THEE doet je goed! et raadsel iBinnenland ST..;tr nu a£ i koop SUNLIGHT ZEEP li jfmiMetQu. Riverside Drive. De film „Hart van Spanje" Deviezenregeling in het grensgebied. Crisis-zeevischbesluit ge wijzigd. van TWEEDE BLAD. Mr. A. M. Joekes Minister op de vingers getikt. Het Tweede Kamerlid de heerfJoekes (v.d.) heeft aan den minister van bin- nenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat de openbare aankondiging van de film „Hart van Spanje" te Laren waarvan de vertooning door den bur gemeester werd verboden, be halve de ver melding van entrée-prijs, adressen, waar kaarten waren te verkrygen, zoomede vail de commissie, wel ke den avond organiseerde en van een comité van aanbeveling, in de volgende be woordingen was gesteld: „4.000.000 kinderen in Spanje hongeren, 400.000 zuigelingen wachten op melk. Als er geen hulp van buiten komt", zei de Spaansche minister van buitenlandsche za ken, Alvarez del Vayo, in een interview, „zal een half millioen zielen, speciaal kin deren en ouden van dagen, moeten ster ven". Dat mogen wij niet toestaan. Wij. die in de oorlogsjaren en daarna, Belgische en Oostenrijksche kinderen te hulp kwamen, zullen thans toch niet de Spaansche laten verhongeren? Het groote belang van de hulpverleening aan de Spaansche kinderen zal worden uiteengezet in de openbare vergadering in hotel Hamdorff, groote zaal, op Woensdag 23 November, te acht uur. Daar zullen twee leden van de delegatie, die onlangs voor de commissie „Hulp aan Spanje" dit land be zochten, verslag uitbrengen; onze bekënde plaatsgenoote, mevr. Liesbeth Sanders, zal voordragen, terwijl de prachtige film „Hart van Spanje" vertoond zal worden. Niemand verzuime deze belangrijke ver gadering te bezoeken". Waar zijn de „prikkelende bewoor dingen?" 2. Wil de minister, ten vervolge op het antwoord dat hij onder dagteeke- ning van 19 Januari j.1. op tot hem ge richte schriftelijke vragen heeft gege ven, mededeelen in hoever deze aan kondiging geacht kan worden „in .yopr politieke tegenstanders prikkelende bewoordingen^ te zijn gesteld? -:r~.r 3. Wil de minister, daar-het hier een! door de commissie „Zorg voor het Spaansche kind" georganiseerderi avond met een uitsluitend philanthropisch doel betrof, voorts mededeelen, wie in dezen met „politieke tegenstanders" worden bedoeld? 4. Indien naast de onder 2 van 's minis ters antwoord vermelde reden nog andere gronden voor den burgemeester aanwezig waren voor het verbieden van de genoemde film, zooals moet worden opgemaakt uit de mededeeling, dat het standpunt van den burgemeester o.a. gegrond was op de hier boven in vraag 2 weergegeven Dewoordin- gen van de aankondiging, wil de minister dan alsnog mededeelen wélke die andere gronden waren? Niet tot 1 Maart verlengd. Zooals bekend, genieten de in Nederland wonende arbeiders, die in het Duitsche grensgebied werken, van een speciaal voor hen geldende deviezenregeling. Dezer dagen heeft een bericht de ronde gedaan, dat, in afwachting van een nader te treffen regeling, de geldende bepalin gen door de Duitsche regeering met één maand, dus tot 1 Maart a.s. zouden zijn verlengd. Niet juist. De regeeringspersdienst deelt mede, dat dit bericht niet juist is gebleken. Gelijk aan alle organen der openbare ar beidsbemiddeling in de grensstreken in December is medegedeeld, bestond toen reeds de mogelijkheid dat de gedurende het jaar 1938 gegolden hebbende betalingsrege ling voor grensarbeiders in 1939 zou wor den herzien. Sedert heeft de Duitsche re geering met ingang van 1 Febr. a.s. veran deringen in de bestaande regeling gebracht. Voor zoover dientengevolge Nederland- sche arbeiders niet meer in de gelegenheid zijn in Duitschland passend werk te aan vaarden, kan er op gerekend worden dat zij in Nederland op gelijke wijze zullen wor den behandeld als andere onvrijwillig werkloozen. Men meldt ons van bevoegde zijde, dat met ingang van 26 dezer een wijziging in werking zal treden van het crisis-zee vischbesluit, welke hierin bestaat, dat zij, die als eigenaar of gebruiker van een vaartuig ten aanzien waarvan een uit- vaartcertificaat is verstrekt, dit schip wil len doen deelnemen aan de visscherij op haring, sprot of makreel met netten van kleiner maaswijdte dan 7 c.M., verplicht zijn daarvan kennis te geven aan de Ne- derlandsche visscherijcentrale. Van het oogenblik waarop zij kennis geven tot dat, waarop zij schriftelijk ver klaren, niet meer aan die visscherij te zullen deelnemen, is het hun verboden na afloop der reis tong, schar en wijting van een afmeting kleiner dan 21 c.M., schél- visch en kabeljauw kleiner dan 24 c.M., tarbot en griet kleiner dan 25 c.M. en hake (merluccius merluccius) kleiner dan 30 c.M. aan te voeren. Garpalenvjsschers., die in het ;ezit zijn van een. uitvaartcertificaat voor „de zeë- yissciierij, is he.t geoorloofd zeevisch aan té bmigen,: mits de afmetingen der v|s- sohen piet kieiner -zijn dan de genoemde. DE „JAN VAN BRAKEL" WEER THUIS. Gistermiddag arriveerde de politiekruiser „Jan van Brakel" in de haven van Nieüwe- diep na een verblijf van ruim een jaar in Curagao. Vooral van marinezijde was er vpel be langstelling voor de aankomst. Om half drie kwam de „Jan van Brakel" de haven binnen, terwijl de stafmuziek het Wilhelmus speelde. Vervolgens klonken wederzijdsche juich kreten tusschen de bemanning en de familie leden aan den kant. Nadat het schip was ge meerd, konden de familieleden van de uit 65 koppen bestaande bemanning zich aan boord begeven. EN NOOIT ZEEP VAN 4 ONBEKENDE HERKOMST 1 Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 9) „Was er nog iemand anders in de ont vangstzaal?" „Ik weet het niet. Sommigen waren aan het dansen. Ik heb er niet op gelet". „Wie waren er aan het dansen?" „Ik weet niet. Laat eens zien... Neen, ik weet het niet". „Waren mijnheer King en miss Dykeman aan het dansen?" „Mogelijk. Best mogelijk". „Waar waren mevrouw Abbington en dr. Innes?" „Ik weet het werkelijk niet. Ik heb niet op hen gelet". Inspecteur Gerrity beet zich nijdig op de lippen. Hij boog zich over het bureau naar mijnheer Flount toe. „Wie waren er in de ontvangstzaal, toen het schot viel?" „Hm... laat eens zien... Miss Dykeman was flauw gevallen. Ik was erg van streek niet bang, maar van streek. Ik weet niet, wie daar waren". Gerrity leunde achterover en vroeg met een snauw: „Hebt u met iemand gespro ken vlak na het vallen van dat schot?" „Neen. Ja. Laat eens zien. Met King. Hij wou me geen antwoord geven. Onbeschoft somszooals al die lui uit het Westen". „Hebt u nog iemand anders gesproken?" donderde Gerrity. Mijnheer Flount scheen beleedigd en kroop in zijn schulp. Gerrity werd wan hopig. Hij keek Hand smeekend aan. Mijn vriend kwam naar voren en glimlachte te gen Flount. „Zoudt u er op tegen hebben, ons te vertellen, of mevrouw Abbington aanwezig was, toen mijnheer King miss Dykeman op een stoel zette?" Flount keek Hand een oogenblik scep tisch aan. Blijkbaar vond hij zijn nieuwen ondervrager sympathieker. Hij antwoordde aarzelend: „Ik kan niet precies zeggen, of mevrouw Abbington op dat oogenblik aan wezig was, of niet. Ik meen, aat ze vlug zout was gaan halen. Ik wuifde miss Dy keman met mijn zakdoek wat koelte toe, toen mevrouw Abbington met dat goedje binnenkwam. Ze was er heel gauw bij". „En dr. Innes?" „Heelemaal niet gezien. Wacht even. Laat eens zien. Ja, toch wél. Neen, ik ver gis me toch. Ik heb hem niet gezien. Heele maal niet". „Wat doet u voor zaken, mijnheer Flount?" „Zaken?" vroeg Flount gekrenkt. „Ik doe heelemaal gean zaken, mijnheer". „Pardon. Woont u in de city?" „Ik heb hier kamers. Maar ik woon eigen lijk in Port Washington op Long Island". „Bent u getrouwd?" De kleine man keek Hand nijdig aan. „Ik „VERBODEN TOEGANG" OP DE HEI LEEST NIEMAND MET PLEIZIER. Maar 't staat toch netter dan een belt van afval en papier. In een toestand van vervuiling die zeker door geen andere plaats werd overtroffen, bevond zich ongeveer vier jaren ge leden het mooie Gooische landschap. Weg geworpen papier, afval en rommel van al lerlei aard ontsierden in hooge mate het natuurschoon; terwijl aan gewas en kunst werken (o.a. wegwijzers van de A. N. W. B.) dikwijls opzettelijke vernieling werd aan gericht. Er waren toen onmiskenbare aan wijzingen dat de echte natuurliefhebbers dit mooie oord gingen mijden. Aangezien het aantal politiebeambten en boschwachters niet toereikend is, om vol doende toezicht te houden, beraamde het bestuur van de Vereeniging van Vrienden van het Gooi Reservaat maatregelen, het in grooten omvang voortwoekerende kwaad te keeren. Aan zijn initiatief, energieke leiding, en opofferingen is het te danken, dat de oprichting van de Gooische Natuurwacht tot stand is gekomen. Het doel van de Gooische Natuurwacht is de verontreiniging van het natuurschoon tegen te gaan en zij tracht dat te bereiken door aan het publiek, wandelaars, wiel rijders, automobilisten en bezorgers van boodschappen te verzoeken geen papier en rommel weg te werpen of achter te laten. Zij treedt ook op tegen aanstootgevend ge drag. Een doel dus met opvoedkundige strekking. De Gooische Natuurwacht betsaat uit vrij willigers boven de 20 jaar en telt thans 35 leden, die geheel belangloos hun werk geven onder leiding van een .commandant. Gedu rende het geheele jaar wordt gepatrouil leerd, als regel in dubbelen post, doch het zomerseizoen en vooral de Zondagen ver- eischen het meeste werk. Da voortdurende surveillance verhoogt tevens de veiligheid op stille afgelegen plekken. De leden zijn in het bezit van een identi teitskaart, voorzien van 'portret en drie handteekeningen. Aan verscheidenen hun ner is de bevoegdheid verleend van onbe zoldigd veldwachter. Het is verheugend te kunnen constatee- ren, dat het werk van de Natuurwacht steeds gunstige resultaten oplevert. In het afgeloopen seizoen was de vervuiling veel minder, waaruit blijkt, dat het goede doel bij hét publiek ingang gaat winden. De Natuurwacht in het Gooi is de eerste organisatie van dien aard-hier te lande en ondergeteekende had hèt genoegen de Na- tuurwachten te Soest en te Heerde op hun verzoek bij de oprichting daarvan' behulp zaam te zijn. Zij, die hun vacantie 'in mooi Nederland doorbrengen, weten helaas maar. al te goed, dat op vele plaatsen tiet natuurschoon er gerlijk is geschaad door weggeworpen papier en rommel en diegenen, die bij natuur schoon wonen, wordt die ergernis voort durend aangedaan. Dit Wijst erop dat uit breiding der bestrijding van dit euvel wel zeer noodig is. Het is onvoldoende de be strijding te bepalen tot hét Gooi, Soest en Heerde. Overal in den lande moet daadwer kelijke actie tegen vervuiling en vernieling worden geveerd en wel op energieke wijze, waardoor zoo spoedig mógelijk het publiek zich zijn onordelijk gedrag bewust wordt en het afleert. Het is daarom dat ondergeteekende na tuurliefhebbers er dringend toe opgewekt zoo spoedig mogelijk tót oprichting van natuurwachten over te gaan. Het is nu daar voor de tijd, want .over eenige maanden, in April reeds, moet de Natuurwacht paraat zijn. Het is een goed maatschappelijk werk, dat zeker voldoening geeft, terwijl voor hen die uit hoofde van hun beroep niet of weinig met de natuur in aanraking komen, het een prettige en gezonde afleiding is. Aan op te richten natuurwachten stelt ondergeteekende zich zeer gaarne beschik baar om hulp te verleenen en inlichtingen te verstrekken voor zoover zijn vierjarige er varing hem daartoe in staat stelt. J. A. POORTERMANS. (Commandant Gooische Natuurwacht). ben niet van zins om dergelijke pertinente vragen te beantwoorden", viel hij uit. „Na tuurlijk niet getrouwd!" „Hoe lang kent u de familie Garrison al?" „Ik ken Robert mijn heele leven al. Voortreffelijke kerel, maar soms wat ver waand. Hij heeft in geen geval dat meisje vermoord". „Niet? Hoe kunt u dat zeggen?" „Ik behoef op die dingen nu niet dieper in te gaan. Ik weet, dat hij het niet ge daan heeft". Hand glimlachte begrijpend. ,U bedoelt, dat u denkt, dat hij het niet gedaan heeft". Flount stoof op. „Niets van dien aard!" protesteerde hij schril. „Ik weet, dat hij het niet gedaan heeft, omdat ze zelfmoord pleegde!" „En hoe komt u erbij, dat te denken?" „Ze waren alleen in dat vertrek. Robert heeft haar niet vermoord. Dus moet ze zelfmoord gepleegd hebben. Doodeenvou dig, ziet u?" „Beslist eenvoudig!" viel Gerrity woest uit. „Heb je nog meer te vragen, Hand?" „Neen; dit is wel genoeg, dunkt me". Was Flount al niet bijzonder waardig binnengekomen, zijn vertrek was des te indrukwekkender. Hij liep Tim pompeus voorbij en schreed plechtig de gang in. „Hemel, ik hoop, dat we niet meer van dat soort krijgen!" gromde Gerrity. „Nu mevrouw Abbington Tim". Mevrouw Abbington leek een reclame plaatje. Een slanke, groote jonge vrouw. Blond, keurig gekapt hoofd, heel even ge verfde lippen, fijn gepenseelde wenkbrau wen. blauwe, schitterende oogen en een blozend gelaat. DE „MARNIX VAN ST. ALDEGONDE" IN SLECHT WEER. Deuk aan bakboord. Het motorschip „Marnix van St. Alde- gonde" van de Stoomvaart-Mij. „Neder land" is gisteren op haar thuisreis 24 uur over tijd te Southampton aangekomen met tweehonderd passagiers aan boord. De ver traging was een gevolg van het slechte weer in het Kanaal. Een passagiere had door bre kend glas een diepe wonde in het been be komen en verschillende leden van de be manning hadden minder ernstige kwetsuren opgeloopen. Zondagnacht beliep de storm het schip nabij Ouessant. Gezagvoerder Mörzer Bruyns verklaarde bij aankomst te South ampton, dat de overkomende zeeën zoo geweldig waren, dat hij van de brug het voorschip niet meer kon onderscheiden. De torenhooge watermassa's benamen elk uit zicht. Tijdens den storm ving de „Marnix" noodseinen van vijf schepen op, maar de toestand van het Nederlandsche mailschip was op dat oogenblik van dien aard, dat de gezagvoerder niets anders durfde te doen, dan zich met zijn eigen zware taak te be moeien. De bakboordzijde van den bak kreeg door de beukende zeeën een deuk van tien voet hoog en dertig voet lang. De kapiteinshutten, welke zestig voet boven de waterlijn liggen en de salons werden overstroomd en in de vèrblijven voor de bemanning was het nog erger. De eenige kans om grooter gevaar te ver mijden was koers veranderen en op zee te sturen, aldus zeide kapitein Mörzer Bruyns. Wij zijn toen vijftig mijl uit de kust geva- varen. DIPLIMO LIPLEZEN VOOR SLECHTHOORENDEN. De Vereeniging tot bevordering der be langen van slechthoorenden voert reeds vele jaren een intensieve propaganda voor het liplezen, teneinde den slechthoorenden en dooven de groote waarde daarvan te doen kennen. Sinds eenige jaren heeft de vereeniging hen, die voldoende vaardigheid in het lip lezen bezitten, in de gelegenheid gesteld, een getuigschrift te verkrijgen met een aparte aanteekening voor goed en duidelijk verstaanbaar spreken. Het onderzoek bestaat uit een mondeling en een schriftelijk gedeel te. Ieder slechthoorende, die voor het ver krijgen van dit diploma in aanmerking wenscht te komen, kan zich voor het onder zoek aanmelden. Jaarlijks wordt slechts één maal in één plaats de gelegenheid gegeven het getuigschrift te verwerven. Daartoe heeft het hoofdbestuur een exa mencommissie benoemd, die te Utrecht op 13 en 14 April a.s .zal zitting "houden. Secre taris dezer commissie is de heer J. Latooy, Adrianalaan 193, Schiebroek (post Rotter dam Noord). Candidaten kunnen zich, liefst zoo spoedig mogelijk, bij den secretaris aan melden. Het verdient voorkeur, behalve dui delijke opgave van naam, adres en woon plaats, tevens den leeftijd van de(n) can- dida(a)t(e) te vermelden. DREIGEND ARBEIDSCONFLICT TE ENSCHEDE. Ultimatum aan fabrieksdirectie. Aan de N.V. Nico ter Kuile en Zoon te Enschedé is door de besturen der drie samen werkende textielarbeidersorganisaties een ultimatum gesteld voor de Northropwevers. De door de organisatie gestelde eisch, een gemiddeld loon van 47 cent per uur, exclu sief vergoeding voor ploegenwerk, is door de directie afgewezen. Naar de mededeeling der directie bedra gen de uurloonen der wevers gemiddeld 42 cent per uur, exclusief 10 procent vergoe ding voor ploegenwerk. De organisatiebesturen achten dit loon voor een in ploegen werkend wever, die vaak 35 en meer getouwen bedient, te ge ring. Indien voor of op 4 Februari a.s. geen overeenkomst wordt bereikt, zal het werk op 6 Februari niet worden hervat. „Hebt u mijn potlood soms noodig, in specteur?" vroeg Stanton. Gerrity trok haast onmerkbaar de wenk brauwen op. „Neen, dank je, Stanton. Ik heb er hier een. Wilt u daar plaats nemen, mevrouw Abington?" Mevrouw Abbington ging sierlijk zitten. Even sloeg ze de oogen neer, maar vestig de zij dan vrij en frank op den insepecteur. „Het is jammer, dat we u aan dit ver hoor moeten onderwerpen", begon Gerrity. yjJYLclcir I I t „O, trek u daar niets van aan, inspec teur viel ze hem opgewekt in de rede. „De 1S S®woonweg afgrijselijk, maar rJ?™ ui UrU,k UW plicht doen- Arme u r°°P maar' dat u zult ontdekken, dat hij het niet gedaan heeft. Ik ben er ze ker van, dat hij er geen schuld aan heeft". „Het gaat ernaar uitzien, dat hij het niet gedaan heeft", zei Gerrity, haar door dringend aanziende. Ze sloeg de oogen neer en kneep haar handen vaster samen. Maaï ze keek weer snel en beslist op Ik kan u niet zeggen, hoe blij ik ben, dat te hooren!" zei ze op overtuigenden toon „Kende u Miss Venora intiem me vrouw?" vroeg Gerrity. „Och, ik ben door de Garrisons met haar in kennis gekomen. Ik ken mijnheer Gar rison al geru.men tijd. Hij kende Miss V»- kennen'; v0 1 «rouw leJie „Weet u van dat meisje iets af, wat de oorzaak van haar dood geweest kan Jiin?» „Groote goedheid, neen nietï" „Had ze heelemaal geen vijanden'" „Zoover ik weet, niet" „Waar waart u toen dat schot gelost werd, mevrouw Abbington?" 6 TUSSCHEN MACHINE TERECHT GEKOMEN. Aan ernstige hoofdwonde korten tijd later overleden. Aan boor. van het s.s. „Meliskerk van. de Vereenigde Stoomvaart Maatschappij, liggende aan de Handelskade t* Amster dam is gisteravond omstreeks negen uur tijdens het laden een ernstig ongeluk ge beurd, waarbij een veertigjarige haven arbeider het leven heeft verloren. De man bediende een stoomwinch. Om eën ijzeren staaf in het ruim te doen draaien, maakte hij met zijn voet een beweging, waardoor hij waar schijnlijk uitgleed en een stoomwinch, die stil stond, in beweging kwam doordat hij op een stoomkraan terecht kwam. Hij kwam tusschen de draaiende machine te vallen er met een zware hoofdwonde, een verbrijzelden arm en inwendige kneu zingen werd hij opgenomen. Korten tijd later is hij overleden. Het lijk is naar het Binnengasthuis vervoerd. ONTSLAG BIJ VAN HABEN TE WAALWIJK VOORKOMEN. De firma Ivo van Haren, schoenfabrie ken te Waalwijk, heeft Maandag j.1. aan een veertigtal arbeiders, werkzaam bij de lederfabrieken in de afdeeling overleder, ontslag aangezegd. Dit stond in verband met het feit, dat de leiding van deze afdeeling in handen is geweest van een Duitscher, die kort gele den naar zijn land is teruggekeerd. Een Hongaar werd als opvolger van dezen man aangewezen, doch de firma van Haren, die zich tot de regeering had gewend ten einde voor den Hongaar een werkvergun ning te verkrijgen,, slaagde hier niet in, waarop zij de veertig arbeiders van de afdeeling overleer ontslag aanzegde. Gisteren heeft de burgemeester van Waalwijk, de heer Moonen, voor den Hon gaar op het departement de noodige ver gunning verkregen, nadat hij had betoogd, dat voor een dergelijke betrekking geen enkele geschikte Nederlandsche kracht is te vinden. Nog gisteravond werd het gegeven ont slag aan het personeel ingetrokken. NIEUWE ZWITSERSCHE IMMIGRATIE BEPALINGEN. Het Zwitsersche gezantschap te 's-Gra- venhage deelt het volgende mede: Verschillende landen hebben den laatsten tijd maatregelen genomen, die doen vree zen, dat opnieuw een groot aantal emigran ten ongecontroleerd Zwitserland binnen zal komen. Om een controle van deze emigranten vóór hun binnenkomst mogelijk te maken, heeft de bondsraad in haar zitting van 20 Januari besloten, dat buitenlandsche emigranten, Zwitserland voor korteren of langeren tijd of op doorreis slechte binnen mogen komen, wanneer zij een idtottteits- hewijs bezitten, dat van een Zwitsersch visum'; is yporzien." Als emigranten worden beschouwd zij, die onder den druk van politieke of econo mische gebeurtenissen hun woonplaats hebben verlaten of hebben moeten verla ten en daar niet meer willen of kunnen te- rugkeeren. Deze personen worden als emi granten beschouwd onverschillig hun na tionaliteit en óók dan, wanneer zij geldige identiteitsbewijzen bezitten. Het besluit van den bondsraad is onmiddellijk van kracht geworden. De emigranten moeten hun verzoek tot verkrijging van een visum richten tot het bevoegde Zwitsersche consulaat in de plaats van hun oponthoud. Emigranten die zonder visum Zwit sersch gebied betreden, worden op staan- den voet teruggestuurd naar het land waar zij vandaan zijn gekomen. Op het oogenblik zijn, afgezien van de emigranten, de onderdanen van de volgen de staten verplicht voor het binnenkomen van Zwitserland een visum aan te vragen: Bulgarije, Griekenland, Joegoslavië, Polen, Roemenië, Rusland, Spanje, Turkije alsme de de personen zonder papieren, dat zijn die buitenlanders, die geen door Zwitser land erkend identiteitsbewijs bezitten, (door Zwitserland erkende identiteitsbewij zen zijn geldige papieren, welke door een door Zwitserland erkenden staat aan eed van zijn onderdanen zijn afgegeven.) „Ik was in de kamer naast de ontvangst zaal aan de voorzijde van het huis". „Wat deed u daar?" „Ik was in gesprek met dr. Innes". „Juist. En waar liep het gesprek over?" „Heusch, ik begrijp niet, wat dat ertoe doet", antwoordde ze uit de hoogte. Ger rity glimlachte met een achteloos gebaar. „Dat veronderstel ik ook niet. Onze metho des zijn meestal onbegrijpelijk voor ieder een, behalve voor onszelf. Kunt u ons ver tellen, waarover u met dr. Innes hebt ge sproken?" ik vond, dat mevrouw Abbing ton een weinig bleek werd. Misschien ver beelding van me. „Laat eens kijken", zei ze nadenkend. „Ik geloof, dat hij me iets over het insti tuut vertelde. U moet weten, hij doet agn wetenschappelijk onderzoek". „Wat hebt u gedaan, nadat het schot ge vallen was?" „Wel, ik schrok me dood natuurlijk. Ik liep tie ontvangstzaal binnen en zag, dat Gladys Dykeman flauw gevallen was. ik had vlugzout in mijn taschje. Ziet u?" Ze opende haar taschje en liet een flaconnetje zien Ik rende naar boven, om het te ha len. Daarna meteen weer naar beneden, loen ik in de zaal kwam, stond mijnheer nt met zijn zakdoek te wuiven voor 't gezicht van Miss Dykeman. Dat gaf natur- Iijk niet veel. Ik liet haar wat vlugzout rui sen en ze kwam dadelijk bij". „Waar is dr. Innes heengegaan?" (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6