FLITSEN VAN HET WITTE DOEK. Yeu and me Deanna Durbin, de ster uit „De Wildzang". IONZE BIOSCOPEN. Realistisch filmwerk met een eigen karakter. FRITZ LANG, regisseur van aparte films. SYLVIA S1DNEY en GEORGE RAFT. Haar ontdekking en opkomst. TWEE HOOFDNUMMERS. Roxy-theater. „Sneeuwwitje en de zeven dwergen," de schepping van den gevierden teekenaar Walt Disney, wordt in de nu begonnen filmweek, na gedurende drie weken in City-theater te zijn vertoond, nog gedraaid in Roxy-theater aan de Langestraat. Voor hen, die deze fraai gekleurde sprookjes- film nog niet zagen, dus een laatste kans om nog eens een paar uren weer terug te keeren tot den tijd, toen men in spanning luisterde naar het verhaal van de booze koningin en de lieve prinses, wier beleve nissen zoo juist bewezen het „wie goed doet, goed ontmoet." Aan dit hoofdnummer (in de Nederland- sche taal) gaat, na een goed Eclair-jour- naal, vooraf „De piloot verdween", een sensationeel verhaal uit de wereld der vliegeniers. Moed en dapperheid en ern stige plichtsbetrachting zijn wel de groote kenmerken van deze film, welke vooral opvallen tegenover de figuur van een los bol, die óók vlieger is en daardoor al eens een ramp heeft veroorzaakt. Zijn collega tevens medeminnaar kan op een keer, als Len een onjuiste voorstelling geeft van een vlucht in een storm, die door zijn toedoen geslaagd zou zijn, de handen niet thuis houden en dan is entslag zijn ftraf, want Len is de zoon van den direc teur. Kort daarop is Len op weg in een passagiersvlucht, die een zoo sensationeel einde zou nemen en waarbij de ontslagen Wad nog zulk een voorname rol zou spe len, evenals Kay, het meisje waarop beiden verliefd waren en waarmee Len dacht te trouwen. Hoe een en ander afloopt moet men zelf gaan zien. Deze film geeft gezonde sensatie, zon der in het banale te vervallen en mede om deze rolprent is een bezoek aan het Roxy- theater deze week zeer aan te bevelen. DIPLOMATIEKE ZENDING. City-Theater. In Ierland is een ditmaal gefantaseerden opstand uitgebroken en en de fanatieke Ieren deinzen voor geen middelen terug om den Engelschen vijand van hun eiland te jagen. Bomaanslagen, moorden, brandstich tingen, ze volgen elkaar op en in het hoofd kwartier der opstandelingen blijkt men uitstekend van alle plannen der Engelschen op de hoogte. Wanneer patrouilles Engelsche soldaten dit hoofdkwartier aanvallen, sneuvelt de leider met eenige van zijn getrouwen en dat maakt het volk nog opgewondener en nog meer bereid den strijd om de onafhan kelijkheid met alle denkbare middelen voort te zetten. Engeland zendt een van zijn groote di plomaten naar Ierland om den toestand te bestudeeren en hij is vergezeld van zijn dochter. Doordat zij weigeren in een pant serauto te stappen, die voor hen gereed staat, redden zij hun leven want de op standelingen forceeren een zoogenaamde aanrijding met deze auto. De man, die zich op dat oogenblik in de naaste omgeving bevindt is Dennis Ricordan, de leider van den opstand, maar hij geeft zich uit voor een student in de medicijnen, die toevallig ter plaatse was en men laat hem vrij. Den volgenden morgen gaat de dochter van den diplomaat de stad in en vindt een jongen, die zijn enkel verstuikte. Zij brengt hem met haar auto thuis zonder te weten, dat de knaap het zoontje is van den vroegeren lei der, die door de Engelschen gedood is. In het huis van den jongen ontmoet zij Ricor dan en deze ontmoeting is het begin van een groote liefde. Men begrijpt welke com plicaties hieruit voortkomen: de leider van den opstand ontmoet in het geheim de dochter van den diplomaat die naar Ier land is gekomen om in het bijzonder zijn opsporing te organiseeren. De gangen van het meisje worden nagegaan en Ricordan ontkomt ternauwernood aan een overval. Dan keert de diplomaat met zijn dochter naar Engeland terug en zij weet haar va der te overreden,- dat er met de opstande lingen overleg zal worden gepleegd. Zes van hen komen naar Londen waaronder Ri cordan, die op een avondpartij zijn geliefde ontmoet. Hij heeft zijn kameraden gezwo ren, dat hij haar niet meer zou spreken en hoewel de onderhandelaars den vrede naar Ierland brengen, besluiten de fanatieke lei ders Ricordan, in wien zij een verrader zien, te dooden. Terwijl hij in Ierland het verheugde volk toespreekt wordt er een schot op hem gelost en de laatste scène van man en vrouw speelt zich af bij zijn sterf bed. Brian Aherne speelt de rol van Ricor dan op onverbeterlijke wijze, maar bovenal blinkt het spel van Merle Oberon uit als de dochter van den diplomaat, die alles opof ferde om den man te krijgen, dien zij lief had. Vooraf een aardige één-acter, een screensong en veel beweegbare illustraties uit binnen- en buitenland. VERVAAGÖE SPOREN. Bioscoop-Theater Harmonie. Na het succes van Zarah Leander heb ben de regisseurs nog eens in Zweden rondgekeken en als nieuwste aanwinst uit het Zweedsche land brengt de Ufa thans in haar film „Vervaagde Sporen" Kristina Söderbaum, een vlotte temperamentvolle jonge actrice, die in deze film nu juist niet dadelijk zoo'n gemakkelijke rol krijgt te spelen. Naast haar treedt op onze landgenoot Frits van Dongen, die in het buitenland hard vooruit gaat. De film „Vervaagde Sporen" speelt in Parijs tijdens de groote Wereldtentoon stelling van 1867. Geweldige belangstel ling in de lichtstad. Ook Madeleine Law- rense, die twintig jaar Parijs voor Canada heeft verwisseld, keert er terug met haar dochter Séraphine. Nergens is een plaatsje open, maar dank zij de hulp van een jon gen dokter, Morot genaamd, krijgen moe der en dochter nachtlogiesj zij het in ver schillende hotels. Den volgenden dag blijkt er iets ernstigs gebeurd. Doch alles wordt zorgvuldig geheim gehouden. Seraphine's moeder is plotseling verdwenen. De doch ter is wanhopig, doch wat zij ook beproeft, overal stuit zij op geheimzinnigheid, zelfs bij Morot, die toch haar vriend en zelfs meer dan dat is. Na vele verwikkelingen wordt het geheim opgelost, wat voor Sera- Phme en Morot vooral een groot geluk is. Kiistina Söderbaum heeft zeer goed ge speeld en zal haar weg in filmland wel vinden. Frits van Dongen was een sympa thieke dokter, terwijl de overige rollen door zeer goede artisten waren bezet. Het voorprogramma bracht een uitge breid Paramount-Nieuws, een Profilti- journaal met een belangwekkend overzicht Tnon V09rnaamste gebeurtenissen uit 1938, toegelicht door Alex de Haas. Een paai muzikale films met enkele nieuwe en veirassende vondsten en een kort filmpje over het tot stand komen van een reclame film voltooiden het programma. MANNEQUIN. Victoria-theater. Een selfmade man: de sympathieke reeder John L. Hermesy. Rijk, maar toch nog de zelfde eenvoudige jongen uit het volk. Een meisje uit die kringen in de samenleving, waar werkloosheid en armoede de meeste slacntoffers maken en de ergste gevolgen hebben. Een uitzichtloos bestaan voor het meisje Jessie Cassidy juist voor haar, die nog veel van het leven verwacht: geluk, betere omstandigheden, een job voor EddieEn tenslotte Eddie Miller, haar man: slap, egoïstisch individu, dat zelfs geen poging waagt om door normaal werk zijn brood te verdienen. Dit zijn de drie hoofd personen: Hij, zij en de derde welke plaatste we hier het eerst noemden. En niet zonder reden, want deze zal tenslotte de juiste blijken te zijn. Dan is daar Jessie's familie: Een vader van het type Eddie Miller; een broer, die met een zekere virtuositeit weet te krenken en te tergen; een moeder, die, stil en gestagen door het noodlot haar taak doet: het huis in orde houden en vooral zorgen, dat het eten niet te laat op tafel komt Maar zij is het tenslotte toch, die Jessie waarschuwt voor een leven met Eddie als haar eigen huwelijk. En Jessie begrijpt: ze verlaat den man, die haar niet heeft ge geven wat ze van hem verwachtte en toch mocht verwachten. Langzaam dringt zich' intusschen „de derde in haar leven en langzaam voltrekt zich de verandering, die komen moést. John L. Hermesy negeert haar afwijzende houding en heeft maar één doel: Jessie. En hij be reikt dit tenslotte evenals zijn heele leven hiervan een voorbeeld geweest is. Hermesy, Miller en Jessie Cassidy worden gespeeld door resp. Spencer Tracy Alan Curtis en Joan Crawford. M. G. M. had moeilijk een betere keuze kunnen doen. Onder regie van Frank Borzage is het een boeiende speelfilm geworden. Uit het voorprogramma noemen we Fox en Ufanieuws uit het buitenland, Polygoon journaal en een kleurenfilmpje over Mexico. Zoo nu en dan komt Hollywood met een verrassing. In de film „Jij en ik" hebben we een film in een zeer bi- zondere stijl en met een heel eigen karakter hier en daar beslist revo- lutionnair van opvatting. Een en ander zoo zonder overdrijving en zoo kundig en beheerscht als alleen een gróót regisseur het kan presteeren. De man op wiens naam deze film staat is dan ook niet bepaald een onbekende. We mogen hem gerust een beroemheid noemen. Het is Fritz Lang. Sylvia Sidney en George Raft als de voorwaardelijk in vrijheid gestelden in „Jij en ik." Al heel vroeger vermaard geworden door zijn Duitsche films, zooals „Metropo lis" en „M", heeft Lang in Amerika op nieuw op fabelachtige wijze carrière ge maakt met het opzienbarende „Fury" en met „We only live once". Evenals in deze twee films behandelt Lang in „Jij en ik" weer iets actueels, iets van dezen tijd, iets dat uit het leven gegrepen is en dan niet bij voorkeur uit het luxe-leven zonder ware problemen, wat in de zoogenaamde „society"-films nogal eens tot uitdrukking komt. Bij Lang is alles ruiger, realisti scher, eerlijker, en daardoor aangrij pender. In „Jij en ik" brengt hij twee voorwaar- Twee markante typen uit Fritz Langs film „You and me". delijk in vrijheid gestelde gevangenen ten tooneele, een jonge man en een jonge vrouw wier liefde in strijd is met de Amerikaansche wet, die bepaalt, dat in het huwelijk treden verboden is gedurende den tijd, dat de veroordeeling loopt. In suggestieve beelden wordt de strijd van twee igedeclasseerden, Joe en Helen, die zich weer een plaats in de maatschappij willen veroveren, geteekend. Nadat een misverstand tusschen beiden de man weer dreigt te zullen doen terugvallen in het oude milieu komt tenslotte nog de wen ding ten goede: Na een mislukten inbraak van Joe schijnt alles verloren, doch Helen en haar „parole-officer" weten een oplos sing tot stand te brengen, die een nieuw begin zal beteekenen. In suggestieve 'beel den wordt hun probleem, en het groote probleem van het „mijn en dijn", dat de achtergrond van alles is, geschilderd. Zooals wij reeds zeiden: reeds bij de inzet treft het bizonder karakter van de film. Deze begint namelijk met het „Kas registerlied", een eigenaardig soort pro loog, op muziek van Kurt Weill, den com ponist op wiens naam ook het onvergete lijke „Drei Groschen Oper" staat. Kurt Weill componeerde trouwens alle muziek voor „Jij en ik", en het is niet in de laat ste plaats hierdoor dat de film zich zoo zeer onderscheidt van de doorsnee-pro ductie. De kenners weten welk een bizon- dere sfeer Weill met zijn muziek weet te scheppen, en regisseur Lang heeft ditmaal de muziek een zeer belangrijke plaats in het drama toegekend. Zelfs heeft Lang, in verband met de muziek, ditmaal een be paald revolutionnaire methode van re- gissfeeren toegepast, namelijk het „pre- scoring'. Terwijl tot dusver altijd de mu ziek gecomponeerd werd nadat de film was opgenomen en gemonteerd (waarbij de componist zich dus aanpaste aan het term po der handeling), heeft ditmaal Weill zijn muziek van tevoren kunnen maken. Tijdens het opnemen der speelscènes werd deze muziek ten gehoore gebracht om de spelers in de sfeer te brengen, en de spelactie is geheel parallel met de mu> ziek gemonteerd. Volgens Lang is de mu> ziek in sommige gevallen namelijk zulk een gewichtige factor voor de dramatische spanning, dat hij er de voorkeur aan gaf uit te gaan van een homogene muziek strook, waar niet meer in te knippen viel, en daar de beelstrook met zijn verschil lende camera-instellingen langs te mon- teeren. Lang experimenteerde reeds op kleine schaal met dit systeam in „Fury en „You only live once", maar in „Jij en ik" heeft het zijn beslag gekregen. En zoo speelt de muziek een groote rol in deze film, hoewel er slechts één eigenlijk lied in voorkomt: n.1. „Good for nothing", ge zongen door Carol Paige, en uiterst sug gestief met beelden geïllustreerd. Het ge noemde „Kasregisterlied" wordt grooten- deels „gezegd" op muziek. In de pers is ook melding gemaakt van een zoogenaamd „Kloplied", doch bij nader inzien is de benaming „lied" te oppervlak kig voor dit zeer interessante gedeelte van de film, waar beeld en geluid tot een uiterst indrukwekkend geheel zijn ver vlochten. Als aanloop tot deze scènes dient het geheime communicatie-systeem der gevangenen door middel van kloppen op de verwarmingsbuizen der gevangenis. In deze onderdeelen, en trouwens in de geheele film, toont Fritz Lang zich een regisseur met oorspronkelijke ideeën, en met een waar genie voor de kleinigheden, die een film zijn sfeer geven. Interessant is in verband daarmee een recente uitla ting van Fritz Lang, waarin hij zijn afkeer van afgezaagde filmbeelden tot uiting bracht. Hij gaf een complete opsomming van dingen, die hij beslist nooit in zijn films zou willen hebben. In de eerste plaats bijvoorbeeld de bewegende wijzers van een klok of een kalender in een of an deren vorm, als het er om gaat aan te geven, dat er een zekere tijd verstrijkt tus schen déze en de volgende handeling. Ook beschouwt hij het taboe om verandering van plaats aan te geven door middel van de draaiende wielen van een locomotief of met het geluid1 van een vliegtuig met lustig draaiende propellers. Lang wendt zich ook met afkeer af van de methode om met het breien of opvouwen van kleine kleertjes aan te geven, dat de heldin in blijde verwachting is. Evenmin zal men hem kunnen bewegen het gewicht van een gebeurtenis te onderstrepen met versch van de pers komende couranten. Ook vindt Lang dat de wisseling der jaargetijden nu al te vaak is v/eergegeven met boomen en bloemen. En als Lang een wildernis-film zou maken, zou men nu eens niet op den achtergrond het gedreun van de tomtoms hooren. In plaats van al deze gewraakte beelden stelt Lang nieuwe oorspronkelijke ideeën; hij beweert een lijstje te hebben, dat in al de genoemde gevallen voorziet. Hóé dan wel, wilde hij natuurlijk niet verklappen. Maar hoe hij de filmtaal bezigt, kan ieder een weer zien in zijn nieuwe film „Jij en ik", waarin hij met vaste hand een corps beproefde spelers als George Raft, Sylvia Sidney, Barton MacLane, Harry Carey, Roscoe Karns, enz. door een spannend drama van deze tijd leidt. Het moet wel de aandacht trekken ,dat Lang in zijn drie laatste films, m.a.w. alle films, die hij tot dusver in Amerika maak te, steeds Sylvia Sidney voor de vrouwe lijke hoofdrol heeft uitverkoren, hoewel hij niet steeds voor dezelfde maatschappij werkte. Dat kan geen toeval zijn. Men moet aannemen, dat Fritz Lang Sidney's dramatisch talent zeer hoog aanslaat, en toegegeven moet worden, dat men zich voor „Jij en ik" moeilijk een betere ver tolkster van de hoofdrol kan denken. Maar desondanks blijft het toch een bizonder verschijnsel, dat een regisseur zoo bij één ster „zweert". Wij hebben dat feitelijk alleen nog meegemaakt in het geval Dietrich—Von Sternberg. Zou zich hier een soortgelijke wederzijdsche inspiratie gaan openbaren? De mannelijke hoofdrol heeft ditmaal George Raft. Deze acteur, bekend uit een lange reeks Paramount-films, waaronder „Bolero", „umba" en „Elke avond acht uur", doet hierdoor definitief afstand van het type, dat men hem aanvankelijk bij voorkeur in zijn films verleende: dat van een man met een feilen kop en een koud hart. In Henry Hathaway's „De ondergang van de William Brown kreeg hij voor het eerst de gelegenheid een meer sympathiek karakter uit te beelden, en met die film heeft hij aller harten gewonnen. Het werd voor Raft het begin van een tweede car rière, waarin „Jij en ik" nu een waar hoogtepun' vormt. Deanna Durbin in „De Wildzang". De filmacteur en impressario, Jack Sherill merkte op een goeden dag een jong meisje op dat tijdens het Eddie Cantor radioprogramma voor de microfoon stond te zingen. Sherill wierp ziel. op als haar manager en liet haar een twee-acter spelen, waarvan het succes magertjes was. Hij had echter een overvloed van vertrouwen in zijn pupil en toen haar eerste groote film „Three smart girls" een kasmagneet zonder weerga bleek te zijn, kon hij zichzelf met reden de hand schudden. Thans kan men hem, met zijn duimen in zijn vest en groote sigaren rookend, langs den boulevard zien flaneeren, terwijl het meisje, Deanna Durbin, reeds aan haar vierde film bezig is en inmiddels Karimata- schepemmers vol dol lars binnengesleept heeft. De geheele fa milie Durbin deelt trouwens in de glorie van de jongste spruit en vader Durbin, die aan een bank verbon den was, heeft reeds lang zijn baantje aan den kapstok gehangen om tezamen met zijn vrouw Ada de omvangrijke werkzaam heden van Deanna te verlichten door o.a. haar fanmail van 9000 brieven per week te beantwoorden. Deanne's zuster Edith is onderwijzeres in Los Angeles en in feite is zij het, die de vocale capaciteiten van haar toen tien jarig zusje ontdekte en haar in de gele genheid stelde verder te studeeren. De Durbins zijn van huis uit Engelschen en afkomstig uit Manchester. Zij emi greerden naar Canada, waar Deanna in 1922 werd geboren. De familie had het nimmer 'breed, totdat Deanna eensklaps tot de meest populaire sterren van het witte doek behoorde en een gegarandeerd inkomen van 2400 per week het hare mocht noemen. Zij bewoont thans een prachtige villa in Beverley Hi'lls en geeft er vaak partijtjes, waarop de kinderen van beroemde sterren veelvuldig ver schijnen, terwijl ook haar boezemvrien dinnen Barbara Read en Judy Garland tot de geregelde gasten behooren. Indien men denkt dat Deanna door al dien roem en verafgoding een onuitstaan baar, over 't paard getild wicht is gewor den, heeft men 't glad mis. Dit is voor een groot gedeelte te danken aan haar moeder, mevrouw Ada Durbin, die zorgvuldig over haar dochtertje waakt en alles in het werk stelt om het onbedorven kinderlijke meisje van weleer tot een verstandige jongedame op te voeden. Deanne krijgt geregeld les van de studioonderwijzeres Mary West en gaat klokslag tien uur naar bed. Zij moet 's morgens haar glas melk drinken, krijgt ruimschoots gelegenheid om zich aan haar geliefde zwemsport te wijden en leert tusschen de bedrijven door hoe zij koken en bakken moet. Haar jurken en mantels getuigen van eenvoud en smaak en het gebruik van een lippenstift is haar ten strengste verboden. Zoo wordt Deanna Durbin, de heldin uit „De Wildzang", opgevoed. Zij werkt thans hard aan haar vierde film „That Certain Age", waarin Jackie Cooper haar tegen speler en „amant" is. Men kan namelijk een meisje, dat zoo zoetjesaan 17 jaar wordt, niet tot in den treure kinderrollen laten spelen en zoodoende heeft de studio- leiding van Universal een scenario laten schrijven, dat een, zij het kleine plaats voor het „boy meets girl" thema inruimt. De goede smaak, door de producers van de vorige Deanna Durbinfilms aan den dag gelegd, doet echter verwachten dat ook ditmaal een frischonschuldig en origineel product afgeleverd zal worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 12