DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Besprekingen over de Joodsche vluchtelingen. No. 9 Dit nummer bestaat uit twee bladen. Woensdag 11 Januari 1939 Waarover Publee te Berlijn onder handelen zal. SCHACHT'S PLANNEN. De aigemeene toestand. Nota's van Praag aan Boedapest. Tsjecho-Slowakije wijst de verantwoordelijkheid af. 141e Jaargang „Roosevelt's boodschap krijgt historische beteekenis". Rede van oud-minister Eden. Een formidabele Engelsche torpedoboot. Met een snelheid van vijftig mijl. ALKMAARSCHE Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. Directeur: C. KRAK. Dr. Schacht. COURANT. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. De N.R.Crt.-correspondent te Berlijn telefoneerde gisteravond: Nu Rublee hier is aangekomen en morgen de onderhandelingen over het Joodsche vraagstuk zullen beginnen, kunnen de volgende mededeelingen een beeld: geven van hetgeen daarbij komt kijken. Ofschoon de directeur van de B.I.B. te Bazel de geruchten over deelneming van deze instelling aan de financiering van de emigratie heeft tegengespro ken, neemt men hier nochtans aan, dat Schacht, thans uit Bazel terug, vandaar na uitvoerige ruggespraken met Montagu Norman, een plan heeft meegebracht, hetwelk er op zou neerkomen, dat mis schien dan niet het kapitaal van de bank als zoodanig maar dan toch wel kapitaal om zoo te zeggen achter de bank staande, mobiel zou worden ge maakt voor den aankoop van grond, voor machines, transporten en verder al wat bij de emigratie op groote schaal te pas komt. Er schijnt eenig verschil van meening te zijn over de formaliteiten van de ont vangst. Rublee vertegenwoordigt feitelijk 32 naties; hij is geïntroduceerd door de am bassadeurs van de Ver. Staten en Enge land, maar een diplomaat is hij toch feite lijk niet. Schacht moet hem den weg effe nen naar de mannen met wie Rublee wil spreken. Dat zijn niet alleen Göring en Funk, maar ook Frick, de minister van Alkmaar, 11 Januari. De ambassadeurs van de Ver. Staten in Engeland en Frankrijk hebben gisteren verslag uitgebracht over den Europeeschen toestand. Dat verslag werd uitgebracht in een gezamenlijke, besloten vergadering van de commissies voor militaire zaken van het Huis van Afgevaardigden en van den Se naat. Een congreslid, dat de vergadering had bijgewoond, verklaarde na afloop, dat zij een somber beeld voor den vrede gegeven had. De beide diplomaten waren bijna twee uur in de vergadering geweest en hebben daar Europa afgschilderd als een wereld deel met volkomen chaotische toestanden. Zoo moet Kennedy, de ambassadeur te Londen, o.m. gezegd hebben, „dat wellicht in dit voorjaar een wereldoorlog zal uit breken, terwijl Bullitt, zijn Parijsche colle ga, ongeveer dezelfde meening zou hebben geuitKennedy voorspelde, dat die we reldoorlog op een of twee manieren zou kunnen uitbreken, ten eerste na overwel diging van de Oekraine door Duitschland en ten tweede na een Italiaansche poging zich van Tunis meester te maken. Een oud lid van de commissie zeide, dat de door de beide ambassadeurs gedane ont hullingen de „ontstellendste waren, die hij gehoord had, sedert hij in het congres kwam". Kennedy zou de commissie gegevens heb ben voorgelegd betreffende de sterkte der Duitsche luchtmacht, welke door Lind- bergh zijn verzameld. Men.zegt, dat volgens het rapport van Lindbergh Duitschland 10.000 vliegtuigen der eerste linie bezit en dat hier maandelijks 1200 toestellen bijko men. De les, die men hieruit kan trekken, aldus zou Kennedy verklaard hebben, is dat men gereed dient te zijn. Tot zoover de verklaringen van de twee ambassadeurs, verklaringen, welke niet bij zonder bemoedigend zijn. Wij mogen, hoewel dit niet direct ver band houdt met het bovenstaande, thans in deze rubriek nog wel iets zeggen over Amerika zelf, waar een groote ommekeer in de buitenlandsche politiek valt waar te nemen, waareen einde wordt gemaakt aan de isolatie-periode van de Ver. Staten. Een medewerker van de N.R.Crt. schrijft hierover uit Washington: Terwijl de Ver. Staten in de laatste jaren vrij consequent aan hun isolatiepolitiek hebben vastgehouden, is hierin in den laatsten tijd plotseling een zeer sterke ver andering gekomen. De Amerikaansche pers binnenlandsche zaken. Immers spelen voor Rublee ook de administratieve en politie maatregelen bij het vraagstuk een rol van beteekenis. Als de politie op de Joden zulk een pressie uitoefent, dat zij genoopt wor den de vlucht te nemen zelfs als hun pa pieren niet in orde zijn, dan staat dat aan een stelselmatige emigratie, zooals Rublee die zich denkt, in den weg. Men zal zich herinneren, dat een tijd ge leden een aanzienlijk aantal Joden uit de concentratiekampen werd ontslagen op voorwaarde, dat zij binnen vier weken het rijksgebied zouden hebben verlaten, al thans bewijzen zouden kunnen overleggen dat zij alles ter voorbereiding van hun emi gratie zouden hebben verricht. In het laat ste geval zou de termijn worden verlengd. Een aantal van deze Joden (te Berlijn zou den het eenige honderden zijn) die aan deze voorwaarden niet hebben voldaan of niet konden voldoen, zijn opnieuw gear resteerd. (De vrees voor deze nieuwe ar restatie is het geweest welke voor deze Jo den aanleiding is geworden om zonder het bezit van de vereischte papieren de grens, bijvoorbeeld de Nederlandsche grens, te overschrijden.) Voorts is weder een aantal staatlooze Joden gearresteerd (hiervan zijn uitgezonderd degenen die nog een z.g. Nan- senpas hebben). Men neemt aan, dat over eenigen tijd deze Joden opnieuw onder de zelfde voorwaarden op vrije voeten zullen worden gesteld. Op deze wijze wordt wel iswaar de emigratie bevorderd maar niet de stelselmatige en geregelde emigratie. Het is opmerkelijk hoe weinig optimisme men hier omtrent het resultaat van de be sprekingen van Rublee ontmoet. Veelal zegt men: het resultaat zal wel even tast baar en even goed zijn als dat van de be is tamelijk eensgezind in haar verklaring van dit verschijnsel: er is, zooals een hoofd artikelschrijver betoogt, maar een woord voor noodig: „München". De overeenkomst van München heeft in dit land tot een pers campagne geleid, die in de meeste Europee- sche landen verwondering gewekt moet hebben. Terwijl de Ver. Staten, die ten slotte toch wel wat te maken hebben ge had met de stichting van Tsjecho-Slowa- kije, zich zelf buiten de heele aangelegen heid hielden, toonden zij naderhand een diepe teleurstelling over de houding van Frankrijk en Engeland. Zooals er drama tisch gezegd werd: „De eerste verdedigings lijn van de democratie was ineengezakt, en nu werd het tijd voor de Ver. Staten om te gaan optreden". In dezen gedachtengang ligt het niet geheel gerechtvaardigde idee opgesloten, dat het de plicht van Engeland en Frankrijk zou zijn, voor Amerika de kastanjes uit het vuur te halen. Over het algemeen is de beoordeeling van Europee- sche aangelegenheden in de Ver. Staten zeer onzuiver. Men interpreteert alles op Amerikaansche wijze en probeert niet, zich in de Europeesche toestanden te verplaat sen. Het is dan ook voor een Amerikaan moeilijk, de meestal dieper gaande en histo risch gegroeide problemen te begrijpen. De Amerikanen zijn in de eerste plaats „Real- politiker", en de ideologische factoren, die in Europa een overwegende rol spelen, zijn hun vreemd. De gebiedsuitbreiding van een staat ten koste van een anderen is voor een dergelijke opvatting een zuiver impe rialistische aangelegenheid, waarbij er geen rekening gehouden wordt met het feit, dat er ook andere factoren in het spel kunnen zijn. Aangezien de Amerikanen zelf het ge vaarlijke principe van nationale zelfbe schikking gepropageerd hadden, was hun houding niet geheel consequent. De werke lijke oorzaak van de Amerikaansche ont stemming ligt ook meer in het feit, dat iedere verandering van den status quo met leede oogen gezien wordt. Terwijl de Vereenigde Staten in de laatste jaren vrij consequent aan hun isolatiepoli tiek vastgehouden hebben, zijn zij toch gaan realiseeren, dat volkomen isolatie niet bestaat en dat zij wel degelijk betrokken zijn bij ingrijpende veranderingen van de machtsverhoudingen. Dit ongetwijfeld juiste idee heeft tot de overdrijving geleid, dat Amerika nu zelf aan het gevaar van een inval bloot staat. Het is echter bij een, voor buitenlandsche aangelegenheden vrij onver schillige bevolking noodig de dingen er een beetje dik op te leggen, en in alle aan gelegenheden van nationaal belang func- tionneert de Amerikaansche pers op een wijze, waar zelfs dictators wel eens ja- sprekingen te Rome. Het beste is om van te voren te zeggen, dat men heelemaal geen resultaat nastreeft, maar dathet er slechts om té doen is elkanders standpunt eens te beruiken. Dan kan men ook bij een misluk king altijd nog van een succes spreken. Intusschen heeft Mussolini hier nog geen stap gedaan naar aanleiding van door hem ontvangen voorstellen van Roosevelt. Al leen weet men, dat hij het denkbeeld om in Ethiopië Duitsche en Italiaansche Joden te planten van de hand wijst. Naar men hier uit Joodsche kringen verneemt zou den de Duitsche Joden zich tegen een zoo danig kolonisatieplan eventueel met hand en tand verzetten, aangezien zij een over brenging van Duitsch naar Italiaansch grondgebied niet als een verbetering zou den beschouwen. De moeilijkheden. Reuter verneemt uit Berlijn, dat de be sprekingen, welke Rublee vandaag zal be ginnen, gehouden zullen worden op de ba sis van een plan, dat Schacht mee naar Londen bracht. Rublee heeft geen pas klaar gemaakt plan meegenomen. Het plan van Schacht, dat beschouwd wordt als een maximum der Duitsche eischen, wordt in zijn tegenwoordigen vorm onuitvoerbaar geacht. Het verluidt, dat Schacht te kennen heeft gegeven dat zijn plan niet het laatste woord van Duitschland in deze aangelegen heid inhield. Het Duitsche voorstel voor een Joodsche leening ten bedrage van een half millioen pond sterling, terug te betalen door een extra-uitvoer, doet het probleem rijzen hoe deze vergroote consumptie in het buiten land zal worden geschikt. Naar het schijnt stelt Duitschland zich voor, dat de Joden over de geheele wereld bereid zullen zijn den boycott van Duitsche goederen te staken ten einde hun broeders in Duitschland te helpen. Doch zelfs indien het wereld-Jodendom zulks zou willen, zou het dan in staat zijn een dergelijke leening op te brengen? Er is goede reden aan te nemen, dat de hulp bronnen der buitenlandsche Joden reeds zijn opgedroogd door de hulpverleening aan Duitsche Joden. Dan is er de vraag hoe oudere Joden die Duitschland niet verla ten, gesteund zullen worden, terwijl het Duitsche plan inzake een emigratie over een tijdvak van drie jaren eveneens verschei dene kwesties opwerpt. Naar het schijnt, is de organisatie van het financieele deel van het plan zeer ingewikkelden vaag. Duitsch- loersch op zouden kunnen worden. Dat de Ver. Staten militair een geduchte macht zijn en een pheriomenale macht zouden kunnen worden, zal zeker niemand betwij felen, die eenigszins een idee heeft van de industrieele capaciteit van dit land. Reeds Bismarck heeft er in één van zijn brieven op gewezen, dat iedere Europeesche mo gendheid er verstandig aan deed, de gevoe ligheden van de jonge republiek te ontzien en niet de enorme economische macht van dit uitgestrekte land tegen zich te mobili- seeren. Noch het fascistisch, noch het nationaal socialistisch regime hebben in de Ver. Sta ten ooit eenige sympathie gevonden. Een volk, dat op een wijze als het Amerikaan sche, tot bijna in het overdrevene, aan zijn vrijheid gehecht is, kan nooit iets voelen voor totalitaire staatsvormen, terwijl in hun ideeën beide te zeer producten van Euro peeschen bodem zijn, om hier wortel te kunnen schieten. Het is trouwens zeer te betwijfelen, of eenig „isme" hier ooit suc ces zal hebben. Indien de genoemde richtingen zich tot de regeling van hun eigen belangen beperkt hadden, zou zich de geheele aangelegenheid tot onvriendelijke perspolemieken beperkt hebben. Het feit echter, dat in het bijzon der Duitschland hier steeds weer ergernis veroorzaakte, maakte het des te gemakke lijker, het volk in het veld te brengen te- ge Duitsche expansiepogingen. Het heeft ongetwijfeld ook invloed gehad, dat de bin nenlandsche economische toestand teleur stellend bleef zoodat het dringend noodig werd geen verdere inbreuk in den buiten- landschen handel te lijden, terwijl het te vens niet onnuttig was de aandacht op bui tenlandsche kwesties te concentreeren. Dit alles heeft ertoe geleid, dat de isolatiepoli tiek op den achtergrond geraakt is. Toch heeft deze richting nog veel aanhang in het Congres, en het zal de regeering niet ge makkelijk vallen, voor al haar maatregelen instemming te verkrijgen. De voorgestelde dcfensiemaatregelen zullen ongetwijfeld in stemming vinden, vooral omdat zij ook eco nomisch een gunstigen invloed zullen heb ben. Over het algemeen kan men echter veilig aannemen, dat het komende Congres noch in de buiten- noch in de binnenland sche politiek tot zeer ingrijpende maatre gelen zal komen. Het land heeft behoefte aan consolidatie en is experimenten moede. Ook tegenover het buitenland zal het in ieder opzicht trachten zijn positie te ver sterken, zonder zich echter gemakkelijk tot eenige avonturen of eenige zeer ingrijpen de actie te laten verleiden. De Ver. Staten zullen hun Europeesche ervaringen niet j gemakkelijk vergeten. land stelt voor, het in handen te stellen van een groep trustees, o.w. een buitenlander. Intusschen heeft dr. Schacht, naar ver luidt, de zeer bepaalde verzekering gege ven, dat er geen verdere anti-Joodsche maatregelen in Duitschland zullen worden genomen aleer de onderhandelingen voor een emigratieleening definitief zullen zijn mislukt. Het is niet zeker of Rublee en zijn colle ga's leden zullen ontmoeten van de Jood sche gemeente te Berlijn, doch het is in ieder geval zeker, dat zij zich niet dan met de volledige goedkeuring der Duitsche re geering met hen in verbinding zullen stel len. Nog wordt gemeld, dat na de besprekin gen Rublee eerst in den kleinen kring van zijn commissie, welke op 23 Januari te Pa rijs bijeenkomt, verslag zal uitbrengen, waarna op 26 Januari te Londen een vol tallige vergadering van de commissie zal worden gehouden. Te Berlijn zullen geen mededeelingen worden gedaan over het resultaat der be sprekingen. In een officieel communiqué wordt medegedeeld, dat het Tsjecho-Slowaak- sche ministerie van buitenlandsche zaken gister den Hongaarschen zaakgelastigde te Praag een nota heeft overhandigd ter beantwoording van de verbale nota der Hongaarsche regeering d.d. 7 Januari en tegelijkertijd ter beantwoording van de nota der Hongaarsche legatie van 9 Januari. De nota deelt mede, dat naar aanleiding van het incident van 8 Januari den Tsjecho- Slowaakschen gezant te Boedapest opdracht is gegeven een stap te ondernemen. De Tsjecho-Slowaaksche regeering heeft voorts streng bevel gegeven, dat op voorwaarde van wederkeerigheid alle militaire en vei ligheidsformaties in de grensgebieden er voor moeten waken de afbakeningslij n niet te overschrijden. Wat den Hongaarschen schadevergoe- dingseisch betreft deelt het ministerie mede, dat het incident van Munkacs van 6 Januari is uitgelokt door geweerschoten van Hon garen op Tsjecho-Slowaaksche gendarmen bij het klooster van St. Basilius te Podmo- nastyn. Van Tsjecho-Slowaaksche zijde is op het Hongaarsche vuur uitsluitend ge antwoord om den Hongaren te beletten op Tsjecho-Slowaaksch gebied door te dringen. De Tsjechr-Slowaaksche regeering kan derhalve niet verantwoordelijk worden gsteld voor de betreurenswaar dige incidenten, die zich hebben voor gedaan. De Tsjecho-Slowaaksche regeering wenscht oprecht, dat in het belang der betrekkingen van goede nabuurschap tusschen de twee landen de incidenten worden geregeld tot voldoening van beide partijen. Bijgevolg herhaalt zij haar voorstel betreffende een onderzoek door een gemengde Hongaarsch- Tsjecho-Slowaaksche commissie. Zij is be reid de oplossing van de verantwoordelijk heidskwestie te laten afhangen van de re sultaten der voorgestelde gemengde com missie van onderzoek. Voorts herinnert de Tsjecho-Slowaaksche regeering aan de door beide regeeringen bij de arbitrale uitspraak van Weenen aan vaarde verplichtingen. Ter voorkoming van een herhaling van grensincidenten stelt zij voor, een neutrale zone in te voeren ter breedte van 1500 meter ter weerszijden van de geheele afbakeningslijn van de Karpaten- Oekraine. De Tsjecho-Slowaaksche regeering hoopt op deze wijze uiting te hebben gegeven aan haar verlangen, volledig en objectief de in cidenten te liquideeren en tevens de nor male opbouwende betrekkingen tusschen de twee landen voort te zetten. Nog een communiqué. In een tweede officieel communiqué wordt medegedeeld, dat het Tsjecho-Slowaaksche ministerie van buitenlandsche zaken den Tsjecho-Slowaakschen gezant te Boedapest heeft opgedragen, een stap te doen bij de Hongaarsche regeering naar aanleiding van „het incident dat door Hongarije is geprovo ceerd" in den nacht van Zaterdag 7 op Zondag 8 Januari bij Nagy Gejöc. De Hongaarsche regeering wordt ver antwoordelijk gesteld voor dit incident en voor alle gevolgen, voortvloeiende uit het overschrijden van de afbake ningslijn en den aanval, 'op Tsjecho- Slowaaksch gebied door Hongaarsche terroristen en geregelde troepen. Tijdens zijn demarche heeft de Tsjecho- Slowaaksche gezant de officieele Hongaar sche autoriteiten in kennis gesteld van de bijzonderheden, die betreffende dit incident aan den dag zijn gekomen bij een onder zoek, dat van Tsjecho-Slowaaksche zijde is ingesteld. Ten slotte is een officieel communiqué ge publiceerd betreffende aanvallen „uitgevoerd door Hongaarsche terroristen" op Tsjecho- Slowaaksch gebied, na de arbitrale uit spraak van Weenen, waarbij de definitieve grenzen tusschen Tsjecho-Slowakije en Hongarije werden vastgesteld. Het commu niqué somt 19 gevallen op van acties, die gewapenderhand werden ondernomen, zon der de afzonderlijke gevallen waarin ge weervuur werd afgegeven mee te rekenen. Deze gevallen hebben zich voorgedaan van 3 November tot eind 1938. Anthony Eden, de oud-minister van buitenlandsche zaken, heeft gisteren, als gast van de Amerikaansche Ka mer van Koophandel, een rede ge houden, waarin hij o. a. zeide, dat de jongste Boodschap van president Roosevelt over het standpunt der Vereenigde Staten ten aanzien van de internationale vraagstukken, zeker historisch zal worden. De rede van den president was niet alleen een meesterstuk wat betreft de duidelijk heid van taal, aldus spr., zij is meer. Zij is een wegwijzer voor alle vrij heidlievende landen der wereld. Ik ben er zeker van, dat al mijn Britsche vrienden het met mij eens zullen zijn, wanneer ik verklaar, dat het moeilijk zou zijn de uitwerking van deze rede op het Britsche volk te overdrijven. Ten aanzien van de Britsch-Ameri- kaansche vraagstukken zeide Eden: Wij hebben beide onze eigen vraagstukken, wij hebben beide onze eigen nationale be langen, welke van invloed zijn op onze opvattingen, doch er is iets belangrijkers, dan gelijkheid van inzicht en dat is de ge lijkheid van beginselen. Het is voor ons allen in dit land duidelijk, dat de president niet alleen de gevoelens van de groote meerderheid van het Amerikaansche volk heeft vertolkt, doch ook de meest inner lijke gevoelens van de bevolking van deze eilanden. Na te hebben geconstateerd, dat noch in Groot-Brittannië, noch in de Vereenigde Staten het geringste gevaar bestaat dat de leer der staatsverafgoding steun van het volk zou krijgen, zeide Eden, dat de abso lute macht in handen van sommige staten zeer groot is en het zou dwaasheid zijn voor de democratieën in Europa te mee- nen, een dergelijke kracht het hoofd te kunnen bieden door te vertrouwen op ver sleten methoden. De rechten van het indi vidu moeten nauw verband houden met de behoeften van de gemeenschap, waarin hij leeft en de eerste van deze behoeften is op het oogenblik de landsverdediging. Indien de behoeften van den staat worden ver waarloosd, kan alles worden vernietigd en zal het individu zijn rechten verliezen. •Ik geloof, zoo besloot Eden zijn rede, dat op het oogenblik in dit land een groeiend begrip is voor dit fundamenteele probleem en dat er een groeiende vastberadenheid is om het op te lossen. Gisteren heeft men proefnemingen geno men met de nieuwe torpedobooten voor de Engelsche vloot, welke een snelheid kun nen bereiken van 50 mijl per uur. De sche pen hebben een lengte van zeventig voet en zij worden voortgedreven door drie Rolls Royce motoren van 1000 P.K. elk. Voorts hebben zij twee 21 duims of vier achttien duims torpedolanceerbuizen. Voorts drie kanonnetjes, een inrichting om een rookgordijn te leggen en een inrichting voor het werpen van dieptebommen. Een belangwekkende bijzonderheid is dat de schepen geen masten of schoorsteenen heb ben en dat het gedeelte dat boven water uitsteekt kleiner is dan van eenig ander oorlogsschip. Er kunnen ook kanonnen op geplaatst worden welke kogels afschieten die door de huid van duikbooten of torpe- dobootjagers heendringen. De ontwerper, Scottpaine, heeft gisteren gedemonstreerd hoe de snelheid in drie seconden kan wor den teruggebracht van veertig mijl tot acht mijl en in acht seconden kan worden opge voerd van tien mijl tot vijftig mijl. Het nieuwe Engelsche oorlogsschip zal zonder twijfel een geducht wapen vormen tegen alle catoperieën van duikbooten. Zie verder Buitenland pag. 3 2de blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1