DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Tegenslag metEngelsche verkeersvliegtuigen No. 16 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Donderdag 19 Januari 1939 141e Jaargang Startverbod voor twee nieuwe typen. Geruchten over Duitsche mutaties. Göring minister-president? Voorzorgen tegen de lersche terroristen. De Duitschers in Tsjecho-Slowakije. Aanwijzingen van de Diplo. Attlee eischt bijeenroeping parlement. In brief aan Chamberlain. De algemeene toestand. Frankrijk duldt geen overweldiging in Spanje. Officieren mogen 80sten verjaardag ex-keizer niet vieren. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIES Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Voor de nieuwe viermotorige ver keersvliegtuigen van de Imperial Air ways, welke behooren tot de zgn. Frobisherklasse, heeft het Engelsche luchtvaartministerie gisteren een start verbod uitgevaardigü. Hetzelfde is eenige dagen geleden ge schied met de nieuwe vier-motorige Armstrong-Whitley-verkeersvliegtuigen van de Engelsche luchtvaart-mij., welke op de lijn LondenParijs dienst deden en bij voortduring met motorpech te kampen hadden, hetgeen de geregelde uitvoering van den lijndienst belem merde. Het besluit ten aanzien van de vliegtuigen van de Frobisher-klasse was gegrond op een defect aan het onderstel. Een vliegtuig van dit type - het is een De Havilland DH - is eergisteravond bij de landing te Croydon ernstig beschadigd doordat het onderstel niet functionneerde (de wielen konden niet naar buiten worden gebracht, zoodat de vliegtuigbestuurder genoodzaakt was het vliegtuig met ingetrokken wielen neer te zetten. Het gevolg was, dat de vier lucht- schroeven afknapten en de romp onherstel baar werd beschadigd. Geen der passagiers, die opgesloten zaten omdat het portier van de kajuit niet kon worden geopend, heeft daarbij letsel gekregen. Wij herinneren er hierbij aan, dat eenigen tijd geleden een soortgelijk ongeluk op Croydon heeft plaats gevonden. Ook toen weigerde het intrekbare onder stel en was het aan de handigheid van den boordwerktuigkundige te danken, dat ten slotte de bemanning had intusschen den bodem van de bestuurderscockpit uitgebro ken om bij het defecte mechanisme te komen, dat met fiksche slagen naar buiten kon worden geslagen geen ernstig onge luk is gebeurd. Behalve Imperial Airways heeft het En gelsche luchtvaartministerie twee van der gelijke vliegtuigtypen in eigendom. Zij zul len waarschijnlijk worden gebruikt voor trans-atlantische proefvluchten. Overigens voldeden deze De Havilland- vliegtuigen in de vlucht zeer goed. Er zijn kruissnelheden van 350 K.M. per uur mee bereikt. Het startverbod heeft de exploitatie van het Europeesche luchtnet der Imperial Air ways uiteraard benadeeld. De vele jaren oude Handley Page-verkeersvliegtuigen van de Hannibal-klassen zijn „van stal gehaald" om voorloopig op het Europeesche lucht net, o.a. LondenParijs en LondenBrus sel, dienst te doen. Daartoe behoort ook de Heracles in de wandeling door verkeers vliegers en luchtreizigers „good, old Hera cles" genaamd, welk vliegtuig thans bijna acht jaar oud is, doch waarmee nimmer eenig ongeluk van beteekenis is voorgeval len. Intusschen zullen de uit de vaart genomen De Havilland-vliegtuigen grondig worden geinspecteerd en zoo noodig worden gewij zigd. Dit onderzoek geldt ook de Armstrong- Whitworth-vliegtuigen van de Ensign- klasse, welke waarschijnlijk van nieuwe zwaardere motoren zullen worden voorzien. Naar verluidt zullen de thans gemonteerde Armstrong Siddeley Tiger-motoren worden vervangen door de zwaardere Bristol Her cules-motoren, welke ongeveer 1400 pk per motor kunnen ontwikkelen. Volgens oncontroleerbare geruchten zouden voor verscheidene leidende posten in het Duitsche bewind mutaties te verwachten zijn ter gelegenheid van den zesden verjaardag der nationaal - socialistische regeering. Een persministerie zou worden geschapen voor Otto Dietrich, die thans perschef en vertrouwd medewerker van Hitier is. Hij zou daarmede een der belangrijkste staken van het door Göbbels geleide ministerie van propaganda overnemen. Verder wordt reeds geruimen tijd gesproken over een benoeming van Göring tot minister-presi dent. Ook zou er sprake zijn van een be noeming tot Göring tot minister van oor log, welke post sinds het heengaan van Von Blomberg onbezet is gebleven. Het is mogelijk, dat Hitier in zijn rijks dagrede op 30 Januari mededeeling zou doen van eenige wijzigingen in den staf van leiders. Ook daarvan is echter geen enkele officieele bevestiging te verkrijgen. De kerkstrijd in Duitschland. Ds. Niemöller, de leider van de kerkoppositie, en nog twee predikan ten zullen binnenkort voor het gerecht verschijnen wegens „misbruik van den kansel". De aanklacht is het gevolg van het feit, dat Niemöller op 30 Septem ber een verzoek gericht heeft tot zijn parochianen om te bidden voor het be houd van den vrede en voor een suc- cervol afloopen van het internationale streven naar vrede. Op grond hiervan is de uitbetaling van Niemöllers salaris stopgezet. Wat Niemöller betreft, men gelooft niet, dat het waarschijnlijk is, dat hij in vri.i ei gesteld zal worden uit het concentratie kamp van Sachsenhausen, tenzij hij een document onderteekent, waarin hij vrijv - lig afstand doet van zijn herderlijk am^ en verklaart zijn parochie nooit weet «e zullen betreden. Aan deze meening w°rd^ vrijelijk uiting gegeven door zijn parochia nen, die bij iederen dienst de beide kelken van Dahlem geheel blijven vullen. Dagelijks worden gebeden uitgesproken voor Niemöller. Gisteren heeft hy bezoek mogen on - vangen van zijn vrouw en zijn broeder. De •lange gevangenschap is niet zonder sporen na te laten aan hem voorbij gegaan, hij is echter niet ernstig ziek. Niemöller is de eenige gevangene in het concentratiekamp van Sachsenhausen, wiens haar niet gemi- limeterd is. Tot dusver heeft men bij 40 predikanten de uitbetaling van salaris stopgezet. De politie te Londen heeft gisteren bij zondere voorzorgsmaatregelen genomen ten opzichte van openbare gebouwen van groote historische of aesthetische waarde. De West minster Abdij was slechts te bereiken door twee van de 18 deuren die beide streng be waakt werden en geen enkele bezoeker, die een pakje bij zich had, werd toegelaten. De zelfde voorzorg was getroffen nopens het Britsche Museum, de National Gallery en andere musea. Onder de beschuldiging van ongeoorloofd bezit van wapens, munitie en ontplofbare stoffen zijn gisteren de zeven personen, die gistermorgen vroeg te Londen gearresteerd zijn, voor den politierechter in Bowstreet verschenen. Als bewijsstukken waren zwaar ontplofbare stoffen, pistolen, slaghoedjes en copieën van de proclamatie van het lersche republikeinsche leger ter tafel gebracht. De beklaagden, wier leeftijd varieert tusschen 17 en 36 jaar, zullen 26 Januari weer voor moeten komen. Geweigerd is hen op borg stelling vrij te laten. Bij haar onderzoek in de buurt van Man chester heeft de politie aan den voet van een paal der electrische leiding in een veld na bij East Didsbury een kleine hoeveelheid ontplofbare stof met een uurwerk gevonden. De Duitsche Diplomatisch-politische Kor- respondenz houdt zich bezig met de reorga nisatie der toestanden in het Sudeten- en Karpathengebied van den nieuwen Tsjecho- Slowaakschen staat en treedt daarbij in het bijzonder in de betrekking tusschen de over gebleven Duitsche minderheid en Tsjecho- Slowakije. Het orgaan constateert daarbij allereerst, dat in Slowakije, tengevolge van den vroeger gemeenschappelijk gevoerden strijd om de rechten van beide volksgroepen tegen het Praagsche systeem zonder groote moeite voor de toekomst de voorwaarden voor een kameraadschappelijke samen leving der Slowaken en Duitschers in het leven kunnen worden geroepen. De con crete toezeggingen van den Slowaakschen premier Tiso toonden den natuurlijken weg, waarlangs de Duitschers in Slowakije ais werkzaam en geacht deel van de staatsge- meenschap kunnen medewerken aan hun deel van den wederopbouw van den staat. In het eigenlijke Tsjechische landsdeel gaat het er echter om in de plaats van den scherpen nationalen strijd op grond van den nieuwen toestand omstandigheden in het leven te roepen, die voor beide deelen pro fijtelijk kunnen worden. Vooral moeten hier vele vooroordeelen en onjuiste begrippen uit het verleden worden opgeruimd en moet men tot inzichten komen, die ook rekening houden met de tegenwoordige geopolitieke situatie van den nieuwen staat. In dit licht krijgen ook de recente verklaringen van den leider der Duitsche volksgroep, Kundt, haar volledige „realpolitische" beteekenis. Zeker zijn de Tsjechen in den nieuwen staat in aantal zoozeer in de meerderheid, dat zij het recht en den plicht hebben om de verantwoordelijkheid te dragen. Zij moe ten er zich echter daarbij van tevoren van bewust zijn, dat hun vaderland van huis uit ten nauwste met de Duitsche levensruimte verbonden is en dat dus ook de Duitschers in dit gebied geenszins vreemd zijn, maar een levend, vitaal onderdeel vormen van zijn mechanisme, zooals dat ook door de historische ontwikkeling tot op den huidigen dag wordt bewezen. Het gaat er thans om vastbesloten rekening te houden met deze gegevens. De wil tot vertrouwelijke samenwerking ten behoeve van den nieuwen staat is aan den kant der Duitsche volksgroep aanwezig. Van Tsjechische zijde behoort loyaal de ge legenheid niet gepasseerd te worden om ge bruik te maken van deze brug naar het ver trouwen van het geheele Duitsche volk". Tot zoover het Duitsche orgaan. Attlee heeft Chamberlain een brief doen toekomen, waarin hij om de on middellijke bijeenroeping van het par lement verzoekt, met het oog op den toestand in Spanje. In zijn schrijven aan den minister president heeft Attlee de volgende re denen gegeven, waarom hij verzoekt het parlement bijeen te roepen: Ten eerste: de ernst van den huidigen toestand in Spanje. Ten tweede: als een gevolg van een voortdurend gebruiken van Italiaansche troepen ter uitvoering van de erkende be doeling der Italiaansche regeering om door alle middelen Franco de overwinning te verzekeren, is het duidelijk, dat de non-in- terventie-politiek thans het middel is ge worden om te maken dat de Spaansche re geering zich niet de middelen kan verschaf fen ter verdediging tegen een aanval van een buitenlandsche mogendheid. Ten derde: het is niet in overeenstem ming met de eer en het belang van Groot- Brittannië, de Spaansche regeering nog steeds het recht te ontzeggen vrij wapens en voorraden te koopen, welke zij noodig heeft voor haar verdediging. Ten vierde: het voortdurend vermoorden van vrouwen en kinderen door luk-raak bombardeeren van niet-militaire objecten. Antwoord van Chamberlain. Minister-president Chamberlain heeft Attlee's brief schriftelijk beantwoord. In dit antwoord verklaart Chamberlain, dat opheffing van het embargo op voor het linksche Spanje bestemde wapens volgens de Britsche regeering onvermijdelijk zou leiden tot een verergering van het conflict met gevolgen, die weliswaar niet te voor spellen zijn, doch die ongetwijfeld een zeer ernstig karalfter zouden hebben. De regee ring, aldus voegt de premier er in den brief aan toe, is niet bereid een dergelijk stap te doen en onder deze omstandigheden ziet zij er ook niet hèt nut van in den datum, waarop het parlement weer bijeen zal ko men, te vervroegen. Ten opzichte van de kwestie van den hongersnood in het republikeinsche Spanje schreef Chamberlain o.a.: Het leek duidelijk, dat er op het oogen- blik geen kans was op de organisatie van 'n plan op den grondslag, van in onderling overleg verleende internationale hulp op groote schaal welke door de Spaansche regee ring onder oogen werd gezien, zoo'n plan zou in ieder geval geruimen tijd kosten om doelmatig georganiseerd te worden. Wij hebben ons echter reeds aangesloten bij andere regeeringen voor bijstand aan de fi nanciering van het werk van in officieele organisaties, die reeds werken en wij stel len ons voor deze politiek voort te zetten. Chamberlain voegt hieraan toe, dat de regeering zal voortgaan den toestand in De bombardementen op de Spaansche bevolking De Volkenbondsraad heeft gisteravond een speciale vergadering gewijd aan de conclusies van het Britsche onderzoek naar de bombardementen op de Spaansche burgerbevolking. Allereerst werd op deze vergadering het woord gevoerd door den Spaanschen minister van buitenlandsche zaken, Alvarez del Vayo, die ronduit ver klaarde, dat de verantwoordelijken voor deze bombardementen de Duitsche en Ita liaansche vliegers zijn en ter staving zijner bewering haalde hij artikelen in Italiaan sche dagbladen aan. Del Vayo wees er voorts op, dat de Spaansche regeering steeds weerwraak geweigerd heeft en „op misdaad niet met misdaad heeft willen antwoorden." Verder deed de minister uitkomen, welke tegen stelling er bestaat tusschen de maatrege len, die door de Spaansche regeering ge- nomèn zijn om haar leger voor 100 te doen bestaan uit Spanjaarden en de korte lings te Rome afgelegde verklaring, vol gens welke „de Italiaansche hulp voort gezet zal worden tot de geheele overwin ning der opstandelingen een feit zal zijn." Del Vayo eindigde zyn verklaring door met zekeren trots te spreken over het feit, dat hij zijn land kon vertegenwoordigen „ter verdediging van zijn belangen, niet alleen tegen de rebellen, maar ook tegen hen, wier zwakheid de ontwikkeling van den opstand mogelijk heeft gemaakt." De volgende spreker, Butler, de onder secretaris van het Foreign Office, herin nerde er aan, dat de commissie van onder zoek naar de luchtbombardementen in Spanje ingesteld is op initiatief van de Britsche regeering. Hij merkte echter op, dat het rapport niet noodzakelijkerwijze de opvattingen der Britsche regeering ver tegenwoordigt en niet op alle bombarde menten betrekking heeft. Hij erkende echter, dat de instelling der commissie doeltreffend is geweest en hoopte, dat er middelen gevonden zullen worden om de gevolgen der luchtbombardementen tegen te gaan. Vervolgens hebben Soeritz, de Russi sche vertegenwoordiger, en Wellington Koo, de Chineesche vertegenwoordiger, over den luchtoorlog gesproken. Terwijl del Vayo het ten zeerste be treurde, dat de Volkenbond ook tegenover deze wreedste methode van oorlogvoeren lijdelijk gebleven is, kwamen de andere sperkers in feite niet verder dan tot een platonisch protest. Feitelijk heeft alleen Wellington Koo een concreet denkbeeld bepleit. Overeenkomstig den Dinsdag uit gesproken wensch naar een verbod van verkoop aan Japan van vliegtuigen en petroleum en andere grondstoffen voor de Japansche oorlogsindustrie bepleitte de Chineesche Volkenbondsvertegenwoordiger gisteravond, dat de Volkenbondsstaten zich van verkoop van vliegtuigen en pe troleum aan generaal Franco zouden ont houden. Op die wijze zouden vele levens gespaard worden, die anders bij lucht bombardementen verloren zouden gaan. Wellington Koo wees er in zijn rede op, dat luchtbombardementen op bevolkings centra ook hierdoor misdadig zyn, omdat de ervaring geleerd heeft dat zij uit mili tair oogpunt ondoeltreffend zijn. De weer standskracht van de bevolking wordt er niet door verzwakt, doch integendeel ver sterkt. De Chineesche vliegers hadden ook verleden jaar, toen zij over eenige Japan sche steden vlogen, geen bommen afge worpen, doch slechts brochures, die de be teekenis van den strijd in het Verre Oosten uiteenzetten. De discussie zal vandaag of morgen worden voortgezet. De Spaansche ambassadeur te Londen heeft aan het Britsche departement van buitenlandsche zaken een nota overhan digd, waarin uitdrukking gegeven wordt aan verbazing over, en een uiterst krach tig protest tegen „het opzettelijk stilzwij gen" van de non-interventiecommissie t.o.v. den verkoop door Italië van torpedo jagers en onderzeeërs aan Franco. In deze nota wordt de Engelsche publi catie „James fighting ships" aangehaald, ten bewijze, dat vier torpedojagers en twee onderzeeërs door de Spaansche recht- schen in 1937 van Italië zijn gekocht. Deze verkoopen vormen even zoovele openlijke en uitgesproken schendingen van de niet- inmengingsovereenkomst door de Italiaan sche regeering, aldus de nota. Het is onmogelijk te gelooven, dat de Britsche regeering, welker „intelligence service" in marineaangelegenheden een van de betrouwbaarste en doeltreffendste ter wereld is, daaromtrent niets wist. De namen der oorlogsschepen, waaromtrent aanteekeningen staan in „James fighting ships", worden opgegeven als volgt: de torpedojager „Valesco Ceute", vroeger de „Falco", en de „Velasco Melilla", vroeger de „Aquila", van de Roemeensche vloot, waarvoor zij gebouwd werden, overgeno men door Italië in 1935 en verkocht aan de rechtsche Spaansche regeering in 1937. De torpedojagers „Huesca", vroeger de „Guglielmo Pepe", en de „Teruel", vroe ger de „Alescandro Poerio", gekocht van Italië door de rechtsche Spaansche regee ring in 1937. De onderzeeërs „Mola" en „Sanjurjo", gekocht van Italië door de rechtsche Spaansche regeering in 1937. Spanje in zijn ontwikkeling in het oog te houden en wanneer naar haar meening de omstandigheden een wijziging van den da tum noodzakelijk zouden maken, zou zij niet aarzelen den speaker aan te bevelen het Lagerhuis bijeen te roepen. Een talrijke menigte heeft gisteren een onder de auspiciën van organisaties der partijen en het Volksfront te Parys gehouden betooging bijgewoond. Francis Jourdain, de president, zette het doel der bijeenkomst uiteen: „Te betoogen, dat Frankrijk geen overwel diging van Spanje zou dulden". Hij noodigde den secretaris der Spaansche socialistische partij Cordero uit het woord te nemen. Paul Perrin, de president der vereeniging van republikeinsche reserve-officieren, die vervolgens aan het woord kwam, deed uit komen, dat de oorlog in Spanje „een bui tenlandsche invasie-oorlog" is. Hij sprak twijfel uit over de oprechtheid van den Duce, als deze belooft na afloop van het conflict zijn troepen uit Spanje t.erjw trekken. Hij besloot: „De veiligheid in Spanje en de vrede". Rethore (rad.-soc.) critiseerde hevig de eergisteren door Flandin uitgesproken re devoering. Hij zette de gevaren uiteen van een nesteling van Duitschland en Italië op de Balearen eischte voor Spanje niet alleen wapenen en materieel, doch ook levensmid delen. Hierna eischte Thorez de directe open stelling der Pyreneeëngrens. Hij consta teerde, dat „thans het geheele Volksfront en de katholieken, alle Franschen recht voor Spanje eischen". Hij zette de beteeke nis uiteen der Italiaansche inmenging in Spanje en verklaarde dat Spanje noch de communisten de zending van soldaten naar Spanje eischtëh, doch slechts „de mate- rieele middelen om te overwinnen" eisch- ten. Leon Jouhaux eischte op zijn beurt de opening der grens, evenals Violette. Tenslotte sprak Leon Blum, die aller eerst deed uitkomen, dat zijn positie een beetje bijzonder is, daar hij voor de niet- inmengingspolitiek verantwoordelijk was en blijft. Hij herinnerde aan zijn verklaring in Augustus 1936, toen hij zeide, dat de niet-inmenging ten doel had de inmenging van totalitaire dictaturen te verhinderen. Spreker zeide te moeten constateeren.dat wij na twee jaren „een erkende inmenging van Italianen in Spanje bijwonen, niet- inmenging is niet meer dan inmenging aan één kant". Blum was van meening dat Italië slechts een overwinning van Franco wenscht om den nadruk te leggen op Ie eischen te genover Frankrijk. Hij ontkende dat de tweede regeering van Blum wapenen naar Spanje zou hebben gezonden en bestreed het argument, dat de opening der grens 'n oorlog zou ontketenen. Na uitdrukking te hebben gegeven aan zijn pessimisme ten aanzien van beloften van Mussolini besloot spreker met de een heid van het Volksfront te vieren. Aan het einde der bijeenkomst werd een motie aangenomen, waarin de regeering wordt uitgenoodigd direct de grenzen te openen en Spanje te helpen met levens middelen en materiaal. In het Duitsche leger is volgens den cor respondent te Berlijn van de „News Chroni- cle" groote ontstemming gewekt door een legerorder van generaal Keitel, den chef van het opperbevel, waarbij iedere viering van den 80sten verjaardag van den ex-keizer op 27 Januari wordt verboden. De legerorder is schriftelijk tot alle officieren en reserve officieren gericht en bepaalt dat geen enkele officier zijn gelukwenschen, hulde of per soonlijken groet schriftelijk, telefonisch of telegrafisch tot den ex-keizer mag richten. Er mogen geen bijeenkomsten of diners in het openbaar of in de officierscasino's wor den gehouden ter viering van den verjaar dag van den ex-keizer en geen enkele offi cier of reserve-officier mag een uitnoodiging voor zulk een viering in een particulier buis aannemen. Officieren, die op 27 Januari aanwezig zijn op een bijeenkomst waarbij een dronk wordt ingesteld op den ex-keizer, moeten weigeren daaraan deel te nemen, het huis verlaten en er rapport over uitbrengen aan de militaire autoriteiten. De order heeft volgens den correspondent van de „News Chronicle" in heel Duitschland beroering gewekt, omdat tal van jonge leden van de familie Hohenzollern in het Duitsche leger dienen. Leden van de familie Hohenzollern mogen wel naar Doorn gaan om aan de viering aldaar deel te nemen. Ook de 89-jarige veld maarschalk von Mackensen zou zich der waarts begeven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1