E TRAGEDIE MAYERLING jföuutenCatul Op elke PUROL ZeuiMeton Nynke van Hichtum over leden. Brand in een school te Oen Bosch. Vermiste visschersschuit terecht. Afgedreven naar Oost-Friesland. Moeilijke tochten door het ijs. Vragen over den boterprijs. 200 „legale" vluchtelingen te Amsterdam. Totale opbrengst nationale collecte f473.033,68. 5£ cent per inwoner. 12.000 Balen garnalen ver duisterd. Voor een waarde van f 30.000. VAN 2 TWEEDE BLAD. Te Hilversum is, 78 jaar oud, over leden de bekende schrijfster van vele kinderboeken, Nynke van Hichtum. Nynke van Hichtum behoort, aldus het Hbld tot de weinige Nederlandsche schrijf sters'voor de jeugd, wier werk, om zoo te zeggen, nooit is verouderd. Geen kinder bibliotheek van eenige beteekenis of haar boeken zijn er niet alleen in opgenomen, maar zij behooren ook veelal tot de meest gevraagde. In het bijzonder geldt dat wel voor „Afke's Tiental", „De geschiedenis van den kleinen Eskimo Koedlago en de „Oehoehoe"-serie. Al deze en een aantal niet genoemde ver halen zijn ontstaan door lees- en verteluur- tjes met de eigen kinderen, en waarschijn lijk hebben ze juist daardoor het onopge smukte gekregen, dat het kind met zijn veelal zuivere intuïtie aanvoelt als waar, als „echt gebeurd" en dat het daarom steeds opnieuw boeit. Sjouke Bokma de Boer, zooals deze schrijfster oorspronkelijk heette, werd den 13den Februari 186P te Nes bij Dokkum geboren waar hnar vader, van wien zij het talent om te vertellen heeft geërfd, als predikant stond. Kort na haar huwelijk met mr. P. J. Troelstra, den lateren leider van de S.D.A.P., verschenen haar eerste penne- vruchten, geschreven in de Friesche taal. Het gezin woonde toen in Leeuwarden, waar mr. Troelstra de redactie voerde van het toentertijd zee" bekende tijdschrift „For hüs en hiem", hetwelk hij persoonlijk ook financierde. Op zijn verzoek verzorgde de jonge echtgenoote in dit blad het kinder hoekje. Intusschen had mr. Troelstra een politieke richting gekozen, we'ke in die dagen voor een intellectueel sis hij zeer ongewoon was. Hij was socialist geworden en in „For hüs en hiem" verscheen een gedicht, getiteld: „De nije Tüd", waarvan Friesland schrok. Het regende bedankjes en Troelstra, die in zag dat zijn mooie tijdschrift op den duur ten onder zou moeten gaan aan zijn poli tieke beginselen, vond it zoo jammer, dat hij het overdeed aan de Halbertsma's, waar door, althans aanvankelijk ook mevrouw Troelstra de gelegenheid werd ontnomen om haar pennevruchten te publiceeren. Later werden als regel de verhalen in eigen kring verteld, stof voor graag gelezen jeugdboeken, waarvan de inhoud als het ware groeide met haar beide kinderen, ge tuige het feit, dat haar eerste boeken be stemd waren voor tien- en elf-jarigen, ter wijl haar latere verhalen berekend zijn op het bevattingsvermogen der oudere jeugd. „Afke's Tienta"", het populairste boek van Nynke van Hichtum (die dit pseudo niem heeft gekozen n?ar den naam van een oud vrouwtje, met wie de schrijfster zeer bevriend was), ontstond in den tijd dat mr. Troelstra als advocaat gewikkeld was in de Hogerhuiszaak, die, zooals men weet, de oorzaak werd van zijn veroordeeling tot een maand gevangenisstraf. In behoefte aan steun praatte mevrouw Troelstra in die veelbewogen dagen graag met een eenvou dige vrouw, de moeder van haar dienst meisje, die het ook heel moeilijk had, doch met groote kordaatheid haar vele zorgen het hoofd bood. Allengs kreeg ze zoo'n res pect voor deze vrouw met haar zachte en toch zoo flinke karakter, dat zij behoefte gevoelde haar wezen in een boek vast te leggen. Na haar scheiding heeft mevrouw Troel stra haar zoon Jelle, den schilder, jaren lang op zijn zwerftochten door Nederland en Frankrijk vergezeld. Later, toen hij Hil versum tot woonplaats koos, heeft zij zich daar eveneens gevestigd en tot voor enkele jaren werkte zij nog altijd mede aan in hoofdzaak Friesche bladen. De talrijke bewijzen van sympathie, die zij ter gelegenheid van haar vijf-en-zeven tigsten verjaardag uit alle deelen van het land mocht ontvangen, zullen deze begaafde hoogstaande vrouw ongetwijfeld de over tuiging hebben geschonken, dat haar werk in breeden kring werd en wordt gewaar deerd. En dat is wel de grootste voldoening, die een schrijfster deelachtig kan worden. De crematie op Westerveld zal Donder dagmiddag geschieden na aankomst van trein 14 uur 15. Gistermiddag is het gebouw van de R.K. Bijzondere school voor buitenge woon lager onderwijs „St. Franciscus" gelegen aan de Keizerstraat te 's-Her- togenbosch, door brand' voor een ge deelte vernield. Om kwart voor vier hoorde het hoofd van de school geknetter van vuur en toen hij op onderzoek uit ging, vond hij de gangen reeds met rook gevuld. Onmiddellijk waarschuwde hü de overige onderwijzers, waarna in weinig tijd de leerlingen naar buiten waren ge bracht. Intusschen had'de brand, welke op de zol derverdieping was ontstaan, zich snel uitge breid. Een verstikkende rook ontwikkelde zich. De brandweer bestreed het vuur met zes stralen op de waterleiding en drie op de Binnen Dieze. Binnen een uur had zij den brand onder de knie. De zolders en het dak zijn een prooi der vlammen geworden. Vermoedelijk is kort sluiting oorzaak van den brand. Het school gebouw, dat eigendom van de gemeente is, was verzekerd. Het Duitsche recherchevaartuig „Von Hindenburg" heeft gistermiddag om twaalf uur het vermiste visschersvaar- tuig uit Termunten nabij de Knock, de Zuidwestpunt van Oost-Friesland, opge spoord. De twee zoons van schipper Bakker bevonden zich nog aan boord. Het recherchevaartuig heeft het schip op sleeptouw genomen" naar Termuntenzijl, waar het is overgenomen door het visschers- vaartuig van schipper Arie Kuiper. Deze was gisterochtend reeds om vijf uur uitgevaren om assistentie te verleenen. De „Von Hindenburg" had het vermiste schip reeds om acht uur gisterochtend ont dekt, doch kon het door den lagen water stand niet naderen. Intusschen was ook het Nederlandsche recherchevaartuig „Alexan- der Gogel" in de nabijheid van het schip ge komen, die echter geen hulp meer heeft ver leend. Gisterochtend om acht uur was een der jongens van boord gegaan en is over het ijs naar Riesen geloopen om naar Nederland te telefoneeren. De verbinding kon echter moei lijk tot stand worden gebracht, zoodat de jongen onverrichterzake naar het schip is teruggekeerd. Bij de opsporing hebben ook nog Duitsche vliegtuigen hun medewerking verleend, doch deze hadden tot dusver nog niets ge rapporteerd. Gistermiddag is een drietal motorschepen uit Nijkerk en Amersfoort, de klippermotor „Dankbaarheid" uit Amersfoort, de „Ver trouwen" van den beurtschipper Kos uit Huizen en de „Johanna" van den beurt schipper Heimensen uit Nijkerk," de Oranje sluizen te Amsterdam gepasseerd. Nadat de schepen ongeveer vier uur in het ijs hadden vastgezeten, slaagden zij erin Am sterdam te bereiken. De Harderwijker boot van de Holland- Veluwe lijn was gistermorgen om ongeveer acht uur uit Harderwijk vertrokken, doch kon niet door het ijs heenkomen en is daar om naar Harderwijk teruggekeerd. Het water op het binnen-IJ is op het oogen- blik weer abnormaal hoog, circa 13 min A.P., zoodat het stoomgemaal in werking is gesteld. Dit hooge peil is ontstaan, doordat IJmui- den als gevolg van den Westenwind niet vol doende kan spuien. De „Zeemeeuw" weer in de haven van Urk. De sleepboot „Zeemeeuw" is gisterochtend om half twaalf van Kampen naar Urk ver trokken en gistermiddag om half vier in de haven van het eiland gearriveerd. Het vaar tuig bracht de post van Kampen mee. De postboot „Von Geusau" is gistermiddag te Kampen aangekomen en zal hedenochtend om zeven uur terugkeeren met post, passa giers en levensmiddelen. Gevaarlijke tocht naar Urk. Gistermiddag om vijf uur zijn de zeven familieleden van een bejaarde inwoonster van Urk, die ernstig ziek is, met een ijsvlet op Urk aangekomen, na een zeer gevaar lijken en vermoeienden tocht over het ijs. Onder hen bevond zich een vrouw, die tijdens den tocht door het ijs was gezakt. Men had haar echter tijdig weten te vatten, zij moest op het ijs van droge kleeren wor den voorzien. Het Tweede Kamerlid van der Sluis (s.d.a.p.) heeft aan den minister van econo mische zaken de volgende vragen gesteld: Heeft de minister kennis genomen van de mededeeling van den voorzitter van de Frie sche Kamer van Koophandel, dat in 1938 de gemiddelde Leeuwarder commissie-notee ring voor de boter 80,3 cent per K.G. be droeg, terwijl de Deensche noteering, in Hol- landsch geld omgerekend 91,3 cent bedroeg? Is de minister bereid zijn meening te geven omtrent het oordeel van vorenge noemden boter-expert, dat de Nedei"- landsche boter haar goeden naam in En geland alleen terug kan krijgen, wan neer voldaan wordt aan de volgende drie eischen: datumstempeling, wederom in voering van restitutie van de heffing van den dag van productie en uitvoerverbod voor boter ouder dan drie weken? Als de minister de meening van den voor zitter van de Friesche Kamer van Koophan del niet deelt, kan hij dan mededeelen, hoe het betreurenswaardige feit, dat de Neder landsche boter op de Engelsche markt zoo veel minder opbrengt dan de Deensche, moet worden verklaard? De Quarantaine-inrichting op Zeeburg te Amsterdam krijgt, aldus het Hbld., nieuwe bewoners. In de afgeloopen dagen zijn na melijk de ongeveer 250 Joodsche kinderen uit Duitschland, welke hier gehuisvest wa ren, naar verschillende kinder-tehuizen in ons land vertrokken. En thans zullen tweehonder z.g. „legale" volwassen Joodsche vluchtelingen eerst daags op Zeeburg aankomen. In af wachting van hun transmigratie zullen zij hier zes weken blijven. Deze tweehonderd emigranten vormen een onderdeel van een groep van 1200 a 1500 personen, die nog verwacht wordt. Vele van deze vluchtelingen zullen uit eindelijk in Hellevoetsluis, waar nog een kamp wordt ingericht, op hun vertrek naar elders moeten wachten. De totale opbrengst van de op Zaterdag 3 December van het vorige jaar gehouden nationale straatcollecte ten bate van de vervolgden om geloof of ras bedraagt naar thans bekend wordt 473.033,68, hetgeen neer komt op een bedrag van 5,5 cent per inwoner of 25 cent per gezin. In één der zalen van het A.M.V.J.-ge- bouw te Amsterdam heeft de voorzitter van het Nederlandsch jeugdleidersinsti tuut, dr. C. P. Gunning, dit bedrag mede gedeeld. Men zal zich herinneren, dat het Nederlandsch jeugdleidersinstituut deze nationale inzameling heeft georganiseerd. De leden van het dagelijksch bestuur van het instituut, benevens de besturen van de vier vluchtelingencomité's, waren gistermiddag in de hoofdstad bijeen ge komen om het resultaat van de collecte te vernemen. Het Joodsch comité voor bijzondere Jood sche nooden ontvangt van het totaal be drag 2/5 deel, dus rond 180.000.ter wijl het resteerende 3/5 deel gelijkelijk zal worden verdeeld onder het Joodsch kindercomité, het r.-k. vluchtelingen comité en het protestantsch-christelyk- comité. Deze drie comité's ontvangen dus elk rond 90.000.—. Van het totaalbedrag is afgehouden het geld, dat reeds aan plaatselijke comité s in de grensstreken is verstrekt. In totaal is in 1000 van de 1080 Neder landsche gemeenten gecollecteerd. De provincie Utrecht bracht op 31.851.28, dat is 6,9 cent per inwoner, waarmede deze provincie de kroon spant. De tweede plaats wordt ingenomen door Zeeland, Zuid- Holland en Friesland, onderscheidenlijk met 17.306,78, 142.364,3i'A en 28.535.94K, alle drie provincies per in woner 6.8 cent. Daarop volgen Noord holland met 102.343.19 (per inwoner 6.6 cent), Gelderland met 53.070.14 (per inwoner 5.9 ct.), Overijsel m. 31.127.98 (per inwoner 5.6 cent), Groningen met 21.637.95 (per inwoner 5.2 cent), Drente met 5.371.16 K cent (per inwoner 2.7 cent), Noord-Brabant met 17.421.11 K' (per inwoner 1.8 cent), Limburg met 9.256.58)4 (per inwoner 1.6). Van de gemeenten heeft Zutfen het grootste gemiddelde, n.1. per inwoner 32.5 cent. De Rotterdamsche politie heeft giste ren aangehouden en in bewaring gesteld den 40-jarigen directeur van een expedi tie- en opslagbedrijf A.R., gevestigd aan de Noordblaak te Rotterdam, die in den loop van 1938 ten nadeele van de Alge- meene Veevoeder Maatschappij N.V. 12.000 balen gedroogde garnalen ter waarde van ongeveer dertig duizend gulden heeft verduisterd. De opslagplaats van het bedrijf bevindt zich in de Piekstraat en daar waren eenige belangrijke partijen gedroogde garnalen op geslagen. De maatschappij verkocht van deze partijen telkens een gedeelte aan haar cliën ten, die op een bewysje van de maatschap pij de hoeveelheid garnalen welke zij had den gekocht, in ontvangst konden neimen. Vorige week vervoegde zich wederom een klant van de Algemeene Veevoedermaat schappij bij de opslagplaats aan de Piek straat met een dergelijk bewijs. Er waren toen evenwel geen balen meer aanwezig. De klant deelde dit de maatschappij mede, doch deze kon aan de hand van haar boeken on middellijk nagaan, dat er nog ongeveer 12000 balen opgeslagen moesten zijn. Toen deze bij onderzoek niet aanwezig bleken te zijn, is de politie in de zaak gemengd, die de boeken van het bedrijf van den heer R. in beslag nam. Daaruit bleek, dat de balen garnalen waren verkocht aan tal van personen, die niet door de maatschappij waren gezonden. De opbrengst, ongeveer 30.000, zou te eigen bate zijn aangewend. Na verhoor heeft R. de onregelmatigheden toegegeven en is hij daarop overgebracht naar het Huis van be waring. Thans wordt het onderzoek voort gezet naar eventueele heling en of er bij deze zaak ook medeplichtigen betrokken zijn. HET KARTINIFONDS 25 JAAR. Gisteren herdacht de vereeniging Kar tinifonds haar 25-jarig bestaan met een openbare vergadering in hotel De Witte- brug te Den Haag. Zooals bekend heeft het Kartinifonds de zorg voor de in Indië ge vestigde Kartini- en van Devent er-scholen, waar nijverheid en huishoudelijk onderwijs wordt gegeven aan inheemsche meisjes. De voorzitter der vereeniging, de heer Joekes, bracht dank aan al de medewer kers, hier en in Indië. Spr. wees op het streven der vereeniging, nl. de geschikt- making door onderwijs van het inheem sche meisje tot huisvrouw en moeder, zoo als deze is gedacht door de raden Adjeng Kartini, wier denkbeelden bekend werden gemaakt door mr. Abendanon en welk werk door mr. van Deventer door de op richting van het Kartinifonds werd be lichaamd. IJSELSTROOM" IN BEHOUDEN HAVEN. Gisteravond om zes uur bereikten de Daniël Goedkoop" en de „Wilhelmina Goedkoop" met de „IJselstroom" op sleeptouw, de Oranjesluizen te Amster- dam. Drie kwartier later hadden de schepen lig. plaats genomen aan den steiger der firma Goedkoop aan de De Ruyterka t. De schipper van de Wilhelmina Goedkoop vertelt. De schipper van de „Wilhelmina Goed- koop" was gaarne bereid een en ander over ziin reis te vertellen en toen er van rust weinig kwam, omdat hy - zij het dan op een ^der schip - weer op een karwei uit moest, noodde hij ons uit, de reis dan maar me<|e te maken, dan zou hij onder weg wel wat vertellen. Het werd een sober relaas van een zwaren strijd tegen het ijs. Maandagmiddag onge- veer twee uur kwam het bericht binnen, da. de Daniël Goedkoop" gebrek aan kolen had en derhalve zijn pogingen om los te komen en met de „IJselstroom" de terugreis te aan vaarden opgaf. De Wilhelmina" vertrok hierop met 40 ton kolen aan boord uit de Oranjesluizen De voormalige Zuiderzee was een ijsvlakte. Spoedig na het vertrek begon het donker te worden. Het was niet altijd mogelijk de broze plekken in het ijs te zien en het werd een ware worsteling. Nu eens voer men Oost, dan weer Zuid, dan weer was de koers naar het Noorden. Steeds maar weer achter uit om een aanloop te kunnen nemen. Soms vocht de ijsbreker uren om enkele meters te winnen. Tegen elf uur gistermorgen werd het doel bereikt en konden de ingevroren schepen uit hun benarde positie worden bevrijd. Toen de „Daniël Goedkoop" eenmaal uit haar bar rière van ijsschotsen was losgekomen, en het ijs dus twee geduchte tegenstanders tegen over zich kreeg, was het pleit spoedig beslis^. Niettegenstaande de schepen op hun weg naar Amsterdam ijsbergen van ongeveer vier en een halve meter hoogte ontmoetten, kon de terugreis, die gistermiddag om twee uur aanving, in enkele uren worden vol bracht. De beide sleepbooten hadden, voor zoover gisteravond geconstateerd kon worden, vrij wel geen averij opgeloopen. De „IJsel stroom" een 27 ton metend vrachtschip, was door het kruiende ijs echter leelijk gedeukt. ONTSLAG BIJ DE NEDERLANDSCHE SIEMENS MIJ. Aan zeven Joodsche employee's. Volgens een bericht in de Arbeiderspers zijn dezer dagen bij de Ned. Siemens Mij. in Den Haag zeven employée's ontslagen in verband met het feit, dat zij Jood waren. Voor het meerendeel waren deze menschen reeds lang in dienst van de maatschappij. Bij informatie werd dit bericht bevestigd. De betrokken employée's zijn in zoover be hoorlijk behandeld, dat zij zekere finan- cieele tegemoetkomingen hebben gekregen. De reden voor het ontslag dat volgens het getuigschrift van een der ontslagenen bij onderling goedvinden is geschied is, zoo als gezegd, gelegen in het feit, dat het Joden waren. De directie heeft dat ook niet ontkend en zich op het standpunt gesteld: laten wy de positie van deze menschen nu afwikkelen, vóórdat wij er toe gedwongen worden; is dat eenmaal gebeurd dan kunnen wij het mis schien niet op dezelfde manier. De N. R. Crt. teekent hierbij aan: Gevallen van Duitsch antisemitisme hier te lande waren, naar men zich herinnert, onder meer ook het ontnemen van de ver tegenwoordiging van Duitsche motorrij wielen aan de firma Stokvis (die toen 2500 Engelsche motorrijwielen heeft besteld) en het ontslag van Joodsche ingenieurs aan sommige Nederlandsche octrooibureaux, om de Duitsche patentaanvragen bij den Neder- landschen Octrooiraad niet te verliezen. Er is ons echter ook een geval bekend van een octrooibureau, dat dit verlies heeft getrot seerd, terwijl een ander oetrooibureau, dat geen Joodsche Nederlanders telde, toen ge weigerd heeft den Duitschen klant van het vorige bureau aan te nemen. D Uit de memoires van de moeder van [Maria Vetséra, over den liefdesroman van Kroonprins Rudolf. 14) De onafgebroken verzoeken van haar vriendin en haar kamermeisje, om toch met den prins te breken, al was het dan maar omdat ze rekening met zijn stand en zijn positie moest houden, hebben haar blijkbaar een oogenblik aan het twijfelen gebracht; ze wilde er met hem over spre ken. Nadat ze dit gedaan had, verklaarde ze echter zeer beslist, dat ze hem haar liefde niet mocht onthouden, daar hij an ders zeer ongelukkig zou worden; wat er ook zou gebeuren, zij kon niet anders. Zij bezwoer haar vriendin opnieuw, niets aan haar moeder te vertellen, daar zij zich anders beiden van het leven zou den berooven. Al zou men hen ook nog zoo sterk bewaken, ze zouden vroeger of later toch bij elkaar komen. „De dertiende Januari is in haar zak- kalender, waarin zij al hun samenkomsten noteerde, extra aangeteekend. Zij had dien dag gevraagd thuis te mogen blijven, daar gravin Larisch haar zou komen bezoeken. Maar inplaats hiervan had zij toch den kroonprins opgezocht, was zeer opgewon den thuisgekomen en had tegen haar ka mermeisje gezegd, „was ik vandaag toch maar niet naar hem toegegaan, dat was toch beter geweest". Later had zij nog ge zegd, dat zij nu alles moest doen, wat hij verlangde, want dat ze nu zich zelf niet meer toebehoorde maar hem alleen". Na dertien Januari hebben slechts wei nige samenkomsten meer plaats gehad. Op vijftien Januari werd het gouden sigaret- tenétui bij Rodeck gekocht. Dien middag moesten er de woorden: „13 Januari. Dank zij het noodlot" in gegraveerd worden en dienzelfden avond moest het kamermeisje het nog afhalen. Zooals zij haar kamer meisje vertelde had zij den prins den ko ker gegeven tijdens een samenkomst in het Prater, waarbij ook gravin Larisch tegen woordig was. Daarop volgde op 19 Januari een bezoek in de Hofburcht en verder op 24 Januari de genoemde ontmoeting in het Prater, die zij mogelijk had gemaakt, door een uitvlucht, dat zij nog moest repetee- ren voor het proefzingen in het koor van de Augustynerkerk. Bij die gelegenheid had de kroonprins haar teruggebracht tot in Marokkanergas- se, waar Bratfisch haar gewoonlijk afhaal de en terugbracht. Mogelijk hebben voor bijgangers hen bij die gelegenheid gezien en het praatje rondgestrooid, dat de kroon prins een bezoek bij de barones gebracht had. Niets is echter minder waar. Van den beteekenisvollen dertienden Januari tot den tragischen dag van de catastrofe hebben de gelieven elkaar slechts tweemaal gezien. Des te vaker heeft het verliefde meisje in deze dagen aan den dood gedacht. Met Rudolf heeft zij gedurende dien tijd beslist niet over dood en sterven gesproken. De gedachte, gemeenzaam het leven vaarwel te zeggen, kan slechts bij hen op gekomen zijn, toen zij op dien duisteren Januarimorgen ontwaakten en tot de slot som kwamen, dat er voor hen geen andere oplossing dan de dood was. Het kwam pre cies zoo uit, als Maria Vetsera haar vrien din geschreven had: „Als ons geheim op een goeden dag niet langer een geheim is, dan willen wij op een stil plekje, dat nie mand kent, nog een paar gelukkige uren beleven. De laatste gelukkige uren van ons leven, voor wij tezamen vrijwillig den dood ingaan De ontstellende woorden, waarmee He- lena Vetsera van den lijdensweg verhaalt, dien zij na het bekend worden van de tra gedie van Mayerling tot het einde toe moest gaan, zijn een doorloopende beschul diging. Zij, Helena Vetsera, klaagt aan. De aangeklaagden zijn het Hof en, hoewel zijn naam geen enkele keer genoemd wordt, de keizer zelf. Het verhaal van barones Vetsera over de gebeurtenissen, die na de tragedie van Mayerling volgden, zijn een voortdurende aanklacht: „Het naspel, dat na d,e schokkende ge beurtenissen te Mayerling werd opgevoerd, deels door bevoegden, deels ook door on bevoegden, was vol van de bitterste smart voor de barones, zohder dat een lichtstraal in den bangen nacht van haar vertwijfe ling drong". Het eerste optreden tegen de barones was een daad van ongehoorde wreedheid tegen haar toch reeds zoo gepijnigd moe derhart. Toen de barones bij mevrouw von Ferenczi was, meldde men haar, dat haar zwager, graaf Stockau, haar zocht. De barones ging nr :.r hem toe en vertelde hem, dat zij alles wist, waarop hij haar meedeelde, dat hij van den keizer de op dracht had gekregen haar alles te ver tellen en haar dan mee naar Mayerling te nemen en voegde eraan toe, dat graaf Bombelles juist met die mededeeling dat hem geweest was. Hij besloot met de woorden: U moet mij opdracht geven de arme te ha len en naar Weenen te brengen. Nauwelijks waren beiden echter in het huis van de barones aangekomen, of er verscheen een andere hoogwaardigheids- bekleeder van het Hof, die verklaarde ge zonden te zijn om mee te deelen, dat baro nes Vetsera den kroonprins had vergiftigd en daarna zichzelve: het was oewezen, dat de koetsier 's morgens om acht uur besteld was om haar weer naar huis te brengen, en daar zij gezamenlijk ontbeten hadden! moest men wel aannemen, dat zij eerst hem en daarna zichzelve vergiftigd had. Waar schijnlijk wilde zij zich niet weer naar huis laten sturen, merkte hij verder op; daar alle bedienden van den kroonprins ervan op de hoogte zijn, had hij opdracht gekre gen den weiwillenden raad deze woor den sprak hij met bijzonderen nadruk uit- over te brengen, dat de barones er goed aan zou doen heden nog af te reizen Ove rigens had men de barones ook op een le zing over vergiften gezien. Dat dit praatje ook absoluut onwaar was behoeft nauwelijks betoog: een dergelijke voordracht zal wel nimmer in het ODen- baar gehouden zijn". Om dit gedeelte van de memoires van Helena Vetsera goed te begrijpen, moet men weten, wat zich te Mayerling na de ontdekking van het drama heeft afgespeeld en hoe dit bericht in Weenen kon worden verspreid, een bericht, voor de juistheid waarvan thans nog menschen in willen staan. In de laatste dagen van Januari was in Mayerling werkelijk een jacht gehouden, waaraan Rudolf deelnam. Gedurende dien ti)d verliet Maria Vetsera de kamer niet. Den 29sten Januari gaf Rudolf bevel het geheele gezelschap den volgenden morgen vroegtijdig te wekken, daar de drijfjachten reeds vroeg zouden beginnen. Loschek, de lyfjager van den kroonprins die ook de correspondentie tusschen Ru dolf en Maria gedeeltelijk tot stand deed komen en ook van de andere galante avon turen van zijn heer precies op de hoogte was klopte volgens opdracht in den vroegen morgen bij den kroonprins aan. Hij kreeg geen antwoord. Nadat hy voor de tweede en derde maal ook tevergeefs geklopt had, ging hij naar Rudolf's vriend, graaf Hoyos, die zich eveneens in Mayer ling bevond, hoewel dit te Weenen ont kend werd, en maakte melding van het voorgevallene. Graaf Hoyos vermoedde da delijk iets ergs, rende naar de deur, klop te, hamerde, bewerkte haar op het laatst met vuisten en laarzen, maar kreeg geen antwoord. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6