Qemeentecaden Rechtszaken Onze JicdcHiiën VRAAG EN AANBOD EG MOND BINNEN Denkt II er aan Uw voor ZATERDAG op te geven? Alléén 2de handsch goederen. 35 cent per vijl regels, derde blad. ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 2 FEBRUARI 1939. Dinsdag vergaderde de Raad. De voorzitetr memoreerde de verjaardag van prinses Beatrix. Wat 't afgeloopen jaar betreft, constateerde je voorzitter, dat de bevolking met 38 zielen is toegenomen, zoodat de gemeente momenteel 2618 inwoners telt. Verbetering in de toestand der werkloozen heeft het afgeloopen jaar niet gebracht. De uitgaven dienaangaande hebben in totaal 28923 be dragen, waarvan 9839 aan steun; 7774 aan werkverschaffing; 5884 voor diepspit- regeling aan kleine boeren en kleine tuin ders en ingevolge de voor die categorieën vastgestelde regelingen. Ook armenzorg heeft een zwaar jaar achter de rug. Aangaande de toeslagregeling op dok' tersfonds wenschte spr. in geheime zitting nog iets meer naar voren te brengen, ten einde tot een betere regeling te geraken. De noodlijdende gemeente heeft een bijdrage noodig van ongeveer 6500. Spr. hoopt aan 't slot van zijn beschouwing, dat 1939 voor de gemeente en de ingezetenen, een geze gend jaar moge zijn. De voorzitter deed hierna mededeeling, dat mevr. Fischer en haar kinderen aan de gemeente hebben aangeboden, het schrijf bureau met bijbehooren en een boekenkast, van hun overleden man en vader, in leven gemeenet-arts te Egmond-binnen. De ge schenken waren ruim 31 jaar geleden door den overledene zelf gekocht en al dien tijd door hem gebruikt, 't Waren stukken, waar de overledene zeer aan gehecht was. Deze sympathieke geste wordt door den Raad met dankbaarheid aanvaard. Tot wijziging van het ambtenaren-regle ment werd besloten. Hierna werd mededeeling gedaan, dat M. H. Snoek, blijkens schrijven van den com missaris der koningin, met ingang van 30 Januari j.1. tot gemeenteveldwachter dezer gemeente is benoemd; en voorts dat het be sluit tot goedkeuring der gemeente-begroo ting dienstjaar 1939 is verdaagd; en wer den, als laatste, aan den Raad de voorwaar den voorgelezen, waaraan noodlijdende ge meenten moeten voldoen. De goedgekeurde diepspitregeling werd zoomaar niet voor kennisgeving aangeno men. Daar werd geruimen tijd door den Raad diep op doorgespit. De voorzitter, zette uiteen, dat met den nieuwen inspecteur van de werkverschaffing deze materie thans ge heel anders geregeld moest worden. De heer v. d. Reep klaagde dat verschil lende tuinders, die voorheen regelmatig een diepspitter hadden, thans zijn over geslagen. Zij komen derhalve niet op den goedgekeurde staat voor, en staan dus mo menteel buiten die regeling. Voorts infor meerde hij of iemand, die tuinderssteun ontvangt evengoed nog voor een spitter in aanmerking kan komen. Aangaande het eerste deelde de voorzitter mede, dat hij opdracht heeft gegeven om alle tuinders, die regelmatig een spitter hebben gehad, langs te gaan. Uitzonderingen heeft hij dien aangaande niet gemaakt. Wat 't tweede be treft kunnen kleine tuinders evengoed een spitter hebben. De kleine tuindersregeling is nu zoo geworden, dat het meer dan ooit te voren een steun aan 't bedrijf is geworden. Zü, die, volgens de regelen der kunst berekend, een netto inkomen hebben van 4 tot 5 en van 5 tot 6 en van 6 tot 7, ontvangen in 't vervolg (vanaf 1 Jan. j.1.) respectievelijk 20 pCt., 50 pCt. en 80 pCt. steun in natura. De raad heeft in zijn vorige vergadering besloten buiten de regeling te laten, zij die in de inkomstenbelastingen zijn aangeslagen en zij, wier hoofdberoep' niet dat van tuinder is. Indien een A-tuinder wordt genomen, achtte spr. daartegen echter geen bezwaar aanwezig. Dit wordt geheel anders, indien men arbeiders gaat nemen. De heer Simons vroeg, hoe 't standpunt is ten aanzien van personen, die van een meer welgestelden grondbezitter, grond in onder buur heeft. Mogen die onderhuurders een spitter hebben? Wethouder de Waard is daar wel een voorstander van. De heer v. d. Reep zeide, dat de wel gestelde grondbezitter op die manier een veel betere bewerkten grond verkrijgt, en derhalve uiteindelijk 't voordeel van de diepspitregeling geniet, hetgeen die regeling geenszins beoogt. De voorzitter zette uiteen, dat de regeling thans nog niet functionneert, omdat zoo goed als alle goede grondwerkers bij 't vlieg veld zy'n geplaatst. Hoewel de diepspitregeling hoogere cul- tureele waarde heeft dan de werkverschaf fing in de Egm.-meer, kan daarmede toch niet één, twee, drie beëindigd worden. In overleg met den opzichter J. Rosing, zal getracht worden, die werkzaamheden aldaar op 't laatst van deze week stop te zetten. Alsdan zullen 20 arbeiders voor de diepspitregeling vrij komen. De voorzitter zeide, dat in de voorwaar den, waaronder de afwatering achter de r.k. kerk te Egmond aan den Hoef zal worden uitgevoerd, in goede omschrijving zal worden opgenomen, dat de te graven sloot perfect moet worden onderhoudén. Wat de afwatering zelve betreft, er komt een riool naar de Julianavaart. Hierna deelde de voorzitter mede, dat zoolang de o. 1. school alhier beneden de 50 leerplichtige kinderen telt, de instandhou ding dier school telken jare opnieuw aan Ded. Staten moet worden aangevraagd, en wel telkenmale voor 1 Februari van 't jaar. Hierna werd tot instandhouding der open- bare lagere school besloten. Ter sprake kwam de circulaire van den minister van Sociale Zaken, aangaande de bouw van woningwetwoningen voor groote Sezinnen, waaronder worden verstaan die, met méér dan 5 kinderen. De voorzitter deelde mede, dat dienaangaande met de woningbouwvereeniging alhier overleg is gepleegd. De zaak is riskant. De voorzitter zeide, dat de woningbouw- Vereeniging wel gewone woningwetwoningen wil plaatsen, en wel 4 te Egmond aan den Hoef. Aangezien te Egmond-Binnen 't parti culier initiatief in den woningnood aldaar mogelijk zal voorzien, wordt eerst de mo gelijkheid daarvan afgewacht. Indien 't par ticulier initiatief niet mogelijk blijkt, zullen aldus eveneenns 4 woningwetwoningen ge plaatst worden. Tenslotte werd besloten te Egmond- Bmnen en te Egmond aan den Hoef, elk 2 groote woningen te bouwen, alsook in elk 2 gewone woningwetwoningen. De machtiginng om aan te vragen den nieuwen veldwachter als bode aangesteld te rijgen, werd door den raad verleend, ter wijl H. Houtenbos Mzn. als hooisteker werd aangewezen. Wat 't stoppen van de vuilnis aangaat, deelde de voorzitter mede, dat Ab. Bommer genegen is, dit op zijn land te laten ge schieden, hetgeen inmiddels is geschied. Weth. de Waard deelde mede, dat de gang van zaken van thans veel geld kost. Weth. Apeldoorn zag de bezuiniging langs een anderen weg te verkrijgen. Hij wil den dijk in orde maken, dan kan men daaroverheen t land bereiken. De heer Bommer heeft geklaagd, dat momenteel iedereen de vlet met alle moge lijken rommel volgooit, die hij liever niet op zijn land gestort ziet. De voorzitter zei, dat de vlet bij wijze van proef voor 1 maand gehuurd is, en gaf de toezegging, met den heer Bommer over een en ander nader in overleg te zullen treden. De raad ging accoord met 't voorstel van den burgemeester om den nieuwen veld wachter de politiecursus te Alkmaar te laten volgen, en staat 't daarvoor benoodigd be drag aan contributie toe. Eveneens staat men toe, dat genoemde veldwachter tele fonisch wordt aangesloten, waarbij toe zegging werd gedaan, dat de raadsleden voor dienstzaken daarvan gratis gebruik mogen maken. De voorzitter wil die gratis-gebruik- making zelfs uitbreiden tot alle gevallen voor dringend gevaar. Bij de rondvraag verzocht de heer Simons den voorzitter om bij het P. T. T.-kantoor te Alkmaar pogingen aan te wenden, om gedaan te krijgen, dat de uren van open stelling voor 't publiek voor de P. T. T.- hulpstations alhier verzet te krijgen, zóó, dat die kantoren dagelijks geopend zullen zfjn van 89 uur; van 1)42 uur en van 4 5>j uur. De voorzitter gaf hierop zijn toezegging. Voorts verzocht de heer Simons of de op legging van wachtweken aan werkloozen niet zóódanig zou kunnen geschieden, dat zij voor de werkloozen financieel 't minst voelbaar wordt. De voorzitter zeide, dat op dit punt soe pelheid wordt betracht. De wachtweken kunnen echter niet vervallen. De heer v. Dam zag gaarne de grondslag „paarden" voor de personeele belasting van 6 op 3 gebracht. De voorzitter zeide, dat nu de gemeente noodlijdend is, er beslist geen kijk op is, een dergelijke verordening goedgekeurd te krijgen. De heer v. Dam vroeg voorts of een B- en C-tuinder óók voor goedkoope levensmidde len in aanmerking komt, waarop bevestigend werd geantwoord. De heer v. Duin zeide, dat 't proefwerk bij v. d. Molen zeer slecht is. Hij waar schuwde dan ook om in de toekomst derge lijke wegdekken aan te leggen. De voorzitter deelde mede, dat de zaak hem bekend is. De sintels van de hoogovens, gebruikt bij 't weggedeelte naar 't Jacht huis, bevatten een bindmiddel, waardoor ze vast-aaneen werden gehouden. Later heeft men dat bindmiddel aan die sintels weten te onttrekken, zoodat zij niet meer pakken. Laatstgenoemde sintels zijn nu gebezigd bij 't proefvak bij v. d. Molen te Egmond- binnen. Wethouder de Waard meende dat voor wegdekken een teerdek vooralsnog het beste is. IR. VAN DER LAAKEN CONTRA IR. MUSSERT. Gistermiddag werden voor den Utrecht- schen kantonrechter mr. J. A. van der Mersch de pleidooien gehouden in de civiele procedure tusschen ir. van der Laaken, oud- organisatieleider van de N.S.B. in Nederl.- Indië en ir. Mussert, leider der N.S.B. in Nederland. Als organisatieleider had ir. van der Laaken op een landdag in 1937 eenige min der gewenschte verklaringen afgelegd, welke de goedkeuring van de N.S.B. niet konden verkrijgen en tot gevolg hadden, dat de organisatieleider uit zijn functie werd ontheven. Deze leed door de handelwijze van de N.S.B. groot financieel nadeel, waarvoor hij ir. Mussert als leider der N.S.B. aansprake lijk stelde. De raadsman van ir. v. d. Laaken mr. Boon uit den Haag achtte ir. Mussert persoonlijk aansprakelijk. Volgens hem was de vergoeding van 500 per maand als propagandaleider in Ned.-Indië kennelijk bedoeld als loon in den zin van de wet, dus kon hier gesproken worden van een arbeidsovereenkomst. Bovendien deelde spreker mede, heeft ir. van der Laaken op bevel van den leider in Nederland zijn betrekking bij Volkerts Aan nemingsmaatschappij moeten opzeggen, waarvoor hij werd aangesproken en een be langrijk bedrag als schadevergoeding moest betalen. Pleiter was van oordeel, dat ook voor dit bedrag de N.S.B. kon aangesproken worden. Tenslotte wees spr. op de terugreis naar Nederland, welke per vrachtboot moest geschieden, daar de N.S.B. het geld voor deze terugreis niet wenschte te betalen. Pleiter oordeelde het volkomen billijk, dat de minimum-eisch van ir. van der Laaken 1000 ofwel 2 maanden salaris alsnog aan hem zouden worden uitgekeerd. Mr. van Vessem te Utrecht pleitte voor ir. Mussert. Hij was van oordeel, dat ir. van der Laaken in Indië handelde in strijd met de opdrachten, welke hij uit het moeder land ontving. Pleiter ontkende, dat ir. Mussert aan ir. van der Laaken bevolen had ontslag te nemen uit zijn particuliere betrekking. Wel had hij hem verzocht hierover advies uit te brengen. Bovendien genoot ir. van der Laaken geen salaris, doch kreeg een toe' lage, nadat hij zijn ontslag had genomen bij de fa. Volkerts, om op deze wijzen zijn gezinsonderhoud te voorzien, daar het pen sioen, dat hij als gewezen gouvernements ambtenaar ontving, daarvoor niet voldoende was. Volgens pleiter kan de N.S.B. niet aan sprakelijk worden gesteld voor de schade vergoeding, welke door de firma Volkerts werd geëischt. De N.S.B. heeft volgens pleiter ir. van der Laaken een bedrag van 2150 uitgekeerd om de kosten te dekken van de terugreis naar Nederland. De kantonrechter bepaalde hierna de uit. spraak op Maandag 27 Februari. STEEKPENNINGEN. Ambtenaar veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Conform den eisch van den officier van justitie veroordeelde de Amsterdamsche rechtbank een geschorsten ambtenaar van sociale zaken tot één jaar gevangenisstraf. Als ambtenaar van maatschappelijken steun had hij van een werklooze vrouw de belofte aangenomen, dat zij hem 200 zou leenen, wetende, dat die belofte hem werd gedaan om hem te bewegen, in strijd met zijn plicht niet aan te geven, dat de vrouw eeig kapitaal bezat. MISHANDELING VAN OUD-MINISTER VAN SCHAIK. „Dit is voor Arnold Meijer". De man, die indertijd den oud-minister van justitie mr. van Schaik op den open baren weg een klap in het gelaat had ge geven (met de toevoeging: „Dit is voor Arnold Meijer") en die deswege door den Haagschen politierechter tot zeven weken gevangenisstraf werd veroordeeld, stond gister in hooger beroep voor het Haagsche gerechtshof terecht. Het was de Amster damsche accountant B. H. M. B., die toe vallig gister zijn verjaardag den 38sten vierde. Op de vraag van den president waarom hij in hooger beroep was gekomen ant woordde B., dat hij nooit bedoeld had, den heer van Schaik te mishandelen en dat hij zich geen „mishandeling" bewust was. De klap was bedoeld als een soort van tuchti ging of beleediging. De president was het met deze opvatting volstrekt oneens en herinnerde eraan, dat B., drie of vier dagen in Den Haag had vertoefd om op mr. van Schaik te loeren. Er had geen getuige-verhoor plaats. De advocaat-generaal achtte het gepleeg de feit buitengewoon ergerlijk en wees er op, dat B. reeds eerder werd veroordeeld, namelijk dat hij tweemaal een geldboete heeft gehad. In verband hiermede vroeg spreker be vestiging van het vonnis van den politie rechter. Verdachte pleitte voor zich een voor waardelijke veroordeeling. Hij was inder tijd langdurig werkloos, doch heeft thans een vaste betrekking en vreest die te zul len verliezen, indien de onvoorwaardelijke straf zou worden gehandhaafd. Uitspraak 15 Februari a.s. WILDE AUTOBUSDIENSTEN. Spoorwegen in het gelijk gesteld. Bij vonnis van Maandag j.1. heeft de arrondissementsrechtbank te Amsterdam uitspraak gedaan in de procedures in de hoofdzaak tegen de volgende ondernemers van wilde autobusdiensten: S. en A. Tours, Haarlem—Amsterdam en Amsterdam Amersfoort; N. V. Avanti, Amsterdam- Den Haag; Lindbergh touringscars N. V., AmsterdamArnhem, AmsterdamGro ningen; N. V. autoverhuurcentrale, Am sterdam—Den Haag; N. V. Royale, Am sterdamUtrecht en N. V. Schouten (de Zilvermeeuw) AmsterdamEindhoven. Al deze vorderingen, strekkende tot scha devergoeding en tot stopzetting van de diensten zijn den Nederlandschen spoorwe gen toegewezen. VERKOOP VAN SLAAPMIDDELEN GESTRAFT. Tien drogisten veroordeeld. Voor den kantonrechter mr. E. A. J. Hartzfeld te Amsterdam hebben gister tien drogisten terecht gestaan, verdacht van overtreding van de wet op de artsenijbe- reidkunst. Zij hebben n.1. in strijd met de ze wet slaapmiddelen, zooals adalin, pyra- midon, en veremon, verkocht. Zij gaven toe, dat zij deze middelen wel hadden ver kocht, maar niet als geneesmiddel. De ambtenaar van het O. M. achtte het bewijs geleverd, doch hij wilde er rekening mee houden, dat de schuld grootendeels bij den groothandelaar ligt, die, wetende, dat de drogist per tube de geneesmiddelen doorverkoopt, toch aan de drogisten levert. Tegen den groothandel zelf kan niet wor den opgetreden, want de wet verbiedt slechts verkoop en detail. Daar staat weer tegenover, dat de drogisten zich niets van de bepalingen in de wet op dit gebied aan trekken. Spreker vorderde 15 boete tegen elk der verdachten. De kantonrechter wees onmiddellijk von nis en veroordeelde tot 5 boete. VERDUISTERINGSOEFENINGEN GESABOTEERD. Tot 25 gulden boete veroordeeld. Tijdens de verduisteringsoefeningen ter beveiliging tegen luchtgevaar, die in Octo- ber j.1. in de gemeente Diemen gehouden zijn, is door de politie tegen ongeveer der tig personen proces-verbaal opgemaakt, omdat zij zich, in strijd met de desbetref fende gemeentelijke verordeningen, zonder noodzaak tijdens de oefening op straat hadden bevonden. Gister stond de eerste van dit dertigtal terecht voor den politierechter dr. N. Mul ler te Amsterdam. De officier van justitie eischte 25 boete en de politierechter, die er in zijn vonnis op wees, dat het van het hoogste belang is, dat tijdens deze verduisteringsoefeningen de hand wordt gehouden aan de voorschriften, veroordeelde den verdachte conform de zen eisch. ONRECHTMATIG STEUNTREKKEN. Tot 2 maanden veroordeeld. De Haagsche politierechter heeft gister een inwoner van Delft veroordeeld tot twee maanden gevangenisstraf, conform den eisch van den officier van justitie, wa gens „valschheid in geschrifte". Verdachte was steuntrekker en moest als zoodanig elke week bij de steunadministratie in zijn gemeente een briefje inleveren, waarop eventueel genoten inkomsten dienen te zijn vermeld. Doch deze verdachte had meermale op die briefjes ingevuld dat hij geen ver diensten had genoten. Volgens de tenlaste legging had hij van Juli 1936 tot October 1938 ruim 1900 eigen inkomsten aldus vo:r den steun verzwegen en op die wijze meer dan 1200 onrechtmatig getrokken. Toen evenwel de zaak uitkwam, heeft hy deze gelden terugbetaald, maar de vervolging kon hij niet meer tegenhouden. OVER TIJGERS EN NOG WAT. Een onzer lezers schrijft ons: Onder bovenstaand hoofd las ik in enkele bladen o.m. ook in dit blad over een avontuur dat een familie uit Sianter heeft beleefd, namelijk een ontmoeting met een paar tijgers op den openbaren weg. Sumatra is een groot land, zeer groot zelfs, de afstanden zijn dientengevolge voor onze landgenooten in het Moederland, enorm, maar toch is Sumatra weer niet zoo groot, dat de afstand SianterPrapat, waar zich bovenbedoeld avontuur afspeel de, 313 kilometer is, deze afstand is slechts 46 kilometer. Het Indië van heden biedt gelukkig in het betrekkelijk eentonig bestaan van velen die op de buitenbezittingen wonen, nog wel meerdere keeren de afwisseling van een vermeldenswaardige belevenis. Ontmoetingen met grof wild hiermede bedoel ik olifanten en tijgers en ook wel beren, doch niet de dagelijksche ontmoe' tingen met wilde varkens en/of herten komen zelfs nog vrij veel voor. Weliswaar wordt hierover niet veel ge sproken en nog minder geschreven, mis schien wel omdat ten slotte deze avonturen zich slechts bepalen tot een plotseling vis a vis, waarbij het nog steeds een onopge loste vraag is, aan welke zijde de schrik het grootst is. Meestal slaat bij de eene partij de schrik om het hart, terwijl bij de andere de schrik in de beenen slaat, met dien ver stande dat de dieren zoo vlug zij kunnen, beenen maken. Het is immers een bekend feit dat, tijgers vooral, een buitengewonen angst schijnen te hebben voor een Europeaan, of misschien wel voor zijn doorgaans witte of lichte kleeding. Het zal dan ook wel opgevallen zijn dat men- nooit van een tijgeraanslag op een Europeaan hoort. Zelf heb ik meerdere malen een derge lijke ontmoeting gehad, en wat misschien meer zegt, wij hebben die ontmoetingen zelfs wel geforceerd, omdat het zoo gewel dig avontuurlijk is. Het avontuur dat ik nu ga vertellen speelde zich af op den 100 kilometer langen Gajoeweg, de belangrijke verkeersweg tusschen de betrekkelijk vlakke kuststrook en het hooge Gajoersche Bergland, een schakel tusschen twee verschillende be volkingsgroepen, verschillend in zeden en gewoonten, alsook in de taal. Het is vooral in Atjeh overbekend, dat de prachtige bergwereld, waar deze mooie weg door voert, zeer veel grof wild herbergt, en het is ondergeteekende ge weest, die de aandacht van een vertegen woordiger van Europeesche dierentuinen, o.a. ook Artis, op dit terrein gevestigd heeft, en hem persoonlijk bij een daar- wonenden Datoe, die een goed tijgerjager was, heeft geintroduceerd. Het resultaat was zeldzaam, want de Datoe wist niet slechts tijgers, doch ook beren, orang oetans, olifanten en zelfs een daar niet veronderstelde diersoort n.1. een soort gems te leveren. Natuurlijk ontbraken de zwarte en roode panters ook niet, doch vooral de tijger was een door hem gezocht wild, want ook al kon bedoelde vertegenwoor diger het aangeboden aantal levende tij gers niet alle plaatsen de Datoe wist het respectabele aantal van ruim 100 exem plaren te verschalken dan toch betaal de het gouvernement nog een belangrijke premie voor het dooden van deze gevaar lijke en schadelijke dieren. Rustig hebben de Datoe en ik wel eens gezamelijk op een oud kippenhok achter zijn huisje gezeten, deze dingen te bespreken ik verraste hem daar met zijn bekende oude geweer, hij was n.1. op jacht, want er was, zoo zeide hij, een tijger in de buurt terwijl den volgenden dag, toen ik terugkwam een prachtige tijger huid te drogen hing, die gisteren onder het hok verborgen zat, waar wij zoo rus tig op gezeten hadden. Inderdaad, had deze Datoe immers ge zegd, dat hij den tijger kon ruiken, en dit schijnt ook zoo te zijn, doch hij had mij nog gezegd dat Jan Rimau zoo noemde hij een tijger wel heel dicht bij .moest zijn, en vervolgde hij, „jammer dat u niet kunt wachten, want die heb ik wel direct te pakken." Maar dat Jan zoo dicht bij was, zoo dicht zelfs dat hij ons geheele ge sprek heeft kunnen afluisteren, dat had ik niet verwacht. Eenige weken daarna mijn werk zaamheden brachten het mee, dat ik daar elke maand langs moest zou mijn familie in gezelschap van de familie Roe- lofsen een poosje \acantie nemen in de heerlijk koele bergen van Atjehs hoogland, zoodat wij dezen weg langs moeten. Tus schen kilometer 28 en 32 voert deze hoogstromantische weg langs een steilen. bergwand, met rechts geweldige loodrechte rotswanden, en links ontzaggelijk diepe ravijnen, een echt terrein voor groote logge en ook oudere tijgers, die hier schijnbaar vrij gemakkelijk hun prooi kunnen be machtigen, tenminste dit gedeelte van dezen weg was hierdoor berucht. Het was echter in den vroegen morgen, zoodat wij op dit uur geen spoor van eenig wild hebben gezien, doch anders was het toen wij teruggingen en deze plaats om streeks half zes des avonds passeerden. Bij kilometer 33 was het, dat aan een onzer motoren wij waren met twee wa gens iets haperde, en ik besloot midden, op de brug een kleine herstelling te ver richten. Midden op een brug sta je het veiligst tegen onverwachte verrassingen, terwijl danig den draak gestoken werd met de komende avonturen, die wellicht toch zouden uitblijven, maar ditmaal werke lijkheid werden. Nauwelijks weer vertrokken en precies bij paal 32 juist om een scherpen bocht, zagen wij mijn vrouw zat naast mij een groot beest op een 50 meter voor ons, en de diepe schaduw der overhangende rotsmassa was oorzaak dat wij het beiden voor een jongen buffel aanzagen. Zoodra de buffel ons bemerkte ver sperde hij den weg door dwars hierover te gaan staan, en nu zagen wij op geen 20 meter afstand de prachtige strepen op de huid, het was een geweldige groote tijger. Een doordringend gebrul uit de wijdge opende bek van het monster bewees wel, dat hij ons bezoek maar half waardeerde. Wat nu, goede raad was duur, achteruit was een onmogelijkheid op dezen betrek kelijk smallen en zeer gevaarlijken weg, terwijl ik mijn oogen liever op H. M. woud bewoonstel hield, dan afgewend. Vooruit beteekende dat Jan Rimau wel 4 kilometer voor ons zou moeten blijven, omdat een uitweg links voor hem een zekeren dood in het diepe ravijn zou be- teekenen, en rechts de loodrechte rots wanden ook geen doortocht gaven, en zoo verkoos de koningin van het oerwoud het eerste en begon op een sukkeldrafje en af en toe enkele sprongen den 4 K.M. langen weg, terwijl wij hem op de hielen volgden. Echter vlak om een der zeer vele haaksche* bochten had hij wederom dwars op den weg halt gehouden, en ontving ons even vriendelijk als den eersten keer, n.1. met een door merg en ziel dringend gebrul, terwijl ik prompt per claxon antwoorde, waar hij kennelijk respect voor had, want direct vervolgde hij zijn weg. Dit her haalde zich eenige keeren terwijl de af stand tusschen ons zienderoogen minder werd, en dikwijls niet meer dan 5 meter bedroeg. Het was immers voor ons zaak het tempo wat te versnellen, want de Tropenduisternis begon reeds te vallen, en dat gaat snel zoo u weet, en dan was ik liever van dit gezelschap verlost. Plotseling echter, en nog wel op een recht gedeelte weg, versperde hij weder om onzen weg, doch zoo plotseling dat wij geen 2 meter van elkaar stonden. „Daar springt hij in", zei ik en dit zijn de eenige woorden die mijn vrouw en ik in dit avontuur gewisseld hebben met mijn hoofd een beweging makende naar een uitholling in den rotswand, doch des tijgers wegen zijn wondermoeilijk te berekenen, want het behaagde Zijne Majesteit niet zich hierin te verbergen, en wederom maakte hij aanstalten weg te loopen, en evenge- trouw volgden wij zijn voorbeeld, doch direct daarop een 20 meter verder- stonden wij wederom met een schok stil, want Harimau verkoos dit, door wederom den weg te versperren. Nu was echter de afstand zoo klein tusschen ons geworden, dat ik het geraden vond even terug te rijden, en het was of de tijger hierin een manouver zag of ik hem met een vaartje wellicht wilde attaqeeren, want de forsche uitdagende houding was opmerkelijk, en met een vervaarlijk gebrul dat tienvoudig door echos versterkt scheen, rilde het beest een ondeelbaar oogenbiik over het geheele lichaam, om direct met een reusachtigen sprong over den wagen heen in de schuin achter ons zijnde uit holling te springen. Ik behoef U niet te zeggen, dat wij deze gelegenheid benutten om wat extra gas te geven ,en dit avontuur dat ruim een kwartier geduurd heeft voor ons vol doende was. Opmerkelijk was vooral, dat de tijger in geen enkel opzicht den indruk maakte een sprong te willen gaan doen, temeer viel dit op, omdat algemeen de gedachte was, dat een tijger dezelfde aanstalten als een kat zou maken, doch niets hiervan, slechts de rilling of spiertrekking indien dit wellicht beter is ging aan den sprong vooraf. Tot zoover het verhaal van ons avontuur, en straks in den aanhef schreef ik dat ont moetingen met tijgers heusch niet tot de hooge uitzonderingen behooren, doch ik wil wel bekennen dat dergelijke bijna intieme verrassingen, nu ook weer niet alledaags zijn. Hiermede wil ik echter geenszins bewe ren dat de 80 der in Indië in steden wonende Europeanen ooit zulk een ont moeting hebben meegemaakt. O neen, hieronder zijn velen die Indië minder goed kennen dan onze landgenooten die eenige keeren het Koloniaal Instituut in. Amster dam bezocht hebben. uitsluitend a contant

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 9