven is, maar diep in ons
schroeit het berouw over een daad, die wij
in een oogenblik van onbedachtzaamheid
bedreven, wij kennen ook dat geluksge
voel, als wij een zegenrijk werk hebben
gedaan en zoo voelen wij, meer dan wij
hem zien kunnen, den weg, dien wij moe
ten betreden.
Waar wij ook staan en wat wij ook doen,
of wij rijk zijn of arm, wij leven temidden
van anderen en in elk menschenleven ko
men de tijden van tegenslag, van armoede
en verdriet. Gelukkig zijn zij, die dan niet
onverschillig voor zich uitkijken omdat
slechts hun eigen leven hun volle belang
stelling heeft, gelukkig zijn zij die bij alle
drukke bezigheden nog tijd vinden zich
om hun naasten te bekommeren, die van
het weinige dat zij bezitten nog iets voor
anderen kunnen missen, die den zieke het
zelfvertrouwen hergeven, den bedroefde
troosten, die wat zwak en hulpbehoevend
is tegen de slagen van het noodlot be
schermen.
Het boek 1938 wordt afgesloten, zegt
onze dichterlijke medewerker in het num
mer van heden en op den Oudejaarsavond
zullen wij de resultaten zien en voor ons
zelf moeten uitmaken of het jaar dat van
ons heenging een welbesteed deel van
ons korte leven is geweest.
Er zijn er op dezen avond wier gedach
ten hoofdzakelijk uitgaan naar hen, die
een vorig jaar nog mede bij het haardvuur
zaten en wier plaats thans onbezet is. Er
zijn kinderen, die hun ouders en ouders
die hun kinderen hebben verloren, er zijn
talloozen, die een familielid of een goede
vriend aan den onverbiddelijken dood
moesten afstaan.
Laten zij thans bedenken, dat het oogen
blik van scheiden voor alle menschen
aanbreekt, dat niemand aan den dood kan
ontkomen, maar dat er in ons aller gevoel
de zekerheid is, dat zij die van ons heen
gingen ons niet voor altijd hebben ver
laten.
Laat men op een avond als deze zich
alles herinneren, wat er tusschen de
dooden en de levenden aan liefde en
vriendschap geweest is, laat men zich de
oogenblikken van gelukkig samenzijn
weer voor den geest stellen. Want juist
daardoor zal men dieper dan ooit beseffen,
dat al het andere daartegen wegvalt en
dat het leven slechts door liefde en zelf
opoffering beteekenis heeft gekregen.
Dit geldt voor alle menschen, welken
godsdienst zij ook hebben en hoe zij dien
ook belijden. Het leven gaat voort, er ko
men vele Oudejaarsavonden, er zal altijd
gelegenheid zijn zich over goede daden te
verheugen en berouw te hebben over wat
wij misdreven. Maar wat wij ondervonden
en deden, onze vreugde en smart, wij heb
ben het alles ondergaan om er de lessen
uit te trekken. Het berouw over een
slechte daad moét ons ervan weei-houden
hem te herhalen, de tevredenheid over wat
wij voor anderen geweest zijn moet ons
aansporen daarmee voort te gaan. Zoo
leeren wij door het leven zelf den weg
naar een gelukkige toekomst en als wij
dien vastbesloten betreden, zal onze stap
lichter worden omdat wij de blijdschap in
ons hart zullen kennen.
Moge deze Oudejaarsavond er dan op
nieuw toe medewerken dat wij ons zelf
leeren kennen en moge hij onzen wil
versterken om in het jaar dat nu komen
gaat te doen wat ons hart ons ingeeft.
Reuter meldt uit Londen:
Duitschland heeft het voornemen
aangekondigd de rechten uit te oefenen,
welke voortvloeien uit de Engelsch
Duitsche vlootovereenkomst van 1935
en een totale tonnage van duikbooten
te bouwen, gelijk aan de totale tonnage
van de Britsche duikbootvloot.
Een delegatie van Britsche deskun
digen bevindt zich op het oogenblik te
Berlijn om deze kwestie te bespreken.
Het Duitsche besluit is drie weken gele
den ter kennis gebracht van de Britsche
regeering, doch de eerste bekendmaking is
eerst gisteravond geschied in een commu
niqué van den volgenden inhoud:
„De Duitsche regeering heeft kort gele
den de Engelsche regeering in overeen
stemming met de procedure, vastgelegd in
de EngelschDuitsche vlootovereenkomsten
van 18 Juni 1935 en 17 Juli 1937, in kennis
gesteld van haar voornemen tot uitoefening
van zekere rechten, welke haar door deze
overeenkomsten zijn verleend.
Vertegenwoordigers van de admiraliteit
zijn Donderdag uit Londen naar Berlijn
vertrokken, teneinde met de bevoegde
Duitsche autoriteiten de problemen te be
spreken, welke voortvloeien uit bovenge
noemde bekendmaking.
De bepalingen van het vlootverdrag.
Reuter herinnert er aan, dat Duitschland
er in de EngelschDuitsche vlootovereen
komst in toestemde in de categorie der
duikbooten zijn vloot te beperken tot 45
pet. van de totale tonnage der Britsche
duikbooten.
Er werd echter verder overeengekomen,
dat Duitschland wanneer het van oor
deel was, dat de omstandigheden zulks
noodig maakten het recht heeft duik
booten te bouwen tot een totale tonnage,
gelijk aan de Engelsche. Duitschland heeft
thans bekend gemaakt, dat het van dit
recht gebruik maakt. Bij het vlootverdrag
echter was tevens overeengekomen, dat al
vorens een dergelijke versterkte vlootbouw
ten uitvoer zou worden gelegd, vriend
schappelijke besprekingen zouden worden
gevoerd tusschen de Engelsche en Duitsche
regeeringen. Op den grondslag van deze
laatste clausule nu is de Britsche delegatie
naar Berlijn gegaan.
Te verstaan wordt gegeven, dat de Brit
sche delegatie tot taak heeft inlichtingen
in te winnen ten aanzien van Jen aard der
omstandigheden, welke de Duitsche regee
ring tot de meening gebracht hebben, dat
het noodzakelijk is den bouw van Duitsche
duikbooten te vergrooten. Men wijst er te
Londen op, dat Duitschland met de onder
havige bekendmaking niet meer doet dan
zijn recht is volgens het EngelschDuit
sche vlootverdrag. Maar men hoopt toch,
dat algs gevolg van de besprekingen met Ber
lijn de Duitsche regeering wegen zal vin
den om Engeland tegemoet te komen op
verschillende punten, welke de Britsche de
legatie heeft naar voren te brengen.
Ten tijde van de onderteekening der
vloot overeenkomst had Engeland on
geveer 50,000 ton aan duikbooten. Thans
heeft Engeland duikbooten tot een ton
nage van 70,000.
Het verluidt, dat om een gelijk peil als
Engeland te bereiken, Duitschland on
geveer 45,000 ton aan duikbooten zou
moeten bouwen, aangezien het thans
een duikboot-vloot met een totale ton
nage van 25,000 heeft.
Aanpassing' noodzakelijk.
Aangezien de totale tonnage van de
Duitsche vloot voor alle categorieën vol
gens het Engelsch-Duitsche vlootver
drag beperkt blijft tot 35 pet. van de
totale tonnage van de Britsche vloot,
zal er een aanpassing moeten worden
uitgevoerd in de Duitsche categorieën
naast de duikbooten.
Met medewerking en goedkeuring van
Duitschland is het Duitsche voornemen
medegedeeld aan de andere mogendheden,
die het Londensche vlootverdrag en de bi
laterale overeenkomsten, die uit dat ver
drag voortvloeien, onderteekend hebbën.
De besprekingen te Berlijn
bevredigend verloopen.
Uit Berlijn meldt Reuter, dat het bezoek
van de Britsche delegatie te Berlijn eerst
bekend geworden is door de publicatie van
het communiqué.
De Engelsche delegatie bestaat uit admi
raal Cunningham, deputy-chief van den
Britschen marinestaf en drie andere ver
tegenwoordigers der admiraliteit De dele
gatie heeft gisteren den dag doorgebracht
met besprekingen met ambtenaren van het
Duitsche ministerie van marine. Zij' vertrekt
vadnaag weer naar Engeland. De Britsche
vloot-attaché te Berlijn, kapitein Troubridge,
is bij de gisteren gevoerde besprekingen
tegenwoordig geweest.
Van Duitsche zijde namen aan de bespre
kingen o.a. deel admiraal Rader, en schout
bij nacht Schniewing, chef van den Duit-
schen marinestaf.
Volgens den correspondent van Reuter te
Berlijn zijn de besprekingen over de aan
hangige vlootproblemen gisteren bevredi
gend verloopen. De Britsche delegatie ver
trekt Zaterdagmorgen.
De kwestie van de kruisers der a-klasse.
De marinemedewerker van de Times
schrijft:
De rechten, welke Duitschland volgens de
vloot-accoorden tusschen Duitschland en
Engeland van 18 Juni 1935 en 17 Juni 1937
heeft, en welke nog niet geldend zijn ge
maakt, betreffen duikbooten en kruisers
van de a-klasse. In het verdrag van 1935
beloofde Duitschland zich te houden aan een
limiet van 35 pet. van de Britsche vloot-
tonnage. Dit percentage zou in het alge
meen in acht worden genomen bij elke
klasse van oorlogsbodems, maar wat betreft
duikbooten, zou Duitschland het recht heb
ben op gelijke tonnage met het Britsche
rijk. Toen het verdrag in 1935 werd geslo
ten nam Duitschland echter op zich met
voorbehoud van zijn recht op 100 pet. voor-
loopig niet verder te gaan dan 45 pet., tot
dat er omstandigheden zouden ontstaan,
welke volgens de meening van Duitschland
een uitbreiding van de tonnage voor duik
booten noodzakelijk maakte. In dat geval
beloofde Duitschland zulks aan Engeland te
laten weten en er vriendschappelijke be
sprekingen over te voeren, voordat het zijn
recht tot aanbouw van meer duikbooten
zou laten gelden. Deze waarschuwing is bij
de nota, welke thans bekend is gemaakt,
geschied.
De kwestie van de kruisers der a-klasse
valt onder het accoord van 1937. Engeland
heeft vijftien van deze kruisers, die zes-
duims-kanonnen voeren. Duitschland zou er
dus vijf mogen hebben. Toen het accoord
werd geteekend, had Duitschland er slechts
drie en het zou zich daarmee tevreden heb
ben gesteld indien Rusland niet had ver
klaard zeven kruisers van die klasse te wil
len gaan bouwen. Weer verklaarde Duitsch
land toen pas over te zullen gaan tot aan
bouw van de ontbrekende twee kruisers
waar het nog recht op had, indien omstan
digheden daartoe dwongen. Het schijnt dat
de Duitsche regeering thans die bijzondere
omstandigheden aanwezig acht.
De gronden, waarop de Duitsche regee
ring het noodzakelijk acht tot vlootuitbrei-
ding over te gaan, zijn niet bekend gemaakt
en het is mogelijk, dat de Engelsche marine
deskundigen, die Donderdag in alle stilte te
Berlijn zijn aangekomen en die gisteren
reeds conferenties hebben gevoerd en die
hun besprekingen nog zullen voortzetten,
daarover nog kunnen onderhandelen. De al-
gemeene limiet van 35 pet. blijft gehand
haafd en indien Duitschland de tonnage
voor zekere klassen van oorlogsbodems wil
vergrooten, zal het zich bij andere klassen
beperkingen moeten opleggen. De keuze
van die klassen kan geen groote moeilijk
heden opleveren, want Duitschland is in
ettelijke categorieën nog niet tot de 35 pet,
waar het volgens het accoord recht op heeft,
gekomen. De vergrooting van de totale
tonnage van duikbooten, welke volgens het
verdrag geoorloofd is, is bovendien zoo
klein, dat het niet-bouwen van slechts een
slagschip er reeds tegen op zou wegen.
In het kader van de zuiveringsactie is
Vrijdag besloten tot strenger maatrege
len in de stad Toelkarem. Nadat ontdekt
was, dat twee raadsleden der stad bevel
voerden over de opstandelingen, en ze
gearresteerd waren, heeft een ciepgaand
onderzoek geleid tot de arrestatie van
Alle leden van den gemeeenteraad met
nog 250 andere personen. Er is een
curfew afgekondigd voor 24 uur.
In dezelfde streek is in het dorp Taiba een
felle strijd ontbrand tusschen rebellen en
Britsche troepen. Reeds zijn aan beide kan-
talrijke slachtoffers gevallen. Nabij Tiberias
hebben Joodsche leden der hulppolitie, die
tot taak hadden eén Joodsche kolonie te be
schermen, een geweervuur ontketend met
andere leden der wacht. De tragische vergis
sing, die zich in het donker voordeed, heeft
zes dooden geëischt.
In het geheele land blijven zich overigens
incidenten voordoen.
Naar het Chineesche persbureau
meldt, hebben vijftien Japansche vlieg
tuigen gisteren meer dan honderd bom
men laten vallen op Kweilin, een poli
tiek centrum in de provincie KwangsL
Ér zijn ontelbare slachtoffers gevallen.
O.a. is het Amerikaansche Baptistische
ziekenhuis in de asch gelegd.
Verder is Tsjangteh, in de provincie
Hoenan, door Japansche vliegtuigen gebom
bardeerd. Meer dan tweehonderd personen
werden gedood of gewond. Tenslotte ver
neemt het Chineesche persbureau nog, dat
op 17 dezer twee Japansche vliegtuigen in
West-Mongolië een bijeenkomst van Mon
golen en Chineezen ter gelegenheid van een
Mongoolsch feest met bommen en machine
geweervuur hebben bestookt. Hierbij wer
den tweehonderd Mongolen en honderd
Chineezen gedood.
Zie verder Buitenland pag. 3, 2e blad.
De strijd aan de Spaansche fronten duurt
voort in al zijn hevigheid en het ziet er al
meer naar uit, dat de beslissende slag nog
steeds uitblijft. Franco zal dit niet als een
teleurstelling beschouwen, want hij had het
jongste offensief op grootsche wijze inge
zet. Vandaar ook, dat de regeeringstroepen
eerste flinke klappen opliepen en zich pas
na eenige dagen konden herstellen. Toen is
dat was dan gisteren zelfs een tegen
offensief gekomen!
Zoodat nog steeds de partijen in even
wicht zijn.
Had Franco op een spoedige beslissing
gerekend? En had ook Mussolini daar op
gerekend? Men zou het haast zeggen, als
men het volgende leest.
Van welingelichte diplomatieke zijde te
Rome wordt n.1. medegedeeld, dat Musso
lini generaal Franco ten sterkste heeft aan
geraden, de monarchie in Spanje te her
stellen nog vóór de komst van Chamberlain
in Rome. In officieele Italiaansche kringen
daarentegen zegt men niets van een derge
lijk initiatief van Mussolini te weten, ter
wijl de woordvoerder van ex-koning Alfon-
so het bericht als een leugen brandmerkt,
eraan toevoegend, dat de kwestie van het
herstel der monarchie onmogelijk vóór het
einde van den burgeroorlog te berde ge
bracht kan worden.
De diplomatieke zegsman van den Uni
ted -press-correspondent houdt evenwel vol,
dat er redenen zijn, om bovengenoemd ge
rucht te gelooven en verklaart, dat in ver
antwoordelijke kringen de laatste dagen
steeds drukker geconfereerd is over de
kwestie van het herstel der Spaansche mo
narchie.
Mussolini zou Chamberlain voor een fait
accompli willen stellen, zoo mogelijk reeds
vóór midden Januari.
Volgens niet bevestigde berichten zou de
Duce voorts aan Chamberlain mededeelen,
dat Italië alle vrijwilligers uit Spanje zal
terugtrekken, op voorwaarde dat Engeland
Franco de rechten van oorlogvoerende toe
kent en dat het van Frankrijk de verzeke
ring loskrijgt, dat voortaan geen Fransche
vrijwilligers noch Fransch oorlogsmateriaal
meer naar Spanje zuDen worden gezonden.
Men veronderstelt verder, dat de Duce
een beroep zal doen op Chamberlairi's mo
narchistische gevoelens en hem erop zal
wijzen, dat het raadzaam is, Alfonso's zoon,
Don Juan, op den Spaanschen troon te
brengen.
In Italiaansche kringen wint intusschen
steeds meer de meening veld, dat het
Spaansche vraagstuk een groote rol bij de
a.s. BritschItaliaansche besprekingen zal
spelen.
IJ
De kwestie Italië—Frankrijk blijft ac
tueel!
De Giornale d'Italia wijst op een artikel
in de France Militaire, het orgaan van de
nationalistische Fransche militaire kringen,
waarin verklaard wordt, dat een conferen
tie over territoriale eischen ook Frankrijk
tegenover Italië wenschen zou kunnen
doen gelden, en wel de vereeniging van
Sardinië met Corsica, de annexatie of ont
wapening van het eiland Pantellaria (dat
tegenover Tunis ligt) en tenslotte de demi-
litarisatie van de Straat van Messina.
De Giornale wijst erop, dat Sardinië
nooit Fransch geweest is, en dat daar ook
nimmer een taal is gesproken, die op
Fransch lijkt. Nooit hebben zich in de ge
schiedenis van Sardinië oorlogen voorge
daan tegen de souvereiniteit van Italië, ter
wijl herinnerd kan worden aan tal van op
standen op Corsica tegen Frankrijk. Wat
Pantellaria betreft, verklaarthet blad, dat
dit versterkt is, zonder dat Italië zich. tot
het tegendeel verbonden had, en wel om
een tegenwicht te vormen tegen de ver
sterking van Bizerte, dat Frankrijk ver
sterkt heeft in strijd met het internationale
accoord van 1921. Op den derden eisch, al
dus het blad, behoeft zelfs niet eens te wor
den ingegaan.
Het is, zoo vervolgt de Giornale dan, al
leszins duidelijk, dat hier sprake is van een
poging, verwarring in de situatie te bren
gen, doch het is niet duidelijk, of dit ge
schiedt met het doel te provoceeren, dan
wel om een vraagstuk belachelijk te ma
ken, dat daarentegen moet worden behan
deld in een geest van loyauteit ten aanzien
van de onderteekende en niet nagekomen
pacten.
Tenslotte de Roemeensche buitenland-
sche politiek.
In een gisteren uitgesproken program
rede heeft de premier Imredy er naar ge
streefd, de door zijn regeering gevoerde
binnen- en buitenlandsche politiek te recht
vaardigen.
„De door mij vertegenwoordigde politiek
is een Hongaarsche politiek, die zich ten
doel stelt het Hongaarsche element in het
Karpathengebeid te versterken", zeide hij.
Vervolgens sprak hij lof uit over „de po
litiek van niet toegeven, die sedert twin
tig jaar door Hongarije is gevoerd, die haar
vruchten heeft afgeworpen en in staat
heeft gesteld om zonder bloedvergieten een
millioen Hongaarsche broeders te herwin
nen".
Dit resultaat, aldus Imredy in hoofdzaak
verder, is te danken aan den steun van de
mogendheden der as RomeBerlijn.
Hongarije is met Duitschland verbonden
door oude wapenbroederschap en met Ita
lië door de achting voor een vroegeren te
genstander.
„De doeleinden, die de twee groote mo
gendheden der as zich stellen, strekken er
toe, den Europeeschen vrede een hechter
grondslag te geven en een rechtvaardiger
Europeesche orde te scheppen, waarin Let
Hongaarsche element de rol zal spelen,
waarop het recht heeft.
Wij zetten onze buitenlandsche politiek
voort, die steunt op de as, maar wij zullen
haar voortzetten als een onafhankelijke na
tie bewust van zichzelve, die haar eigen
doeleinden nastreeft".
Zijn rede eindigend rechtvaardigde spr.
de nieuwe anti-Joodsche wet, die, narr hij
zeide, beantwoordt aan den elementairen
eisch tot bescherming van het ras.