Hij is er
QemeetUeuuUn
wfefl va3!
ROODE stee
NOTITIE-BOEKJE.
"~heerhugowaard
uit m ij n
derde blad.
OTERLEEK
Nèt heeft de cliënt z'n pijpje opgestoken uit
een versch pakje en hij is er wèg van! Zelfs
kenners op het gebied van tabak zijn wèg van
zulk een weergaloos geurig en smakelijk rooken:
Niemeijer's Roode Ster Tabak!
M. J. BRUSSE:
Stormweer op het lichtschip.
ALKMAARSCHE COURANT VAN ZATERDAG 28 JANUARI 1939.
Donderdag vergaderde de Raad.
De voorzitter, burgemeester Sutman Meijer,
heeft in zijn openingsrede de beste wenschen
uitgesproken voor het nieuwe jaar.
Bij de ingekomen stukken werd een byief
behandeld van mevr. de wed. A. Dapper te
gchoorl, om verlenging van den ontrui
mingstermijn van de onbewoonbaar ver
klaarde woning Kruisweg H 24, thans be
woond door den heer P. Wokke.
Besloten werd den ontruimingstermljn te
verlengen tot 6 Juni, daar adressante een
poging wil aanwenden, om voor den tegen-
woordigen bewoner met rijkssteun een
nieuwe woning te bouwen.
B. en W. stelden voor, na overleg met de
commissie van bijstand voor het gem. electr.
bedrijf, aan den tegenwoordigen hulp-lijn-
werker C. Groot een tijdelijke aanstelling
uit te reiken voor het jaar 1939. Aldus be
sloten.
B. en W. stelden voor, om in navolging
van het ministerie van binn. zaken aan den
heer W. Cornelisse een premie toe te kennen
voor de verbetering van zijn woning. De
totale kosten aan de verbetering verbonden
zullen maximaal f 36 bedragen, waarin het
rijk een premie verleent van 8, mits de ge
meente daaraan 4 toevoegt.
De heer Tromp bracht eenig bezwaar in
het midden tegen een aansluiting bij de wa
terleiding. Dat schept consequenties.
De voorzitter merkte op, dat het hier een
leiding in huis betreft.
B. en W. stelden voor het ambtenaren
reglement en de reglementen regelende de
rechtspositie van den gemeentesecretaris en
den gemeente-ontvanger te wijzigen. In deze
reglementen wordt verwezen naar bepalin
gen der-dienstplichtwet. De wijzigingen wer
den aangebracht.
Vervolgens werd voorgesteld de verorde
ning tot heffing eer.er baatbelasting. Een
prae-advies hierover was aan de raadsleden
toegezonden. Na eenige korte besprekingen
werd dit voorstel aangenomen.
Instandhouding school III.
B. en W. stelden voor te bepalen, dat om
voldoende openbaar lager onderwijs in een
genoegzaam aantal scholen in de gemeente
Heerhugowaard te geven, de instandhouding
van een openbare school in het Noordelijk
deel der gemeente gevorderd wordt. Ver
leden jaar werd een zelfde besluit genomen.
Aangezien de omstandigheden sedertdien
niet zijn veranderd, stelden B. en W. voor
om ook voor 1939 wederom een zoodanige
verklaring af te geven. Aangenomen.
Venten met gedrukte stukken.
B. en W. stelden voor wijziging vart de
algemeene politieverordening, t.a.v. het ven
ten met gedrukte stukken. Het is in de prac-
tijk noodzakelijk gebleken, om dit voor
schrift meer effectief te maken.
De heer Van Elten merkte op, dat dit toch
niet voor het colporteeren met propaganda-
lectuur opgaat.
De voorzitter zeide, dat dit niet de bedoe
ling is.
De heer Tromp: Het gaat zeker over het
venten met liedjes, enz.? Dat is ook niets
anders dan verkapte bedelarij.
De voorzitter: Het is de bedoeling, dat be
paalde uren worden aangegeven.
De heer Tromp: Dan maar zoo weinig mo
gelijk uren beschikbaar stellen!
Hierna werd het voorstel aangenomen.
Het volgende voorstel was, om aan de ge
meente Broek op Langendijk voor het jaar
1939 een bijdrage te verleenen van 100 in
den bouw van een nieuwe sluis aldaar.
De heer Dekker: Is het de bedoeling het
voor 40 jaren te geven?
De voorzitter: Néén, alleen voor het jaar
1939. Broek zal wel blij zijn, als het voor
1939 wordt verleend.
Het voorstel van B. en W. werd aange
nomen.
Hierna stelden B. en W. voor de gemeen-
tebegrooting 1939 te wijzigen.
I
De heer Tromp vestigde de aandacht op de
post aanschaffing van gasmaskers e.d.
De voorzitter antwoordde, dat deze noo
dig zullen zijn, om het den Luchtbescher
mingsdienst in tijd van nood mogelijk te ma
ken, te werken. Eerst was 1200 geraamd.
Verschillende instrumenten heeft men
noodig. Daarom is nu 500 aangevraagd.
De voorgestelde wijzigingen werden aan
genomen.
B. en W. stelden voor hen te machtigen
een perceel grond, groot 7.4 Are, aan te koo-
pen tegen een prijs van 40 per snees. Wan
neer de sloot bij den Broeker weg gedempt
mag worden, zal men het perceel kunnen
aankoopen. De afkoopsom van de polderlas-
ten is 33.15.
De machtiging werd verleend.
De voorzitter gaf een uiteenzetting van
den stand der werkverschaffing in de ge
meente. Het is niet zoo vlot geloopen, als het
gemeentebestuur zich had ingedacht. Er
waren 7 objecten, die gedurende langen tijd
werk zouden hebben gegeven aan een flink
aantal arbeiders. Ten eerste de particuliere
werkverschaffing, baggeren, egaliseeren enz.
Die zijn echter nog niet goedgekeurd door
het departement. In het bestek van de ver
breeding van het Kabelpad is de wijziging
van de loonen van 25 in 26 cents per uur na
veel moeite aangebracht. Men hoopt over 14
dagen te kunnen beginnen, misschien ook
met de baggerregeling. Dan kan 85 man uit
het stempelen worden gehaald. De slootdem-
ping bij den Broeker weg ondervindt veel
stagnatie doordat de commissie voor water
verontreiniging een biologische reiniging
verlangt. Het volks- en schoolbad is ook van
veel belang. Daarvoor moet nog in contact
worden getreden met de plaatselijke zwem-
vereeniging.
Wethouder Krom was bang, dat de bagger
regeling in de verdrukking zou komen, door
dat het zoo laat wordt.
De voorzitter merkte op, dat er weinig
aanvragen zijn.
De heer Commandeur: Is daarvan niet de
oorzaak, dat er meer moet worden bijgedra
gen dan anders? De voorzitter zeide, dat dit
niet het geval is.
De heer Dekkers merkte op, dat velen be
zwaar hebben tegen de demping bij den
Broeker weg. Er is een bezwaarschrift opge
maakt.
De voorzitter vond dit vanzelfsprekend. Er
zijn altijd wel tegenstanders, als het over
een flink stuk gaat. Spr. zou de beslissing
over een en ander maar aan hoogere instan
ties willen overlaten.
De heer van Elten wees er op, dat de ar
beiders tengevolge van deze stagnatie, welke
hij niet aan het gemeentebestuur verwijt,
langer in de steunregeling hebben moeten
zijn dan anders. Spr. zou willen vragen,
aan de werkloozen een toeslag te geven. De
steun is laag.
De voorzitter geloofde niet, dat dit zou
worden toegestaan. De minister moet voor
meer gemeenten zorgen. Hij kan wel zeg
gen, dat de arbeiders verleden jaar in gun
stiger condities hebben verkeerd dan elders.
De heer Groenland bracht den kleinen tuin-
derssteun ter sprake. Hij zou daaraan meer
bekendheid willen geven, omdat er nog veel
misverstand over bestaat. Men weet niet of
men er voor in aanmerking komt.
De voorzitter: Men kan toch even infor-
meeren op het gemeentehuis. In den regel
komt men wel, als er iets te krijgen ,is.
Niettemin zal er nog eenige bekendheid
aan worden gegeven.
Daarna sluiting.
Na een woord van welkom las burge
meester Posch, in zijn kwaliteit van secre
taris, in de gistermorgen gehouden raads
vergadering de notulen, die den heer Witte-
veen, die de vorige vergadering niet had
bijgewoond, aanleiding gaven op te merken,
dat nooit serieus geprobeerd is, om het
zonder politie te doen.
Weth. Dekker voerde hiertegen aan,
dat bij zijn bezoek de commissaris der
koningin verklaard had, dat dit niet moge
lijk was.
De heeren poogden hierop over dit punt
in een breedvoerige discussie te treden,
doch de voorzitter sloot de bespreking over
dit punt, omdat dit met de vaststelling der
notulen niets te maken had, waarop de
notulen onveranderd werden vastgesteld.
De school te Oterleek wordt
opgeheven.
Van de kroon was een beschikking inge
komen, waarbij het beroep van den raad,
om de school in Oterleek, om bijzondere
redenen te handhaven, werd afgewezen.
Noodgedwongen werd deze beschikking
z. h. st. voor kennisgeving aangenomen.
Oterleek krijgt dus een centrale school te
Stompetoren.
Tot lid van het Burgerlijk Armbestuur
werd het aftredend lid, de heer C. J. Baltus,
herkozen.
Aan de orde kwam hierop een voorstel
van B. en W. om de commissie van toe
zicht op het 1. o. op te heffen. De raad
schrapte reeds eerder de uitgaven voor deze
post en wettelijk wordt de handhaving niet
voorgeschreven.
De heer Heringa verklaarde zich er
tegen en wilde desnoods weer 10 voor de
commissie beschikbaar stellen.
De voorzitter zeide, dat de 10 niat
het hoofdbezwaar was, doch in tal van ge
meenten worden deze commissies afgeschaft.
De heer Witteveen steunde het voor
stel van den heer Heringa en wees er
op, dat deze de verantwoordelijkheid draagt
voor het intrekken van de 10.
Het voorstel werd hierop met 4 tegen 3
stemmen aangenomen. Tegen de heeren
Swaan, Witteveen en Heringa.
Besloten werd in de veld wachters veror
dening de noodig geoordeelde administra
tieve wijziging aan te brengen.
Van de heeren C. J. Hoedjes en P. Conijn
was een verzoek ingekomen om voor de
vervoerkosten van hun kinderen een ver
goeding toe te kennen.
Voorgesteld werd per kind 15 ver
goeding te geven. De afstand voor de kin
deren uit het eene gezin bedraagt 4.9 K.M.
en uit het andere 4.5 K.M. Het eene gezin
heeft 4 kinderen en het andere 3.
De heer Swaan oordeelde 15 per kind
wat hoog, vooral daar ze per fiets gaan.
Weth. Dekker zeide, dat voorloopig
misschien met 12 kan worden volstaan
en dat B. en W. een maximum van 15 be
oogen.
De heer Swaan vereenigde zich met het
voorstel van wethouder Dekker, dat z. h. s.
werd aangenomen, zoodat per kind 12 per
jaar zal worden vergoed.
Verbetering Dorpsweg.
Aan de orde was hierop een voorstel van
B. en W. om den Dorpsweg in onderhoud over
te nemen van den Oterleekerpolder. De on
dergrond behoort aan de gemeente, doch het
onderhoud behoort bij den polder, terwijl de
bermen weer in onderhoud zijn bij de
gemeente.
De polder wil van het onderhoud af. Be
sluit de gemeente tot overname tegen ver
goeding van een vaste bijdrage, dan zullen
Ged. Staten dit wel goedkeuren.
De weg is 766 M. lang en 3 M. breed en
met den polder is overeengekomen, dat
deze eeuwigdurend 383 per jaar bijdraagt.
De gemeente zal dan de weg asfalteeren. De
kosten zijn geraamd op 7500. Hiervoor
moet een leen in g worden aangegaan voor
den duur van 15 jaar. In aansluiting vordert
dit per jaar een uitgave van 608, waarvoor
de polder 383 bijdraagt. Verwacht kan
worden, dat daarna volstaan kan worden
voor het onderhoud met de bijdrage van den
polder.
Weth. Spaan deelde mede, dat in den
polder het besluit reeds met algemeene
stemmen was aangenomen. Spr. oordeelde
het voorstel ook voor de gemeente aan
nemelijk.
De opzichter, de heer Crynse Lokke, gaf
een toelichting over het asfalteeringsplan.
NIEMEIJER'S
6, 10 en 13 ct. JSÊT 11
per half ons /T\l|
lUoRÈ^ll
WWIMA Rr mÊÊÊWÊÊWt
Zeldzaam zacht en licht in de pijp!
Men raakt nu ook af van het water, dat
regelmatig op den weg staat.
Hier en daar zal een eenvoudige riolee-
ring worden aangebracht en zal een hekje
achteruit moeten.
De voorzitter verwachtte hiervoor de
medewerking van de menschen. De rijweg
wordt 3 M. breed, met aan de randen een
betonband. De trottoirs worden voorzien
van klinkers.
De heer Baltus wees op het risico bij
valutaverandering.
De heer de Boer vereenigde zich met
het voorstel, dat hij aan den veiligen kant
oordeelde.
De heer Swaan oordeelde, dat men over
de toezegging van den polder tevreden kan
zijn.
Met het oog op onvoorziene omstandig
heden gaf weth. Dekker de voorkeur aan
een gewone leening.
De voorzitter stelde voor, om aan
B. en W. over te laten de voordee.ligste
leening aan te gaan. Er is een aanbod van
3 XA Een annuïteitsleening is voor de thans
levenden voordeeliger. Z. h. s. werd het
voorstel aangenomen.
Besloten werd een annuïteitsleening aari
te gaan.
De voorzitter sprak een woord van
dank tot het polderbestuur voor de mede
werking en sprak als zijn overtuiging uit,
dat het besluit tot heil van de gemeente zal
strekken. Ook de heer Lokka had een dank
woord in ontvangst te nemen.
Van den Ned. Bond van Arbeiders in het
Land- en Tuinbouw en Zuivelbedrijf was
een verzoek ingekomen om het basisloon
van 24 op 26 cent te brengen en de beugel- I
vergoeding op 0.50 te houden.
B, en W. merkten op, dat de vaststelling
van het basisloon tot de competentie van
den minister behoort en stelden voor de
beugelvergoeding op 0.50 per week te
bepalen. De rijksinspectie schrijft 0.20
voor, doch de gemeente kan dit wel ver-
hoogen. Ook krijgen de arbeiders, die grep-
pelen, laarzenvergoeding, evenals de bag
geraars.
De heer Witteveen oordeelde het
verzoek gewettigd, gezien het feit, dat in
de naburige gemeenten meer wordt ge
geven. Vandaag den dag geldt nog het
woord „Zorg voor een koopkrachtige massa
en de crisis is opgeheven". Spr. wijst er op,
dat de verhooging weer in levensbehoeften
wordt omgezet. Spr. stelde voor den minister
te verzoeken de verhooging toe te staan.
De voorzitter: De vee- en zuivel-
prijzen gaan angstig terug en het loon in het
vrije bedrijf is 25 cent en daarboven kunnen
wij niet gaan.
De heer Witteveen oordeelde het een
het gevolg van het ander.
De arbeiders hebben ook liever onze
zuivelproducten.
De voorzitter: De werkverschaffing
is een noodmaatregel. Normaal is, dat de
arbeiders weer terug moeten naar het vrije
bedrijf. De minister zal rekening houden
met de loonen in het vrije bedrijf. Ons loon
verschilt 0.15 per week met Zuid- en
Noordschermer en Hensbroek. Een belang
rijke factor is, dat wij hier geen steunrege
ling hebben.
De heer Baltus oordeelde daarom den
toestand voor de werkloozen beter dan in
de andere gemeenten, omdat ze regelmatig
in de werkverschaffing geplaatst kunnen
worden en ook niet naar de centrale werk
verschaffing worden gezonden.
Tegen vier uur 's nachts kon ik mij einde
lijk niet goed meer staande houden, zoo stijf
vast met m'n verkleumde handen tegen de
reddingsloep aan. Toen heb ik me wezenloos
maar laten gooiën en smijten door 't stam
pende schip, tot ik de hut achteruit inge-
zwaaid was. Van uitkleeden was geen
sprake, omdat je geen moment op je voeten
kon blijven staan op dat kleine vloertje, dat
sis 'n stoomwan tekeer ging. Ik greep me
dus pardoes vast aan de plank van m'n kooi,
hoog boven m'n hoofd, trok me op, sloeg er
weer af door een slingering, waarbij de hut
°P haar wand lagMaar 't volgende oogen-
blik werd ik er vanzelf net zoo ingekwakt.
En als 't u interesseert haast gelijk
tijdig viel ik in de koffer en in slaap.
Als je dan den volgenden ochtend vroeg
wakker wordt, schiet 't door je benul: don
kere nacht voorbij, weer dag; de stoom-
loodsboot komt mij straks halen en brengt
me aan wal! Maar meteen voel je je weer
wiegen en schommelen in je kooi, zoodat je
nu eens met je voeten, dan weer met je kop
al dieper wegzakt en telkens omrolt, je
hoofd bonzend tegen den wand, en dadelijk
hierop sla je het bedsteegat haast uit. Goe
de genade, die weëe deining in je holle maag,
dat zwevende in je lichte hersens; nóg weer
aan dag op die helsche wip in zee. Want on
versaagd hoor je den wind razen over dek
®n de golven beuken als mokers buiten tegen
de scheepshuid, waar je kooi aan ligt. Vlak
bU je ooren rammen de stukken water de
Planken, die er van piepen en kraken tegen
elkaar, en telkens weer rukt het vuurschip
aan den ankerketting, dat de boel er van om-
s aat boven en naast je, terwijl je opge
geten wordt van je bed Geen plekje
om er aan te ontkomen. Voor je vermoeide
oogen slingeren tergend regelmatig de kooi-
gordijntjes en je ulster, die er naast hangt.
In de kajuit zeulen de kolen weer ramme
lend door den bak.
Uit mijn kooi kan ik de kajuit binnen zien.
Daar zit de kapitein tusschen de tafel en den
wand vastgestuwd, zijn witten kop rustig
over den Bijbel gebogen. De groenbleeke kok
met zijn blauwe boezeroen en den bult van
een pruim in zijn wang, is nog altijd maar
weer huishoudelijk bezig. Hij maakt de
kachel aan. Een zware petroleumwalm slaat
over mijn arm hoofd en ik hoor de vlam
razend snorren in de pot, want dat trekt als
een lier met dien storm.
Als een koorddanser staat 't kokkie op 't
vloertje te zwiepen en te knikken, telkens
met wijd uitgeslagen armen als wil hij van
wiek. Hij valt om, omarmt 't vuurspuwend
en kwalmend potkacheltje en duwt zich
zuchtend weer overeind. Meteen ziet hij mijn
open oogen, slaat aan met één vinger en
prijst me: „Vannacht nog maar een balie-tje
voor uw kooi gezet. Kan nooit weten, met
zulk slingerend weer. Maar ik heb 't al ge
zien: nog heelemaal leeg. Dat noem ik
kranig; m'n eigen vrouw had ja allang voor
merakel gelegen met 'r heele inventaris naar
buiten Maar nou zoometeen een lekkere
mok koffie en dan een borretje gort met
stroop
Nog één woord, en de balie was niet lan
ger leeg gebleven. Maar daar heeft de stuur
man mij voor bewaard door met z'n stem als
een windstoot den kok naar dek te bevelen.
Dat vreeselijk opstaan! Je laat je eindelijk
dan maar zakken langs je kooi, tot je voeten
't vloertje hebben opgevangen en meteen
word je omver gemikt in de kleine hut. Zoo
dra je je dan weer overeind hebt gewerkt
en trantelend een roekeloozen stap gezet, sla
je pardoes tegen den overwand aan. Tot je
eindelijk een stoel midden in gepoot krijgt
en daarop maar zit te schommelen, telkens
je armen wijduit geslagen, om je af te zetten
van de wanden, die vóór je schuin naar
boven gaan en nog weer schuiner neerdalen
opzij.
't Is een grauwe ochtend, want door de lan
taarn schijnt kil bleek licht om je heen als
onder water. Nu en dan zeulen de bedgor-
dijntjes kriebelend over je gezicht en nog
eens weerom. Wezenloos zit je in dat naar
geestige folterkamertje, wanhopend om dien
nieuwen dag op 't lichtschip. Je voelt je
oogen zwaar als biljartballen door je hoofd
klotsen en een leege weeheid rolt door je
maag met de deining.
Onder je kooi is een schuif heeft de
kapitein goedig beduid en daar vindt u
je waschgerei op. Eindelijk verman je je,
snakt naar frischheid van water. Zoodra 't
hutje dus achteruit komt te zweven, neem
je je kans waar en maakt den wervel los,
dat meteen, met een schok, de schuif naar
buiten ploft: een koperen waschkommetje.
een koperen kannetje, een bakje met zeep.
Maar regelmatig gaat nu 't hutje weer
voorover hellen, en net als je 't kannetje wilt
grijpen, smakt alles weer weg in de gleuf
onder je hut.
Dan laat je weerloos 't noodlot maar weer
over je bazen, zit gedwee te schomme
len, je handen voor je oogen gedrukt in je
grienerige draaierigheid. Eindelijk dringt
een haakje door in je besef. En manmoedig
haal je de schuif wéér naar buiten, houdt
'r stijf vast, dat zij niet opnieuw meeglipt
met het gewip. Maar nu zak je zóó lang
door achterover, dat je stoel wegglijdt, je
met je hoofd tegen 't schot bonkt, in de
overtuiging, dat 't vuurschip nu wel voor
goed gekapseisd zal wezen. En dat er nu
maar een eind aan komt ook, aanvaard je
gelaten
Maar nee, langzaam rys je weer, tergend
langzaam en zakt weer naar voren, lager,
al lager. Je stoel schuift weer met je terug
en eindelijk kom je tegen je kooi op te
hangen. Moet je je allemaal laten aanleu
nen. Tot 't je gelukt met dien haak toch nog
die schuif te verschalken, dat zy nu
vast staat, eruit. Dus weer neem je je kan
netje, houdt 't om te gaan schenken boven
't kommetje, maar gehoorzaam zakt 't in
't hutje met jezelf naar achteren weg en er
komt geen druppel uit. Dan, opeens, met
een heftigen ruk, plenst 't half leeg over je
krampachtige beenen en 't vloertje.
Zoo zit je dan al maar schommelend om
je lekker frisschies te wasschen in 't laagje
water op den bodem van 't petiterige kom
metje, waarvan er nog elk oogenblik een
scheutje over den rand heen spoelt op je
sokken.
Maar bij 't begrip „mokkie koffie", door
den goeden kapitein hoffelijk geboden, zoo
dra je geelbleek in je beslapen kleeren
tusschen de gordijntjes uit 't kajuitje in ba
lanceert, sla je van schrik bei je handen
voor mond en neus.
Jong en fleurig zit de oude in 't duike-
lige roefje zijn goudenaar te rooken, en
't ironische vonkje in z'n guitige oogen ver
andert meteen in meewarigheid. Dat je,
zoowaarachtig, geen koffie lust en bij voor
baat al past voor de gort, snert met vet
spek, of de veelkleurige rats, die hij koeste
rend een lekker schurfie noemt daar be
grijpt de kapitein niemendal van, vindt hy
diep somber.
Nu, zoo gauw je trantele beenen voort
kunnen langs den cake-walk vloer, de trap
op, die als maar achter- en vooruit idioot
staat te buigen, en de venijnige drempel
tjes, waar je den stap overheen in val-angst
maar niet durft te wagen zóó gauw
vlucht je nu meteen naar dek. Daar is 't
of er zoowarempel van de ochtendkoude
weer wat pit in je slappe lichaam komt.
Dit gevoel maakt je zelfs overmoedig, en
sarcastisch zeg je in jezelf: „toe maar, hoo-
gerop maar, waarom niet? smijt er maar
mee", tegen die grauwe golven, die van
zoo ver je zien kunt op je aan komen rol
len de logge geweldenaren, op dat klei
ne vuurschip zonder vaart, dat heelemaal
hun portuur niet is. Maar de benauwing van
's nachts, dat opgesloten zitten in de dikke
donkerte, waar 't zoo donderend op je aan-
dreigt die is toch weg. Je oogen kunnen
nu weer vrij uitgaan in de wijdte van zee
en van lucht. En die ellendige vuurkiosk,
die, als ijlende koortsen, wrikkend en zwie
pend door je hoofd heen heeft staan laaien
die hebben de lichtwachters, toen de
kalender zei dat de zon op de kim kwam,
plechtmatig dan weer stil gezet in de ron-
sels. Toen zijn ze, op hun wankele beenen,
één voor één trouw de olielampen uit gaan
blazen, en daarop hebben ze 't heele bestel
bolderend en rammelend aan de kettingen i
neergelaten langs den mast. De scheep
vaart heeft hun nachtlicht van de zee
niet meer van noode. 't Staat weer
midscheeps, argeloos en onnoozel witjes te
glimlachen, 't helsche vizioen van. mijn
nachtelijke verbijstering: tam en goedig als
een melk-paviljoentje zonder klanten.
Wat zégt uwe nou van 't lichtschip
leven? Is 't niet alles geheimzinnigheid?"
kwam een doodgraversstem somber achter
mij vragen.
't Was Jansen, de bootsman, kouwelijk
uit 't volkslogies opgewaard, bleeker nog
dan den vorigen dag in z'n ongeschoren
gezicht met de nachtpet met kleppen om
z'n hoofd, dat mager opstond uit een ver
vaarlijken grijzen halsdoek, zcoals de
nachtsnorders dragen.
Goejemorgen, Jansen.
Daar zitten wij nou zes en vijftig da
gen in opgesloten met een ver zicht op
den wal, waar onze vrouwen en kinderen
wonen.
Ja, Jansen, ik weet 't. Krijgen we niet
haast 'n beetje beter weer?
Béter? De loodskotters ben vannacht
allemaal in de haven geloopen, omdat ze
't buiten niet konden houden. Da Twent
doet nou stormloodsdienst. Die kan uwe
dus tóch niet van boord komen halen, al
was 't nou een kalme zee, dat je er af kón.
Nee, nee, dat kan zoo best 'n dag of tien
aanhouden, dat uwe niet werom kan, naar
den Hoek. Nou, dan krijg je meteen 's
een kijkie mee in dat geheimzinnige licht
schipleven.... Maar nou mot je niet den
ken, dat 't nou bruin is. Zuk weer is nog
spelevaren: niks as 'n zuchie, 'n rimpelig
zeetje. Zoolang wijlui menschen nog niet
op handen en voeten over dek kruipen, is
't nog maar kinderenwerk. Best weertje, 'n
aardig briesie, meer niet, geloof myn....
Als 't voor óns erg was, lag uwe vanzelf al
lang over boord of zou je 't motten bester
ven Maar waar is waar, en 't ziet er
vanmorgen na' uit of 't nog wel 's kwaad
weer kon worden,..,"
Nadruk verboden.