8 8 PAMS WONDERLIJKE AVONTUREN De Nederlcmdsche vrouw eri het Roode Kruis in oorlogstijd. Dr. H. K. Offerhaus, Hoofd van het Ziekenhuiswezen van het Nederlandsche Roode Kruis, zet eenige misvattingen recht. GEMENGD NIEUWS. TWEEDE BLAD. 3 Zaterdag 7 Januari. HILVERSUM, 1875 en 301,5 M. (VARA-uitz.) 8.— Gr.pl. (8.16 Ber.) 10.VPRO-morgen wij ding. 10.20 Voor arb. in de Continubedr. 12. Gr.pl. (12.15 Ber.) 1.Orgelspel en gr.pl. 2.'Vegetarisme en eco nomie, causerie. 2.153.Piano- voordr. 3.05 Muz. causerie met gr.- pL-illustraties. 3.35 R'damsch piano kwartet, 4.30 Esperanto-uitz. 4.50 Gr.pl. 5.30 Filmland. 6.Orgelspel. 6.30 Groningsche uitz. 7.VARA- kalender. 7.05 Gr.pl. 7.10 Politiek radiojournaal. (7.30 VPRO: Nu Kerstmis weer voorbij is, causerie) 8.— Herh. SOS-ber. 8.03 ANP-ber., VARA-Varia. 8.15 Voor schakers. 8.16 VAR A-orkest en solist. 9.Op nieuw de VARA vooruit!, causerie. Hierna gr.pl. 9.15 En nuOké. 10.30 ANP-ber. 10.35 Zang, orgel en spreker. 11.Souvenir-orkest en solist. 11.30 De Ramblers. 11.55 12.Gr.pl. HILVERSUM, 415,5 M. (KRO-uitz.) (4.-5.— HIRO). 8.—9.15 Gr.pl. (8.15 Ber.) 10.— Gr.pl. 1130 Godsd. causerie. 12.Ber. 12.15 KRO- orkest. 1.1.20 Gr.pl.) 3.Voor de rijpere jeugd. Z.30 Gr.pl. 2.45 Kin deruur. 4.Gr.pl. 4.05 Causerie: Het Bellamy-jaar 1939: Een stap naar een betere samenleving. 4.20 Gr.pl. 4.25 Bij de jaarwisseling, causerie. 4.40 Gr.pl. 4.45 Causerie: De toestanden in het Hiernamaals. 5.KRO-melodisten en solist. 5.30 Esperantonieuws. 5.45 KRO-Nachte- gaaltjes. 6.15 Gr.pi. 6.20 Journ. weekoverzicht. 6.45 Ber., gr.pl. 7. Ber. 7.15 Causerie: Het bevolkings vraagstuk (I). 7.35 Act. aetherflit- sen. 8.ANP-ber., KRO-mededee- lingen. 8.15 Meditatie met muz. omlijsting. 8.35 Gr.pl. 8.45 KRO- orkest. 9.15 Selectie „Polenblut", operette. 9.35 Revue-progr. 10.05 KRO-melodisten en solist. 10.30 ANP-ber. 10.40 Filmpr. 10.5512. Gr.pl. DROITWICH, 1500 M. 11.20. Piano- voordr. 11.50 Orgelspel. 12.20 Gr.pl. 1.20 Alfred van Dam en zijn orkest. 2.20 Pianovoordr. 2.50 Falkman en zijn Apache-orkest. 3.20 Sportrep. 4.05 Gr.pl. 4.35 BBC-Revue-orkest en -koor en solisten. 5.20 H. Rignoid en zijn concert-orkest. 6.20 Ber. 6.50 Sportpr. 7.05 BBC-Harmonie- orkest. 7.50 Act. progr. 8.20 Music- Hall-progr. 9.20 Ber. 9.45 Amer, overzicht. 10.BBC-Thea ter-orkest en solist. 11.05 Deel. 11.20 Jack Harris en zijn Band. 11.5012.20 Dansmuziek (gr.pl.) RADIO PARIS, 1648 M. 7.55, 9—, 10.—, 10.25 en 11.20 Gr.pl. 12.30 Zang. 1.05 Gras-orkest. 2.40 Gr.pl. 2.50 Zang. 3.50 Vioolvoordr. 5. Stubb-kwartet. 7.15 Gr.pl. 7.20 Pas- cal-orkest. 8.35 Pianovoordr. 8.50 RadiotooneeL 9.30 Variété-progr. 10.25 Symph.-concert mmv. soliste. 10.50 Gr.pl. 11.20—12.50 Jo Bouil- lon's orkest. KEULEN, 456 M. 5.50 Gr.pl. 0.30 Walter Raatzke's orkest. 7.50 Dan- ziger Landesorkest. 11.20 en 12.35 Omroeporkest. 1.30 Gr.pl. 3.20 Ge varieerd progr. 5.55 Pianoduetten. 6.30 Concert. 7.30 Omroeporkest en een orkest van de Rijksarbeids dienst. 9.50 Hermann Hagestedt met zijn Amus.-orkest. 11.20 Gr.pl. 1.20 2.20 Nachtconcert. BRUSSEL, 322 en 484 M. 322 M 12.20 Gr.pL 12.50 en 1.30 Omroep orkest. 1.50 en 2.25 Gr.pl. 2.55 Bios cooporgelconcert. 3.20 Conservato rium-orkest en solist. 4.50 José- Guédariana-orkest. 6.20 Omroep orkest en soliste. 8.20 Militair orkest. 10.30 Populair concert. 11.20 —12.20 Gr.pl. 484 M.: 12.20 Gr.pl 1.en 1.30 Omroeporkest. 1.50 Gr.pl. 2.35 Marceau Burton's Mu- sette-ensemble. 4.20 en 5.10 Gr.pl. 5.35 Omroeporkest. 6.10 Gr.pl. 6.35 Pianovoordr. 7.35 Gr.pL 8.20 Om- roepsymph-orkest en soliste. 9.05 Omroepkoor en gr.pl. 9.40 Vervolg orkestconcert. 10.30 Omroepdans- orkest. Hierna tot 12.20 Gr.pl. DEUTSCHLANDSENDER, 1571 M. 7.30 Gev. progr. 9.20 Ber. 9.40 Sportrep. 9.50 Het Pozniak-Trio. 10.05 Ber. 10.20—12.10 Omroep orkest en solisten (opn.) GEMEENTELIJKE RADIODISTRIBUTIE. Lijn 1: Hilversum. Lijn 2: Hilversum. Lijn 3: Keulen 8.9.20, Parijs R. 9.20—9.30, Radio PTT Nord 9.30— 9.50, Normandië 9.5010.Parijs Radio 10.—10.20, Radio PTT Nord 10.20—11.20, Keulen 11.20—12.20, Brussel VI. 12.20—13.30, Keulen 13.3014.50, Brussel Fr. 14.50 15.20, Keulen 15.20—17.20, Dan- marks Radio 17.2017.35, Brussel Fr. 17.35—18.20, Brussel VI. 18.20 19.50, Keulen 19.5021.30, Parijs Radio 21.30—22.10, Brussel VI. 22.10 —22.30, Keulen 22.30—24.—. Lijn 4: Brussel VI. 8.9.20, Lu xemburg 9.2010.35, Lond. Reg. 10.35—11.50, Droitwich 11.50—23.05, Lond. Reg. 23.0523.20, Droitwicn 23.20—24.—. Lijn 5: Diversen. <j|) €5*© „ILLEGALE" VLUCHTELINGEN. Prof. dr. D. Cohen schrijft ons: Er zijn woorden, welker klank misver stand wekt. De uitdrukking „illegale vluch teling", ingeburgerd, hoewel zij officieel niet gebruikt wordt, moge formeel niet on juist zijn, zij is echter in feite onrecht vaardig. Want zij wekt den schijn, dat uit gewekenen van deze categorie door hun ten opzichte van Nederland onwettige daad als een soort misdadigers moeten worden be schouwd. In waarheid echter bestaan zij voor het grootste deel uit lieden, die steeds elk ernstig vergrijp tegen de wet een zonde hebben geacht; menschen dikwijls, die door hun vroom en oprecht leven een voorbeeld voor anderen zijn geweest. Het zijn in hoofdzaak rampzaligen, die om het naakte leven te redden niet eens voor zichzelf, maar terwille van hun ouders of hun vrouw en kinderen gevlucht zijn langs sluip wegen en door bosschen, in barre koude, op den grond slapend, in doodsangst spiedend naar het pad, dat hen naar het land van toevlucht en vrijheid zou leiden. Zeker, zij zijn zonder toestemming der regeering bin nengekomen en zij hebben hierdoor gehan deld tegen ambtelijke besluiten. Maar men moet hen hebben gezien, tezamen in de kampen, om te weten, dat elke kwade be doeling hun verre ligt: in alle ellende spie gelt veler gelaat nog het vergeestelijkt wezen van den denker, het vroom gemoed van den waarlijk geloovige, de kracht van den energieken werker, die voor zijn gezin heeft gezwoegd of voor een hoog ideaal heeft ge streden. Neen, de werkelijke schuld ligt niet bij hen. Die treft de veel grootere groep van waarlijk „illegalen", ginds in het land, dat hen uitdreef, die een andere, hoogere wet hebben overtreden: die van menschelijkheid en recht. Tegen den staat hebben zij niet gezondigd; deze heeft veeleer hun daden beschermd en verheerlijkt. Maar welke misdaad is grooter: bescherming te zoeken, met overtreding der landswet, bij een volk, dat de edelmoedigheid en grootheid van zijn karakter welhaast nooit schooner heeft ge toond dan in deze dagen óf daden te be drijven, onder bescherming van den staat, welke tot nu toe met alle gangbare wetten in strijd werden geacht? Godshuizen zijn in brand gestoken, mannen in bijzijn van vrouwen en kinderen met den dood bedreigd; grijsaards, uit den slaap gerukt, tot onteerende handelingen gedwongen: op wie rust de zwaarste schuld, op vervolgden of vervolgers? En wie zijn de goeden: zij, die dagen, weken lang soms, ondenkbare ontberingen hebben verdragen om zichzelf te behouden voor hen, die zij liefhebben of zij, die een gansche jeugd zoozeer tot haat hebben opgevoed, dat zij huizen van Joden binnendringt, huisraad en kostbaar heden vernietigt en menschenlevens voor altijd rampzalig maakt en kinderen scheidt van ouders en man van vrouw, en dit alles doet op bevel van anderen, maar ook ge dreven door een eigen begeerte, waaraan elk mededoogen vreemd is. En wie zondigen sterker tegen de wet: zij, die uit vrees voor de pijn van het concentratiekamp het liefste verlaten dat zij hebben, hun gezin, hun om geving, hun land, om zwerver te worden in een vreemde wereld, óf zij, die zonder vonnis honderdduizenden onschuldigen straffen om de schuld van een enkeling, en zonder rechterlijke uitspraak den moord van één wreken door honderdduizenden tot wan hoop te brengen en tot armoede en tot ramp spoed? Ik schrijf dit alles niet om een medelijden voor hen te wekken, dat immers geen roep stem noodig heeft. Ook niet, omdat ik de moeilijkheid van het probleem, dat hun aanwezigheid den staten stelt, misken. Maar alleen om hen, die al zoo zwaar getroffen zijn, althans te bevrijden van den smaad van hun naam. En tevens om te toonen, dat, zoo zij een wet overtraden, diegenen, die hen daartoe noodzaakten, hooger wet hebben geschonden. Men schrijft ons: De groote catastrofe van den oorlog is ons bespaard gebleven. Maar de dreiging is ge bleven. De bewapening wordt allerwegen in verhoogd tempo voortgezet. Hier en daar zijn de betrekkingen tusschen de mogend heden aanmerkelijk verbeterd en kan men van ontspanning spreken, op andere punten zijn geschilpunten op verontrustende wijze toegespitst. Doch geheel gerustgesteld zijn slechts enkelen. De eisch van voortdurende paraatheid is klemmender dan ooit te voren. Dit geldt ook voor het Nederlandsche Roode Kruis, dat immers in 1935 de enorme taak op zich nam, om zich in tijd van oorlog met de algeheele verzorging van de zieke en gewonde militairen in het evacuatiegebied te belasten. Een taak, die ontzaglijke eischen van oganisatorischen aard stelt, en waarvoor o.m., behalve eenige duizenden artsen en gediplomeerde verpleegsters, ook noodig zijn enkele duizenden Roode Kruis helpers (leden der transportcolonnes en 12 a 14000 helpsters. In de Augustusdagen van 1938 is toen door het Roode Kruis een beroep gedaan op de Nederlandsche vrouwen, om zich beschik baar te stellen cm opgeleid te worden tot helpster. De oproep gold toen tienduizend helpsters. Duizenden vrouwen en meisjes hebben zich toen aangemeld. Alom in den lande zijn bij de plaatselijke Afdeelingen van het Roode Kruis cursussen voor de opleiding tot helpster ingericht. In tal van plaatsen moesten door den grooten toeloop talrijke parallelcursussen gehouden worden. Intusschen zijn weer eenige maanden ver streken. En de vraag rijst: hoe staat het er nu mee? Wij laten hier het vraaggesprek daarover volgen, dat gehouden werd met dr. H. K. Offerhaus, hoofd van het Ziekenhuis wezen van het Nederlandsche Roode Kruis en auctor intellectualis van het mobilisatie plan. „En dokter, heeft u uw tienduizend help sters al bijeen?", luidde onze vraag. „Nog niet heelemaal", verklaarde dr. Of ferhaus", doch we zijn reeds een goed eind gevorderd. In Februari 1938 beschikten we nog slechts over 750 gediplomeerde help sters. Na den oproep in Augustus zijn er eenige duizenden leerling-helpsters bijge komen. In afdeelingen, waar tot nog toe slechts enkele helpsters opgeleid waren, heeft men cursussen moeten openen voor honderd en meer meisjes en vrouwen. Gebleken is wel, dat in tijd van oorlog op duizenden en dui zenden vrouwen gerekend kan worden. Over het algemeen is er zeer spontaan óp onzen oproep gereageerd. Maar deze vrou wen en meisjes moeten een grondige oplei ding ontvangen, willen zij, als de nood aan den man komt, als verplegende kracht waar de hebben. En daar is het toch om begon nen". „Op hoeveel schat u thans, na den jongsten aanwas, en wanneer zij straks haar opleiding beëindigd zullen hebben, het aantal help sters waarover u zult kunnen beschikken?" „Precies valt dit op het oogenblik nog niet te zeggen. Maar ik geloof het aantal help sters wel te mogen stellen op 5000, wel een geweldige verbetering dus binnen zoo kor ten tijd. Bovendien komen daar nog de help sters bij, die door het Wit-Gele Kruis wor den opgeleid. Er is namelijk in de spannen de dagen volledige overeenstemming be reikt met deze katholieke organisatie in zake de vorming van helpsters ten behoeve van het Roode Kruis. Overeengekomen werd, dat het Wit-Gele Kruis helpsters zal opleiden, die een zelfde examen zullen moe ten afleggen, als de Roode Kruis helpsters. Het hoofdbestuur zal ook toezicht kunnen uitoefenen op deze examens. De meisjes worden dan door het Wit-Gele Kruis ge diplomeerd doch in tijd van oorlog worden deze helpsters onder het Roode Kruis ge steld. Zij worden dan in de Roode Kruis organisatie opgenomen, al blijft het eigen vereenigingsverband gehandhaafd. Op deze wijze krijgt het Roode Kruis ook weer de beschikking over eenige duizenden gediplo meerde helpsters". De helpsters moeten in de eerste plaats opgeleid worden in elementaire verpleeg- kunst. De opleiding omvat ook eerste-hulp- bij-ongelukken, maar dit deel van den cur sus dient alleen om de meisjes eenig idee te geven van het menschelijk lichaam en zijn functies, alsmede van verschillende onge vallen, bloedingen enz. Het is echter de uitsluitende bedoeling van het Nederlandsche Roode Kruis om de helpsters te gebruiken in de ziekenhuizen en hulpziekenhuizen, en hoogstens in een enkelen hulppost van den luchtbescher mingsdienst. De meisjes zullen zich echter nooit op straat mogen begeven om daar hulp te verleenen, aangezien het voor jonge vrouwen een onmogelijkheid is, zich eeni- gen tijd met gasmaskers voor en van gas- kleeding voorzien op straat te bewegen, laat staan hulp te verleenen. In de ziekenhuizen komt het i.ooit voor dat helpsters en zelfs verpleegsters eerste- hulp-bij-ongelukken behoeven te verlee nen, zoodat zlfs het grootste aantal van de gediplomeerde verpleegsters niet op de hoogte is van eerste hulp. Het z.g. eenheidsdiploma is voor de help sters van het Roode Kruis dan ook niet al leen geen vereischte, maar het verwerven ervan zou te veel tijd in beslag nemen, ten koste van haar opleiding in elementaire verpleegkunst, waar juist zeer sterk den nadruk op moet worden gelegd. Mochten er helpsters zijn, die na verkre gen diploma 3e klasse alsnog een eenheids diploma-opleiding wehschen te volgen, dan bestaat daartegen natuurlijk geen bezwaar, doch het Roode Kruis verleent daarbij geen tusschenkomst. „En hoe staat het met het personeel der transportcolonnes?" Daar ligt de toestand geheel anders Sta tutair heeft het Roode Kruis te zorgen voor 2400 transportcolonnisten. Op het oogen blik bedraagt het aantal leden der plaatse lijke en mobiele transportcolonnes ca. 4000. Voor de transportcolonnes van het Roode Kruis zijn overigens de eischen wat oplei ding betreft juist andersom als bij de help sters. Deze helpers moeten n.L wel de eer ste hulp verleenen op straat en waar zulks noodig mocht zijn) Dus voor hen is het een heidsdiploma wel een vereischte en zij kunnen zelfs het diploma van helper nooit verwerven, alvorens zij het eenheidsdiplo ma-examen met goed gevolg hebben afge legd. De voorziening in voldoende geneeskun dig personeel is een punt, dat onze voortdu rende aandacht heeft. Wanneer u bedenkt, dat men rekening heeft te houden met de mogelijkheid van verzorging in oorlogstijd van tienduizenden zieken en gewonden, dan is het duidelijk, dat men groote aantallen artsen en gediplomeerde verpleegsters noo dig heeft. Ook voor de hulpposten der luchtbe schermingsdiensten voor de burgerij zijn doktoren noodig. Men is bezig dit alles te coördineeren. Er zal nu aan het Roode Kruis opgegeven worden, welke aantallen men als minimum denkt noodig te hebben, waarna door een centraal lichaam als de Maatschappij ter bevordering der Genees kunde zal worden nagegaan, hoe de ver deeling der beschikbare artsen moet ge schieden, om de verschillende diensten te verzekeren. Wat de gediplomeerde verpleegsters aangaat, heeft men berekend dat men in oorlogstijd 1100 van deze geroutineerde verpleegkrachten te kort komt. Er hebben namelijk reeds tal van gediplomeerde verpleegsters een verbintenis met het Roode Kruis aangegaan, om in oorlogstijd in dienst te treden. Men is er evenwel van overtuigd, dat men in tijd van nood de ontbrekende 1100 gediplomeerde ver pleegsters gemakkelijk uit het particuliere zal kunnen aanwerven". De helpster is, of ze nu le, 2e of 3e klasse is het meerendeel is derde klasse niets anders dan het woord aanduidt: „helpster", en absoluut geen verpleegster. Zij helpen bij de verpleging, onder leiding van de gediplomeerde verpleegsters en de artsen natuurlijk. Het zijn dus zuiver en alleen hulpkrachten en in tijd van oorlog worden ze op arbeidscontract te werk ge steld en gesalarieerd als leerling-ver pleegster. In verband met de aanzienlijke kosten, welke de uniformeering van al deze helpsters met zich brengt, is onlangs be sloten tot een vereenvoudiging van het helpsters-costuum. Zij krijgen nu een wit mouwschort en bijbehoorend wit mutsje, beide uitgemonsterd met rood kruis. Dit is voortaan het officiëele helpstercostuum, het dienstuniform van de helpsters, ook voor de hoogere rangen. Zooals men weet, is er onder het „tien milde-gevers-plan" onlangs 11.000 aan giften binnengekomen. Een deel van dit bedrag zal worden aangewend om in 1939 aan de gediplomeerde helpsters 3e klasse het nieuwe helpsters-uniformschort kos teloos te verstrekken. De afdeelingsbestu- ren kunnen daartoe hun aanvragen bij het hoofdbestuur inzenden. HET ONGELUK BIJ MEIRINGEN. De oorzaak van de sneeuwstorting. Omtrent het ongeluk op de Schwarz- wald-alp bij Meiringen in het Berner Oberland, waarbij de 18-jarige A. Con- standse uit Gorinchem door een lawine is gedood, vernemen wij nog het volgende: Het meisje maakte deel uit van een groep jeugdleden van de Ned. Reisver- eeniging, die onder leiding van een gedi plomeerden gids een tochtje maakten, dat zonder eenig gevaar scheen. Onderweg brachten echter eenige gem zen, die boven op een berg liepen, onvoor ziens een sneeuwstorting teweeg, met het reeds gemelde noodlottige gevolg De overige leden van het gezelschap bleven geheel ongedeerd. 53. Eindelijk zyn alle kabouters veilig in de boten. Pam geeft het sein tot vertrek. Hijzelf zal met de laatste boot volgen. Daar gaan ze, de vrijheid tegemoet. 54. Pam's celbewaker, die eens naar zijn gevangene kwam kijken, was zeer verwonderd, toen hij bemerkte dat de vogel gevlogen was. AANRIJDING MET DOODELIJK GEVOLG. Gistermiddag is te Leeuwarden een be stuurder van een driewieler, die tegelijk met een vrachtauto een stilstaanden wagen wilde passeeren, door de vrachtauto aan gereden en tegen den grond geworpen. Met verwondingen aan hoofd en schouder welke zich in den beginne niet ernstig lieten aanzien, is het slachtoffer, de onge veer veertigjarige gistkoopman S. uit Leeuwarden naar het Bonifacius hospitaal vervoerd. Zijn toestand verergerde echter dermate, dat de man in het begin van den avond overleden is. De „van Kinsbergen" van stapel geloo- pen. - Gistermiddag is van een der hellin gen van de Rotterdamsche Droogdok Maat schappij te Rotterdam het voor den Staat der Nederlanden in aanbouw zijnde artil lerie-instructieschip „van Kinsbergen" met goed gevolg te water gelaten. Omzet Aalsmeersche veiling gestegen. - De Centrale Aalsmeersche Veiling boekte over het afgeloopen jaar, vergeleken bij 1937, een omzetstijging van 57.713.51 gld. In totaal is voor 2.721.591.60 gld. verhandeld. De vergoeding van de Nederlandsche Sierteelt centrale beliep 69.641.34 gld., hetgeen 3.652.68 minder is dan het vorige jaar. Sleepbooten naar de „IJselstroom". - Hedenochtend vroeg zijn de sleepbooten „Jama" en „Mercur" van Urk naar de „IJselstroom" vertrokken, welk schip in het begin van de vorstperiode werd vermist, doch een dag later in het ijs bekneld bleek te zitten aan den zuidkant van het Enkhui- zer zand. Boternoteering. - De commissienotee- ring voor Nederlandsche boter is gister vast gesteld op 85 cent per K.G. De boterheffing. - Het bedrag van de heffing en de steunuitkeering op boter is, behoudens tusschen tij dsche wijziging, voor de week van 5 tot 12 Januari vastgesteld op 70 cent per K.G. Boternoteering Kopenhagen. - De offi ciëele boternoteering bedroeg gisteren 260 kronen per 100 K.G. is 99 cent. Mr. H. M. Planten directeur van het Algemeen Handelsblad. - In de gistermid dag gehouden vergadering van aandeelhou ders van het Algemeen Handelsblad N.V. te Amsterdam is in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer ir. A. Heldring, met algemeene stemmen gekozen tot directeur, de heer mr. H. M. Planten tè Wassenaar, directeur van de Algemeene Nederlandsche Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer te 's-Gravenhage. De nieuw benoemde directeur zal met ingang van 1 Maart a.s. zijn functie aanvaarden. Luit.-generaal E. F. Insinger overleden. - Woensdag is te 's-Gravenhage overleden de gep. luitenant-generaal E. F. Insinger, oud-commandant van het veldleger. Gene raal Insinger bereikte den leeftijd van 63 jaar. De teraardebestelling van zijn stoffelijk overschot zal geschieden Zaterdag a.s. op Oud Eijkenduinen te 's-Gravenhage. Mr. J. C. A. Everwijn f. - Gistermiddag is te zijnen huize te Noordwijk overleden mr. J. C. A. Everwjjn, oud-gezant van Ne derland te Washington. De heer Everwijn was van 1922 tot 1929 directeur van de Ne derlandsche Handelsmaatschappij. De over ledene was daarenboven gedurende vele jaren lid van het dagelij ksch bestuur van de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede. In November 1935 werd hij tot president dezer vereeniging gekozen, welke functie hij twee jaar vervuld heeft. Op verschillende samen komsten van de Unie van volkenbondsver- eenigingen vertegenwoordigde hij de Neder landsche afdeeling.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 7