DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Roetheensche aanslag op Munkacs.
Tsjecho-Slowaaksche granaten vielen
in de stad.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 1—5 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 6 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Zaterdag 7 Januari 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Incident voorloopig geluwd.
Beschuldigingen over en weer.
De beroering in de Britsch-
Indische vorstenlanden.
Een Britsche politieke agent
vermoord te Rampur.
De opmarsch der Franco
troepen.
Strijd aan het front van
Estremadura.
De algemeene toestand.
ALKMAARSGHE COURANT.
Het Hongaarsche telegraaf-agent-
schap meldt, dat gisternacht om 3 uur
40 min. van Tsjecho-Slowaaksche
zijde een aanval is gedaan op de Hon
gaarsche grensstad Munkacs.
De aanval zou zijn geopend door een
pnatserwagen, welke evenwel buiten
gevecht zou zijn gesteld en waarvan
de bemanning gevangen zou zijn ge
nomen. Hierop zoude Tsjecho-Slo
waaksche artillerie van de heuvels in
den omtrek Munkacs onder vuur heb
ben genomen.
Van Hongaarsche zijde zijn verster
kingen naar de stad gezonden: de
aanval is ten koste van zware offers
afgeslagen.
Hongarije protesteert.
De Hongaarsche regeering heeft onmid
dellijk geprotesteerd bij de gezanten van
Duitschland en Italië te Boedapest tegen
dezen aanval van Tsjecho-Slowaaksche
troepen en Oekrainsche vrijscharen op
Munkacs. Odk te Praag is een ernstig pro
test ingediend, waarin de Hongaarsche
regeering iedere verantwoordelijkheid voor
mogelijke gevolgen van de hand wijst.
Een aantal dooden.
Volgens Havas zijn er acht granaten op
Munkacs neergekomen. De Hongaarsche
artillerie zou het vuur niet beantwoord
hebben. Bij de gevechten zouden vier
Hongaarsche officieren en vijf soldaten,
benevens vijf Tsjechen gesneuveld zijn
Munkacs (in het Tsjechisch Mukacevo)
is bij de arbitrale uitspraak van 2 Novem
ber te Weenen aan Hongarije toegekend,
evenals Uzhorod, dat aanvankelijk door de
Roethenen als hoofdstad van hun land be
stemd was. Chust da; ook als door Hangarije
opgeëischt gebied staat aangegeven, doch
dat, met nog een heele streek ten Westen
ervan, Tsjecho-Slowaaksch gebleven is,
werd toen de hoofdstad. Van Roetheen-
schen kant werd er toen reeds op gewezen,
dat Uzhorod en Munkacs onmiskenbaar
Roetheensche steden waren. Het district
Mukacevo telde onder zijn bevolking vol
gens de Tsjecho-Slowaaksche volkstelling
van 1930 56 pet. Roethenen en slechts 18
pet. Hongaren.
Op 10 November werd de stad door .de
Hongaren bezet.
De eisch van een gezamenlijke Poolsch-
Hongaarsche grens, waardoor Roethenië of
geheel Hongaarsch zou zijn geworden of
tusschen Polen en Hongarije zou zijn ver
deeld, had in dit land en de rest van den
Tsjecho-Slowaakschen staat veel kwaad
bloed gezet en heeft veel achterdocht ach
tergelaten. Nog op 20 December van het
vorige jaar klaagden de Tsjechen over het
optreden van Hongaarsche benden in
Roethenië en over grensoverschrijdingen.
Zij hadden al eerder verscheidene Hon
garen over de grens gezet, een maatregel,
welke van den anderen kant prompt be
antwoord werd.
Ditmaal schijnt het offensief van Roe-
theenschen kant te zijn uitgegaan, doch wij
-"bikken nog niet over de lezing, welke
van Tsjecho-Slowaakschen kant van het
incident wordt gegeven.
Beschuldigingen over en weer.
Het Tsjecho-Slowaaksch-Hongaarsche
incident bij Munkacs schijnt in hoofd
zaak bijgelegd. Dit wordt uitdrukkelijk
gemeld in een bericht uit Boedapest,
waarin verder gezegd wordt, dat de
Hongaarsche zaakgelastige te Praag
van staatssecretaris Krno (de minister
van buitenlandsche zaken was afwezig)
betuigingen heeft ontvangen van leed
dezen over het incident. Een gemengde
Tsjecho-Slowaaksch-Hongaarsche com
missie zou vaststellen of de schuld aan
Tsjecho-Slowaaksche zijde lag en in
dit geval zouden de schuldigen ge
straft worden.
De berichten van beide zijden zijn in
volkomen tegenspraak met elkaar over
de aanleiding tot het incident. Een
Karpatho-Oekrainsch officier heeft
verklaard, dat gistermorgen vroeg een
Tsjecho-Slowaaksche patrouille van
drie man op eigen gebied overvallen is,
waarbij een gendarme aan de hand is
gewond. Daaruit zou de schietpartij
zijn voortgekomen.
De persdienst van de regeering der
Karpatho-Oekraine deelt verder mede, dat
Hongaarsche terroristen, zooals reeds meer
is geschied, bij de gemeente Orosveg, nabij
Munkacs, over de grens zijn gekomen en
Tsjecho-Slowaaksche grenswachten hebben
aangevallen. De terroristen werden door
Tsjecho-Slowaaksche soldaten over de
grens gedreyen. De persdienst ontkent, dat
Munkacs beschoten zou zijn.
Van Hongaarsche zijde wordt daarente
gen gewaagd van vrij uitgebreide aanval
len van de andere zijde, waarbij zelfs af-
deelingen van het Tsjecho-Slowaaksche
leger betrokken zouden zijn. De Hongaar
sche troepen zouden op Hongaarsch gebied
een pantserwagen, een mitrailleur en een
mortier hebben buitgemaakt, welke eigen
dom waren van het Tsjecho-Slowaaksche
leger. Ook werden eenige soldaten van het
geregelde Tsjechische leger gevangen- ge
nomen. De gevangenen zouden hebben me
degedeeld, dat een compagnie van het vier
de regiment infanterie van het Tsjecho-
Slowaaksche leger opdracht had gekregen
het dorp Oroszveg, dat op Hongaarsch ge
bied ligt, te bezetten. De Hongaarsche troe
pen zouden de aanvallen op Munckacs heb
ben afgeslagen en de aanvallers hebben
teruggedreven over de grens.
Het Hongaarsche persbureau bericht ten
slotte, „dat de Tsjecho-Slowaaksche artil
lerie te 14 u. 20 het vuur op Munkacs weer
heeft geopend". Tot nu toe zou vier tref
fers geconstateerd zijn.
Officieel communiqué van Praag.
Omtrent het incident is te Praag het vol
gende officieele communiqué gepubliceerd:
Vrijdagmorgen is in de omgeving van
Munkacs een incident voorgevallen van een
zekeren ernst, dat op het oogenblik het
voorwerp uitmaakt van een gedetailleerd
onderzoek. De Hongaarsche zaakgelastigde
heeft 's middags om half vijf een stap ge
daan bij het departement van buitenland
sche zaken, aan wien hij een memorandum
voorlegde, waarin de Tsjeche-Slowaaksche
regeering verantwoordelijk wordt gesteld.
Het ministerie van buitenlandsche zaken
behield zich voor, een antwoord te geven
na een gestreng onderzoek en wanneer zal
Op deze kaart is aangeven de Hongaarsche stad Munkacs (op de kaart Mukace.
waar thans een ernstig incident ontstaan is, zooals uit bovenstaande berichten blijkt.
zijn vastgesteld van welken kant het inci
dent geprovoceerd is. De zaakgelastigde
werd er van in kennis gesteld, dat volgens
de tot durverre ontvangen berichten, de
voornaamste Tsjecho-Slowaaksche verbin-
dings-officier zich op het oogenblik te
Munckacs bevindt, waar hij met de Hon
gaarsche verbindingsofficieren is overeen
gekomen, dat het onderzoek naar dit inci
dent zal worden toevertrouwd aan een ge
mengde Hongaarsch-Tsjechoslowaaksche
commissie".
De verbindingsofficier der Karpatho-
Oekrainsche regeering heeft over het inci
dent het volgende communiqué uitgegeven
(verspreid door het Duitsche Nieuwsbu
reau):
„Het is niet juist, dat Tsjecho-Slowaak
sche afdeelingen bij Munckacs Hongaarsche
troepen hebben overvallen. Op 6 Januari
des morgens om 3 uur 44, Is veeleer een
uit drie man bestaande Tsjecho-Slowaak
sche patrouille, tijdens een rondgang voor
de afbakeningslijn, overvallen. Daarbij is
een gendarme aan de -hand gewond. Daar
op is een schietpartij tusschen de beide
partijen ontstaan.
De onderhandelingen te Munkacs.
Van Hongaarsche zijde verneemt men het
volgende over de onderhandelingen die tot
bijlegging van het conflict te Munkacs zijn
gehouden:
Van Tsjecho-Slowaaksche zijde hebben
een kolonel en een majoor verzocht om een
onderhoud met Hongaarsche kringen ten
einde onderhandelingen te voeren. Van
Hongaarsche zijde werden een eerste luite
nant en de president van de rechtbank ge
zonden. De auto met de Hongaarsche gede
legeerden is met een machinegeweer be
schoten, waarbij de president van de
rechtbank aan het hoofd gewond werd. De
Tsjecho-Slowaaksche kolonel heeft ver
klaard, aldus dit bericht, dat het officiers
corps niets van den aanval wist. Misschien
had een onder-officier per abuis het bevel
gegeven tot den opmarsch van de pantser
wagens. Terwijl de Tsjecho-Slowaaksche ge
delegeerden in het raadhuis onderhandelden
zouden volgens ditzelfde bericht, de Tsje
cho-Slowaaksche batterijen het vuur op
Munkacs hebben voortgezet. Men vroeg
toen den Tsjecho-Slowaakschen kolonel hoe
het mogelijk was, dat de Tsjecho-Slowaken
tijdens de onderhandelingen de stad bescho
ten. De officier zou daarop geantwoord
hebben, dat hij de zaak zonderling achtte
maar niet in staat was het vuur te doen
staken. Intusschen zouden in de stad nog
zes granaten zijn ontploft.
Indruk in Berlijn en Rome.
Te Berlijn heeft, naar Havas verneemt,
het incident een pijnlijken indruk gemaakt,
waar men steeds verkondigt, dat de te
Weenen door Italië en Duitschland gevelde
scheidsrechterlijke uitspraak een definitieve
oplossing vormt en eindelijk pacificatie ge
bracht heeft in deze streek van Europa.
Bevoegde Duitsche kringen hellen er toe
over in dit incident een zelfstandig optreden
te zien van locale legerformaties, waarbij de
belanghebbende staten niet betrokken zijn.
Men streeft ernaar deze staten te beschou
wen als volledig voldaan over de uitspraak
van Weenen, die op "hun eigen verzoek is
gegeven. Men betreurt dit incident en geeft
te verstaan, dat het het voorwerp zal uit
maken van energieke vertoogen te Boeda
pest en Praag opdat de beide betrokken re
geeringen eindelijk en niet alleen in woor
den rekening houden met de arbitrage van
Weenen. Kortom, men is hier weinig vol
daan over de teekenen van „ongehoorzaam
heid" die zoowel in Hongarije als in Tsje-
cho-Slowakije aan den dag treden ten op
zichte van de scheidsrechterlijke uitspraak
van Weenen en men betreurt het te consta-
teeren, dat de verwachte pacificatie nog
niet tot stand is gekomen. Tot zoover deze
eerste commentaar uit Berlijn.
Italiaansche reserve.
De gebeurtenissen bij Munkacs hebben
levendige verrassing gewekt in Italiaansche
kringen, die zich echter van ieder com
mentaar onthouden. Het schijnt, dat men
over deze gebeurtenissen slechts beschikt
over materiaal uit Hongaarsche bron. De
pers publiceert dan ook deze berichten in
een voor Hongarije gunstigen zin, waarbij
zij den nadruk legt op den ernst van het
gebeurde en het, zooals b.v. de Tribuna,
voorstelt als „ernstige provocaties" van de
Tsjecho-Slowaken jegens Hongarije.
Nog steeds gevechten?
Het Hongaarsche telegraafagentschap
meldde gisteren laat in den avond, dat vol
gens toen pas binnengekomen berichten
de Tsjecho-Slowaaksche strijdkrachten nog
steeds op Munkacs schoten.
De Hongaarsche soldaten hebben de for-
meele order gekregen slechts tegenstand te
bieden, wanneer zij rechtstreeks zouden
worden aangevallen.
Nog een communiqué.
Het Hongaarsche telegraafagentschap
meldt voorts:
Volgens de laatste uit Munkacs ontvangen
berichten heeft het daar 's avonds gehouden
onderzoek gelegenheid gegeven met zeker
heid vast te stellen, dat de aanval op Mun
kacs uitsluitend door geregelde Tsjecho-
Slowaaksche troepen werd uitgevoerd.
Zoodra de Tsjecho-Slowaaksche afge
vaardigden om half zes de stad hadden ver
laten, heropenden de Tsjechen het vuur op
de stad.
Voorts wordt melding gemaakt van con
centraties van Tsjechische troepen in de
grensplaatsen.
Naar Reuter uit Cuttack, de hoofd
stad van Orissa, meldt, is majoor Bal-
zagette, een Britsche officier, die poli
tiek agent was in Orissa, te Rampur
voor het paleis van den radja door
een oproerige menigte vermoord.
Majoor Balzagette was gisteren te Ram
pur aangekomen naar aanleiding van de
berichten over den dreigenden toestand in
den staat van dien naam. Deze is het ge
volg van de aanhouding van enkele leden
van de Praja Mandal en de onwettig ver
klaring van deze beweging, welke streeft
naar meer deelneming van de bevolking in
de regeering. Balzagette, vergezeld van een
Indischen officier, was de menigte, welke
opgetrokken was naar het paleis, tegemoet
getreden. Toen zy weigerde aan zijn bevel
om uiteen te gaan gevolg te geven en
dreigde hem aan te vallen, trok hij zijn re
volver en schoot. De woedende menigte,
welke met stokken gewapend was, drong
daarop om hem heen en knuppelde hem
dood. De Britsch-Indische officier werd ge
wond.
Rampur is een van de drie protectoraten
van de vereenigde provincies van Agra en
Oudh (hoofdstad Allahabad) en staat recht
streeks onder den gouverneur-generaal. De
stad Rampur telt ruim 74.000 inwoners.
Ondanks den uitputtenden marsch'
van Donderdag zij vorderden
15 K.M. over zeer moeilijk terrein
hebben de troepen van Franco Vrij
dag hun opmarsch over beide vleugels
van het Catalaansche front onafge
broken voortgezet.
Volgens te Burgos binnenkomende
berichten hebben de Franeo-troepen
het dorp Vilosell en gedeelten van de
Siërra Allena bezet, zoodat zij thans
in rechte'lijn nog slechts .36 K.M. van
Tarragona verwijderd zijn.
Verder hebben de nationalisten het
plaatsje Vinaixa, dat 15 K.M. ten Zuid-
Oosten van Lerida ligt, ingenomen, zoodat
de straatweg, alsmede de spoorlijn van
Lerida naar Tarragona op 2 punten is
onderbroken.
Aan het noordelijk gedeelte van het
front gelukte het den Franco-troepen, om
tot 8 K.M. voorbij Artesa op te trekken,
niettegenstaande de operaties door een
tamelijk dichten nevel werden bemoeilijkt.
In Borjas Blancas zijn gister ongeveer
drie vijfden van de bewoners, die zich in
kelders, in het veld en in holen hadden
verscholen, teruggekeerd. De stad is ge
heel vernield. Acht en twintig oliemolens
hebben sedert achttien maanden niet meer
gearbeid bij gebrek aan electrischen
stroom uit Huesca. In de omgeving van
deze stad bevinden zich vele olijfboom
gaarden.
Communiqué's van Barcelona.
Semi-officieel wordt medegedeeld, dat
alhoewel de republikeinen Borjas Blancas
hebben verlaten, de vijand de spoorlijn
Lerida-Tarragona, die 4 K.M. ten Noorden
van Borjas loopt, niet heeft afgesneden en
de republikeinen dezen nog in handen
hebben. Ondanks hevige aanvallen kon de
vijand naar het Oosten niet verder opruk -
Alkmaar, 7 Januari.-
De Britsche minister van oorlog, Hore
Belisha, heeft gisteren te Plymouth een rede
voering gehouden, waarin hij zich o.m. keer
de tegen de op hem gerichte aanvallen. Hij
heeft n.1. sinds September j.1. steeds weer
moeten hooren of lezen, dat de Britsche
weermacht een gevaarlijken achterstand had
en dat de Engelsche weermacht in de kri
tieke dagen niet klaar was om een aanval af
te slaan.
Hore Belisha heeft nu zijn beleid in boven
bedoelde redevoering verdedigd en o.m. het
volgende gezegd:
De resultaten van het door het departe
ment van oorlog verrichte werk konden niet
worden bereikt door een meestelijke activi
teit, een dilettantistische oppervlakkigheid, of
wankelmoedigheid. Toen spreker 19 maan
den- geleden naar het departement van oor
log ging, rapporteerden de militaire advi
seurs, dat het leger insolvent werd, zoowel in
het binnenland als in zijn vermogen om
detachementen naar overzeesche garnizoenen
te zenden. In 1936/37 waren nog geen 23.000
recruten in dienst genomen. Geraamd
wordt, dat omstreeks 40.000 recruten in het
loopende begrootingsjaar in dienst gesteld
zullen zijn. Men krijgt thans een veel hoo-
geren standaard voor de officiersrangen.
Gedurende dertig jaar was de organisatie
van het leger practisch ongewijzigd geble
ven. Deze organisatie is thans geheel onder
zocht in alle formaties en eenheden. Het
territoriale veldleger is langs dezelfde lijnen
hervormd als het geregelde leger, waarbij
veel veranderingen, aanpassingen en nieuwe
plannen ten uitvoer moesten worden ge
legd.
Met een personeel van 200.000 man is hel
thans nader bij een volledige organisatie dan
ooit in de geschiedenis. De afdeeling voor de
leveringen in het departement van oorlog is
ook volledig gereorganiseerd en neemt thans
een functie waar van onvergelijkelijk groo-
tere verscheidenheid en uitgebreidheid dan
eenige regeeringsafdeeling in vredestijd.
Eenige der genomen maatregelen moesten
drastisch zijn. Het is bijvoorbeeld niet aan
genaam omvangrijke wijzigingen aan te bren
gen in den legerraad en de hooge bevelspos-
ten. De wetenschap, dat de eerste minister
bekend was met den aard van de te vervul
len taak, heeft spreker voortdurend ge
steund. Men bewijst geen dienst aan de natie
wanneer men een te helder beeld geeft, nog
veel minder echter wanneer men het beeld
opzettelijk in donkere kleuren afschildert.
Ten tijde van de September-crisis was de
luchtafweer-organisatie geenszins volledig.
Sedert de crisis echter heeft men voorzien in
meer uitrustingstukken, meer geschutsplaat-
sen gebouwd en maatregelen genomen om
de luchtafweeruitrusting te allen tijde doel
treffend te doen zijn voor een optreden.
De cijfers van de versterking der weer
macht in 1938 zijn thans bekend gemaakt.
Ten aanzien van de luchtmacht merkt men
op, dat in de periode van April tot Decem
ber het programma, dat in Juli j.1. is aan
gekondigd door Kingsley Wood tot in dienst
nemen van 31,5000 man, met 450 man is over
schreden. Slechts 400 piloten in kort verband
moeten nog in dienst worden genomen, zoo
als onlangs is medegedeeld. Dit zal vóór
April van dit jaar zijn geschied.
Sedert April 1938 hebben by het leger
28,300 man dienst genomen, tegen 18,960 in
dezelfde periode van het vorige jaar.
De vloot heeft eenige moeilijkheden on
dervonden bij het in dienst nemen van be
kwaam technisch personeel, doch honderden
jongens staan op de lijst voor andere dien
sten, zoodat men verwacht, dat in het ko
mende jaar de sterkte van de marine zal
worden gebracht op 119,000 man.
Het recruteeren voor de marineluchtmacht
is 1 Januari begonnen.
Tijdens een noenmaal, te zijner eere aan
geboden te Algiers, heeft minister-president
Daladier een rede gehouden, waarin hij de
bevolking van Algiers dankte voor de ont
vangst uit naam van Frankrijk, dat soms wel
verscheurd schijnt door tweedracht, doch
dat steeds vrede weet te brengen in deze
tweedracht.
Voorts zeide hy, dat Frankrijk den vrede
wil met alle volken, het wil de groote vraag
stukken van dezen tijd niet oplossen door
oorlog, doch door wederkeerig begrijpen.
Indien men dit evenwel zou opvatten als een
teeken van zwakte, dan moet hier een halt
toegeroepen worden. Spreker zelf denkt
slechts aan Frankrijk, het politiek program
ma is slechts bijzaak. Het kan hem niet sche
len of hij minister-president is of niet, het
eenige, wat van belang is, is, dat hy Frank
rijk waardig is. Alle Franschen zullen dit
begrijpen.
Op zijn reis door Noord-Afrika, welke te
snel was, heeft de minister-president overal
de eenheid met Frankrijk geconstateerd. Het
meest heeft hem getroffen, dat overal, waar
hij kwam, tot in de kleinste dorpen, de Mar-
seillaise werd gezongen. De eenheid van
Frankrijk is voltooid.
Ten slotte zeide de minister-president, dat
de onaantastbaarheid van het Fransche ryk
zal worden gehandhaafd. Dit beteekent niet
alleen, dat geen duim breed van het Fransche
gebied zal worden afgestaan, doch ook, dat
Frankrijk zich niet zal laten meesleuren in
zekere juridische procedures, welke sommi
gen willen. Daladier achtte het niet noodig,
hierover veel te zeggen. Voor het handhaven
van den vrede zijn zware offers gebracht,
doch tegen dergelijke pogingen zal Frankrijk
zich met alle kracht verzetten.