bo elftallen voor morgen.
Speurtocht naar verdwenen schepen
in het IJselmeer.
Dommekrachten tegen ijswal.
S.V.W, krijgt, nu zij thuis speelt tegen
S.V.A., eens een prachtige gelegenheid om
voor beide puntjes zorg te dragen. Het be
looft in Heerhugowaard dan ook een span
nende wedstrijd te worden.
A. Roobeek—Jac. Bruin 10; A. Punt—
H. Kruiderink A—A; W. Breeuwer—J.
Wagenaar 'AA. Totaal 64.
Twee der verloren schepen
terecht.
Dr. E. HOEKSTRA'S
BLOEDZUIVERENDE
GEZOND HEIDSPILLEN
MODERNE MACHINES VOOR
DRUKWERK! BIJ COSTER.
DERDE BI.AD.
i
Al cm a ri a I:
Duiveman
Maassen Koning
Rootring Rampen de Grand
v. d. Pol Schaaper
Keppel v. Wieringen Hamstra
Allun. Boys 1—W. F. C. 1, aanvang 2.30 uur:
Al km. Boys I:
v. d. Horst
Pater Slikker
Brouwer de Groot Hartog
A. Indri Mulders
Goudsblom V. Indri de Grand
Al cm ar ia H:
Keuris
Stadegaard Verweel
Venema Helderman v. Wieringen
J. Bos Godvliet Stelma Kapteyn de Jong
Q. S. C. 2Alkm. Boys 2, aanvang 2 uur:
A 1 k m. Boys II:
Kos
Roos Tamis
Akkerman v. d. Meer v. Eerden
Poestkoke v. Orden Muileman A. Pater Nol
eigen veld te kunnen winnen, zoodat het
weer gelijke kansen worden.
De Alkmaar-reserves dienen het bij
Akersloot I ook tot een volledige zege te
brengen, willen ze hun kans behouden.
Edoch, de Akerslooters zijn taai op de graad
en we vreezen dat de Westerwegbewoners
een kostbaar punt zullen inboeten.
De tweede klasse D
laat eveneens een drietal ontmoetingen
zien.
Het leidende K. V. V. IV ontvangt
Z. V. V. IV en zal het tot een volledige
zege weten te brengen.
Ook Z. F. C. VII zal in eigen huis tegen
W. F. C. VI de volle winst behalen en de
Krommenieërs op den voet blijven volgen.
Krommeniedijker Boys I zou eveneens in
de running kunnen blijven, door Alkmaar-
sche Boys IV aan den Westerweg te slaan,
al zullen de geblokten zich wel weer ge
ducht inspannen, om in het nieuw begon
nen jaar eens iets anders te laten zien.
In de derde klasse D
memoreeren we de belangrijke ontmoe
ting tusschen de beide kampioens-preten-
denten; Dirkshorn IM. E. V. O. II. Het
eerste treffen leverde een puntendeeling op
en we denken dan ook de gastheeren de
meeste winst toe. Aan de Mevo-reserves,
om er anders over te denken.
Bergen II zal Alkmaar III wel met ledige
handen naar huis zenden, evenals D. T. S.
III het bezoekende Oudorp II zal kloppen.
Schoorl IIKoedijk II kan een pittige
strijd worden, met als eindresultaat moge
lijk een puntenverdeeling.
De vierde klasse D
laat slechts de ontmoeting Alkmaarsche
Boys VBergen III zien. De duinkanters
beschikken nog over het maximum aantal
winstpunten en zullen er mogelijk weer
twee aan toevoegen. Of, steken de rood-
witten hen een spaak in 't wiel?
UIT HET KATHOLIEKE KAMP.
Een onvolledig programma vast
gesteld.
Voor de afwerking van het programma
is het jammer dat in de le klasse Noord
slechts drie wedstrijden zijn vastgesteld.
In deze drie wedstrijden zal hoofdzake
lijk de onderste plaats een hoofdrol spelen.
E.S.V. dat bij L.S.V.V. op bezoek gaat zal
echter voorloopig wel deze plaats blijven
bezetten. Immers, nu deze ploeg twee ver-
liespunten voor schuld aan staken van den
wedstrijd E.S.V.Limmen heeft gekregen,
zal zij voorloopig wel met de roode lan
taarn blijven loopen.
Wanneer L.S.V.V. slechts een gelijk spel
zou weten te bereiken, neemt zij voor het
eerst in dit seizoen de leiding in deze af-
deeling. En wij achten haar daartoe ruim
schoots in staat.
De Valken kunnen daarvan profiteeren,
alhoewel ze heel veel moeite zullen hebben
om het vlugge en technisch goede spel van
K.G.B. weerstand te bieden.
Wij vertrouwen echter, dat K.G.B. wel
voor de volle 100 pCt. winst zal zorg dra
gen. Wij zien in deze ploeg nog altijd één
der favorieten voor de bovenste plaats, al
doet de ranglijst dit niet vermoeden.
LimmenZeevogels is een ontmoeting
waarvan met geen mogelijkheid vooruit te
zeggen is hoe de uitslag zal zijn, al ver
moeden wij dat die niet ver van een
gelijk spel zal af zijn.
Onze plaatselijke vereeniging ontvangt
morgen Oranje-Zwart uit Amsterdam, een
van die ploegen die zoo onberekenbaar spe
len dat oppassen voor de Alkmaarders ge
boden is. Toch kan A.F.C. deze ontmoeting
winnen, mits zij direct enthousiast en met
open spel de voorhoede aan het werk zet.
Niet één wedstrijd mag meer verloren wor
den, wil de goede kans op de bovenste
plaats niet verloren gaan. Opgepast dus,
AF.C.-ers!
Berdos krijgt het heel wat moeilijker. Zü
moet naar Wormerveer om S.D.E. en den
vetten grond te overwinnen. Dat zal geen
walk-over voor de Bergenaren worden. Een
gelijk spel zou ons niets verrassen.
N.V.A. ontvangt haar stadgenoot P.V.C.B.
De thuisclub zal hier wel aan het langste
eind trekken, alhoewel een derby als regel
de grootste verrassingen inhoudt.
Schaken.
SCHAAKKRING ALKMAAR.
De uitslagen van de uitgestelde en afge
broken partijen zijn:
Wedstrijd: „De Pion" Bergen tegen „Alk
maar" Alkmaar, 1ste tiental.
Wedstrijd „D. O. S." Alkmaar tegen
„Alkmaar" Alkmaar, 3de tiental:
H. v. Leyen—A. Vos 0—I; J v. Leyen—
J. G. de Hollander 01. Totaal 2 )44)4.
Hier laten wij volgen de club-standen
en de tiental standen.
Clubstand:
Alkmaar 5 5 0 0 10
D. O. S. 4 2 2 0
Schaakmat 4 2 2 0
De Pion 4 13 0
Oppositie 5 14 0
lste tiental:
De Pion
Alkmaar
D. O. S.
Schaakmat
Opositie
2de tiental:
Schaakmat
Alkmaar
D. O. S.
De Pion
3de tiental:
Alkmaar
D. O. S.
Schaakmat
0
1
1
3
4
1
0 0 4
1 0 2
2 0 0
AALSMEER—V.V.V. 2J4—5'
2»
Gisteravond werd door V.V.V, I een be
zoek gebracht aan de schaakver. Aalsmeer,
Hoewel Aalsmeer flink van zich afbeet,
konden de Alkmaarder de winst toch in de
wacht sleepen. De uitslag is als volgt;
V.V.V. Aalsmeer
P. Deugd—-P. G. Knibbe 1—0
P. Hoekstra—H. J. Scheltens 10
C. Kieft—C, Noordhoek 1—0
D. Appel Jr.F. Noordhoek A—'A
P. Seewalddr. R. C. de Lange 1—0
D. WeisenbornH. Kempers 01
B. VeltmanA. Groenendijk 0—1
P. HartogW. v. d. Schilden 10
J. H. Voort—D. Geleijn afgebroken
A. M. Haksteen—A. Smit
Voorl. uitslag S1/?2)4
De afgebroken partijen zullen door arbi
trage worden beslist.
Automobilisme.
DE RALLYE-MONTE-CARLO.
Mr. P. Lamberts Hurrelbrinck schrijft ons:
Neen, het was geen nieuwe wagen meer,
waarmede wij uit Tilburg naar Palermo ver
trokken om de langste van de acht Rallye
trajecten te ondernemen, ruim 4.000 K.M.,
waarvoor het Fransche blad „Le Journal"
zijn kostbaren beker heeft uitgeloofd voor
de beste prestatie op het langste traject, een
prijs, die tweemaal achtereen of driemaal in
het geheel gewonnen moet worden. Elf na
men staan reeds in dezen beker gegraveerd.
De laatste naam is die van den Hollander
Mutsaerts, die hem verleden jaar won, doch
geen enkele winnaar heeft dezen prijs in
zijn definitief bezit weten te krijgen. Om
hiervoor een poging te doen heeft Mutsaerts
thans weer Palermo als startplaats gekozen
en zijn wij thans op weg daarheen. De Ford,
die ons er brengen zal, heeft reeds bijna een
jaar lang trouwen dienst gedaan, en zoo goed,
dat bij zoo zeer het vertrouwen van Mut
saerts gewonnen heeft, dat deze met dien
wagen en geen anderen den rit wil onder
nemen, v/elke ditmaal een nog veel grooter
belang dan andere jaren voor hem heeft.
Slechts nieuwe banden werden om de vier
wielen gemonteerd en sneeuwbanden om de
reservewielen gelegd, die thans nu wij na
den eersten dagreis in Digne zijn aangeko
men reeds beloven goede diensten te zullen
bewijzen, want tusschen Grenoble en Cannes
ligt nog altijd veel sneeuw en ijs op de ber
gen. Hoe zal dit volgende week tijdens de
Railye zijn? De ondervinding met de zware
mist verleden jaar gedurende den nacht tus
schen Rimini en Padua opgedaan, heeft de
noodzakelijkheid van goede mistlampen
aangetoond, zoodat deze door Kouwenberg
werden gemonteerd. Nu nog een zoeklicht
om de wegwijzers in het duister te lezen en
de wagen was gereed, de dagelij ksche dienst-
Ford was in een Rallye-wagen gemetamor-
phoseerd, klaar voor den kampioensrit van
het groot-toerisme, waarvoor de organisato
ren zeer terecht van jaar tot jaar met steeds
pijnlijker nauwkeurigheid eischen, dat de
deelnemende wagens zuivere seriemodellen
zijn.
Booze vehalen bereikten ons nog voor ons
vertrek van hetgeen onze landgenooten Cor-
nelius-Buize en Gatsonides-Barendregt op
den heenreis naar hun startplaats Athene
ondervonden hadden; vastgeloopen in de
sneeuw in Joego-Slavië, worstelingen om er
uit te komen en daarna weer opnieuw belem
merd bij hun verderen reis door de sneeuw.
Maar wij vertrokken welgemoed, de zon
scheen zoo helder over Tilburg, de straten
waren zoo droog en de temperatuur zoo
lauw als men dat 's-winters maar wenschen
kan. En daarenboven verspreidde het Ford
kacheltje zulk een behagelijke warmte in
den wagen, dat wij reeds vóór Eindhoven de
dikke winterjassen uitgedaan hadden en als
in een rijdende huiskamer zonder jas of
hoed of handschoenen zaten te keuvelen en
cigaretten te rooken. Wat leek deze Railye
toch gemakkelijk bij den aanvang.
Tot aan Dinant bleef deze luchthartige
stemming omtrent de vooruitzichten in den
wagen wonen, maar daarna werd het weldra
anders. De wegen in het buitenland begon
nen glibberig te worden, zij werden lang
zamerhand spiegelglad. Bij de Fransche
douane was er grint over de ijsvlakte ge
strooid, maar een paar honderd meter verder
lags het ijs weer bloot. Zoo reden wij be
hoedzaam Sedan binnen, waar wij ons voor
genomen hadden om wat te eten alvorens
den nacht in te gaan.
Maar Sedan is een Fransche provincie
stad en het was 's avonds 9 uur, wat zoo
veel zeggen wil, dat er nergens meer eten
te krijgen viel. Het was nog mooi dat wij
benzine konden laden, ja, dat was eigen
lijk een geweldige bof, vertelde ons de ben
zineman, de eenige ln de stad wiens tank
station wij nog open vonden, omdat, zooals
hij ons trouwhartig mededeelde, zijn ver
loofde bij hem op bezoek was geweest,
waardoor het wat laat geworden was.
Een speciale berichtgever heeft Woens
dag de speurtochten meegemaakt, welke
de sleepboot-lj8breker „Tina" van de
Reederij Wagenmakers te Groningen
van Stavoren uit heeft ondernomen om
den sleep van drie tankbooten op te zoe
ken, welken zij Zondag tengevolge van
het kruiende ijs in het IJselmeer voor
Hindeloopen was kwijt geraakt. Twee
tankschepen, de Shell VI en de Leonidas
VII, konden Woensdag in den namiddag
opgespoord en binnen gebracht worden.
De derde, de Leonidas I, was onder het
ijs geraakt.
Hier laten we de bevindingen van
onzen berichtgever volgen.
Vier uur in den morgen. Een auto uit
Leeuwarden gekomen snort door een van de
gemeenten, die tusschen Friesland's hoofd
stad en Stavoren liggen. Een gemeenteveld
wachter steekt de hand op, de chauffeur
stopt.
Van de Pers zeker? vraagt de politieman.
Ja!
Ik dacht het al te zien aan het nummer,
rijdt maar door hoor.
Dank u wel.
Halfvljf. Stavoren slaapt nog, alleen de
lichten om de haven werpen hun kleurige
vlekken op het nachtelijk duister. Een aan
gename verrassing is het voor de autorijden
de persmenschen als een der kamers van het
hotel Schram verlicht is. Een bescheiden
tikje, een deur gaat open en wij staan vis a
vis voor eenige stoere zeelui, die druk bezig
zijn een stevig ontbijt te verorberen. Het zijn
in deze dagen oude bekenden van ons ge
worden, leden van de bemanning van de
drie tankbooten, die ergens voor Hindeloo
pen in het ijs moeten liggen.
„En jullie gaan mee. Dat mag wel een
wonder heeten. De kappie van de Tina is
gisteren wel een keer of tien opgebeld door
krantenmenschen. Maar hij heeft ze alle
maal afgepoeierd." Wij mengen ons onder
het gezelschap. Er heerscht een luchtige
toon. Men plaagt elkander en vertelt dan
plotseling een verhaal, doorspekt met tech
nische termen, die ons onwennig aandoen.
Zoo ongeveer als een boertje uit de binnen
landen, die plotseling op een hofbal ver
schijnen moet, voelen wij ons temidden van
deze menschen, die onze kameraden, mis
schien voor enkele uren, misschien voor een
heelen dag zullen zijn. Hals over kop heb
ben ze Zondag hun schepen moeten verlaten.
Een steekt zijn voet uit en zegt: „Dit paar
klompen is het eenige, wat ik van mijn heb
ben en houden heb overgehouden".
Maar praat er niet te veel over, nóch in
persoonlijke gesprekken, nóch in je repor-
tages. Dan zou men krijgen te hooren: De
man, die dat sentimenteele stukje geschre
ven heeft, heeft zeker jarenlang voor
tante Klara van het een of andere vrouwen
blad gespeeld.
Vijf uur. Wij zijn aan boord van de Tina.
De Dieselmotoren zetten aan. Kapitein Her
man Wagenmakers staat in zijn stuurhut en
heeft er met de gemoedelijke gastvrijheid
van den zeeman, niets tegen deze met de
acht menschen, welke aan boord zijn, te
deelen. Wie wel eens meer als landrot op
zee heeft gevaren, beschouwt de stuurhut
als een waar sanctum sanctorum en aarzelt
het eerste uur van deze gulle gastvrijheid
gebruik te maken. Hij wil niet onbeschei
den zijn. Maar na een uur is zijn beschei
denheid volkomen overwonnen door den on-
weerstaanbaren drang het warmste plekje
aan boord op te zoeken. Want buiten is het
bitter koud, de zeewind, die over groote lis-
velden heeft gestreken, striemt eerst natte
sneeuw, daarna regen tegen het gezicht van
de aan bescheidenheid lijdende landrotten,
die beginnen met den uitvinder der Diesel
motoren te verwenschen. Waar is thans de
warmte van de machinekamers der ouder-
wetsche stoombooten, waar men zoo lekker
op zijn verhaal kan komen? Had de Tina
Zondagmorgen geen brand aan boord ge
had, dan zou er althans nog een salon met
vulkachel zijn. Thans hebben alle leden der
geïmproviseerde lemanning samen in de
stuurhut slechts als eenige verwarmings
bron een petroleumstel en de lichaams
warmte van de aanwezigen. Een bron, die
weinig positief resultaat heeft. Immers, èn
om goed zich te houden, èn wegens t
rooken der acht mannén, die toch iets moe
ten doen om een gevoel van onbehagelijk
heid te verdrijven, is het noodzakelijk, dat
voortdurend een der groote ramen, die de
stuurstoel van de ijzige ruimte daarbuiten
houdt afgescheiden, open staat.
Zes uur. De Tina heeft herhaaldelijk met
volle kracht vooruit en achteruit gevaren.
Nochtans is het eenige resultaat, dat zij
zich vast heeft gewerkt in het ijs.
Kapitein Wagenmakers mag dan met zijn
Dieselmotoren en zijn roer zooveel werken
als hij wil, onbeweeglijk blijft zij daar lig
gen. Hij ontsteekt de zoeklichten. Voor ons
doemt iets op, dat de deskundigen na
eenige studie als open water beschouwen.
Wij zijn er nog enkele meters van verwij
der. Een ijsbrekersluilekkerland lijkt het
ons, doch tevens is het van de Tina ge
scheiden door een dam, wel is waar niet
van rijstebrij, maar van drijfijs, dat voor
den nauwen mond van Stavoren's haven
is samengepakt, ter dikte van anderhalven
meter.
Onderwijl hooren wij iets meer van het
voor dezen dag opgemaakte plan de cam
pagne. De Tina zal de in het ijs beknelde
schepen zoeken in de buurt van Hindeloo
pen. Een of meer vliegmachines zullen bij
dit opsporingswerk assistentie verleenen.
Voorts zal de heer Leis, directeur van de
Leonidas-Maatschappij trachten vanaf Hin
deloopen zijn booten via het ijs te bereiken
Drukke gesprekken worden gevoerd over
de gevaren, welke de Tina wachten als zij
daar op de" groote vlakten van het IJsel
meer zich in dezelfde positie gaat bevinden
als thans in de haven van Stavoren, Thans
kan men nog desnoods met behulp van een
lader en lijn een der dammen bereiken,
Maar dan?
De onderneming lijkt niet zonder gevaar.
En alvorens verder te gaan, besluit de kapi
tein het daglicht af te wachten.
Acht uur. Op niet meer dan 10 meter af
stand lokt het open water. Maar voor ons,
die voor- noch achteruit kunnen, is het een
ware Tanfalus-kwelling. Enkele leden der
bemanning krijgen een kort bezoek van de
kust, een paar inwoners van Stavoren na
deren over het ijs de boot. Onder hen is
een forsche jongeman, wien het lot van do
Tina blijkbaar zeer ter harte gaat. Hij roept
den kapitein iets toe en verdwijnt dan
even gauw als hij gekomen is. Nog spoedi-
ge'r komt hij terug met een zware domme
kracht, die groote hilariteit verwekt.
Met een dommekracht een zware sleep
boot uit het ijs lichten, wie heeft dat ooit
op de viool hooren spelen! Eerlijk gezegd,
wij lachen allemaal en als enkele leden der
bemanning den enthousiasten inwoner van
Stavoren behulpzaam zijn om met de dom
mekracht onder de voorplecht te manoeu
vreeren, schijnt de bedoeling vooral te zijn
hem van het dwaze van zijn onderneming
te overtuigen. Maar tot ieders groote ver
bazing komt er beweging in de Tina. De
dieselmotor slaat maximaal achteruit, da
boot schiet terug, doet ettelijke rammen,
wordt met behulp van de dommekracht
nogmaals ettelijke malen teruggedreven.
Maar de resultante is dan toch maar, dat
zij vordert. Wij vergeten de kou, die nog
pas de gezichten van ons, landrotten, paar3
verfde en den toon van ons gemoed in mi
neur afstemde. Het menschelijk vernuft zal
bij dezen stormaanval op de natuurkrach
ten de overwinning behalen.
Negen uur. Wij hebben na vier uur wor
stelen het open water bereikt en varen full
speed in de richting Hindeloopen. Het zicht
lg siecht. Nog geen vijfhonderd meter kan
men om zich heen zien. Assistentie van
vliegmachines is met deze weersgesteldheid
onmogelijk. En toch, deze kleine wereld
gunt ons een blik in de manoeuvres Van
onzen vijand, het ijs....
Dit heeft zijn bataljons ln slagorde opge.
steld en wacht slechts op het sein van den
opperbevelhebber Eolus den god van
den Wind om, met overweldigende over
macht een aanval op onze kleine Tina te
doen. En de Bilt heeft met haar weerbe
richten Eolus een goede kans gegeven.
Storm Uit het Zuidwesten, dus drift Van
het ijs naar de Friesche kust, wordt ge.
meld.
Tien uur. Wij zijn Workum reeds gepas-
seerd zonder een spoor van de tankbooten
te hebben gezien. Of ze zijn met het ijs
Westwaarts afgedreven, of ze zijn gezon
ken. Onze kapitein vindt het wenschelljk
niet tot een offensief over te gaan, met an
dere woorden, hij wil niet trachten een
bries te schieten in de bataljons van onzen
yzigen vijand. Gesteld, dat wij in een po-
sitie kwamen als hedenmorgen tusschen de
dammen te Stavoren. Dan zouden geen
dommekrachten kunnen helpen. Een reti-
reeren over het ijs, Zondag nog door de
bemanning der tankbooten volbracht, be
hoort thans tot de onmogelijkheden. Hy
blaast dus den aftocht.
Elf uurWij komen tot op ons gebeen
te verkleumd een journalist, die dag aan
dag zijn werk heeft op een centraal ver
warmd bureau, heeft nu eenmaal een an
dere dispositie tegen de koude dan eenzee-
man wij komen tot ons gebeente ver
kleumd in de haven van Stavoren terug,
zonder een spoor van de schepen gezien te
hebben.
Eenige consumpties in hotel Schram
brengen ons in een dusdanigen staat, dat
wij een verhaal van ons wedervaren kun
nen doorbellen naar onze redactie.
Twee uur. In hotel Kuperus wordt krijgs
raad gehouden. Tegen aller verwachting in
is de Zuidwester storm uitgebleven. Hst
is behoorlijk stil weer. Nu of nooit, wordt
er gezegd. En weer vaart de Tina uit, thans
met den directeur der Leonidas-maat-
schappij, den heer Leis en zijn zoon aan
boord.
Drie uur. Men is op de hoogte van Hin
deloopen, nog steeds in open water. Een
viertal kilometers -uit de kust ligt een ijs
veld. Enkele ijsbergen steken er boven ujt.
Men besluit er op in te varen. Wellicht ca-
moufleeren de ijsbergen de verloren ge
waande schepen. Doch dit blijkt niet het
geval te zijn. Ontmoedigd maakt men aan
stalten terug te keeren. Dan op eenigen af
stand aan stuurboord ziet rnen twee van de
tankbooten. De vreugde is algemeen en uit
zich op allerlei manieren. Een poging om
de schepen te bereiken levert niet veel
moeite,
Het ijsveld blijkt vrij dun te zijn. Een.
paar keer slechts moet er geramd worden.
Overigens schiet de Tina door de ijsschot-
sen als een vlijmscherp mes door een stuk
papier. Groot is de verrassing, als aan den
eenen kant van de booten weliswaar ijs zit,
doch aan den anderen kant vrij water is.
Hier kan de sleepboot langszij van de reeds
verloren gewaande schuiten komen en de
bemanning van de Shell VI en Leonidas
VII vindt haar hebben en houden, dat
Zondagmorgen zoo plotseling moest wor
den verlaten, ongeschonden terug. Wel is
de Leonidas van onderen erg beschadigd,
maar op 't dek heerscht allerminst een
chaos. Zelfs de auto van den heer Leis Jr.,
die in een reddingboot was geplaatst, staat
er nog, zonder dat er een ruit van gebroken
is. Ook is de stuurhut nog intact. En wat
meer zegt, de motoren van c'e Leonidas en
ook van de Shell, die weinig of geen schade
heeft ondervonden, werken uitnemend.
Spoedig is er een sleep gevormd, die tegen
vieren de booten naar Stavoren brengt.
Halfzes. Men heeft' nog wat te worstelen
met het drijfijs in de haven, maar eindelijk
is het dan toch gelukt twee van de drie
verloren gewaande booten binnen te
krijgen. Een prachtig succes voor de Tina.
Onmiddelijk worden er maatregelen be
raamd om Donderdagochtend vroeg de
derde boot, de Leonidas I te zoeken.
Verdere uren van den dag. In Stavoren
heerscht vreugde onder de bemanning van
de sleepboot en van de tankbooten over
het fraaie resultaat van den dag. De heer
Leis Jr. gaat op de Leonidas VII over
nachten alsof er niets was gebeurd.
Zoo reden wij dan met een gevuld reser
voir en vier gevulde reserve-bussen om
ong. 9 u. 'S*avonds den Franschen nacht in,
die tot den volgenden morgen 7 uur duurt.
In den wagen was het gezellig warm, maar
buiten scheen het een paar graden te vrie
zen; het wegdek glinsterde in het licht der
lantaarns in zijn ompantsering van ijs; af
en toe zweefden een paar droge sneeuw
vlokken tegen den voorruit als voorboden
van een sneeuwstorm, die door de koude
belet werd op de aarde neer te dalen, maar
voorzichtig rijdend hield Mutsaerts den
wagen goed op den weg. Wij snelden naar
het Zuiden toe, daarheen vloog onze hoop
naar warmte vooruit. Deze hoop werd verre
van verwezenlijkt, integendeel, hoe verder
wij kwamen, des te onheilspellender werd
de omgeving. Geen wagen kwamen wij te
gen, geen sterveling was in de dorpen en
steden op straat; wij reden alleen door den
nacht, zonder stormen of wind, maar door
een steeds beklemmender troosteloosheid.
Na Dyon begon een zware mist op te ko
men, het ijsoppervlak bleef, maar lag nu
op een ondergrond van bevroren sneeuw
en toen eindelijk het daglicht grauw door
de benevelde wolkenhemel begon te schij
nen, reden wij, een kleine duizend kilo
meter zuidelijker dan bij ons vertrek, door
een barsch winterlandschap met rondom
wijde uitgestrektheden van blanke sneeuw,
doorsneden door bevroren sloten. Toen
langzamerhand de eerste menschen op den
weg verschenen beseften wij pas recht hoe
glad het was. Fietsers konden zich op hun
smalle banden niet overeind houden en
herhaaldelijk zagen wij voetgangers uitglij
den. Te Toum.us was de morgen al zoo ver
gevorderd, dat wij er aan konden gaan
denken in een hotel te gaan ontbijten en
daarna reden wij verder naar Grenoble toe,
vol sombere gedachten omtrent den toe
stand waarin wij daar het bergland zouden
vinden, waar tijdens de RaUey de laatste
350 K.M. in vijf trajecten verdeeld met een
gemiddelde van minstens 50 K.M. per uur
zullen moeten worden afgelegd. Wij waren
betrekkelijk frisch, want wij hadden
slechts één slapelooze nacht achter den rug
maar op die bergwegen zullen rijders los-'
gelaten worden, die aan het einde van vier
dagen en vier nachten zwoegen staan.
Ik ben er dan ook van overtuigd, dat
zoo de weersomstandigheden gedurende
de volgende dagen niet grondig verande
ren, men op deze Ralley nog rare dingen
beleven zal. De eerste sector, die op tijd ge-
R9 Knivrmi0et Wuf.dln ls' van Gren°ble uit,
82 K.M. lang. Hij bevat de beruchte Col de
la Croix Haute. Dit heele stuk ligt thans
chep ouder de sneeuw, waarvan het boven
ste gedeelte klaarblijkelijk eerst is ont
dooid en thans weer tot een ijslaag is vast
gevroren. Het is hier voor een wagen
uiterst moeilijk een ander voorbij te komen.
Wanneer een auto slipt en dwars over den
weg komt te staan wordt de doorgang on
herroepelijk voor alle anderen versperd,
Vh Boven<ben bevinden
zich op dit stuk van 82 kilometer niet min-
p/lpn ap°0fweS°vergangen, waarvan
er een gesloten vonden, hetwelk een
oponthoud van ly, minuut veroorzaakte.
Men kan het wel ongelukkiger treffen,
maar weinig beter Kortom, wanneer dé
toestand zoo blUft, dan zal het uiterst
zwaar en voor velen onmogelijk blijken om
bet vereischte gemiddelde te halen vooral
na vier dagen en vier nachten over wegen
bestrijden de ongemakken ontstaan
door onzuiver bloed, herstellen onvol
doende spijsvertering en bevorderen de
natuurlijke verrichtingen des lichaam?-
90 ct, of 1.56 per doos met gebruiksaanwij
zing. Verkrijgbaar in Apotheken en Drogis
terijen. Vraagt gratis toezending brochure
aan MIJ. HOEKSTRA, Heerengracht 33,
Amsterdam.
gereden te hebben, die zooals de berichten
luiden in andere deelen van Europa ook
niet bijster zachtzinnig zijn gestemd.
Nauwelijks is deze eerste sector van 82
kilometer achter den rug of de tweede sec
tor, die 138 kilometer lang is, biedt een
wegdek, waarop zoo goed als geen vloKje
sneeuw ligt en waarop het vereischte ge'
middelde dus met een kreupelen motor
zelfs nog bijna te halen is.
Zoo is de toestand thans. Verleden jaar
tijdens de Railye was het net omgekeerd;
toen was het eerste gedeelte goed on 1®^
het tweede gedeelte onder smeltend®
sneeuw. Hoe zal het de volgende week tij
dens de Railye zijn? Er valt bitter weinté
van te zeggen, het berglandschap is wisPeJ*
turig en veranderlijk als een vrouw.
Tegen schemeravond reden wij DW
binnen waar wij thans overnachten om
morgen vroeg, wanneer het licht geworden
is, de volgende drie sectoren te gaan be
proeven.