DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De strijd aan het front van Estremadura. Franco moet zijn aandacht op twee fronten richten. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 8 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Directeur: C. KRAK. Dinsdag 10 Januari 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 141e Jaargang Successen voor de republikeinen. De algemeene toestand. Het incident bij Munkacs. Men is het nog niet eens over de gebiedsverdeeling. Het terrorisme in Palestina. Engeland weerlegt valsche beschuldigingen. Onverwachte inspectie door den Duce. De nazi-spionnen in Denemarken. Een geraffineerd afluisterings- systeem. ALKMAARSCHE COURANT. Ook de gisteravond uit Spanje ontvan gen berichten omtrent de krijgsverrich tingen aan het front van Estremadura zijn zeer tegenstrijdig. Terwijl van offi- cieele Franco-zijde gemeld wordt, dat het tegen-offensief van de republikeinen in Estremadura volkomen mislukt is, meldt Barcelona, dat zijn troepen een nog sterkere pressie uitoefenen in den sector van Fuente Ovejuna en den greep om Penarroya hebben vernauwd. In de richting van Almaden zouden zij den aanval op Monterrubio voortzetten. In alle berichten van republikeinsche zijde wordt intusschen melding gemaakt van groote troepenversterkingen, welke het oppercommando van Franco naar Estremadura heeft gezonden en met be hulp waarvan thans verwoed, tegenstand wordt geboden. Omtrent de herkomst van deze verster kingen loopen de berichten echter weer zeer uiteen. Volgens een Reutertelegram uit Gi braltar komen zij uit La Linea, Algeciras en Tarifa, volgens andere berichten uit Marok ko, terwijl de Unipress een semi-officiëele mededeeling uit Barcelona brengt, volgens welke de Franco-troepen hun 150ste divisie van Balaguer naar het Estremadura-front gezonden hebben. Tegelijkertijd meldt een ander Unipress- telegram uit Burgos, dat Franco's troepen gisteren aan het Catalaansche front in alle sectoren vorderingen hebben gemaakt. O.a. bezetten zij het knooppunt van wegen en spoorlijnen Mollerusa, dat vijf en twintig kilometer ten Oosten van Lerida, aan de spoorlijn LeridaCerveraBarcelona is ge legen. Bovendien heeft Franco's luchtmacht gis teren een groote activiteit ontplooid. O.a. werden de havenwijken van Barcelona, Tar- ragona en Cartagena alsmede de militaire werken van Reus gebombardeerd. Het offensief der republikeinen. Het offensief, dat de republikeinen ter afleiding van den druk op de Cata laansche stellingen in Estremadura zijn begonnen, zal Franco nu toch niet meer onverschilling kunnen laten. Generaal Miaja's troepen, die hun operaties langs den spoorweg van Cabeza naar Cordova, ten Noorden van Penarroya, waren begonnen, hebben het front regelmatig kunnen uitbreiden, vooral in de westelijke richting, naar de Portugeesche grens toe. Den genoemden spoorweg hebben de republikeinen over enkele tientallen km's bij Belmez kunnen afsnijden. Dit is lastig voor de rechtsche troepen, die nog steeds in den sector Castuera aanwezig zijn, waar in Augus tus j.1. de opmarsch naar Almaden werd stopgezet en die op dezen spoorweg voor den aanvoer van materiaal waren aan gewezen. Na de verovering van Fuente Ovejuna zijn de republikeinen tèn westen van Penarroya verder gemar cheerd. Ze zijn daar thans de provincie Badajoz binnengetrokken en hebben Granja de Torrehermosa bezet. Ook zijn de republikeinen in noordelijke richting verder getrokken. Ten eerste trach ten ze een omsingelende beweging om het mijngebied van Penarroya te maken en ten tweede konden ze zoo door het overschrij den van de Zujar ook noordelijker de pro vincie Badajoz binnentrekken. Aangezien het rechtsche gebied hier vrij smal is, staan de republikeinen nu ongeveer 150 K.M. van de Portugeesche grens. Franco kan natuurlijk dit kwetsbare ge bied met de belangrijke verbindingslijnen niet zwak verdedigd laten. Werd eerst ge meld, dat reeds een groot aantal vliegtuigen van het Catalaansche front naar dezen sector waren gestuurd, thans blijkt dat recht sche troepen en guardia civil in allerijl worden teruggetrokken uit La Linea, Alge- ciras en Tarifa. Zij worden naar Sevilla ge dirigeerd, op weg naar het front in Estrema dura, volgens te Gibraltar ontvangen be richten. Tot dusverre is nog geen bevesti ging ontvangen van de berichten, volgens welke versterkingen uit Marokko naar Span je gehaald zijn. Volgens de laatste berichten hebben de troepen van generaal Miaja aan het front van Estremadura de stad Azuaga bezet, onge veer 100 K.M. ten noordwesten van Cordova gelegen. De rechtervleugel der republikeinen heeft Monterrubio veroverd en nadert thans Castruera, een belangrijk kruispunt van spoorwegen en wegen. De linkervleugel heeft, na de bezetting van Azuaga, ook de omstreken van Valverde en de strategisch belangrijke stad Ilerena bezet en is daardoor weer dichter de Portugeesche grens ge naderd. De luchtaanval op Barcelona. Zooals hierboven reeds gemeld, heeft de luchtmacht van Franco o.m. Barcelona ge bombardeerd. Nader blijkt, dat de raid ge schiedde door vijf Savoia-toestellen. Ongeveer 20 personen, onder wie vier vrouwen, werden door de bommen doodelijk getroffen. Verder werd de chef-machinist van het Britsche stoomschip „Aylesford" gedood. Deze, Farthing geheeten, bevond zich tijdens het luchtbombardement in de haven wijk. Hij rende naar eèn onderkomen, toen hij door de ontploffing van een bom doode lijk getroffen werd. De sterkte der Italiaansche troepen. Van „zeer bevoegde" zijde wordt medege deeld, dat de sterkte der Italiaansche troe pen, die deelnemen aan het offensief in Catalonië niet grooter is dan 16.315 man op een totaal van 352.000 man. Het onder bevel van den Italiaanschen generaal Gambara stande legerkorps der „pijlen" omvat vier divisies: de zwarte, de blauwe en de groene pijlen en de divisie Littorio. De Spanjaarden zijn in al deze vier divisies in de meerder heid. Het aantal Italiaansche jacht- of bombar dementsvliegers bedraagt 90 tot 110 op meer dan 700 Spaansche vliegers, waarnemers en werktuigkundigen. Verliezen der Italiaansche luchtmacht. In een officieel communiqué wordt mede gedeeld, dat de verliezen der Italiaansche luchtmacht in Spanje op 1 Januari 1939 72 jagers, 9 bommenwerpers en 2 verkenners bedroegen. Op denzelfden datum had de luchtmacht der legionnaires volgens het communiqué 834 vijandelijke vliegtuigen, benevens 2 luchtschepen en een kabelballon neerge haald. ALKMAAR, 10 Januari 1939. Vandaag zijn de Britsche ministers vertrokken voor hun reis naar Rome en gister aan den vooravond van dit vertrek heeft de diplomatieke corres pondent van Reuter zich beziggehouden met deze reis. Hij zeide, dat het eerder gaat om eens kennis te nemen van weder- zijdsche opvattingen, dan om onderhande lingen. De Engelsche ministers gaan zonder vooropgezette denkbeelden naar Rome en hebben geen formeele agenda. Van de zijde van Mussolini zijn evenmin bepaalde onderwerpen van bespreking opgegeven. Het is evenwel te verwachten dat de Spaansche kwestie en het vraagstuk van de FranschItaliaansche spanning de voornaamste plaats in zullen nemen in de gesprekken. Het is duidelijk dat iedere verbetering in de betrekkingen tusschen Rome en Parijs, Londen welkom zal zijn, doch dit beteekent niet dat Chamberlam het voornemen heeft tusschenbeide te komen. De FranSehe regeering heeft trou wens laten weten dat zij van haar kant geen verlangens koestert ten aanzien van Britsche bemiddeling en in de geheele kwestie bestaat tr volkomen overeenstem ming tusschen de Britsche en de Fransche regeeringen. Wat de Spaansche aav.ge'egenheid be treft, zal Chamberlain waarschijnlijk uit eenzetten dat Groot Britannië groote be- téekenis hecht aan de uitvoering van de Italiaansche belofte om de Spaansche inte griteit volledig te eerbiedigen. Er kan geen sprake zijn van toekenning van rechten van oorlogvoerenden zoolang het plan van de niet-inmengingscommissie lot terugtrekking van de vrijwilligers niet is uitgevoerd. Dan blijven nog talrijke punten, waar over gesproken kan worden over, o.a. de vluchtelingenkwestie en mogelijk ook economische aangelegenheden. Het alge meen beloop van de besprekingen zal ech ter voor een goed deel afhangen van de kwesties waar Mussolini in de eerste plaats over zal willen spreken. Het is zeker niet de bedoeling van het bezoek van de Brit sche ministers om onmiddellijk reeds met een aantal nauwkeurig omlijnde regelingen naar huis te komen, doch de conferentie te Rome zou Chamberlain en Halifax uit de eerste hand informaties kunnen geven over de mogelijkheden van de Italiaansche politiek en die van den spil voor de komen de maanden. Halifax heeft gisteravond den Franschen ambassadeur te Londen Corbin ontvangen om de laatste regelingen te treffen, welke het mogelijk moeten maken het korte oponthoud van de Britsche ministers te Parijs zoo doeltreffend mogelijk te doen zijn. Wat de FranschItaliaansche geschillen betreft, over de wijze, waarop die de Romeinsche besprekingen kunnen influen- ceeren, bestaat er tusschen de Fransche en Italiaansche pers een diepgaand verschil van inzicht. Terwijl men blijkbaar in Frankrijk van meening is, dat de kwesties welke tusschen Italië en Frankrijk gerezen zijn uitsluitend door vertegenwoordigers van die beide landen behandeld kunnen worden en niet door de Engelsche ministers, verkondigden de Italiaansche bladen eenige weken ge leden, te meenen, dat men te Londen geenszins afkeerig stond tegenover de Italiaansche eischen die evenwel nog steeds met geen woord door eenige offi- cieele instantie werden omschreven en dat Chamberlain zich als bemiddelaar in den geest van München zou opwerpen. Daaronder verstond men dan dat druk zou worden uitgeoefend op Frankrijk om dit land te bewegen ter wille van den lieven vrede tot op zekere hoogte aan de Italiaan sche eischen tegemoet te komen. Thans is men op dit standpunt terug gekomen, doch er bestaat vooral in de provinciale pers toch altijd nog een neiging juist op dit punt de beteekis van het Engel sche bezoek te overschatten. Nu is het an derzijds zeker, dat men te Rome onmogelijk zal kunnen spreken over het Italiaansch- Engelsche verdrag, waarbij immers de status quo in de Middellandsche Zee uit drukkelijk wordt gegarandeerd, zonder dat daarbij de Italiaansche aspiraties ter sprake komen. Van Engelsche zijde heeft men echter de keuze hoe men dit onder werp der Italiaansch-FranSche betrekkin gen bij de besprekingen wil aanroeren. De Engelsche ministers kunnen het onderwerp zooveel mogelijk vermijden, of wel zij kun nen erover spreken in zooverre als ook Engeland als Middellandsche Zeemogend heid en als voornaamste gebruiker van het Suezkanaal er bij betrokken is. Te Rome wordt in sommige kringen nog een verder onderwerp der besprekingen genoemd, n.1. het vraagstuk der Italiaan sche en in Italië woonachtige buitenland- sche Joden. Het schijnt, dat Mussolini in tamelijk verzoenenden geest heeft kennis genomen van de nota van president Roo- sevelt, welke de Amerikaansche gezant hem over dit onderwerp heeft aangeboden en dat dit voor Chamberlain aanleiding zou kunnen zijn om het belangrijke vraag stuk der Jodenvervolging eveneens te berde te brengen. In dit verband herinne ren wij eraan, dat Mussolini in een zijner redevoeringen gezegd heeft, dat het zal afhangen van de Joden zelf, voornamelijk van de Joden in het buitenland en verder van de wijze waarop de publieke opinie in de wereld zou reageeren op de Italiaansche Jodenwetten, of deze wetten op den duur door nog scherpere zouden worden gevolgd dan wel lankmoedig toegepast of ten deeie herzien. Een zekere verandering in de Italiaansche politiek ten aanzien der Joden is dus niet geheel uitgesloten. De Romein sche bevolking zal zeker de Engelsche ministers met groot enthousiasme ontvan gen. Men is zich hier zeer wel bewust-wat het voor Italië beteekent zoo gehqel en al als de gelijke van het machtige Britsche rijk te worden erkend en bovendien geniet Chamberlain ook hier te Rome een zekere populariteit. Van de besprekingen mag men dus inderdaad zeer veel goede verwachtin gen koesteren. De Hongaarsche en Tsjecho- Slowaaksche deskundigen, die te Munkacs in gemengde commissie vergaderen, om het jongste incident te regelen, zijn tot een overeenstem ming gekomen over het afpalen van een nieuwe grenslijn. Deze lijn zal buiten de heuvels, welke Munkacs beheerschen, loopen. Bovendien zal voorloopig een neutrale zóne tusschen beide landen in het leven worden ge roepen. De Hongaarsche zaakgelastigde te Praag heeft gister bij afwezigheid van den gezant, die zijn vacantie niet heeft onderbroken, een officieel bezoek gebracht aan het ministerie van buitenlandsche zaken van Tsjecho-Slowakije. De Hongaarsche regeering verklaart, dat zij in de pantserauto papieren in beslag heeft genomen, welke onbetwist baar bewijzen, dat de aanval op Munkacs en Ungvar was voorbereid en eischt schadeloosstelling, alsmede de verzekering, dat zich dergelijke gebeurtenissen niet zullen herhalen. Gisteren zijn twee functionnarissen van de regeering van de Karpathen-Oekraine óp het bureau van den minister-president ontvangen. Officieel wordt omtrent dit bezoek niets gemeld, doch volgens de Hongaarsche bladen zouden deze afge vaardigden van mgr. Volosin voorstellen hebben gedaan om de steden Munkacs en Ungvar af te staan aan Tsjecho-Slowakije en als compensatie 25 dorpen van de Karpathen-Oekraine af te staan aan Hon garije. Reeds thans kan men zeggen, dat de Hongaarsche openbare meening moeilijk kan instemmen met een dergélijke oplos sing, welke door de wapenen is opgedwon- gen, min of meer met steun van een buitenlandsche mogendheid. Men be schouwde het afstaan van de beide steden aan Hongarije als een groote over winning van de Hongaarsche diplomatie. Looze geruchten. In een officieel communiqué wordt me degedeeld, dat de geruchten, volgens welke de regeering van Tsjecho-Slowakije reser visten onder de wapenen zou hebben ge roepen en troepen zou hebben geconcen treerd aan de Poolsche en Hongaarsche grens, van allen grond ontbloot zijn. Hieraan wordt toegevoegd, dat een dergelijke maatregel door niets in de binnen- en buitenlandsche politiek ge rechtvaardigd zou zijn. Ieder, die derge lijke onware geruchten heeft verspreid, zal gestraft worden. Het Britsche departement van Oorlog heeft gisteravond een officieele ver klaring uitgegeven over den toestand in Palestina, met het oog op de onge gronde beschuldigingen, die door per sonen en organisaties, welke onvriend schappelijk gezind zijn jegens Enge land, per radio uitgezonden worden, betreffende wreedheden der Britsche troepen in Palestina. De verklaring geeft een uiteenzetting van den Palestijnschen toestand, waarbij er op gewezen wordt, dat daar geen rebellen-leger in den gewonen zin van het woord opereert, maar dat rebellen en vreedzame bevolking onontwarbaar vermengd zijn. Waarschijn lijk zijn er niet meer dan 1000 tot 1500 ac tieve rebellen, in kleine groepen onder ver schillende leiders over het geheele land. De algemeene politiek der rebellen wordt min of meer geleid door den Moefti en het Ara bische Hooge comité, maar in Palestina zijn de vechtende leiders practisch onafhan kelijk in eigen streek. De verklaring geeft vervolgens een ka rakteristiek van de twee voornaamste leiders, Abdoel Rahim Ellay Mahomed, titu lair opperbevelhebber, die in Savaria ope reert, en Aref, die het bevel voert over in aantal bijna even groote benden in het zelfde gebied. Zij staan op slechten voet met elkander en herhaaldelijk zijn bijna open lijke vijandelijkheden tusschen hen ont staan. Wat het optreden der troepen betreft, wordt uiteengezet, dat het voornaamste probleem is de rebellen te identificeeren in de dorpen en steden, waar zij ongewapend onder de bevolking vermengd zijn. Ge woonlijk wordt daarom een cordon getrok ken rondom een streek. De bewoners worden gewaarschuwd, dat ieder die door het cor don breekt, gevaar loopt neergeschoten te worden. Honderden dorpen zijn in de laatste zes maanden zoo doorzocht en veilig kan worden aangenomen, dat wie door het cor don heenbreekt daar goede redenen voor heeft. Waarschijnlijk echter vormen de ge vallen, waarin „cordon-brekers" neerge schoten werden, de basis voor de propa- gandaverhalen, volgens welke Arabische gevangenen in koelen bloede worden neer geschoten, waarna gemeld zou worden, dat zij op de vlucht neergeschoten zijn. Na het vestigen van het cordon, wordt de streek systematisch doorzocht naar ver borgen wapens enz., waarbij alle maatrege len genomen worden tegen plundering of moedwillige vernieling. De dorpspolitie en de dorpsmoekhtar begeleiden de troepen gewoonlijk bij dit werk en teekenen daarna een verklaring, dat geen onnoodige schade is aangebracht. Vrouwen worden niet ge molesteerd, en alleen gefouilleerd wanneer een vrouw dit verrichten kan. De verklaring weerlegt voorts de bewerin gen, dat huizen van onschuldige Arabieren afgebroken worden. In de meerderheid der gevallen zijn de afgebroken woningen eigen dom van actieve rebellenleiders, is er uit de afgebroken huizen gevuurd of is er anderen weerstand geboden of wel er waren munitie of uitrustingstukken verborgen. In sommige gevallen is collectieve be straffing de eenige methode om een vreed zame, doch geterroriseerde meerderheid er van te overtuigen, dat op den langen duur het in gebreke blijven om wet en orde te steunen onaangenamer is dan toe te geven aan intimidatie. Collectief afbreken van huizen geschiedt slechts na overleg met en toestemming van het hoofdkwartier van het leger. Geen andere dan de toegepaste middelen konden gebruikt worden om de orde in Palestina te herstellen. Maandagmiddag om half een heeft de Duce zich aan boord van een bombarde mentsvliegtuig, dat hij zelf bestuurde, van het vliegveld Littorio naar den Agro Pon- tino begeven. Na op geringe hoogte over de stad Littoria te zijn gevlogen, landde hij op het nabij deze stad gelegen nieuwe vlieg veld, dat bestemd is als oefenterrein van de school voor blindvliegen. Gedurende een uur inspecteerde de Duce de school, die in Fe bruari a.s. zal beginnen. De arbeiders, die daar werkten brachten den Duce een enthou siaste ovatie. Deze onderhield zich op har telijke wijze met hen en informeerde naar hun levensomstandigheden. Bovendien gaf hij opdracht, hun een extra-dagloon uit te betalen. Om twee uur vertrok Mussolini wederom aan boord van zijn eigen toestel. Langs de kust van de Tyrrheensche Zee vloog hij naar het vliegveld van Furbara, waar hij, zonder dat men daar van zijn komst verwittigd was, arriveerde. Met belangstelling volgde de Duce de proefnemingen, welke daar juist gedaan werden én nam vervolgens kennis van de met eenige nieuwe typen bombardements vliegtuigen bereikte resultaten. Hierna keerde Mussolini naar het vlieg veld Littorio terug, waar hij om half vier landde. Hij begaf zich daarna onmiddellijk naar het Palazzo Venezia. De „Daily Herald" van gisteren meldt uit Kopenhagen over de onthullingen, welke het blad verleden week heeft gedaan over spionnage door nationaal-socialisten, dat de .gearresteerde advocaat Pontoppidan door middel van microfoons de gesprekken van Duitsche vluchtelingen afluisterde. Eenige jaren geleden had een commissie gelden bijeen gebracht voor de inrichting van een lokaal, waar de Duitsche emigran ten elkander konden ontmoeten. Toevallig was een verdieping vrij van een opbouw aan het raadhuisplein, waar ook de advo caat zijn kantoor had. Deze werd gehuurd. De vluchtelingen kwamen er bij elkaar om hun vraagstukken te bespreken en te praten over de familieleden, die zij in Duitschland hadden achtergelaten en de be handeling, die zij er van de nationaal- socialisten ondervonden. Terwjjl zij spraken, luisterden de advo caat en zijn vrienden, naar thans wordt be weerd, door middel van een luidspreker. Het instrument was verbonden met ge heime microfoons, welke de advocaat in de groote zaal van de club had geplaatst. Op deze wijze moet volgens de „Daily Herald" veel bekend zijn geworden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1