bo elftallen voor morgen. Speurtocht naar verdwenen schepen in het IJselmeer. Dommekrachten tegen ijswal. S.V.W, krijgt, nu zij thuis speelt tegen S.V.A., eens een prachtige gelegenheid om voor beide puntjes zorg te dragen. Het be looft in Heerhugowaard dan ook een span nende wedstrijd te worden. A. Roobeek—Jac. Bruin 10; A. Punt— H. Kruiderink A—A; W. Breeuwer—J. Wagenaar 'AA. Totaal 64. Twee der verloren schepen terecht. Dr. E. HOEKSTRA'S BLOEDZUIVERENDE GEZOND HEIDSPILLEN MODERNE MACHINES VOOR DRUKWERK! BIJ COSTER. DERDE BI.AD. i Al cm a ri a I: Duiveman Maassen Koning Rootring Rampen de Grand v. d. Pol Schaaper Keppel v. Wieringen Hamstra Allun. Boys 1—W. F. C. 1, aanvang 2.30 uur: Al km. Boys I: v. d. Horst Pater Slikker Brouwer de Groot Hartog A. Indri Mulders Goudsblom V. Indri de Grand Al cm ar ia H: Keuris Stadegaard Verweel Venema Helderman v. Wieringen J. Bos Godvliet Stelma Kapteyn de Jong Q. S. C. 2Alkm. Boys 2, aanvang 2 uur: A 1 k m. Boys II: Kos Roos Tamis Akkerman v. d. Meer v. Eerden Poestkoke v. Orden Muileman A. Pater Nol eigen veld te kunnen winnen, zoodat het weer gelijke kansen worden. De Alkmaar-reserves dienen het bij Akersloot I ook tot een volledige zege te brengen, willen ze hun kans behouden. Edoch, de Akerslooters zijn taai op de graad en we vreezen dat de Westerwegbewoners een kostbaar punt zullen inboeten. De tweede klasse D laat eveneens een drietal ontmoetingen zien. Het leidende K. V. V. IV ontvangt Z. V. V. IV en zal het tot een volledige zege weten te brengen. Ook Z. F. C. VII zal in eigen huis tegen W. F. C. VI de volle winst behalen en de Krommenieërs op den voet blijven volgen. Krommeniedijker Boys I zou eveneens in de running kunnen blijven, door Alkmaar- sche Boys IV aan den Westerweg te slaan, al zullen de geblokten zich wel weer ge ducht inspannen, om in het nieuw begon nen jaar eens iets anders te laten zien. In de derde klasse D memoreeren we de belangrijke ontmoe ting tusschen de beide kampioens-preten- denten; Dirkshorn IM. E. V. O. II. Het eerste treffen leverde een puntendeeling op en we denken dan ook de gastheeren de meeste winst toe. Aan de Mevo-reserves, om er anders over te denken. Bergen II zal Alkmaar III wel met ledige handen naar huis zenden, evenals D. T. S. III het bezoekende Oudorp II zal kloppen. Schoorl IIKoedijk II kan een pittige strijd worden, met als eindresultaat moge lijk een puntenverdeeling. De vierde klasse D laat slechts de ontmoeting Alkmaarsche Boys VBergen III zien. De duinkanters beschikken nog over het maximum aantal winstpunten en zullen er mogelijk weer twee aan toevoegen. Of, steken de rood- witten hen een spaak in 't wiel? UIT HET KATHOLIEKE KAMP. Een onvolledig programma vast gesteld. Voor de afwerking van het programma is het jammer dat in de le klasse Noord slechts drie wedstrijden zijn vastgesteld. In deze drie wedstrijden zal hoofdzake lijk de onderste plaats een hoofdrol spelen. E.S.V. dat bij L.S.V.V. op bezoek gaat zal echter voorloopig wel deze plaats blijven bezetten. Immers, nu deze ploeg twee ver- liespunten voor schuld aan staken van den wedstrijd E.S.V.Limmen heeft gekregen, zal zij voorloopig wel met de roode lan taarn blijven loopen. Wanneer L.S.V.V. slechts een gelijk spel zou weten te bereiken, neemt zij voor het eerst in dit seizoen de leiding in deze af- deeling. En wij achten haar daartoe ruim schoots in staat. De Valken kunnen daarvan profiteeren, alhoewel ze heel veel moeite zullen hebben om het vlugge en technisch goede spel van K.G.B. weerstand te bieden. Wij vertrouwen echter, dat K.G.B. wel voor de volle 100 pCt. winst zal zorg dra gen. Wij zien in deze ploeg nog altijd één der favorieten voor de bovenste plaats, al doet de ranglijst dit niet vermoeden. LimmenZeevogels is een ontmoeting waarvan met geen mogelijkheid vooruit te zeggen is hoe de uitslag zal zijn, al ver moeden wij dat die niet ver van een gelijk spel zal af zijn. Onze plaatselijke vereeniging ontvangt morgen Oranje-Zwart uit Amsterdam, een van die ploegen die zoo onberekenbaar spe len dat oppassen voor de Alkmaarders ge boden is. Toch kan A.F.C. deze ontmoeting winnen, mits zij direct enthousiast en met open spel de voorhoede aan het werk zet. Niet één wedstrijd mag meer verloren wor den, wil de goede kans op de bovenste plaats niet verloren gaan. Opgepast dus, AF.C.-ers! Berdos krijgt het heel wat moeilijker. Zü moet naar Wormerveer om S.D.E. en den vetten grond te overwinnen. Dat zal geen walk-over voor de Bergenaren worden. Een gelijk spel zou ons niets verrassen. N.V.A. ontvangt haar stadgenoot P.V.C.B. De thuisclub zal hier wel aan het langste eind trekken, alhoewel een derby als regel de grootste verrassingen inhoudt. Schaken. SCHAAKKRING ALKMAAR. De uitslagen van de uitgestelde en afge broken partijen zijn: Wedstrijd: „De Pion" Bergen tegen „Alk maar" Alkmaar, 1ste tiental. Wedstrijd „D. O. S." Alkmaar tegen „Alkmaar" Alkmaar, 3de tiental: H. v. Leyen—A. Vos 0—I; J v. Leyen— J. G. de Hollander 01. Totaal 2 )44)4. Hier laten wij volgen de club-standen en de tiental standen. Clubstand: Alkmaar 5 5 0 0 10 D. O. S. 4 2 2 0 Schaakmat 4 2 2 0 De Pion 4 13 0 Oppositie 5 14 0 lste tiental: De Pion Alkmaar D. O. S. Schaakmat Opositie 2de tiental: Schaakmat Alkmaar D. O. S. De Pion 3de tiental: Alkmaar D. O. S. Schaakmat 0 1 1 3 4 1 0 0 4 1 0 2 2 0 0 AALSMEER—V.V.V. 2J4—5' 2» Gisteravond werd door V.V.V, I een be zoek gebracht aan de schaakver. Aalsmeer, Hoewel Aalsmeer flink van zich afbeet, konden de Alkmaarder de winst toch in de wacht sleepen. De uitslag is als volgt; V.V.V. Aalsmeer P. Deugd—-P. G. Knibbe 1—0 P. Hoekstra—H. J. Scheltens 10 C. Kieft—C, Noordhoek 1—0 D. Appel Jr.F. Noordhoek A—'A P. Seewalddr. R. C. de Lange 1—0 D. WeisenbornH. Kempers 01 B. VeltmanA. Groenendijk 0—1 P. HartogW. v. d. Schilden 10 J. H. Voort—D. Geleijn afgebroken A. M. Haksteen—A. Smit Voorl. uitslag S1/?2)4 De afgebroken partijen zullen door arbi trage worden beslist. Automobilisme. DE RALLYE-MONTE-CARLO. Mr. P. Lamberts Hurrelbrinck schrijft ons: Neen, het was geen nieuwe wagen meer, waarmede wij uit Tilburg naar Palermo ver trokken om de langste van de acht Rallye trajecten te ondernemen, ruim 4.000 K.M., waarvoor het Fransche blad „Le Journal" zijn kostbaren beker heeft uitgeloofd voor de beste prestatie op het langste traject, een prijs, die tweemaal achtereen of driemaal in het geheel gewonnen moet worden. Elf na men staan reeds in dezen beker gegraveerd. De laatste naam is die van den Hollander Mutsaerts, die hem verleden jaar won, doch geen enkele winnaar heeft dezen prijs in zijn definitief bezit weten te krijgen. Om hiervoor een poging te doen heeft Mutsaerts thans weer Palermo als startplaats gekozen en zijn wij thans op weg daarheen. De Ford, die ons er brengen zal, heeft reeds bijna een jaar lang trouwen dienst gedaan, en zoo goed, dat bij zoo zeer het vertrouwen van Mut saerts gewonnen heeft, dat deze met dien wagen en geen anderen den rit wil onder nemen, v/elke ditmaal een nog veel grooter belang dan andere jaren voor hem heeft. Slechts nieuwe banden werden om de vier wielen gemonteerd en sneeuwbanden om de reservewielen gelegd, die thans nu wij na den eersten dagreis in Digne zijn aangeko men reeds beloven goede diensten te zullen bewijzen, want tusschen Grenoble en Cannes ligt nog altijd veel sneeuw en ijs op de ber gen. Hoe zal dit volgende week tijdens de Railye zijn? De ondervinding met de zware mist verleden jaar gedurende den nacht tus schen Rimini en Padua opgedaan, heeft de noodzakelijkheid van goede mistlampen aangetoond, zoodat deze door Kouwenberg werden gemonteerd. Nu nog een zoeklicht om de wegwijzers in het duister te lezen en de wagen was gereed, de dagelij ksche dienst- Ford was in een Rallye-wagen gemetamor- phoseerd, klaar voor den kampioensrit van het groot-toerisme, waarvoor de organisato ren zeer terecht van jaar tot jaar met steeds pijnlijker nauwkeurigheid eischen, dat de deelnemende wagens zuivere seriemodellen zijn. Booze vehalen bereikten ons nog voor ons vertrek van hetgeen onze landgenooten Cor- nelius-Buize en Gatsonides-Barendregt op den heenreis naar hun startplaats Athene ondervonden hadden; vastgeloopen in de sneeuw in Joego-Slavië, worstelingen om er uit te komen en daarna weer opnieuw belem merd bij hun verderen reis door de sneeuw. Maar wij vertrokken welgemoed, de zon scheen zoo helder over Tilburg, de straten waren zoo droog en de temperatuur zoo lauw als men dat 's-winters maar wenschen kan. En daarenboven verspreidde het Ford kacheltje zulk een behagelijke warmte in den wagen, dat wij reeds vóór Eindhoven de dikke winterjassen uitgedaan hadden en als in een rijdende huiskamer zonder jas of hoed of handschoenen zaten te keuvelen en cigaretten te rooken. Wat leek deze Railye toch gemakkelijk bij den aanvang. Tot aan Dinant bleef deze luchthartige stemming omtrent de vooruitzichten in den wagen wonen, maar daarna werd het weldra anders. De wegen in het buitenland begon nen glibberig te worden, zij werden lang zamerhand spiegelglad. Bij de Fransche douane was er grint over de ijsvlakte ge strooid, maar een paar honderd meter verder lags het ijs weer bloot. Zoo reden wij be hoedzaam Sedan binnen, waar wij ons voor genomen hadden om wat te eten alvorens den nacht in te gaan. Maar Sedan is een Fransche provincie stad en het was 's avonds 9 uur, wat zoo veel zeggen wil, dat er nergens meer eten te krijgen viel. Het was nog mooi dat wij benzine konden laden, ja, dat was eigen lijk een geweldige bof, vertelde ons de ben zineman, de eenige ln de stad wiens tank station wij nog open vonden, omdat, zooals hij ons trouwhartig mededeelde, zijn ver loofde bij hem op bezoek was geweest, waardoor het wat laat geworden was. Een speciale berichtgever heeft Woens dag de speurtochten meegemaakt, welke de sleepboot-lj8breker „Tina" van de Reederij Wagenmakers te Groningen van Stavoren uit heeft ondernomen om den sleep van drie tankbooten op te zoe ken, welken zij Zondag tengevolge van het kruiende ijs in het IJselmeer voor Hindeloopen was kwijt geraakt. Twee tankschepen, de Shell VI en de Leonidas VII, konden Woensdag in den namiddag opgespoord en binnen gebracht worden. De derde, de Leonidas I, was onder het ijs geraakt. Hier laten we de bevindingen van onzen berichtgever volgen. Vier uur in den morgen. Een auto uit Leeuwarden gekomen snort door een van de gemeenten, die tusschen Friesland's hoofd stad en Stavoren liggen. Een gemeenteveld wachter steekt de hand op, de chauffeur stopt. Van de Pers zeker? vraagt de politieman. Ja! Ik dacht het al te zien aan het nummer, rijdt maar door hoor. Dank u wel. Halfvljf. Stavoren slaapt nog, alleen de lichten om de haven werpen hun kleurige vlekken op het nachtelijk duister. Een aan gename verrassing is het voor de autorijden de persmenschen als een der kamers van het hotel Schram verlicht is. Een bescheiden tikje, een deur gaat open en wij staan vis a vis voor eenige stoere zeelui, die druk bezig zijn een stevig ontbijt te verorberen. Het zijn in deze dagen oude bekenden van ons ge worden, leden van de bemanning van de drie tankbooten, die ergens voor Hindeloo pen in het ijs moeten liggen. „En jullie gaan mee. Dat mag wel een wonder heeten. De kappie van de Tina is gisteren wel een keer of tien opgebeld door krantenmenschen. Maar hij heeft ze alle maal afgepoeierd." Wij mengen ons onder het gezelschap. Er heerscht een luchtige toon. Men plaagt elkander en vertelt dan plotseling een verhaal, doorspekt met tech nische termen, die ons onwennig aandoen. Zoo ongeveer als een boertje uit de binnen landen, die plotseling op een hofbal ver schijnen moet, voelen wij ons temidden van deze menschen, die onze kameraden, mis schien voor enkele uren, misschien voor een heelen dag zullen zijn. Hals over kop heb ben ze Zondag hun schepen moeten verlaten. Een steekt zijn voet uit en zegt: „Dit paar klompen is het eenige, wat ik van mijn heb ben en houden heb overgehouden". Maar praat er niet te veel over, nóch in persoonlijke gesprekken, nóch in je repor- tages. Dan zou men krijgen te hooren: De man, die dat sentimenteele stukje geschre ven heeft, heeft zeker jarenlang voor tante Klara van het een of andere vrouwen blad gespeeld. Vijf uur. Wij zijn aan boord van de Tina. De Dieselmotoren zetten aan. Kapitein Her man Wagenmakers staat in zijn stuurhut en heeft er met de gemoedelijke gastvrijheid van den zeeman, niets tegen deze met de acht menschen, welke aan boord zijn, te deelen. Wie wel eens meer als landrot op zee heeft gevaren, beschouwt de stuurhut als een waar sanctum sanctorum en aarzelt het eerste uur van deze gulle gastvrijheid gebruik te maken. Hij wil niet onbeschei den zijn. Maar na een uur is zijn beschei denheid volkomen overwonnen door den on- weerstaanbaren drang het warmste plekje aan boord op te zoeken. Want buiten is het bitter koud, de zeewind, die over groote lis- velden heeft gestreken, striemt eerst natte sneeuw, daarna regen tegen het gezicht van de aan bescheidenheid lijdende landrotten, die beginnen met den uitvinder der Diesel motoren te verwenschen. Waar is thans de warmte van de machinekamers der ouder- wetsche stoombooten, waar men zoo lekker op zijn verhaal kan komen? Had de Tina Zondagmorgen geen brand aan boord ge had, dan zou er althans nog een salon met vulkachel zijn. Thans hebben alle leden der geïmproviseerde lemanning samen in de stuurhut slechts als eenige verwarmings bron een petroleumstel en de lichaams warmte van de aanwezigen. Een bron, die weinig positief resultaat heeft. Immers, èn om goed zich te houden, èn wegens t rooken der acht mannén, die toch iets moe ten doen om een gevoel van onbehagelijk heid te verdrijven, is het noodzakelijk, dat voortdurend een der groote ramen, die de stuurstoel van de ijzige ruimte daarbuiten houdt afgescheiden, open staat. Zes uur. De Tina heeft herhaaldelijk met volle kracht vooruit en achteruit gevaren. Nochtans is het eenige resultaat, dat zij zich vast heeft gewerkt in het ijs. Kapitein Wagenmakers mag dan met zijn Dieselmotoren en zijn roer zooveel werken als hij wil, onbeweeglijk blijft zij daar lig gen. Hij ontsteekt de zoeklichten. Voor ons doemt iets op, dat de deskundigen na eenige studie als open water beschouwen. Wij zijn er nog enkele meters van verwij der. Een ijsbrekersluilekkerland lijkt het ons, doch tevens is het van de Tina ge scheiden door een dam, wel is waar niet van rijstebrij, maar van drijfijs, dat voor den nauwen mond van Stavoren's haven is samengepakt, ter dikte van anderhalven meter. Onderwijl hooren wij iets meer van het voor dezen dag opgemaakte plan de cam pagne. De Tina zal de in het ijs beknelde schepen zoeken in de buurt van Hindeloo pen. Een of meer vliegmachines zullen bij dit opsporingswerk assistentie verleenen. Voorts zal de heer Leis, directeur van de Leonidas-Maatschappij trachten vanaf Hin deloopen zijn booten via het ijs te bereiken Drukke gesprekken worden gevoerd over de gevaren, welke de Tina wachten als zij daar op de" groote vlakten van het IJsel meer zich in dezelfde positie gaat bevinden als thans in de haven van Stavoren, Thans kan men nog desnoods met behulp van een lader en lijn een der dammen bereiken, Maar dan? De onderneming lijkt niet zonder gevaar. En alvorens verder te gaan, besluit de kapi tein het daglicht af te wachten. Acht uur. Op niet meer dan 10 meter af stand lokt het open water. Maar voor ons, die voor- noch achteruit kunnen, is het een ware Tanfalus-kwelling. Enkele leden der bemanning krijgen een kort bezoek van de kust, een paar inwoners van Stavoren na deren over het ijs de boot. Onder hen is een forsche jongeman, wien het lot van do Tina blijkbaar zeer ter harte gaat. Hij roept den kapitein iets toe en verdwijnt dan even gauw als hij gekomen is. Nog spoedi- ge'r komt hij terug met een zware domme kracht, die groote hilariteit verwekt. Met een dommekracht een zware sleep boot uit het ijs lichten, wie heeft dat ooit op de viool hooren spelen! Eerlijk gezegd, wij lachen allemaal en als enkele leden der bemanning den enthousiasten inwoner van Stavoren behulpzaam zijn om met de dom mekracht onder de voorplecht te manoeu vreeren, schijnt de bedoeling vooral te zijn hem van het dwaze van zijn onderneming te overtuigen. Maar tot ieders groote ver bazing komt er beweging in de Tina. De dieselmotor slaat maximaal achteruit, da boot schiet terug, doet ettelijke rammen, wordt met behulp van de dommekracht nogmaals ettelijke malen teruggedreven. Maar de resultante is dan toch maar, dat zij vordert. Wij vergeten de kou, die nog pas de gezichten van ons, landrotten, paar3 verfde en den toon van ons gemoed in mi neur afstemde. Het menschelijk vernuft zal bij dezen stormaanval op de natuurkrach ten de overwinning behalen. Negen uur. Wij hebben na vier uur wor stelen het open water bereikt en varen full speed in de richting Hindeloopen. Het zicht lg siecht. Nog geen vijfhonderd meter kan men om zich heen zien. Assistentie van vliegmachines is met deze weersgesteldheid onmogelijk. En toch, deze kleine wereld gunt ons een blik in de manoeuvres Van onzen vijand, het ijs.... Dit heeft zijn bataljons ln slagorde opge. steld en wacht slechts op het sein van den opperbevelhebber Eolus den god van den Wind om, met overweldigende over macht een aanval op onze kleine Tina te doen. En de Bilt heeft met haar weerbe richten Eolus een goede kans gegeven. Storm Uit het Zuidwesten, dus drift Van het ijs naar de Friesche kust, wordt ge. meld. Tien uur. Wij zijn Workum reeds gepas- seerd zonder een spoor van de tankbooten te hebben gezien. Of ze zijn met het ijs Westwaarts afgedreven, of ze zijn gezon ken. Onze kapitein vindt het wenschelljk niet tot een offensief over te gaan, met an dere woorden, hij wil niet trachten een bries te schieten in de bataljons van onzen yzigen vijand. Gesteld, dat wij in een po- sitie kwamen als hedenmorgen tusschen de dammen te Stavoren. Dan zouden geen dommekrachten kunnen helpen. Een reti- reeren over het ijs, Zondag nog door de bemanning der tankbooten volbracht, be hoort thans tot de onmogelijkheden. Hy blaast dus den aftocht. Elf uurWij komen tot op ons gebeen te verkleumd een journalist, die dag aan dag zijn werk heeft op een centraal ver warmd bureau, heeft nu eenmaal een an dere dispositie tegen de koude dan eenzee- man wij komen tot ons gebeente ver kleumd in de haven van Stavoren terug, zonder een spoor van de schepen gezien te hebben. Eenige consumpties in hotel Schram brengen ons in een dusdanigen staat, dat wij een verhaal van ons wedervaren kun nen doorbellen naar onze redactie. Twee uur. In hotel Kuperus wordt krijgs raad gehouden. Tegen aller verwachting in is de Zuidwester storm uitgebleven. Hst is behoorlijk stil weer. Nu of nooit, wordt er gezegd. En weer vaart de Tina uit, thans met den directeur der Leonidas-maat- schappij, den heer Leis en zijn zoon aan boord. Drie uur. Men is op de hoogte van Hin deloopen, nog steeds in open water. Een viertal kilometers -uit de kust ligt een ijs veld. Enkele ijsbergen steken er boven ujt. Men besluit er op in te varen. Wellicht ca- moufleeren de ijsbergen de verloren ge waande schepen. Doch dit blijkt niet het geval te zijn. Ontmoedigd maakt men aan stalten terug te keeren. Dan op eenigen af stand aan stuurboord ziet rnen twee van de tankbooten. De vreugde is algemeen en uit zich op allerlei manieren. Een poging om de schepen te bereiken levert niet veel moeite, Het ijsveld blijkt vrij dun te zijn. Een. paar keer slechts moet er geramd worden. Overigens schiet de Tina door de ijsschot- sen als een vlijmscherp mes door een stuk papier. Groot is de verrassing, als aan den eenen kant van de booten weliswaar ijs zit, doch aan den anderen kant vrij water is. Hier kan de sleepboot langszij van de reeds verloren gewaande schuiten komen en de bemanning van de Shell VI en Leonidas VII vindt haar hebben en houden, dat Zondagmorgen zoo plotseling moest wor den verlaten, ongeschonden terug. Wel is de Leonidas van onderen erg beschadigd, maar op 't dek heerscht allerminst een chaos. Zelfs de auto van den heer Leis Jr., die in een reddingboot was geplaatst, staat er nog, zonder dat er een ruit van gebroken is. Ook is de stuurhut nog intact. En wat meer zegt, de motoren van c'e Leonidas en ook van de Shell, die weinig of geen schade heeft ondervonden, werken uitnemend. Spoedig is er een sleep gevormd, die tegen vieren de booten naar Stavoren brengt. Halfzes. Men heeft' nog wat te worstelen met het drijfijs in de haven, maar eindelijk is het dan toch gelukt twee van de drie verloren gewaande booten binnen te krijgen. Een prachtig succes voor de Tina. Onmiddelijk worden er maatregelen be raamd om Donderdagochtend vroeg de derde boot, de Leonidas I te zoeken. Verdere uren van den dag. In Stavoren heerscht vreugde onder de bemanning van de sleepboot en van de tankbooten over het fraaie resultaat van den dag. De heer Leis Jr. gaat op de Leonidas VII over nachten alsof er niets was gebeurd. Zoo reden wij dan met een gevuld reser voir en vier gevulde reserve-bussen om ong. 9 u. 'S*avonds den Franschen nacht in, die tot den volgenden morgen 7 uur duurt. In den wagen was het gezellig warm, maar buiten scheen het een paar graden te vrie zen; het wegdek glinsterde in het licht der lantaarns in zijn ompantsering van ijs; af en toe zweefden een paar droge sneeuw vlokken tegen den voorruit als voorboden van een sneeuwstorm, die door de koude belet werd op de aarde neer te dalen, maar voorzichtig rijdend hield Mutsaerts den wagen goed op den weg. Wij snelden naar het Zuiden toe, daarheen vloog onze hoop naar warmte vooruit. Deze hoop werd verre van verwezenlijkt, integendeel, hoe verder wij kwamen, des te onheilspellender werd de omgeving. Geen wagen kwamen wij te gen, geen sterveling was in de dorpen en steden op straat; wij reden alleen door den nacht, zonder stormen of wind, maar door een steeds beklemmender troosteloosheid. Na Dyon begon een zware mist op te ko men, het ijsoppervlak bleef, maar lag nu op een ondergrond van bevroren sneeuw en toen eindelijk het daglicht grauw door de benevelde wolkenhemel begon te schij nen, reden wij, een kleine duizend kilo meter zuidelijker dan bij ons vertrek, door een barsch winterlandschap met rondom wijde uitgestrektheden van blanke sneeuw, doorsneden door bevroren sloten. Toen langzamerhand de eerste menschen op den weg verschenen beseften wij pas recht hoe glad het was. Fietsers konden zich op hun smalle banden niet overeind houden en herhaaldelijk zagen wij voetgangers uitglij den. Te Toum.us was de morgen al zoo ver gevorderd, dat wij er aan konden gaan denken in een hotel te gaan ontbijten en daarna reden wij verder naar Grenoble toe, vol sombere gedachten omtrent den toe stand waarin wij daar het bergland zouden vinden, waar tijdens de RaUey de laatste 350 K.M. in vijf trajecten verdeeld met een gemiddelde van minstens 50 K.M. per uur zullen moeten worden afgelegd. Wij waren betrekkelijk frisch, want wij hadden slechts één slapelooze nacht achter den rug maar op die bergwegen zullen rijders los-' gelaten worden, die aan het einde van vier dagen en vier nachten zwoegen staan. Ik ben er dan ook van overtuigd, dat zoo de weersomstandigheden gedurende de volgende dagen niet grondig verande ren, men op deze Ralley nog rare dingen beleven zal. De eerste sector, die op tijd ge- R9 Knivrmi0et Wuf.dln ls' van Gren°ble uit, 82 K.M. lang. Hij bevat de beruchte Col de la Croix Haute. Dit heele stuk ligt thans chep ouder de sneeuw, waarvan het boven ste gedeelte klaarblijkelijk eerst is ont dooid en thans weer tot een ijslaag is vast gevroren. Het is hier voor een wagen uiterst moeilijk een ander voorbij te komen. Wanneer een auto slipt en dwars over den weg komt te staan wordt de doorgang on herroepelijk voor alle anderen versperd, Vh Boven<ben bevinden zich op dit stuk van 82 kilometer niet min- p/lpn ap°0fweS°vergangen, waarvan er een gesloten vonden, hetwelk een oponthoud van ly, minuut veroorzaakte. Men kan het wel ongelukkiger treffen, maar weinig beter Kortom, wanneer dé toestand zoo blUft, dan zal het uiterst zwaar en voor velen onmogelijk blijken om bet vereischte gemiddelde te halen vooral na vier dagen en vier nachten over wegen bestrijden de ongemakken ontstaan door onzuiver bloed, herstellen onvol doende spijsvertering en bevorderen de natuurlijke verrichtingen des lichaam?- 90 ct, of 1.56 per doos met gebruiksaanwij zing. Verkrijgbaar in Apotheken en Drogis terijen. Vraagt gratis toezending brochure aan MIJ. HOEKSTRA, Heerengracht 33, Amsterdam. gereden te hebben, die zooals de berichten luiden in andere deelen van Europa ook niet bijster zachtzinnig zijn gestemd. Nauwelijks is deze eerste sector van 82 kilometer achter den rug of de tweede sec tor, die 138 kilometer lang is, biedt een wegdek, waarop zoo goed als geen vloKje sneeuw ligt en waarop het vereischte ge' middelde dus met een kreupelen motor zelfs nog bijna te halen is. Zoo is de toestand thans. Verleden jaar tijdens de Railye was het net omgekeerd; toen was het eerste gedeelte goed on 1®^ het tweede gedeelte onder smeltend® sneeuw. Hoe zal het de volgende week tij dens de Railye zijn? Er valt bitter weinté van te zeggen, het berglandschap is wisPeJ* turig en veranderlijk als een vrouw. Tegen schemeravond reden wij DW binnen waar wij thans overnachten om morgen vroeg, wanneer het licht geworden is, de volgende drie sectoren te gaan be proeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 10