PAM'S WONDERLIJKE AVONTUREN
De Overheid en de Zondagsrust
35iftne*i£attd
Mr. dr. L. E. Visser president
van den Hoogen Paad.
Vrachtauto reed het
trottoir op.
Een doode, twee gewonden.
De „Von Geusau" in het
ijs bekneld.
De stemmen, die het accent leggen op de godsdienstige
zijde van het vraagstuk, worden luider.
Brochure van Jhr. Rutgers van
Rozenburg.
GEMENGD NIEUWS.
2
TWEEDE BLAD.
Bij Kon. besluit van 3 Januari 1939
zijn benoemd bij den Hoogen Raad der
Nederlanden:
Tot president mr. dr. L. E. Visser,
thans vlce-president van gemelden raad,
Tot vice-president: prof. mr. B. M.
Taverne, thans raadsheer in gemelden
raad.
De nieuwe president van den Hoogen
Raad, mr. dr. L. E. Visser, is 21 Augustus
1871 te Amersfoort geboren. Aan de
Utrechtsche universiteit studeerde hij
rechts- en staatswetenschap. Na beëindiging
van zijn universitaire studie in 1894 vestig
de hij zich als advocaat en procureur te
Amsterdam. In 1897 werd hij benoemd tot
adjunct-commies bij het departement van
buitenlandsche zaken. Drie jaar later werd
hij bevorderd tot commies en in 1902 werd
hij toegelaten als privaat-docent in het
volkenrecht aan de gemeentelijke universi
teit van Amsterdam. Tevens werd hij be
noemd tot rechter-plaatsvervanger te Am
sterdam. In 1903 werd hij rechter te Rot
terdam en in 1911 vice-president van de
Rotterdamsche rechtbank. Op 1 Maart 1915
deed hij als raadsheer zijn intrede in den
Hoogen Raad der Nederlanden. Sinds 1933
was mr. Visser vice-president van ons hoog
ste rechtscollege. Den laatsten tijd presi
deerde hij de Kamer voor strafzaken van
den Hoogen Raad.
De heer Visser promoveerde op .een
proefschrift over: „De territoriale zee". Van
hem verscheen ook een bewerking van Kists
Handboek over handelsrecht. Hij Is ridder
in den Nederlandschen Leeuw en comman
deur Oranje-Nassau.
Niet alleen op juridisch terrein heeft de
heer Visser groote verdiensten. In het Jood-
sche leven van ons land neemt hij een zeer
vooraanstaande plaats in. Zoo is hij o.a. lid
van het comité voor bijzondere Joodsche
belangen en voorzitter van het Palestina
Opbouw Fonds.
DOOR MACHINE GEGREPEN.
Arbeider gedood.
In de Amsterdamsche Superfosfaatfabriek
aan de Vondelingenplaat te Rotterdam is
een ernstig ongeluk gebeurd, dat den 43-
jarigen molenbaas P. Spruyt, wonende in
voormalig Hoogvliet, het leven heeft gekost.
S. was bezig met het opbrengen van
een drijfriem op een schijf en bij dat
werk is hij door de machinerieën gegre
pen. Hij is tegen den grond geslagen
en zoo ernstig verminkt, dat men gerui-
men tijd noodig had om den man te
identificeeren.
De man is naar het ziekenhuis vervoerd.
Zijn verwondingen waren evenwel van dus
danig ernstigen aard, dat S. eenigen tijd
later is overleden.
Gistermiddag omstreeks vijf uur heeft
zich op het Rapenburgerplein te Am
sterdam een ernstig verkeersongeluk
voorgedaan, waarbij een vrouw het
leven verloor en haar zoontje werd ge
wond, terwijl ook een wielrijder kwet
suren opliep.
Een vrachtauto wilde rechts de Foelie
dwarsstraat inrijden. De chauffeur nam
echter de bocht verkeerd, waardoor de
wagen het trottoir opreed. Hier liepen een
dertigjarige vrouw met haar achtjarig
zoontje. Zij geraakten, evenals een veertig
jarige fietser, die juist kwam aanrijden,
bekneld tusschen de auto en den muur.
De vrouw, een bewoonster van de
Rapenburgerstraat, liep hoogst ernstige
verwondingen op, terwijl haar zoontje
en de wielrijder lichtere kwetsuren
kregen, hoofdzakelijk aan hoofd en
ledematen. De drie slachtoffers werden
door den G. G. en G. D. naar het Neder-
landsch Israëlietisch ziekenhuis overge
bracht, op weg waarheen de vrouw aan
haar wonden is bezweken.
Na te zijn verbonden konden de beide
andere slachtoffers het ziekenhuis ver
laten.
Bestuurder in arrest.
Naar wij vernemen is de 15-jarige chauf
feur van de vrachtauto, in den loop van den
avond aangehouden en in het politiebureau
Jonas Daniël Meyerplein ingesloten. De jon
gen was in dienst bij een expeditiefirma.
Zonder dat zijn patroon het wist, was hij
met de auto uitgereden met de bedoeling,
haar naar een loods te brengen.
VERKEER VAN RECHTS NIET VOOR
LATEN GAAN.
Gecompliceerde botsing het gevolg.
Gisteravond is op den hoek van den
Westersingel en de A-straat te Gro
ningen een gecompliceerde autobosting
ontstaan, waardoor een voetganger
ernstig werd gewond.
Doordat de autobestuurder P. J. van D.
uit Haarlemmermeer het verkeer van
rechts niet voor liet gaan, kwam hij in
botsing met twee andere auto's, waarvan
de eerste bestuurd werd door den heer
H. B. N. uit Groningen en de andere door
den heer H. M. uit Lauwerzeil.
Tengevolge van deze aanrijding kwam
de auto van Van D. op den daar liggenden
vluchtheuvel terecht, waar de 36-jarige
mevrouw F. H. stond. Zij werd ernstig ge
wond, met een gebroken heup en eenige
gebroken ribben opgenomen en naar het
Diaconessenhuis vervoerd. De auto's wer
den licht beschadigd.
De postboot von Geusau is gister
middag tusschen Urk en de Ketel door
het ijs ingesloten, zoodat het schip
vóór- noch achteruit kon.
Hoewel enkele berichten spraken van
een gevaarlijke positie van de Von Geusau
is, naar de directeur der N.V. Eerste Ur-
ker Stoomboot-maatschappij ons thans
mededeelt, uit de radiogesprekken met den
schipper van de postboot Von Geusau ten
onrechte afgeleid, dat het schip in nood
zou verkeeren.
Er is namelijk slechts bericht, dat het
vaartuig wegens het invallen van de
duisternis zijn pogingen om het eiland te
bereiken heeft moeten staken tot het
aanbreken van den dag. Om elf uur gister
avond werd van boord gemeld, dat alles
wel was en dat men zich naar kooi begaf.
Gisteravond om half zes is de ijsvlet
met 3 zakken post van het schip op Urk
teruggekeerd.
Hedenochtend zou de ijsvlet van Urk
opnieuw naar het schip gaan om post over
te nemen.
BOEDERIJ GEHEEL AFGEBRAND.
Het vee gered.
Vanmorgen is, vermoedelijk door kort
sluiting, brand ontstaan in de boerderij
van de familie Hoekstra te Oldeboorn.
Hoewel de brandweren uit Oldeboorn en
Akkrum spoedig ter plaatse waren, konden
zij niet verhinderen, dat de boerderij een
prooi der vlammen werd. Het vee kon men
tijdig in veiligheid brengen.
Verzekering dekt de schade.
HET WATERWILD EN DE VORST.
Bij de Vereeniging tot behoud van na
tuurmonumenten in Nederland en bij le
Nederlandsche vereeniging tot bescher
ming van vogels zijn den laatsten tijd tal
van berichten ingekomen, welke er op
wijzen, dat de in het wild levende vogels
ernstig geleden hebben onder het strenge
winterweer van de tweede helft van
December en dat talloozê vogels, ook die,
welke tot het waterwild behooren, omge
komen zijn.
In verband met deze berichten hebben de
beide vereenigingen een verzoek inge
diend bij den minister van economische
zaken om de jacht op waterwild eerder te
sluiten dan in den zomer van 1938 werd
vastgesteld.
GIDS VOOR DE LUCHTBESCHERMING.
Nieuwe, handige uitgifte van dc
Ned. Ver. voor Luchtbescherming
De luchtbescherming mag zich hier te
lande in de laatste maanden steeds meer
in de belangstelling van het publiek ver
heugen, hetgeen o.m. tot uiting komt door
de zeer bijzondere groei van de Neder
landsche Vereeniging voor Luchtbescher
ming (Nassau Ouwerkerkstraat 3, Den
Haag). Telde deze landelijke vereeniging
op 1 Januari 1938 nog slechts 20.000 leden,
op 1 dezer bedroeg het ledenaantal bijna
80.000.
Onderscheidene goed-verzjrgde ge
schriften en brochures deed de N. V. L.
naast de uitgifte van het maandblad
„Luchtgevaar" reeds in Korten tijd het
licht zien. Het aantal uitgaven is thans
weer met.één vermeerderd; de keuze hier
van lijkt ons zeer geslaagd. Het betreft nl.
een „Gids voor de Luchtbescherming-
1939". Uit den titel mag geconcludeerd
worden, dat de vereeniging van plan is,
elk jaar tot een dergelijke uitgifte over te
gaan.
Crisis-publicatie.
STEUN VLAS OOGST .937.
Van bevoegde zijde wordt bekend ge
maakt, dat de steunmaatregelen voor vlas
van den oogst 1937 zullen worden inge
trokken, met dien verstande echter, dat
partijen vlas van den oogst 1937 nog wel
in aanmerking kunnen komen voor een
bewerkingspremie, mits deze partijen vóór
11 Januari a.s. schriftelijk aan de Neder
landsche Akkerbouwcentrale, Bezuiden-
hout 15, den Haag zijn opgegeven. Bij deze
opgave dient tevens vermeld te worden,
of de partijen reeds in bewerking zijn ge
nomen en reeds onder contróle der vlas
controleurs staan.
Ten.genoege van de genoemde Centrale
zal dienen te worden aangetoond, dat de
opgegeven partijen afkomstig zijn van den
oogst 1937. Voor partijen, welke thans
onder toezicht der vlascontroleurs staan,
kan te dien einde worden volstaan met een
vermelding van het perceelnummer en het
nummer van het herkomstbewijs.
's-Gravenhage, 3 Januari 1939.
In dezen gids wordt in het kort aange
geven, hetgeen iedere Nederlander van de
noodzakelijkste maatregelen inzake lucht
bescherming moet weten.
Wat de „wenken voor het platteland"
betreft, hier zijn beknopt samengevat voor
de eerste maal in ons land, tal van de zoo
dringend noodige maatregelen vermeld,
welke de boer, vóór en né een luchtaanval
heeft te nemen.
Ook de „Medische Wenken", op deskun
dige wijze besproken, worden thans voor
de eerste maal onder de aandacht van het
geheele volk gebracht.
Opgenomen zijn voorts „Aanwijzigingen
voor iederen Nederlander", terwijl een
korte uiteenzetting van de wet betreffende
bescherming tegen luchtaanvallen mede
opgenomen is.
PROF. MR. DR. H. W. C. BORDEWIJK
OVERLEDEN.
In den afgeloopen nacht is te Gro
ningen te zijnen huize, na een langdu-
rige ziekte, in den ouderdam van 59
jaar overleden prof. mr. dr. H. W. C.
Bordewijk, hoogleeraar aan de Univer
siteit te Groningen.
HULDIGING
JHR. MR. DR. E. A. VAN BERESTEYN.
Voorzitter Centrale Vereeniging
voor Openbare Leeszalen jubileert.
In het gebouw der Openbare Leeszaal aan
de Voetiusstraat te Utrecht is gistermiddag
jhr. mr. dr. E. A. van Beresteyn gehuldigd
in verband met zijn zilveren jubileum als
voorzitter van de Centrale Vereeniging voor
Openbare Leeszalen in JSTederland.
De feestredenaar, dr. H. R. Greve, her
innerde aan de opkomst der Leeszalen in
ons land. Namens de Centrale Vereeniging
bood spr. een bronzen plaquette aan, daar
bij den jubilaris schetsend als wetgever
advocaat, diplomaat, idealist en politicus.
Nadat nog enkele personen het woord
gevoerd hadden, dankte de jubilaris de
verschillende sprekers. Hij zeide in de toe
komst nog veel in het belang van de open
bare leeszalen te willen doen. Voor ons lees
zaalwezen is, aldus spreker, nog een mooie
toekomst weggelegd.
PRIJSVRAAG
„NEDERLANDSCH FABRIKAAT".
De Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat"
leeft een prijsvraag uitgeschreven, met als
ratsten datum van inzending 15 April. Ge
vraagd wordt een beschouwing over de
gevolgen, welke er voor onze Nederlandsche
Volkshuishouding uitvoortvloeien, indien
er hier te lande een gezonde voorkeur aan
binnenlandsche. boven buitenlandsche ar
tikelen wordt gegeven.
De inzendingen worden beoordeeld door
een commissie, bestaande uit de heeren dr.
ir. M. H. Dsmme, voorzitter der Vereeni
ging „Nederlandsch Fabrikaat" te 's-Graven
hage; prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen, di
recteur der Stroomverkoop Mij. te Maas
tricht; S. Hepkema, directeur der Coöp.
Condensfabriek „Friesland" te Leeuwarden;
dr. H. M. Horschfeld, directeur-generaal van
Handel en Nijverheid te 's-Gravenhage en
prof. mr. P. Lieftinck, hoogleeraar in de
Economie te Rotterdam.
Prijzen zijn een verguld zilveren eere
legpenning, benevens een bedrag van 150
en verder twee zilveren penningen.
Nadere gegevens worden door de Vereeni
ging „Nederlandsch Fabrikaat" te 's-Graven
hage op aanvraag toegezonden.
49. Met vereende krachten worden de beide bewakers
door Pam en de kabouters verder omhoog gehesen. Het
is een zwaar karwei, doch eindelijk worden dc rovers
door het gat naar binnen gesleept.
50. Nu worden zij stevig gebonden, zodat zij zich niet
kunnen bewegen. De gelegenheid voor de kabouters om
te ontvluchten isnu gunstig.
Uitgegeven door de Vereeniging „De
Savornin Lohman-fonds", verscheen van de
hand van jhr. mr. J. W. H. Rutgers van Ro
zenburg een brochure over „De Overheid en
de Zondagrust", waaraan wij het volgende
ontleenen:
Uitgaande van een in 1897 verschenen
Leidsch proefschrift, verdedigd door J. A. N-
Patijn over 't vraagstuk „Zondagswetgeving"
betoogt de schrijver dat in ons land de be
langstelling voor dit vraagstuk de laatste
jaren weeer meer ontwaakt, maar men kan
haar niet algemeen noemen en zij gaat hoofd
zakelijk uit naar een schijndoode, de wet
van 1 Maart 1815. De verklaring van deze
geluwde belangstelling ligt voor de hand.
Men kan de Zondagsrust beschouwen als een
godsdienstig, maar ook als een sociaal vraag
stuk. De belangstelling in de tweede helft
van de vorige eeuw ging wel hoofdzakelijk
uit naar de sociale zijde van het vraagstuk,
de „Arbeiterschutz", zooals de agenda var,
het in bovengenoemd proefschrift gerele
veerd Ziiricher congres aangaf.
Aan het zich daarbij openbarende verlan
gen naar een wekelijksche rustdag, is sedert,
hier en elders grootendeels voldaan, de „ver
zadigden" rusten op hun lauweren en steken
den degen in de scheede. Maar zij, die het
accent leggen op de godsdienstige zijde van
het vraagstuk, zijn dankbaar maar niet vol
daan, en de stemmen die verwijzen naar de
dood-verklaarde wet van 1815 worden tal
rijker en luider.
Bij de beraadslagingen in de Tweede Ka
mer in November 1937 is de meening uitge
sproken, dat aan de wet van 1815 hoofdzake
lijk ten grondslag ligt de gedachte, dat de
Overheid alleen töt taak zou hebben de be
scherming van het ongestoord uitoefenen
van den eeredienst. Deze meening schijnt
de schrijver dezer brochure niet te verdedi
gen.
De wet is lange jaren weinig toegepast.
In 1897 schreef Patijn in zijn aangehaalde
dissertatie: „De onbruikbaarheid dezer
wet is zoo algemeen erkend, dat ze haast
niet meer wordt toegepast". En toen de bur
gemeester van Haarleme in 1897 de politie
opdroeg de wet toe te passen, kwam hij des
wege in scherp conflict met' de regeering,
waardoor met deze poging geen succes werd
bereikt.
Langzamerhand kwamen echter in de op
vattingen verandering.
Schrijver herinnert dan eraan hoe op 1 Mei
1920 een ontwerp Zondagswet bij de Tweede
Kamer is ingediend door minister Ruys de
Beerenbrouck.
Echter wees de minister in November 1937
in de Tweede Kamer op „moeilijkheden, die
niemand met één slag op zij kan zetten".
Schr. noemt o.a. de volkomen negatie in tal
rijke gemeenten van de eischen die de Zon
dagswet stelt, anderzijds het feit, dat wan
neer de locale overheid zich opmaakt om
zelf regelingen te geven, dit stuit op bepalin
gen van de Zondagswet, waardoor haar ver
ordeningen onverbindend worden verklaard.
Bij de beraadslagingen in de Tweede Ka
mer van November 1937 werd van enkele
zijden aangedrongen op krachtige hand
having van de bestaande wet. Nu is, gelijk
reeds eerder gezegd, handhaving van onver
schillig welke wet wenschelijk; wordt een
wet om welke reden ook niet nageleefd, dan
behoort zij te worden ingetrokken. Maar
strenge handhaving van deze wet levert wel
ernstige moeilijkheden op, wetstechnische
èn practische.
De houding der overheid.
Welke houding heeft nu de Overheid
tegenover het vraagstuk van de Zondagsrust
in te nemen?
Er is ongetwijfeld een deele van onze be
volking, dat den toestand liefst wil laten als
hij is, en de wet rustig wil laten doorslui
meren.
Er is een deel, dat krachtige handhaving
van de wet wil.
Er is een deel, dat door wijziging van de
bestaande wet of door een nieuwe wet een
oplossing wil, die redelijkerwijze voor allen
aanvaardbaar is.
De Regeering is van oordeel, dat voor
zichtigheid hier geboden is in verband met
de zoo zeer uiteenloopende opvattingen en
wenschen der bevolking.
Voor deze opvatting is ongetwijfeld iets te
zeggen.
In het algemeen moet de wetgever niet
ruw ingrijpen in het maatschappelijk leven.
Niemand zal betwisten, dat de wetgever
steeds heeft te rekenen met de zeden en ge
woonten van zijn volk", schreef terecht
Lohman in zijn werk.
„Onze Constitutie". Maar dit rekenen met
bestaande zeden beteekent niet, dat de wet
gever deze slechts heeft te registreeren,
m. a. w. dat de zeden steeds voorop moeten
gaan en de wetgever moet volgen.
Het schijnt jhr. Rutgers van Rozenburg
meer aangewezen om de oplossing te zoeken
in het tot stand brengen van een nieuwe
wet. Wijziging van de zoo zeer verouderde
wet zou neerkomen op het zetten van een
nieuwe lap op een oud kleed.
Ook nu zal het Kabinet een zwaren strijd
wachten. Zelfs tusschen hen, die met ons de
godsdienstige beteekenis van de Zondagsrust
op den voorgrond plaatsen of wil men, als
uitgangspunt nemen, bestaat wat de uitvoe
ring betreft belangrijk verschil van gevoe
len, schommelend tusschen het stellen van
maximale en minimale eischen. Aan een
wet, die algemeen volledige bevrediging zal
schenken, behoeft dus niet te worden ge
dacht.
Wat de schrijver wil.
Naar de meening van den schrijver dezer
brochure moet voorop staan, dat in elk geval
des Zondags tot 12 uur alle openbare arbeid,
sportwedstrijden en vermakelijkheden moe
ten verboden zijn. Kermissen en optochten
evenals muziek en luidruchtig venten op of
aan den openbaren weg behooren den ge-
heelen Zondag uitgesloten te worden.
Dispensatie-bevoegdheid, indien noodig,
moet alleen toekomen aan den minister, met
de uitvoering der wet belast, en slechts ln
gevallen in de wet aangegeven. De dispen
satie-bevoegdheden in de bestaande wet aan
de plaatselijke besturen toegekend, achten
wij uit den booze. Deze moeten er toe lei
den, dat in vele, waaronder de grootste ge
meenten, het beginsel van de wet zou wor
den doorbroken. Dit is ontoelaatbaar.
Wel acht Schr. het gewenscht in de wet de
bevoegdheid der gemeentebesturen vast te
leggen om aanvullende regelingen te maken.
De wetgever, die het geheele land bestrijkt,
moet tot zekere hoogte rekening houden
met de zeden en gewoonten van het geheele
volk en is daardoor gedwongen zich zelf be
perking op te leggen, met „minium-eischen"
genoegen te nemen. Wil men deze plaatselijk
uitbreiden, dan mag de wet dit niet ver
hinderen.
Uit den aard der zaak moet de Overheid
door haar ambtenaren, beambten en perso
neel op Zondag slechts arbeid laten verrich
ten, voorzoover deze onvermijdelijk is. Dit
gelde ook voor het spoorweg- en ander ver
voer. Er is van regeeringszijde op gewezen,
dat de spoorwegen verplicht zijn te zorgen
voor het vervoer, dat zich aanmeldt. Maar
men kan dat vervoer remmen door beper
king van den treinenloop; dit geschiedt thans
reeds, maar in wel zeer beperkte mate. In
die richting zou men verder kunnen gaan. In
geen geval behoort dat vervoer te worden
bevorderd door goedkoope reisgelegenheden,
gezelschapsbiljetten of extra treinen met het
oog op sportdemonstraties, landdagen enz.
De vrije Zaterdagmiddag heeft het mogelijk
gemaakt deze, die vroeger slechts des Zon
dags konden worden gehouden, naar den Za
terdag over te brengen.
Schr. noemt het betreurenswaardig maar
duidelijk, dat velen voor deze godsdienstige
zijde van het vraagstuk van de Zondagsrust
niet voelen. Zij kunnen echter de oogen niet
sluiten voor het feit, dat voor een zeer groot
deel van ons volk die zijde van het vraag
stuk van nog grooter beteekenis is dan de
sociale zijde ervan. En dan mogen zij be
denken, dat waar aan hun sociale wenschen
grootendeels of geheel is voldaan, het in
hooge mate onbillijk ware geen rekening te
houden met de godsdienstige overwegingen
van hun medeburgers".
Raad van Beheer A.N.P. - In de vaca
ture van den heer F. H. H. Herold, directeur-
generaal van de Uitgevers Mij. „Neerlandia"
te Utrecht, die volgens rooster aftrad en niet
herkiesbaar was, is gekozen tot lid van den
Raad van Beheer van het Algemeen Neder
landsch Persbureau de heer C. M. Dosker,
directeur van „De Nieuwe Koerier, te Roer
mond.
Wat de N.Z.H.R.M. deed in 1938. - Ge
durende het jaar 1938 zijn de reddingsbooten
der N.Z.H.R.M. 43 maal uitgevaren voor het
verleenen van diensten aan in nood verkee-
rende schepen.
In totaal werden 14 reddingen verricht,
waarbij 61 schipbreukelingen werden gered.
37 van de 43 reddingtochten werden door
motorreddingbooten, de overige door roëi-
reddingbooten verricht.
Het totaal aantal geredde schipbreukelin
gen der reddingmij. sedert haar oprichting
steeg tot 6040.
Opdracht aan den kunstenaar M. Wieg
man. - Eenigen tijd geleden heeft het ge
meentebestuur van Amsterdam een vijftal
kunstenaars uitgenoodigd, een ontwerp te
maken voor een wandschildering in de oog
heelkundige polikliniek van het Wilhelmina-
gasthuis.
Drie schilders: G. V. A. Röling, J. S. Sjolle-
ma en Matthieu Wiegman hebben aan deze
uitnoodiging gevolg gegeven.
Een jury, bestaande uit prof. H. M. E
Campendonk, hoogleeraar in de monumen
tale schilderkunst aan de Rijksakademie van
beeldende kunsten, Leo Gestel, kunstschil
der en ir. A. R. Hulshoff, stadsarchitect,
heeft het ontwerp van Matthieu Wiegman
voor uitvoering aanbevolen. Overeenkomstig
het advies der jury is aan dezen kunstenaar
opdracht tot uitvoering van de wandschil
dering gegeven.
Bezoek na sluitingstijd bij „Lido". - Het
restaurant „Lido" aan de Leidschekade te
Amsterdam heeft vannacht bezoek gehad
van minder geziene gasten. Waarschijnlijk
hebben zij zich laten insluiten, want er zijn
geen sporen van braak te vinden. De dieven
hebben op hun ronde door het restaurant
weinig van hun gading gevonden. Een paar
doosjes sigaretten, twintig gulden klein geld
uit het kastje van de telefoonjuffrouw en
een paar postzegels. En dat was alles.
Een honderdjarige. - Op Maandag 9
Januari hoopt de weduwe Johannes Erne,
geboren Pieternella Verrips, wonende te
Westbroek (Utrecht) haar lOOsten geboorte
dag te vieren.
~Z Pr' ColUn in Zwitserland. - De Neder
landsche minister-president dr. H. Colijn is
te Klosters ,Zw.) met zijn echtgenoote aan
gekomen om er gedurende eenigen tijd te
verblijven.
ZES verschillende persen staan altijd klaar
voor
UW DRUKWERK.
DRUKKERIJ COSTER.
ALKMAAKSCllE COURANT. TEL. 3320.