De vestigingswet en de vakopleiding.
MAGGIS JULIENNE-SOEP
De Kennemer Sportclub.
De internationale toestand.
Causerie van den secretaris K.N.M.B.
Een groote taak voor de
vakorganisaties.
Yemeniten-Ballet.
H
Alkmaar, Donderdag.
NIEUW POSTKANTOOR OP DE
NIEUWESLOOT?
Onder dit opschrift vonden wij gister
avond in het N. H. Dagbl. de volgende
mededeeling:
„Van goed ingelichte zijde vernemen
wij, dat P. T. T. voornemens is op de
Nieuwesloot een nieuw postkantoor te
vestigen. Daartoe zou de Harmonie reeds
zijn aangekocht, terwijl het daarnaast
staande gebouw van het Kadaster, waarin
vroeger reeds het postkantoor gevestigd
is geweest, zou worden ontruimd.
Het Kadaster zal, indien de zaken zoo
zijn, overgebracht worden naar het be
lastingkantoor op den Kennemerstraat-
weg. Men weet, dat de belastingadminis
tratie waarschijnlijk zal verhuizen naar de
Julianastraat."
Waar een postkantoor op deze plaats
inderdaad in het centrum van de stad zou
zijn gelegen en de keuze dus een zeer
gelukkige zou zijn, hebben wij naar een en
ander een onderzoek ingesteld bij den héér
C. H. de Lange, die eigenaar van De
Harmonie is.
Deze verzekerde ons, dat hem van een
verkoop van zijn percêel, niet bekend is.
Waarschijnlijk is de „goed ingelichte
zijde" dan ook minder goed ingelicht dan
men uit het bericht van het N. H. D. zou
kunnen opmaken.
Geen draverijen meer?
In „De Drafsport", het orgaan van den
Bond van Harddraversvereenigingen op de
Kortebaan in Nederland, lezen wij het vol
gende:
„Van het bestuur der Kennemer
Sportclub vernamen we dat op de aan
stonds te houden algemeene vergade
ring zal worden voorgesteld om in
1939 geen courses te Alkmaar te doen
houden. Sinds een lange reeks van
jaren reeds werkte de sportclub met
een ledige kas en moest er vrij gere
geld door de leden worden bijgepast.
Daarbij komt nog dat de medewerking
over het algemeen te wenschen over
laat. Een en ander maakt het bestuur
huiverig om op dezen weg voort te
gaan en acht men het raadzamer de
baan te sluiten.
Het ligt wel voor de hand dat we de
sluiting van de Alkmaarsche baan ten
zeerste zouden bejammeren. Na Duiii-
digt Alkmaar. Het zal er donker be
ginnen uit te zien als ook dit er nog
bijkomt. Voor het houden van coursen
is Alkmaar zeker in geheel Noordhol
land het meest gunstig gelegen, terwijl
de baan tot de best overzichtelijke in
den lande behoort. We hopen, dat de
Kennemersportclub, voor dit besluit
wordt genomen, ook nog eens met an
deren gaat praten en men de voort
gang der coursen weet te verzekeren.
Van harte sluiten wij ons aan bij de door
de redactie geuite wensch, dat alsnog po
gingen gedaan zullen worden om de drave
rijen voor Alkmaar te behouden.
Het is wel bedroevend, dat de eens zoo
bloeiende vereeniging haar werk moet sta
ken. De strenge toepassing van het totali-
satorverbod door de Alkmaarsche politie,
heeft er ongetwijfeld toe medegewerkt, dat
Alkmaar, wat eens zoo'n groote attractie
was, zal moeten missen. Toch gelooven wij,
dat ook de hooge entreeprijzen het bezoek
belangrijk hebben belemmerd.
EEN JUBILEUM.
De heer W. Narold, v. d. Lijnstraat no.
3, alhier, herdenkt Dinsdag 24 Jan. den dag
dat hij voor 25 jaar in dienst trad bij de
Ned. Spoorwegen. Hij is als arbeider be
gonnen en opgeklommen tot constructeur.
De heer Narold is al die jaren in Alkmaar
gestationneerd geweest. Het zal hem zeker
op den feestdag niet aan blijken van be
langstelling ontbreken.
VENTERSORGANISATIE OPGERICHT.
Zooals wij gisteren reeds mededeelden, is
na een propagandarede van den voorzitter
van den Alg. venters-, markt- en stand-
plaatshoudersbond besloten tot het vormen
van een afdeeling van dien bond. Er zijn
terstond 23 leden toegetreden. In het
bestuur zijn gekozen de heeren J. F. Jansen,
voorzitter, H. Blom (Egelenburgerlaan 3),
secretaris, C. Jansen, H. Brouwer, allen
alhier en J. Bruin te Heiloo.
FAILLISSEMENTEN.
De rechtbank heeft in staat van faillisse
ment verklaard: C. Rood, tuinder te Weere
(gem. Hoogwoud), 113, met benoeming van
mr. A. M. Ledeboer tot rechter-commissa-
ris en mr. F. Zeiler tot curator.
OVER EEN HOND GEREDEN.
Hedenmorgen te twaalf uur reed mej. H.
alhier met haar fiets over een plotseling
voor haar wiel verschijnenden hond. Mej.
H. kwam te vallen en werd, daar zij niet
meer loopen kon, in het Centraal Zieken
huis gebracht. Gelukkig scheen niets ge
broken te zijn, zoodat zij per auto naar
haar woning kon worden vervoerd.
CORRESPONDENTIE.
H. alhier. Wij zullen de kwestie onder
zoeken. Red. Alkm. Crt.
Paul Kies spreekt in de Unie.
Gisteravond sprak in de bovenzaal van
het gebouw de Unie de heer P. Kiès,
secretaris van de door hem in het leven
geroepen z.g. „Troelstrabeweging." De
vergadering was door het voorloopig be
stuur der eventueel te stichten afdeeling
Alkmaar van deze groep belegd. Er was
vrij veel belangstelling voor deze bijeen
komst.
Het onderwerp, waarover de heer Kiès
sprak luidde: „Oorlog in 1939? De inter
nationale toestand en het doel en de taak
der beweging."
Het was bijna half negen toen tenslotte
de heer Kiès arriveerde.
De heer C. Torenvlied opende namens
het voorloopig' bestuur. Hij meende, dat
het noodzakelijk was dezen avond te hou
den alvorens definitief een afdeeling in
Alkmaar te stichten. Een 18-tal menschen
heeft zich bereid verklaard lid der be
weging te worden.
Allereerst sprak de heer Kiès over den
internationalen toestand. Een jaar geleden
voorspelde Benesj, dat 1938 een rustig jaar
zou worden. Zelden heeft een staatsman
zich zóó vergist. Eenige scepsis t.a.v. voor
spellingen van „groote mannen" is dus
wel noodig, ook dus wanneer Chamberlain
thans zegt, dat 1939 een „rustig jaar" zal
zijn. Wil 1939 werkelijk een beter jaar zijn,
dan zal de Chamberlainsche politiek van
toegeven aan de dictaturen moeten op
houden. 1938 bewees dat deze politiek niet
anders dan een uitstel beteekent. De on-
uitwischbare smaad van de democratie
wordt samengevat onder één naam: Mün-
chen. Vlak na München hield Hitier een
philippica tegen Engeland, de Engelsche
pers, de Engelsche staatslieden als Eden
en Churchill. De typische klassevertegen
woordigers Chamberlain en Colijn zijn
„vredestichters" omdat de oorlog niet meer
past in hun klassebelangen. Omdat de
oorlog voor hen een einde zal beteekenen.
Omdat.de oorlog aldus de heer Kiès
zal overgaan in revolutie.
Na Hitiers rede kwam Japan, het gele
fascisme, na Japan Italië het zwart hem-
denfascisme, Nizza, Tunis en Corsica op-
eischen.
In Frankrijk is een kentering gaande.
De Fransche--»- nemen thans Italis eischen
langzamerhand au serieux. De stemming
tegenover Engeland vermindert, de sym
pathie /oor Spanje stijgt. Ook bij de bour
geoisie, die haar belangen bedreigt ziet.
1938 eindigde daardoor iets beter dan dit
jaar begon Roosevelts krachtige houding,
de stemming in Frankrijk, de versterkte
oppositie in Engeland.
Hiermee zijn we er echter r^et.
In 1938 is één stralend lichtpunt: de
Internationale brigade, die de democratie
en de vrijheid in Spanje verdedigde. Was
deze brigade er thans nog dan zou het er
in Catalonië beter voorstaan maar toch is
het goed, dat de Spaansche regeering thans
alléén met Spanjaarden wil vechten tegen
over de Duitschers en Italianen bij de
„nationalen".
De houding van de Nederlandsche
bourgoisie tegenover de leden van de
Brigade was voor den socialist belachelijk
en voor den Nederlander ergerlijk,
In Spanje wordt thans dezelfde kliek
bestreden door de Spaansche regeering,
als in ons land de Spanjaarden in den 80-
jarigen oorlog.
pe Nederlanders, die sympathiek staan
tegenover den strijd voor de vrijheid van
het geweten moeten aan de zijde van
de Spaansche regeering staan. Deze wordt
zoo vaak een „roode" regeering genoemd
al hebben ook liberalistische en katholieke
ministers zitting. De Internationale Brigade
zal eenmaal de volle eer krijgen die haar
toekomt.
in Engelsche burgerlijke groepen had men
althans, naar de bourgeoisie-bladen schre
ven, eerbied voor het hun vreemde idea
lisme van de menschen, die de democratie
in Spanje verdedigden.
Er zijn thans drie oorlogshaarden: In de
eerste plaats Hitiers Oekraïensche aspira
ties. Japans voorbeeld met Mandsjoekwo
blijkt aanstekelijk: Hitier heeft geen ter
ritoriale wenschen meer, maar zal alleen
nog het Oekraïensche volk „bevrijden",
omvattende 40 millioen menschen. Hitier
heeft door het Sovjet-Rusisch-Poolsch
verbond begrepen wat te hard van stapel
geloopen te zijn. Gevolg een onderhoud
met Beek, waarvan het resultaat was, dat
Hitier aan Beek verzekerde, dat het Pool-
sche deel niet bij zijn plan betrokken was.
De Oekraïeners zijn op het oogenblik in
SoVjet-Rusland vrijer dan ooit. Heel wei
nigen willen thans nog los van dit land.
Door Rusland, Polen en Roemenië is
Hitiers plan nauwelijks ernstig te nemen.
Vermoedelijk heeft dit plan alleen de be
doeling in West-Europa een valsche ge
rustheid te wekken. Misschien vormen de
gaatjes in de ruiten te Den Haag en Am
sterdam al een inleiding tot een nadere
actie. Waarschijnlijk is het echter niets.
De tweede oorlogshaard is de verhou
ding tusschen Italië en Frankrijk. Italië
bevordert het militarisme en de expansie-
noodzaak, Frankrijks bevolking groeit niet
meer. Het Fransche leger heeft een groote
soldatenreserve in N.-Afrika. Gevolg de
verbindingslijn met het moederland moet
bewaard blijven, Italië probeert deze te
verbreken door zich op de Balearen te
nestelen. De landen van het „kapitalisme
in lompen" beginnen „amok" te maken.
Het Fransche renteniersvolk met zijn
„koetjes op het droge" moet 't slachtoffer
zijn. Komt het er echter op aan, dan kan
Italië nog gemakkelijk „gekraakt" worden.
De ontknooping komt na of met de beslis
sing in Spanje, de derde oorlogshaard:
Spanje. In Catalonië staat de toestand er
ernstig voor. De uitslag van den strijd is
moeilijk te voorspellen. Gebeuren er ech
ter geen bizondere dingen dan zal het
Spaansche volk, evenals bij Madrid en
Valencia, opnieuw de opstandelingen een
„No passaran" toeroepen. Wint Franco het,
dan verliest hij het nog: Een man, die geen
stem heeft bij zijn volk is onhoudbaar. Of
de regeering het wint hangt van materieele
dingen af. Heldenmoed helpt piet tegen een
overvloed van materiaal. Het Spaanscpe
volk, aldus de heer Kiès, zal misschien de
veldslagen verliezen maar het zal den
oorlog winnen. De afleidingsaanvallen
van Miaja hebben wel succes gehad en be
wijzen de stootkracht der troepen. Miaja
beschikt thans nog over M millioen nieuwe
troepen. Alleen is er onvoldoende materi
aal door de Pilatuspolitiek der demo
cratieën.
Weet de regeering tijd te winnen, dan
wint ze den oorlog. In dezen tijd zal inmid
dels de ontknooping komen: de ondergang
van het kapitalisme. We beleven thans niet
een conjunctuur- maar een structuurcrisis.
De huidige crisis zal dan ook niet zóó
weer overgaan. Het kan voor de arbei
dersklasse thans opportuun zijn aan de
zijde te staan van de democratisch-kapi-
talistische mogendheden, het moet echter
geen gewoontefout worden. Hoe eerder de
arbeiders zich vereenigen, hoe spoediger
de eindbeslissing zal komen. Spr. meent,
dat alleen de z.g. Troelstra-beweging de
arbeidersklasse een leidende gedachte
geeft. Het oude socialisme was, zoo zeide
de heer Kiès, ondanks de tactische fouten,
beter dan het democratisch socialisme, dat
volgens spreker thans te veel verburger
lijkt is. Vervolgens sprak de heer Kiès
over het conflict met de leiding van de
s.d.a.p., waardoor de beweging ontstaan
is. De heer Kiès uitte ernstige beschuldi
gingen tegen de leiding van de s.d.a.p. ,die,
zoo zeide hij, hem politiek uit den weg
heeft willen ruimen door hem moreel ie
treffen. Een aanklacht bij de justitie had
tot nu toe geen succes.
Komt hieruit niets, dan zal spr. de
partijleiding zóó beleedigen, dat zij hem
wel zal moeten aanklagen. Spr. wil terug
naar de politiek, zooals hij die bij Troel
stra meent te kunnen vinden. Deze bewe
ging is, zoo zeide spr., een tijdsverschijn
sel. In verschillende landen is iets derge
lijks op te merken, n.1. de herleving van
de meer revolutionnaire sociaal-democra
tie, die de eenheid in de arbeidersklasse,
den afkeur tegen de „politiek van het
compromis" naar rechts, en het voeren van
consequente „klaseenpolitiek" moet be
vorderen. Of, zooals spr. het noemde: het
doel is te zijn een rem naar rechts, een
brug naar links en daardoor een motor
vooruit.
Na afloop van Kiès' speech was er gele
genheid tot het stellen van vragen, waar
van verscheidenen gebruik maakten.
Bij de beantwoording zij Kiès o.m. nog,
het eens te zijn met de s.d.a.p., dat ons
land (tegen Duitschland) verdedigd moet
worden, en dat zijn beweging daar zal
deelnemen aan de statenverkiezingen
„waar geen roode stemmen verloren gaan"
en in alle plaatsen aan de gemeenteraads
verkiezingen.
MAGGIS JULIENNE-SOEP
is een heerlijke, volledige soep.
Bevat het beste wat Hollands
groentetuin ons biedt
Per tablet voor 2-3 borden 8 cent.
pak „4-6 15
Gisteravond werd in de dancing van
de Harmonie een bijeenkomst gehou
den, uitgeschreven door de afd. Alk
maar van de Vereen, tot bevordering
van de vakopleiding voor handwerks
lieden in Nederland, op welke verga
dering de heer drs. H. W. C. Tupker,
secretaris van den Kon. Ned. Midden
standsbond, uit den Haag, voor een
niet talrijk opgekomen publiek een
causerie hield over het onderwerp: De
practische toepassing van de vesti
gingswet in het kleinbedrijf met be
trekking tot de vakopleiding.
De heer D. Saai sprak als voorzitter
een welkomstwoord tot de aanwezigen, o.a.
mededeelende, 'dat in Mei door de veree
niging een excursie zal worden gemaakt
naar de Wieringermeer, welker directie
daar zeer welwillend tegenover staat en
medewerking heeft toegezegd.
Het hoofdbestuur had tot zijn spijt geen
gelegenheid gehad te voldoen aan den
wensch om deze bijeenkomst bij te wonen.
Spr. schetste voorts in het kort de nood
zaak van vakopleiding, waaraan de ver
eeniging en haar hoofdbestuur volle aan
dacht schenken.
Het woord aan den heer Tupker.
De heer Tupker ving hierna zijn rede
aan, overtuigd van het groote belang van
de vestigingswet kleinbedrijf voor den
handwerksman van nu en van de toekomst.
De totstandkoming dezer wet werd door
spr. uiteengezet: een gevolg van den aan
drang uit de kringen van belanghebbenden
zelf, opdat het peil van den middenstand
zou worden verhoogd en voorts aan de
vestiging zonder eenige voorwaarde van
steeds maar weer nieuwe zaken een
einde werd gemaakt. Wie zich nu nog wil
vestigen, moet voldoen aan de gestelde
minimum-eischen terzake vakkennis, han
delskennis en credietwaardigheid. Voor de
organisaties is de taak weggelegd om te
verzoeken om de wét op een bepaald be
drijf van toepassing te verklaren. Spr. zette
uiteen waaraan dergelijke verzoeken heb
ben te voldoen: de eischen van handels
kennis, vakkennis en credietwaardigheid
moeten erin worden omschreven; vooral op
die ten aanzien van vakkennis komt het
aan en voor den detailhandel is het al zeer
moeilijk om onder woorden te brengen wat
men in de bepaalde branches dient te we
ten. Voor de verschillende handwerkers-
beroepen is het veel gemakkelijker.
In de aanvragen moet bovendien worden
omschreven wat onder het ambacht dan
wel onder de verschillende branches van
den detailhandel wordt verstaan.
Maar zelfs als de aanvrage voldoet aan
alle eischen, heeft men nog niet zoo heel
gemakkelijk de toepasselijk-verklaring van
de wet, ook al een gevolg van het voor
schrift om de Kamers van Koophandel
hierbij in te schakelen.
Is aan dit alles voldaan, dan wordt een
spertijd afgekondigd, gedurende welken
niemand zich in het bepaalde bedrijf mag
vestigen zonder speciale toestemming van
den minister, gehoord de Kamer van Koop
handel.
Spr. wist dat lang niet alle middenstan
ders tevreden zijn over de vestigingswet in
het algemeen, waaronder ook valt uitbrei
ding van bestaande zaken met een afdee
ling, welke er tot dusver nog niet aan was
verbonden. Hiervoor gelden dan dezelfde
eischen als voor een geheel nieuwe zaak,
waarvoor de vestigingswet van toepassing
is. Ook voor vennootschappen onder firma
gelden de eischen der wet.
Bij overlijden van den patroon kan diens
echtgenoote voor zich en de minderjarige
kinderen vergunning tot voortzetting van
het bedrijf krijgen; niet echter de meer
derjarige zoon, die met een respijt van zes
maanden aan de eischen der wet moet vol
doen.
Rina Nikova heeft gisteravond met haar
Yemeniten-meisjes een balletavond in
't Gulden Vlies gegeven en het is te be
treuren, dat de belangstelling daarvoor uit
Alkmaar en Omgeving uiterst gering is
geweest.
Want zij, die er waren hebben kunnen
genieten van een bijzondere kunst, die
minder het karakter droeg van door
ingespannen studie te zijn verkregen dan
wel van een volkomen natuurlijke uit
beelding van wat er door de eeuwen heen
nog in de dochteren van het oude volk
leeft.
De Yemeniten zijn de afstammelingen
van hen, die Palestina verlieten na de
verwoesting van den tweeden tempel om
naar Zuid-Arabië te trekken, en Waarvan
velén later teruggekeerd zijn.
En Rina Nikova de leidster van deze
groep is een Russin, die na het uitbreken
van de revolutie naar Palestina is ge
gaan om daar prima-ballerina aan de
Palestijnsche opera te worden. Zij trok
later naar Amerika waar zij tot de con
clusie kwam, dat het ballet in zijn ouden
en nieuwen vorm voor het Heilige Land
niet met zijn aard en natuur overeenkomt.
Zij keerde naar Palestina terug, leefde
onder de Yemeniten, de Arabieren en de
Bokhariërs, schreef hun melodieën op en
verzamelde een groep Yemenitenmeisjes,
die onder haar leiding den besten vorm
hebben gevonden om de folklore van het
oude land in zang en beweging tot uiting
te brengen.
Deze meisjes met haar primitieve natuur
heeft zij tot goede danseressen gemaakt en
zij heeft, met vermijding van alles wat
aan het gewone ballet kan doen denken,
deze Palestijnschen met haar joodsche
zangen in de sfeer van het oude land ge
houden.
Rina Nikova spreekt Engelsch en zij
heeft enkele Hollandsche woorden geleerd
zoodat zij zoo nu en dan het publiek kan
duidelijk maken wat de diverse tafreelen
voorstellen. De meisjes zelf zingen He-
breeuwsche en andere talen en dialecten
van het Oosten, die men natuurlijk niet
verstaan kan, maar waarvan de beteekenis
overduidelijk wordt door haai kleeding,
haar gelaatsuitdrukkingen, haar expres
sieve gebaren en haar dansen.
Het is interessant deze zwartharige
Jodenmeisjes op het tooneel te zien, exoti
sche bloemen, de eene wat merkwaardiger
dan de andere, maar allen in groepsver
band van een bijzonder karakter en van
een bijzondere bekoring.
Natuurlqk is een groep als deze bij uit
stek geschikt om bijbelsche tafreelen uit
te beelden, maar niet hierin heeft Rina
Nikova haar kracht gezocht al geeft zij in
de ontmoeting van Elisar met Rebecca
aan de bron dan ook een bijzonder karak
teristieke voorstellin:
Wat zij voornamelijk door deze dans
groep tot uiting brengt is de sfeer van het
Oosten, de vrouwen der Yemeniten in
haar dagelijkschen arbeid, de herders, de
haremvrouwen, de straatcomedianten, de
dansen bij een bruiloft in Yemen. De
meisjes beelden dat alles uit, zij zingen er
bij in haar eigen taal, zij beheerschen vol
komen de expressieve bewegingen welke
bij elke scène de sfeer van het natuurlijk
gebeuren moeten scheppen en dat alles is
van een zeldzame bekoring.
De costumes zijn volkomen in overeen
stemming met den aard van het gebodéne
en waar er niet minder dan vijftien ver
schillende scènes werden gegeven, is het te
begrijpen, dat de garderobe van deze dans
groep van respectabele afmetingen moet
zijn.
Sara Golinkin blijft gedürende de voor
stelling onzichtbaar. Zij begeleidt alles
achter de schermen op de piano met oude
melodieën en zangen, Palestijnsche,
Yemensche, religieuze en Turksche.
En zoo houden zes Joodsche meisjes een
geheelen avond het publiek in haar folklo
ristische uitbeeldingen gevangen. Nu eens
geven zij een volksdans, als vroolijke
werksters op het land ,die jeugd en levens
lust in een blijden kringdans tot uiting
brengen, dan weer zijn zij haremmeisjes,
die met loome gebaren uit tijdverdrijf de
schoonheid van haar eigen lichaam be
zingen.
Zij bakken brood en ziften het meel, zij
imiteeren als herders de krijgsdansen hun
ner vaderen, zij vormen een groepje arm
zalige maar levenslustige comedianten, of
sprokkelen hout in de bosschen en plot
seling gaat het doek weer vaneen en wordt
het heimwee der woestijnbewoners uitge
beeld als de schellen der voorbijgetrokken
karavaan langzaam wegsterven in de
verte. Zoo'n scène met haar aparte belich
ting geeft den indruk van een oude bijbel
sche plaat en de klagende zang is van een
wondere bekoring.
Bij de rhytmische slagen op een Ooster-
sche trommel danst een meisje in trance
Hoe vlugger de begeleidster met haar
handen op de trommel slaat des te sterker
schijnen primitieve instincten te worden
wakker geroepen, des te fanatieker zwaait
het hoofd met den pikzwarten haardos,
des te wilder worden de bewegingen.
„Wij zaten aan de wateren van Babvlon
en wij weenden bij de herinnering aan
'?n zegt psalnJ 137 en men ziet en hoort
dat. Deze groep Joodsche vrouwen zit daar
bijeen met van smart vertrokken gezichten
en weent in klagende zangen en met ge
baren van diepe droefenis bij de herinne
ring aan dat wat verloren is gegaan
En plotseling is er dan weer een andere
scène, de vooravond van een bruiloft in
Yemen waar de jongeren dansen om de
sombere stemming van de bruid te ver
drijven en waar de Arabische dansen ge-
j imiteerd worden. Weg is de droefenis van
het klagende lied en het Arabische karak
ter wordt gedemonstreerd in den dans, die
tot een buikdans en een geraffineerd
schudden van het vrouwelijke lichaam is
geworden. Totdat een tempelscène of een
bijbelsche uitbeelding de meisjes weer tot
sleepende melodieën en langzame, expres-
sive gebaren brengt of haar in bijbelsche
gewaden met waterkruiken op het hoofd
in vroolijke gesprekken bij een denk
beeldige bron bijeen brengt.
Het was een uitbeelding van het Pa
lestijnsche land, van alles wat het oude
volk daar door de eeuwen heen gevoeld en
tot uitdrukking gebracht heeft en deze
Yemeniten-meisjes hebben het eigene
en karakteristieke zoo in beeld gebracht,
dat het een voorrecht was er naar te
kijken en er naar te luisteren.
Dit was iets, dat men in een sfeer van
natuurgetrouwheid hier wellicht nooit
meer terugziet en waar Alkmaar een van
de weinige plaatsen was, welke bij het
korte verblijf van deze meisjes in ons land
in de rij der voorstellingen was opgenomen,
kunnen wij het slechts betreuren, dat zoo
weinigen daarvan hebben genoten.
Tj.
Wij laten hier nog de indrukken van
onzen muziekrecensent volgen:
Een programma van 15 nummers en
rijk aan afwisseling door de verschillende
onderwerpen. Die groote afwisseling vindt
men in de muziek niet, het weemoedige)
het klagende heeft er den boventoon.
Zelfs in bijv. den krijgsdans, in den voor
avond van een bruiloft in Yemen is dat
weemoedige niet geheel weg te cijferen,
getuige in laatstgenoemd nummer de dans
die echter een gebed moet uitdrukken.
De muziek bestond bij vele nummers
uit korte zinnen die telkens herhaald
werden en waaronder er waren van een
geringen toonomvang.
Elk nummer werd voorafgegaan door
een inleiding die de pianiste Sara Golin
kin speelde, ook begeleidde zij de dansen
soms in vereeniging met tambourin, en
één of twee eigenaardige slaginstrumen
ten. Wanneer die in actie kwamen voerde
ieder een bepaald en van elkaar verschil
lend rhytmisch motief uit dat streng vol
gehouden werd.
Aan den klank der zangstemmen moest
men gewennen, het waren alle sterkt
stemmen die wel eens wat scherp klonken.
Soms klonken die stemmen mooi wanneer
pianissimo zong zooals het begin van
Psalm 137 („Wij zaten aan de wateren van
Babyion, en wij weenden bij de herinne
ring aan Zion.") Bij dit nummer was orgel*
begeleiding evenals bij nummer 7 „De
zonen van de Profeet" (Uit den tijd van
de Profeet Samuel).
Een interessante avond!
A