DAGBLAD VOOR ALKMAAR
EN OMSTREKEN.
Besprekingen over de Joodsche
vluchtelingen.
No. 9 Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Woensdag 11 Januari 1939
Waarover Publee te Berlijn onder
handelen zal.
SCHACHT'S PLANNEN.
De aigemeene toestand.
Nota's van Praag aan
Boedapest.
Tsjecho-Slowakije wijst de
verantwoordelijkheid af.
141e Jaargang
„Roosevelt's boodschap krijgt
historische beteekenis".
Rede van oud-minister Eden.
Een formidabele Engelsche
torpedoboot.
Met een snelheid van
vijftig mijl.
ALKMAARSCHE
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
Directeur: C. KRAK.
Dr. Schacht.
COURANT.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
De N.R.Crt.-correspondent te Berlijn
telefoneerde gisteravond:
Nu Rublee hier is aangekomen en
morgen de onderhandelingen over het
Joodsche vraagstuk zullen beginnen,
kunnen de volgende mededeelingen
een beeld: geven van hetgeen daarbij
komt kijken.
Ofschoon de directeur van de B.I.B.
te Bazel de geruchten over deelneming
van deze instelling aan de financiering
van de emigratie heeft tegengespro
ken, neemt men hier nochtans aan, dat
Schacht, thans uit Bazel terug, vandaar
na uitvoerige ruggespraken met Montagu
Norman, een plan heeft meegebracht,
hetwelk er op zou neerkomen, dat mis
schien dan niet het kapitaal van de
bank als zoodanig maar dan toch wel
kapitaal om zoo te zeggen achter de
bank staande, mobiel zou worden ge
maakt voor den aankoop van grond,
voor machines, transporten en verder
al wat bij de emigratie op groote schaal
te pas komt.
Er schijnt eenig verschil van meening te
zijn over de formaliteiten van de ont
vangst. Rublee vertegenwoordigt feitelijk
32 naties; hij is geïntroduceerd door de am
bassadeurs van de Ver. Staten en Enge
land, maar een diplomaat is hij toch feite
lijk niet. Schacht moet hem den weg effe
nen naar de mannen met wie Rublee wil
spreken. Dat zijn niet alleen Göring en
Funk, maar ook Frick, de minister van
Alkmaar, 11 Januari.
De ambassadeurs van de Ver. Staten in
Engeland en Frankrijk hebben gisteren
verslag uitgebracht over den Europeeschen
toestand. Dat verslag werd uitgebracht in
een gezamenlijke, besloten vergadering van
de commissies voor militaire zaken van het
Huis van Afgevaardigden en van den Se
naat.
Een congreslid, dat de vergadering had
bijgewoond, verklaarde na afloop, dat zij
een somber beeld voor den vrede gegeven
had. De beide diplomaten waren bijna twee
uur in de vergadering geweest en hebben
daar Europa afgschilderd als een wereld
deel met volkomen chaotische toestanden.
Zoo moet Kennedy, de ambassadeur te
Londen, o.m. gezegd hebben, „dat wellicht
in dit voorjaar een wereldoorlog zal uit
breken, terwijl Bullitt, zijn Parijsche colle
ga, ongeveer dezelfde meening zou hebben
geuitKennedy voorspelde, dat die we
reldoorlog op een of twee manieren zou
kunnen uitbreken, ten eerste na overwel
diging van de Oekraine door Duitschland
en ten tweede na een Italiaansche poging
zich van Tunis meester te maken.
Een oud lid van de commissie zeide, dat
de door de beide ambassadeurs gedane ont
hullingen de „ontstellendste waren, die hij
gehoord had, sedert hij in het congres
kwam".
Kennedy zou de commissie gegevens heb
ben voorgelegd betreffende de sterkte der
Duitsche luchtmacht, welke door Lind-
bergh zijn verzameld. Men.zegt, dat volgens
het rapport van Lindbergh Duitschland
10.000 vliegtuigen der eerste linie bezit en
dat hier maandelijks 1200 toestellen bijko
men. De les, die men hieruit kan trekken,
aldus zou Kennedy verklaard hebben, is
dat men gereed dient te zijn.
Tot zoover de verklaringen van de twee
ambassadeurs, verklaringen, welke niet bij
zonder bemoedigend zijn.
Wij mogen, hoewel dit niet direct ver
band houdt met het bovenstaande, thans
in deze rubriek nog wel iets zeggen over
Amerika zelf, waar een groote ommekeer
in de buitenlandsche politiek valt waar te
nemen, waareen einde wordt gemaakt
aan de isolatie-periode van de Ver. Staten.
Een medewerker van de N.R.Crt. schrijft
hierover uit Washington:
Terwijl de Ver. Staten in de laatste jaren
vrij consequent aan hun isolatiepolitiek
hebben vastgehouden, is hierin in den
laatsten tijd plotseling een zeer sterke ver
andering gekomen. De Amerikaansche pers
binnenlandsche zaken. Immers spelen voor
Rublee ook de administratieve en politie
maatregelen bij het vraagstuk een rol van
beteekenis. Als de politie op de Joden zulk
een pressie uitoefent, dat zij genoopt wor
den de vlucht te nemen zelfs als hun pa
pieren niet in orde zijn, dan staat dat aan
een stelselmatige emigratie, zooals Rublee
die zich denkt, in den weg.
Men zal zich herinneren, dat een tijd ge
leden een aanzienlijk aantal Joden uit de
concentratiekampen werd ontslagen op
voorwaarde, dat zij binnen vier weken het
rijksgebied zouden hebben verlaten, al
thans bewijzen zouden kunnen overleggen
dat zij alles ter voorbereiding van hun emi
gratie zouden hebben verricht. In het laat
ste geval zou de termijn worden verlengd.
Een aantal van deze Joden (te Berlijn zou
den het eenige honderden zijn) die aan
deze voorwaarden niet hebben voldaan of
niet konden voldoen, zijn opnieuw gear
resteerd. (De vrees voor deze nieuwe ar
restatie is het geweest welke voor deze Jo
den aanleiding is geworden om zonder het
bezit van de vereischte papieren de grens,
bijvoorbeeld de Nederlandsche grens, te
overschrijden.) Voorts is weder een aantal
staatlooze Joden gearresteerd (hiervan zijn
uitgezonderd degenen die nog een z.g. Nan-
senpas hebben). Men neemt aan, dat over
eenigen tijd deze Joden opnieuw onder de
zelfde voorwaarden op vrije voeten zullen
worden gesteld. Op deze wijze wordt wel
iswaar de emigratie bevorderd maar niet
de stelselmatige en geregelde emigratie.
Het is opmerkelijk hoe weinig optimisme
men hier omtrent het resultaat van de be
sprekingen van Rublee ontmoet. Veelal
zegt men: het resultaat zal wel even tast
baar en even goed zijn als dat van de be
is tamelijk eensgezind in haar verklaring
van dit verschijnsel: er is, zooals een hoofd
artikelschrijver betoogt, maar een woord
voor noodig: „München". De overeenkomst
van München heeft in dit land tot een pers
campagne geleid, die in de meeste Europee-
sche landen verwondering gewekt moet
hebben. Terwijl de Ver. Staten, die ten
slotte toch wel wat te maken hebben ge
had met de stichting van Tsjecho-Slowa-
kije, zich zelf buiten de heele aangelegen
heid hielden, toonden zij naderhand een
diepe teleurstelling over de houding van
Frankrijk en Engeland. Zooals er drama
tisch gezegd werd: „De eerste verdedigings
lijn van de democratie was ineengezakt, en
nu werd het tijd voor de Ver. Staten om te
gaan optreden". In dezen gedachtengang
ligt het niet geheel gerechtvaardigde idee
opgesloten, dat het de plicht van Engeland
en Frankrijk zou zijn, voor Amerika de
kastanjes uit het vuur te halen. Over het
algemeen is de beoordeeling van Europee-
sche aangelegenheden in de Ver. Staten
zeer onzuiver. Men interpreteert alles op
Amerikaansche wijze en probeert niet, zich
in de Europeesche toestanden te verplaat
sen. Het is dan ook voor een Amerikaan
moeilijk, de meestal dieper gaande en histo
risch gegroeide problemen te begrijpen. De
Amerikanen zijn in de eerste plaats „Real-
politiker", en de ideologische factoren, die
in Europa een overwegende rol spelen, zijn
hun vreemd. De gebiedsuitbreiding van een
staat ten koste van een anderen is voor een
dergelijke opvatting een zuiver impe
rialistische aangelegenheid, waarbij er geen
rekening gehouden wordt met het feit, dat
er ook andere factoren in het spel kunnen
zijn. Aangezien de Amerikanen zelf het ge
vaarlijke principe van nationale zelfbe
schikking gepropageerd hadden, was hun
houding niet geheel consequent. De werke
lijke oorzaak van de Amerikaansche ont
stemming ligt ook meer in het feit, dat
iedere verandering van den status quo met
leede oogen gezien wordt.
Terwijl de Vereenigde Staten in de laatste
jaren vrij consequent aan hun isolatiepoli
tiek vastgehouden hebben, zijn zij toch
gaan realiseeren, dat volkomen isolatie niet
bestaat en dat zij wel degelijk betrokken
zijn bij ingrijpende veranderingen van de
machtsverhoudingen. Dit ongetwijfeld juiste
idee heeft tot de overdrijving geleid, dat
Amerika nu zelf aan het gevaar van een
inval bloot staat. Het is echter bij een, voor
buitenlandsche aangelegenheden vrij onver
schillige bevolking noodig de dingen er
een beetje dik op te leggen, en in alle aan
gelegenheden van nationaal belang func-
tionneert de Amerikaansche pers op een
wijze, waar zelfs dictators wel eens ja-
sprekingen te Rome. Het beste is om van te
voren te zeggen, dat men heelemaal geen
resultaat nastreeft, maar dathet er slechts
om té doen is elkanders standpunt eens te
beruiken. Dan kan men ook bij een misluk
king altijd nog van een succes spreken.
Intusschen heeft Mussolini hier nog geen
stap gedaan naar aanleiding van door hem
ontvangen voorstellen van Roosevelt. Al
leen weet men, dat hij het denkbeeld om
in Ethiopië Duitsche en Italiaansche Joden
te planten van de hand wijst. Naar men
hier uit Joodsche kringen verneemt zou
den de Duitsche Joden zich tegen een zoo
danig kolonisatieplan eventueel met hand
en tand verzetten, aangezien zij een over
brenging van Duitsch naar Italiaansch
grondgebied niet als een verbetering zou
den beschouwen.
De moeilijkheden.
Reuter verneemt uit Berlijn, dat de be
sprekingen, welke Rublee vandaag zal be
ginnen, gehouden zullen worden op de ba
sis van een plan, dat Schacht mee naar
Londen bracht. Rublee heeft geen pas
klaar gemaakt plan meegenomen. Het plan
van Schacht, dat beschouwd wordt als een
maximum der Duitsche eischen, wordt in
zijn tegenwoordigen vorm onuitvoerbaar
geacht. Het verluidt, dat Schacht te kennen
heeft gegeven dat zijn plan niet het laatste
woord van Duitschland in deze aangelegen
heid inhield.
Het Duitsche voorstel voor een Joodsche
leening ten bedrage van een half millioen
pond sterling, terug te betalen door een
extra-uitvoer, doet het probleem rijzen hoe
deze vergroote consumptie in het buiten
land zal worden geschikt.
Naar het schijnt stelt Duitschland zich
voor, dat de Joden over de geheele wereld
bereid zullen zijn den boycott van Duitsche
goederen te staken ten einde hun broeders
in Duitschland te helpen.
Doch zelfs indien het wereld-Jodendom
zulks zou willen, zou het dan in staat zijn
een dergelijke leening op te brengen? Er
is goede reden aan te nemen, dat de hulp
bronnen der buitenlandsche Joden reeds
zijn opgedroogd door de hulpverleening aan
Duitsche Joden. Dan is er de vraag hoe
oudere Joden die Duitschland niet verla
ten, gesteund zullen worden, terwijl het
Duitsche plan inzake een emigratie over een
tijdvak van drie jaren eveneens verschei
dene kwesties opwerpt. Naar het schijnt, is
de organisatie van het financieele deel van
het plan zeer ingewikkelden vaag. Duitsch-
loersch op zouden kunnen worden. Dat de
Ver. Staten militair een geduchte macht
zijn en een pheriomenale macht zouden
kunnen worden, zal zeker niemand betwij
felen, die eenigszins een idee heeft van de
industrieele capaciteit van dit land. Reeds
Bismarck heeft er in één van zijn brieven
op gewezen, dat iedere Europeesche mo
gendheid er verstandig aan deed, de gevoe
ligheden van de jonge republiek te ontzien
en niet de enorme economische macht van
dit uitgestrekte land tegen zich te mobili-
seeren.
Noch het fascistisch, noch het nationaal
socialistisch regime hebben in de Ver. Sta
ten ooit eenige sympathie gevonden. Een
volk, dat op een wijze als het Amerikaan
sche, tot bijna in het overdrevene, aan zijn
vrijheid gehecht is, kan nooit iets voelen
voor totalitaire staatsvormen, terwijl in hun
ideeën beide te zeer producten van Euro
peeschen bodem zijn, om hier wortel te
kunnen schieten. Het is trouwens zeer te
betwijfelen, of eenig „isme" hier ooit suc
ces zal hebben.
Indien de genoemde richtingen zich tot
de regeling van hun eigen belangen beperkt
hadden, zou zich de geheele aangelegenheid
tot onvriendelijke perspolemieken beperkt
hebben. Het feit echter, dat in het bijzon
der Duitschland hier steeds weer ergernis
veroorzaakte, maakte het des te gemakke
lijker, het volk in het veld te brengen te-
ge Duitsche expansiepogingen. Het heeft
ongetwijfeld ook invloed gehad, dat de bin
nenlandsche economische toestand teleur
stellend bleef zoodat het dringend noodig
werd geen verdere inbreuk in den buiten-
landschen handel te lijden, terwijl het te
vens niet onnuttig was de aandacht op bui
tenlandsche kwesties te concentreeren. Dit
alles heeft ertoe geleid, dat de isolatiepoli
tiek op den achtergrond geraakt is. Toch
heeft deze richting nog veel aanhang in het
Congres, en het zal de regeering niet ge
makkelijk vallen, voor al haar maatregelen
instemming te verkrijgen. De voorgestelde
dcfensiemaatregelen zullen ongetwijfeld in
stemming vinden, vooral omdat zij ook eco
nomisch een gunstigen invloed zullen heb
ben. Over het algemeen kan men echter
veilig aannemen, dat het komende Congres
noch in de buiten- noch in de binnenland
sche politiek tot zeer ingrijpende maatre
gelen zal komen. Het land heeft behoefte
aan consolidatie en is experimenten moede.
Ook tegenover het buitenland zal het in
ieder opzicht trachten zijn positie te ver
sterken, zonder zich echter gemakkelijk tot
eenige avonturen of eenige zeer ingrijpen
de actie te laten verleiden. De Ver. Staten
zullen hun Europeesche ervaringen niet j
gemakkelijk vergeten.
land stelt voor, het in handen te stellen van
een groep trustees, o.w. een buitenlander.
Intusschen heeft dr. Schacht, naar ver
luidt, de zeer bepaalde verzekering gege
ven, dat er geen verdere anti-Joodsche
maatregelen in Duitschland zullen worden
genomen aleer de onderhandelingen voor
een emigratieleening definitief zullen zijn
mislukt.
Het is niet zeker of Rublee en zijn colle
ga's leden zullen ontmoeten van de Jood
sche gemeente te Berlijn, doch het is in
ieder geval zeker, dat zij zich niet dan met
de volledige goedkeuring der Duitsche re
geering met hen in verbinding zullen stel
len.
Nog wordt gemeld, dat na de besprekin
gen Rublee eerst in den kleinen kring van
zijn commissie, welke op 23 Januari te Pa
rijs bijeenkomt, verslag zal uitbrengen,
waarna op 26 Januari te Londen een vol
tallige vergadering van de commissie zal
worden gehouden.
Te Berlijn zullen geen mededeelingen
worden gedaan over het resultaat der be
sprekingen.
In een officieel communiqué wordt
medegedeeld, dat het Tsjecho-Slowaak-
sche ministerie van buitenlandsche zaken
gister den Hongaarschen zaakgelastigde
te Praag een nota heeft overhandigd ter
beantwoording van de verbale nota der
Hongaarsche regeering d.d. 7 Januari en
tegelijkertijd ter beantwoording van de
nota der Hongaarsche legatie van
9 Januari.
De nota deelt mede, dat naar aanleiding
van het incident van 8 Januari den Tsjecho-
Slowaakschen gezant te Boedapest opdracht
is gegeven een stap te ondernemen. De
Tsjecho-Slowaaksche regeering heeft voorts
streng bevel gegeven, dat op voorwaarde
van wederkeerigheid alle militaire en vei
ligheidsformaties in de grensgebieden er
voor moeten waken de afbakeningslij n niet
te overschrijden.
Wat den Hongaarschen schadevergoe-
dingseisch betreft deelt het ministerie mede,
dat het incident van Munkacs van 6 Januari
is uitgelokt door geweerschoten van Hon
garen op Tsjecho-Slowaaksche gendarmen
bij het klooster van St. Basilius te Podmo-
nastyn. Van Tsjecho-Slowaaksche zijde is
op het Hongaarsche vuur uitsluitend ge
antwoord om den Hongaren te beletten op
Tsjecho-Slowaaksch gebied door te dringen.
De Tsjechr-Slowaaksche regeering
kan derhalve niet verantwoordelijk
worden gsteld voor de betreurenswaar
dige incidenten, die zich hebben voor
gedaan.
De Tsjecho-Slowaaksche regeering wenscht
oprecht, dat in het belang der betrekkingen
van goede nabuurschap tusschen de twee
landen de incidenten worden geregeld tot
voldoening van beide partijen. Bijgevolg
herhaalt zij haar voorstel betreffende een
onderzoek door een gemengde Hongaarsch-
Tsjecho-Slowaaksche commissie. Zij is be
reid de oplossing van de verantwoordelijk
heidskwestie te laten afhangen van de re
sultaten der voorgestelde gemengde com
missie van onderzoek.
Voorts herinnert de Tsjecho-Slowaaksche
regeering aan de door beide regeeringen bij
de arbitrale uitspraak van Weenen aan
vaarde verplichtingen. Ter voorkoming van
een herhaling van grensincidenten stelt zij
voor, een neutrale zone in te voeren ter
breedte van 1500 meter ter weerszijden van
de geheele afbakeningslijn van de Karpaten-
Oekraine.
De Tsjecho-Slowaaksche regeering hoopt
op deze wijze uiting te hebben gegeven aan
haar verlangen, volledig en objectief de in
cidenten te liquideeren en tevens de nor
male opbouwende betrekkingen tusschen de
twee landen voort te zetten.
Nog een communiqué.
In een tweede officieel communiqué wordt
medegedeeld, dat het Tsjecho-Slowaaksche
ministerie van buitenlandsche zaken den
Tsjecho-Slowaakschen gezant te Boedapest
heeft opgedragen, een stap te doen bij de
Hongaarsche regeering naar aanleiding van
„het incident dat door Hongarije is geprovo
ceerd" in den nacht van Zaterdag 7 op
Zondag 8 Januari bij Nagy Gejöc.
De Hongaarsche regeering wordt ver
antwoordelijk gesteld voor dit incident
en voor alle gevolgen, voortvloeiende
uit het overschrijden van de afbake
ningslijn en den aanval, 'op Tsjecho-
Slowaaksch gebied door Hongaarsche
terroristen en geregelde troepen.
Tijdens zijn demarche heeft de Tsjecho-
Slowaaksche gezant de officieele Hongaar
sche autoriteiten in kennis gesteld van de
bijzonderheden, die betreffende dit incident
aan den dag zijn gekomen bij een onder
zoek, dat van Tsjecho-Slowaaksche zijde is
ingesteld.
Ten slotte is een officieel communiqué ge
publiceerd betreffende aanvallen „uitgevoerd
door Hongaarsche terroristen" op Tsjecho-
Slowaaksch gebied, na de arbitrale uit
spraak van Weenen, waarbij de definitieve
grenzen tusschen Tsjecho-Slowakije en
Hongarije werden vastgesteld. Het commu
niqué somt 19 gevallen op van acties, die
gewapenderhand werden ondernomen, zon
der de afzonderlijke gevallen waarin ge
weervuur werd afgegeven mee te rekenen.
Deze gevallen hebben zich voorgedaan van 3
November tot eind 1938.
Anthony Eden, de oud-minister van
buitenlandsche zaken, heeft gisteren,
als gast van de Amerikaansche Ka
mer van Koophandel, een rede ge
houden, waarin hij o. a. zeide, dat de
jongste Boodschap van president
Roosevelt over het standpunt der
Vereenigde Staten ten aanzien van de
internationale vraagstukken, zeker
historisch zal worden. De rede van
den president was niet alleen een
meesterstuk wat betreft de duidelijk
heid van taal, aldus spr., zij is meer.
Zij is een wegwijzer voor alle vrij
heidlievende landen der wereld. Ik
ben er zeker van, dat al mijn Britsche
vrienden het met mij eens zullen zijn,
wanneer ik verklaar, dat het moeilijk
zou zijn de uitwerking van deze rede
op het Britsche volk te overdrijven.
Ten aanzien van de Britsch-Ameri-
kaansche vraagstukken zeide Eden: Wij
hebben beide onze eigen vraagstukken,
wij hebben beide onze eigen nationale be
langen, welke van invloed zijn op onze
opvattingen, doch er is iets belangrijkers,
dan gelijkheid van inzicht en dat is de ge
lijkheid van beginselen. Het is voor ons
allen in dit land duidelijk, dat de president
niet alleen de gevoelens van de groote
meerderheid van het Amerikaansche volk
heeft vertolkt, doch ook de meest inner
lijke gevoelens van de bevolking van deze
eilanden.
Na te hebben geconstateerd, dat noch in
Groot-Brittannië, noch in de Vereenigde
Staten het geringste gevaar bestaat dat de
leer der staatsverafgoding steun van het
volk zou krijgen, zeide Eden, dat de abso
lute macht in handen van sommige staten
zeer groot is en het zou dwaasheid zijn
voor de democratieën in Europa te mee-
nen, een dergelijke kracht het hoofd te
kunnen bieden door te vertrouwen op ver
sleten methoden. De rechten van het indi
vidu moeten nauw verband houden met de
behoeften van de gemeenschap, waarin hij
leeft en de eerste van deze behoeften is op
het oogenblik de landsverdediging. Indien
de behoeften van den staat worden ver
waarloosd, kan alles worden vernietigd en
zal het individu zijn rechten verliezen.
•Ik geloof, zoo besloot Eden zijn rede, dat
op het oogenblik in dit land een groeiend
begrip is voor dit fundamenteele probleem
en dat er een groeiende vastberadenheid is
om het op te lossen.
Gisteren heeft men proefnemingen geno
men met de nieuwe torpedobooten voor de
Engelsche vloot, welke een snelheid kun
nen bereiken van 50 mijl per uur. De sche
pen hebben een lengte van zeventig voet
en zij worden voortgedreven door drie
Rolls Royce motoren van 1000 P.K. elk.
Voorts hebben zij twee 21 duims of vier
achttien duims torpedolanceerbuizen. Voorts
drie kanonnetjes, een inrichting om een
rookgordijn te leggen en een inrichting
voor het werpen van dieptebommen. Een
belangwekkende bijzonderheid is dat de
schepen geen masten of schoorsteenen heb
ben en dat het gedeelte dat boven water
uitsteekt kleiner is dan van eenig ander
oorlogsschip. Er kunnen ook kanonnen op
geplaatst worden welke kogels afschieten
die door de huid van duikbooten of torpe-
dobootjagers heendringen. De ontwerper,
Scottpaine, heeft gisteren gedemonstreerd
hoe de snelheid in drie seconden kan wor
den teruggebracht van veertig mijl tot acht
mijl en in acht seconden kan worden opge
voerd van tien mijl tot vijftig mijl.
Het nieuwe Engelsche oorlogsschip zal
zonder twijfel een geducht wapen vormen
tegen alle catoperieën van duikbooten.
Zie verder Buitenland pag. 3 2de blad.