De vestigingswet en de vakopleiding. MAGGIS JULIENNE-SOEP De Kennemer Sportclub. De internationale toestand. Causerie van den secretaris K.N.M.B. Een groote taak voor de vakorganisaties. Yemeniten-Ballet. H Alkmaar, Donderdag. NIEUW POSTKANTOOR OP DE NIEUWESLOOT? Onder dit opschrift vonden wij gister avond in het N. H. Dagbl. de volgende mededeeling: „Van goed ingelichte zijde vernemen wij, dat P. T. T. voornemens is op de Nieuwesloot een nieuw postkantoor te vestigen. Daartoe zou de Harmonie reeds zijn aangekocht, terwijl het daarnaast staande gebouw van het Kadaster, waarin vroeger reeds het postkantoor gevestigd is geweest, zou worden ontruimd. Het Kadaster zal, indien de zaken zoo zijn, overgebracht worden naar het be lastingkantoor op den Kennemerstraat- weg. Men weet, dat de belastingadminis tratie waarschijnlijk zal verhuizen naar de Julianastraat." Waar een postkantoor op deze plaats inderdaad in het centrum van de stad zou zijn gelegen en de keuze dus een zeer gelukkige zou zijn, hebben wij naar een en ander een onderzoek ingesteld bij den héér C. H. de Lange, die eigenaar van De Harmonie is. Deze verzekerde ons, dat hem van een verkoop van zijn percêel, niet bekend is. Waarschijnlijk is de „goed ingelichte zijde" dan ook minder goed ingelicht dan men uit het bericht van het N. H. D. zou kunnen opmaken. Geen draverijen meer? In „De Drafsport", het orgaan van den Bond van Harddraversvereenigingen op de Kortebaan in Nederland, lezen wij het vol gende: „Van het bestuur der Kennemer Sportclub vernamen we dat op de aan stonds te houden algemeene vergade ring zal worden voorgesteld om in 1939 geen courses te Alkmaar te doen houden. Sinds een lange reeks van jaren reeds werkte de sportclub met een ledige kas en moest er vrij gere geld door de leden worden bijgepast. Daarbij komt nog dat de medewerking over het algemeen te wenschen over laat. Een en ander maakt het bestuur huiverig om op dezen weg voort te gaan en acht men het raadzamer de baan te sluiten. Het ligt wel voor de hand dat we de sluiting van de Alkmaarsche baan ten zeerste zouden bejammeren. Na Duiii- digt Alkmaar. Het zal er donker be ginnen uit te zien als ook dit er nog bijkomt. Voor het houden van coursen is Alkmaar zeker in geheel Noordhol land het meest gunstig gelegen, terwijl de baan tot de best overzichtelijke in den lande behoort. We hopen, dat de Kennemersportclub, voor dit besluit wordt genomen, ook nog eens met an deren gaat praten en men de voort gang der coursen weet te verzekeren. Van harte sluiten wij ons aan bij de door de redactie geuite wensch, dat alsnog po gingen gedaan zullen worden om de drave rijen voor Alkmaar te behouden. Het is wel bedroevend, dat de eens zoo bloeiende vereeniging haar werk moet sta ken. De strenge toepassing van het totali- satorverbod door de Alkmaarsche politie, heeft er ongetwijfeld toe medegewerkt, dat Alkmaar, wat eens zoo'n groote attractie was, zal moeten missen. Toch gelooven wij, dat ook de hooge entreeprijzen het bezoek belangrijk hebben belemmerd. EEN JUBILEUM. De heer W. Narold, v. d. Lijnstraat no. 3, alhier, herdenkt Dinsdag 24 Jan. den dag dat hij voor 25 jaar in dienst trad bij de Ned. Spoorwegen. Hij is als arbeider be gonnen en opgeklommen tot constructeur. De heer Narold is al die jaren in Alkmaar gestationneerd geweest. Het zal hem zeker op den feestdag niet aan blijken van be langstelling ontbreken. VENTERSORGANISATIE OPGERICHT. Zooals wij gisteren reeds mededeelden, is na een propagandarede van den voorzitter van den Alg. venters-, markt- en stand- plaatshoudersbond besloten tot het vormen van een afdeeling van dien bond. Er zijn terstond 23 leden toegetreden. In het bestuur zijn gekozen de heeren J. F. Jansen, voorzitter, H. Blom (Egelenburgerlaan 3), secretaris, C. Jansen, H. Brouwer, allen alhier en J. Bruin te Heiloo. FAILLISSEMENTEN. De rechtbank heeft in staat van faillisse ment verklaard: C. Rood, tuinder te Weere (gem. Hoogwoud), 113, met benoeming van mr. A. M. Ledeboer tot rechter-commissa- ris en mr. F. Zeiler tot curator. OVER EEN HOND GEREDEN. Hedenmorgen te twaalf uur reed mej. H. alhier met haar fiets over een plotseling voor haar wiel verschijnenden hond. Mej. H. kwam te vallen en werd, daar zij niet meer loopen kon, in het Centraal Zieken huis gebracht. Gelukkig scheen niets ge broken te zijn, zoodat zij per auto naar haar woning kon worden vervoerd. CORRESPONDENTIE. H. alhier. Wij zullen de kwestie onder zoeken. Red. Alkm. Crt. Paul Kies spreekt in de Unie. Gisteravond sprak in de bovenzaal van het gebouw de Unie de heer P. Kiès, secretaris van de door hem in het leven geroepen z.g. „Troelstrabeweging." De vergadering was door het voorloopig be stuur der eventueel te stichten afdeeling Alkmaar van deze groep belegd. Er was vrij veel belangstelling voor deze bijeen komst. Het onderwerp, waarover de heer Kiès sprak luidde: „Oorlog in 1939? De inter nationale toestand en het doel en de taak der beweging." Het was bijna half negen toen tenslotte de heer Kiès arriveerde. De heer C. Torenvlied opende namens het voorloopig' bestuur. Hij meende, dat het noodzakelijk was dezen avond te hou den alvorens definitief een afdeeling in Alkmaar te stichten. Een 18-tal menschen heeft zich bereid verklaard lid der be weging te worden. Allereerst sprak de heer Kiès over den internationalen toestand. Een jaar geleden voorspelde Benesj, dat 1938 een rustig jaar zou worden. Zelden heeft een staatsman zich zóó vergist. Eenige scepsis t.a.v. voor spellingen van „groote mannen" is dus wel noodig, ook dus wanneer Chamberlain thans zegt, dat 1939 een „rustig jaar" zal zijn. Wil 1939 werkelijk een beter jaar zijn, dan zal de Chamberlainsche politiek van toegeven aan de dictaturen moeten op houden. 1938 bewees dat deze politiek niet anders dan een uitstel beteekent. De on- uitwischbare smaad van de democratie wordt samengevat onder één naam: Mün- chen. Vlak na München hield Hitier een philippica tegen Engeland, de Engelsche pers, de Engelsche staatslieden als Eden en Churchill. De typische klassevertegen woordigers Chamberlain en Colijn zijn „vredestichters" omdat de oorlog niet meer past in hun klassebelangen. Omdat de oorlog voor hen een einde zal beteekenen. Omdat.de oorlog aldus de heer Kiès zal overgaan in revolutie. Na Hitiers rede kwam Japan, het gele fascisme, na Japan Italië het zwart hem- denfascisme, Nizza, Tunis en Corsica op- eischen. In Frankrijk is een kentering gaande. De Fransche--»- nemen thans Italis eischen langzamerhand au serieux. De stemming tegenover Engeland vermindert, de sym pathie /oor Spanje stijgt. Ook bij de bour geoisie, die haar belangen bedreigt ziet. 1938 eindigde daardoor iets beter dan dit jaar begon Roosevelts krachtige houding, de stemming in Frankrijk, de versterkte oppositie in Engeland. Hiermee zijn we er echter r^et. In 1938 is één stralend lichtpunt: de Internationale brigade, die de democratie en de vrijheid in Spanje verdedigde. Was deze brigade er thans nog dan zou het er in Catalonië beter voorstaan maar toch is het goed, dat de Spaansche regeering thans alléén met Spanjaarden wil vechten tegen over de Duitschers en Italianen bij de „nationalen". De houding van de Nederlandsche bourgoisie tegenover de leden van de Brigade was voor den socialist belachelijk en voor den Nederlander ergerlijk, In Spanje wordt thans dezelfde kliek bestreden door de Spaansche regeering, als in ons land de Spanjaarden in den 80- jarigen oorlog. pe Nederlanders, die sympathiek staan tegenover den strijd voor de vrijheid van het geweten moeten aan de zijde van de Spaansche regeering staan. Deze wordt zoo vaak een „roode" regeering genoemd al hebben ook liberalistische en katholieke ministers zitting. De Internationale Brigade zal eenmaal de volle eer krijgen die haar toekomt. in Engelsche burgerlijke groepen had men althans, naar de bourgeoisie-bladen schre ven, eerbied voor het hun vreemde idea lisme van de menschen, die de democratie in Spanje verdedigden. Er zijn thans drie oorlogshaarden: In de eerste plaats Hitiers Oekraïensche aspira ties. Japans voorbeeld met Mandsjoekwo blijkt aanstekelijk: Hitier heeft geen ter ritoriale wenschen meer, maar zal alleen nog het Oekraïensche volk „bevrijden", omvattende 40 millioen menschen. Hitier heeft door het Sovjet-Rusisch-Poolsch verbond begrepen wat te hard van stapel geloopen te zijn. Gevolg een onderhoud met Beek, waarvan het resultaat was, dat Hitier aan Beek verzekerde, dat het Pool- sche deel niet bij zijn plan betrokken was. De Oekraïeners zijn op het oogenblik in SoVjet-Rusland vrijer dan ooit. Heel wei nigen willen thans nog los van dit land. Door Rusland, Polen en Roemenië is Hitiers plan nauwelijks ernstig te nemen. Vermoedelijk heeft dit plan alleen de be doeling in West-Europa een valsche ge rustheid te wekken. Misschien vormen de gaatjes in de ruiten te Den Haag en Am sterdam al een inleiding tot een nadere actie. Waarschijnlijk is het echter niets. De tweede oorlogshaard is de verhou ding tusschen Italië en Frankrijk. Italië bevordert het militarisme en de expansie- noodzaak, Frankrijks bevolking groeit niet meer. Het Fransche leger heeft een groote soldatenreserve in N.-Afrika. Gevolg de verbindingslijn met het moederland moet bewaard blijven, Italië probeert deze te verbreken door zich op de Balearen te nestelen. De landen van het „kapitalisme in lompen" beginnen „amok" te maken. Het Fransche renteniersvolk met zijn „koetjes op het droge" moet 't slachtoffer zijn. Komt het er echter op aan, dan kan Italië nog gemakkelijk „gekraakt" worden. De ontknooping komt na of met de beslis sing in Spanje, de derde oorlogshaard: Spanje. In Catalonië staat de toestand er ernstig voor. De uitslag van den strijd is moeilijk te voorspellen. Gebeuren er ech ter geen bizondere dingen dan zal het Spaansche volk, evenals bij Madrid en Valencia, opnieuw de opstandelingen een „No passaran" toeroepen. Wint Franco het, dan verliest hij het nog: Een man, die geen stem heeft bij zijn volk is onhoudbaar. Of de regeering het wint hangt van materieele dingen af. Heldenmoed helpt piet tegen een overvloed van materiaal. Het Spaanscpe volk, aldus de heer Kiès, zal misschien de veldslagen verliezen maar het zal den oorlog winnen. De afleidingsaanvallen van Miaja hebben wel succes gehad en be wijzen de stootkracht der troepen. Miaja beschikt thans nog over M millioen nieuwe troepen. Alleen is er onvoldoende materi aal door de Pilatuspolitiek der demo cratieën. Weet de regeering tijd te winnen, dan wint ze den oorlog. In dezen tijd zal inmid dels de ontknooping komen: de ondergang van het kapitalisme. We beleven thans niet een conjunctuur- maar een structuurcrisis. De huidige crisis zal dan ook niet zóó weer overgaan. Het kan voor de arbei dersklasse thans opportuun zijn aan de zijde te staan van de democratisch-kapi- talistische mogendheden, het moet echter geen gewoontefout worden. Hoe eerder de arbeiders zich vereenigen, hoe spoediger de eindbeslissing zal komen. Spr. meent, dat alleen de z.g. Troelstra-beweging de arbeidersklasse een leidende gedachte geeft. Het oude socialisme was, zoo zeide de heer Kiès, ondanks de tactische fouten, beter dan het democratisch socialisme, dat volgens spreker thans te veel verburger lijkt is. Vervolgens sprak de heer Kiès over het conflict met de leiding van de s.d.a.p., waardoor de beweging ontstaan is. De heer Kiès uitte ernstige beschuldi gingen tegen de leiding van de s.d.a.p. ,die, zoo zeide hij, hem politiek uit den weg heeft willen ruimen door hem moreel ie treffen. Een aanklacht bij de justitie had tot nu toe geen succes. Komt hieruit niets, dan zal spr. de partijleiding zóó beleedigen, dat zij hem wel zal moeten aanklagen. Spr. wil terug naar de politiek, zooals hij die bij Troel stra meent te kunnen vinden. Deze bewe ging is, zoo zeide spr., een tijdsverschijn sel. In verschillende landen is iets derge lijks op te merken, n.1. de herleving van de meer revolutionnaire sociaal-democra tie, die de eenheid in de arbeidersklasse, den afkeur tegen de „politiek van het compromis" naar rechts, en het voeren van consequente „klaseenpolitiek" moet be vorderen. Of, zooals spr. het noemde: het doel is te zijn een rem naar rechts, een brug naar links en daardoor een motor vooruit. Na afloop van Kiès' speech was er gele genheid tot het stellen van vragen, waar van verscheidenen gebruik maakten. Bij de beantwoording zij Kiès o.m. nog, het eens te zijn met de s.d.a.p., dat ons land (tegen Duitschland) verdedigd moet worden, en dat zijn beweging daar zal deelnemen aan de statenverkiezingen „waar geen roode stemmen verloren gaan" en in alle plaatsen aan de gemeenteraads verkiezingen. MAGGIS JULIENNE-SOEP is een heerlijke, volledige soep. Bevat het beste wat Hollands groentetuin ons biedt Per tablet voor 2-3 borden 8 cent. pak „4-6 15 Gisteravond werd in de dancing van de Harmonie een bijeenkomst gehou den, uitgeschreven door de afd. Alk maar van de Vereen, tot bevordering van de vakopleiding voor handwerks lieden in Nederland, op welke verga dering de heer drs. H. W. C. Tupker, secretaris van den Kon. Ned. Midden standsbond, uit den Haag, voor een niet talrijk opgekomen publiek een causerie hield over het onderwerp: De practische toepassing van de vesti gingswet in het kleinbedrijf met be trekking tot de vakopleiding. De heer D. Saai sprak als voorzitter een welkomstwoord tot de aanwezigen, o.a. mededeelende, 'dat in Mei door de veree niging een excursie zal worden gemaakt naar de Wieringermeer, welker directie daar zeer welwillend tegenover staat en medewerking heeft toegezegd. Het hoofdbestuur had tot zijn spijt geen gelegenheid gehad te voldoen aan den wensch om deze bijeenkomst bij te wonen. Spr. schetste voorts in het kort de nood zaak van vakopleiding, waaraan de ver eeniging en haar hoofdbestuur volle aan dacht schenken. Het woord aan den heer Tupker. De heer Tupker ving hierna zijn rede aan, overtuigd van het groote belang van de vestigingswet kleinbedrijf voor den handwerksman van nu en van de toekomst. De totstandkoming dezer wet werd door spr. uiteengezet: een gevolg van den aan drang uit de kringen van belanghebbenden zelf, opdat het peil van den middenstand zou worden verhoogd en voorts aan de vestiging zonder eenige voorwaarde van steeds maar weer nieuwe zaken een einde werd gemaakt. Wie zich nu nog wil vestigen, moet voldoen aan de gestelde minimum-eischen terzake vakkennis, han delskennis en credietwaardigheid. Voor de organisaties is de taak weggelegd om te verzoeken om de wét op een bepaald be drijf van toepassing te verklaren. Spr. zette uiteen waaraan dergelijke verzoeken heb ben te voldoen: de eischen van handels kennis, vakkennis en credietwaardigheid moeten erin worden omschreven; vooral op die ten aanzien van vakkennis komt het aan en voor den detailhandel is het al zeer moeilijk om onder woorden te brengen wat men in de bepaalde branches dient te we ten. Voor de verschillende handwerkers- beroepen is het veel gemakkelijker. In de aanvragen moet bovendien worden omschreven wat onder het ambacht dan wel onder de verschillende branches van den detailhandel wordt verstaan. Maar zelfs als de aanvrage voldoet aan alle eischen, heeft men nog niet zoo heel gemakkelijk de toepasselijk-verklaring van de wet, ook al een gevolg van het voor schrift om de Kamers van Koophandel hierbij in te schakelen. Is aan dit alles voldaan, dan wordt een spertijd afgekondigd, gedurende welken niemand zich in het bepaalde bedrijf mag vestigen zonder speciale toestemming van den minister, gehoord de Kamer van Koop handel. Spr. wist dat lang niet alle middenstan ders tevreden zijn over de vestigingswet in het algemeen, waaronder ook valt uitbrei ding van bestaande zaken met een afdee ling, welke er tot dusver nog niet aan was verbonden. Hiervoor gelden dan dezelfde eischen als voor een geheel nieuwe zaak, waarvoor de vestigingswet van toepassing is. Ook voor vennootschappen onder firma gelden de eischen der wet. Bij overlijden van den patroon kan diens echtgenoote voor zich en de minderjarige kinderen vergunning tot voortzetting van het bedrijf krijgen; niet echter de meer derjarige zoon, die met een respijt van zes maanden aan de eischen der wet moet vol doen. Rina Nikova heeft gisteravond met haar Yemeniten-meisjes een balletavond in 't Gulden Vlies gegeven en het is te be treuren, dat de belangstelling daarvoor uit Alkmaar en Omgeving uiterst gering is geweest. Want zij, die er waren hebben kunnen genieten van een bijzondere kunst, die minder het karakter droeg van door ingespannen studie te zijn verkregen dan wel van een volkomen natuurlijke uit beelding van wat er door de eeuwen heen nog in de dochteren van het oude volk leeft. De Yemeniten zijn de afstammelingen van hen, die Palestina verlieten na de verwoesting van den tweeden tempel om naar Zuid-Arabië te trekken, en Waarvan velén later teruggekeerd zijn. En Rina Nikova de leidster van deze groep is een Russin, die na het uitbreken van de revolutie naar Palestina is ge gaan om daar prima-ballerina aan de Palestijnsche opera te worden. Zij trok later naar Amerika waar zij tot de con clusie kwam, dat het ballet in zijn ouden en nieuwen vorm voor het Heilige Land niet met zijn aard en natuur overeenkomt. Zij keerde naar Palestina terug, leefde onder de Yemeniten, de Arabieren en de Bokhariërs, schreef hun melodieën op en verzamelde een groep Yemenitenmeisjes, die onder haar leiding den besten vorm hebben gevonden om de folklore van het oude land in zang en beweging tot uiting te brengen. Deze meisjes met haar primitieve natuur heeft zij tot goede danseressen gemaakt en zij heeft, met vermijding van alles wat aan het gewone ballet kan doen denken, deze Palestijnschen met haar joodsche zangen in de sfeer van het oude land ge houden. Rina Nikova spreekt Engelsch en zij heeft enkele Hollandsche woorden geleerd zoodat zij zoo nu en dan het publiek kan duidelijk maken wat de diverse tafreelen voorstellen. De meisjes zelf zingen He- breeuwsche en andere talen en dialecten van het Oosten, die men natuurlijk niet verstaan kan, maar waarvan de beteekenis overduidelijk wordt door haai kleeding, haar gelaatsuitdrukkingen, haar expres sieve gebaren en haar dansen. Het is interessant deze zwartharige Jodenmeisjes op het tooneel te zien, exoti sche bloemen, de eene wat merkwaardiger dan de andere, maar allen in groepsver band van een bijzonder karakter en van een bijzondere bekoring. Natuurlqk is een groep als deze bij uit stek geschikt om bijbelsche tafreelen uit te beelden, maar niet hierin heeft Rina Nikova haar kracht gezocht al geeft zij in de ontmoeting van Elisar met Rebecca aan de bron dan ook een bijzonder karak teristieke voorstellin: Wat zij voornamelijk door deze dans groep tot uiting brengt is de sfeer van het Oosten, de vrouwen der Yemeniten in haar dagelijkschen arbeid, de herders, de haremvrouwen, de straatcomedianten, de dansen bij een bruiloft in Yemen. De meisjes beelden dat alles uit, zij zingen er bij in haar eigen taal, zij beheerschen vol komen de expressieve bewegingen welke bij elke scène de sfeer van het natuurlijk gebeuren moeten scheppen en dat alles is van een zeldzame bekoring. De costumes zijn volkomen in overeen stemming met den aard van het gebodéne en waar er niet minder dan vijftien ver schillende scènes werden gegeven, is het te begrijpen, dat de garderobe van deze dans groep van respectabele afmetingen moet zijn. Sara Golinkin blijft gedürende de voor stelling onzichtbaar. Zij begeleidt alles achter de schermen op de piano met oude melodieën en zangen, Palestijnsche, Yemensche, religieuze en Turksche. En zoo houden zes Joodsche meisjes een geheelen avond het publiek in haar folklo ristische uitbeeldingen gevangen. Nu eens geven zij een volksdans, als vroolijke werksters op het land ,die jeugd en levens lust in een blijden kringdans tot uiting brengen, dan weer zijn zij haremmeisjes, die met loome gebaren uit tijdverdrijf de schoonheid van haar eigen lichaam be zingen. Zij bakken brood en ziften het meel, zij imiteeren als herders de krijgsdansen hun ner vaderen, zij vormen een groepje arm zalige maar levenslustige comedianten, of sprokkelen hout in de bosschen en plot seling gaat het doek weer vaneen en wordt het heimwee der woestijnbewoners uitge beeld als de schellen der voorbijgetrokken karavaan langzaam wegsterven in de verte. Zoo'n scène met haar aparte belich ting geeft den indruk van een oude bijbel sche plaat en de klagende zang is van een wondere bekoring. Bij de rhytmische slagen op een Ooster- sche trommel danst een meisje in trance Hoe vlugger de begeleidster met haar handen op de trommel slaat des te sterker schijnen primitieve instincten te worden wakker geroepen, des te fanatieker zwaait het hoofd met den pikzwarten haardos, des te wilder worden de bewegingen. „Wij zaten aan de wateren van Babvlon en wij weenden bij de herinnering aan '?n zegt psalnJ 137 en men ziet en hoort dat. Deze groep Joodsche vrouwen zit daar bijeen met van smart vertrokken gezichten en weent in klagende zangen en met ge baren van diepe droefenis bij de herinne ring aan dat wat verloren is gegaan En plotseling is er dan weer een andere scène, de vooravond van een bruiloft in Yemen waar de jongeren dansen om de sombere stemming van de bruid te ver drijven en waar de Arabische dansen ge- j imiteerd worden. Weg is de droefenis van het klagende lied en het Arabische karak ter wordt gedemonstreerd in den dans, die tot een buikdans en een geraffineerd schudden van het vrouwelijke lichaam is geworden. Totdat een tempelscène of een bijbelsche uitbeelding de meisjes weer tot sleepende melodieën en langzame, expres- sive gebaren brengt of haar in bijbelsche gewaden met waterkruiken op het hoofd in vroolijke gesprekken bij een denk beeldige bron bijeen brengt. Het was een uitbeelding van het Pa lestijnsche land, van alles wat het oude volk daar door de eeuwen heen gevoeld en tot uitdrukking gebracht heeft en deze Yemeniten-meisjes hebben het eigene en karakteristieke zoo in beeld gebracht, dat het een voorrecht was er naar te kijken en er naar te luisteren. Dit was iets, dat men in een sfeer van natuurgetrouwheid hier wellicht nooit meer terugziet en waar Alkmaar een van de weinige plaatsen was, welke bij het korte verblijf van deze meisjes in ons land in de rij der voorstellingen was opgenomen, kunnen wij het slechts betreuren, dat zoo weinigen daarvan hebben genoten. Tj. Wij laten hier nog de indrukken van onzen muziekrecensent volgen: Een programma van 15 nummers en rijk aan afwisseling door de verschillende onderwerpen. Die groote afwisseling vindt men in de muziek niet, het weemoedige) het klagende heeft er den boventoon. Zelfs in bijv. den krijgsdans, in den voor avond van een bruiloft in Yemen is dat weemoedige niet geheel weg te cijferen, getuige in laatstgenoemd nummer de dans die echter een gebed moet uitdrukken. De muziek bestond bij vele nummers uit korte zinnen die telkens herhaald werden en waaronder er waren van een geringen toonomvang. Elk nummer werd voorafgegaan door een inleiding die de pianiste Sara Golin kin speelde, ook begeleidde zij de dansen soms in vereeniging met tambourin, en één of twee eigenaardige slaginstrumen ten. Wanneer die in actie kwamen voerde ieder een bepaald en van elkaar verschil lend rhytmisch motief uit dat streng vol gehouden werd. Aan den klank der zangstemmen moest men gewennen, het waren alle sterkt stemmen die wel eens wat scherp klonken. Soms klonken die stemmen mooi wanneer pianissimo zong zooals het begin van Psalm 137 („Wij zaten aan de wateren van Babyion, en wij weenden bij de herinne ring aan Zion.") Bij dit nummer was orgel* begeleiding evenals bij nummer 7 „De zonen van de Profeet" (Uit den tijd van de Profeet Samuel). Een interessante avond! A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 2