Qemeentecaden
Rechtszaken
Onze JicdcHiiën
VRAAG EN AANBOD
EG MOND BINNEN
Denkt II er aan Uw
voor ZATERDAG
op te geven?
Alléén 2de handsch goederen.
35 cent per vijl regels,
derde blad.
ALKMAARSCHE COURANT VAN DONDERDAG 2 FEBRUARI 1939.
Dinsdag vergaderde de Raad.
De voorzitetr memoreerde de verjaardag
van prinses Beatrix.
Wat 't afgeloopen jaar betreft, constateerde
je voorzitter, dat de bevolking met 38
zielen is toegenomen, zoodat de gemeente
momenteel 2618 inwoners telt. Verbetering
in de toestand der werkloozen heeft het
afgeloopen jaar niet gebracht. De uitgaven
dienaangaande hebben in totaal 28923 be
dragen, waarvan 9839 aan steun; 7774
aan werkverschaffing; 5884 voor diepspit-
regeling aan kleine boeren en kleine tuin
ders en ingevolge de voor die categorieën
vastgestelde regelingen. Ook armenzorg
heeft een zwaar jaar achter de rug.
Aangaande de toeslagregeling op dok'
tersfonds wenschte spr. in geheime zitting
nog iets meer naar voren te brengen, ten
einde tot een betere regeling te geraken. De
noodlijdende gemeente heeft een bijdrage
noodig van ongeveer 6500. Spr. hoopt aan
't slot van zijn beschouwing, dat 1939 voor
de gemeente en de ingezetenen, een geze
gend jaar moge zijn.
De voorzitter deed hierna mededeeling,
dat mevr. Fischer en haar kinderen aan de
gemeente hebben aangeboden, het schrijf
bureau met bijbehooren en een boekenkast,
van hun overleden man en vader, in leven
gemeenet-arts te Egmond-binnen. De ge
schenken waren ruim 31 jaar geleden door
den overledene zelf gekocht en al dien tijd
door hem gebruikt, 't Waren stukken, waar
de overledene zeer aan gehecht was. Deze
sympathieke geste wordt door den Raad met
dankbaarheid aanvaard.
Tot wijziging van het ambtenaren-regle
ment werd besloten.
Hierna werd mededeeling gedaan, dat M.
H. Snoek, blijkens schrijven van den com
missaris der koningin, met ingang van 30
Januari j.1. tot gemeenteveldwachter dezer
gemeente is benoemd; en voorts dat het be
sluit tot goedkeuring der gemeente-begroo
ting dienstjaar 1939 is verdaagd; en wer
den, als laatste, aan den Raad de voorwaar
den voorgelezen, waaraan noodlijdende ge
meenten moeten voldoen.
De goedgekeurde diepspitregeling werd
zoomaar niet voor kennisgeving aangeno
men. Daar werd geruimen tijd door den Raad
diep op doorgespit. De voorzitter, zette
uiteen, dat met den nieuwen inspecteur van
de werkverschaffing deze materie thans ge
heel anders geregeld moest worden.
De heer v. d. Reep klaagde dat verschil
lende tuinders, die voorheen regelmatig
een diepspitter hadden, thans zijn over
geslagen. Zij komen derhalve niet op den
goedgekeurde staat voor, en staan dus mo
menteel buiten die regeling. Voorts infor
meerde hij of iemand, die tuinderssteun
ontvangt evengoed nog voor een spitter in
aanmerking kan komen. Aangaande het
eerste deelde de voorzitter mede, dat hij
opdracht heeft gegeven om alle tuinders,
die regelmatig een spitter hebben gehad,
langs te gaan. Uitzonderingen heeft hij dien
aangaande niet gemaakt. Wat 't tweede be
treft kunnen kleine tuinders evengoed een
spitter hebben. De kleine tuindersregeling
is nu zoo geworden, dat het meer dan ooit te
voren een steun aan 't bedrijf is geworden.
Zü, die, volgens de regelen der kunst
berekend, een netto inkomen hebben van
4 tot 5 en van 5 tot 6 en van 6 tot
7, ontvangen in 't vervolg (vanaf 1 Jan.
j.1.) respectievelijk 20 pCt., 50 pCt. en 80
pCt. steun in natura.
De raad heeft in zijn vorige vergadering
besloten buiten de regeling te laten, zij die
in de inkomstenbelastingen zijn aangeslagen
en zij, wier hoofdberoep' niet dat van tuinder
is. Indien een A-tuinder wordt genomen,
achtte spr. daartegen echter geen bezwaar
aanwezig. Dit wordt geheel anders, indien
men arbeiders gaat nemen.
De heer Simons vroeg, hoe 't standpunt is
ten aanzien van personen, die van een meer
welgestelden grondbezitter, grond in onder
buur heeft. Mogen die onderhuurders een
spitter hebben?
Wethouder de Waard is daar wel een
voorstander van.
De heer v. d. Reep zeide, dat de wel
gestelde grondbezitter op die manier een
veel betere bewerkten grond verkrijgt, en
derhalve uiteindelijk 't voordeel van de
diepspitregeling geniet, hetgeen die regeling
geenszins beoogt.
De voorzitter zette uiteen, dat de regeling
thans nog niet functionneert, omdat zoo
goed als alle goede grondwerkers bij 't vlieg
veld zy'n geplaatst.
Hoewel de diepspitregeling hoogere cul-
tureele waarde heeft dan de werkverschaf
fing in de Egm.-meer, kan daarmede toch
niet één, twee, drie beëindigd worden.
In overleg met den opzichter J. Rosing,
zal getracht worden, die werkzaamheden
aldaar op 't laatst van deze week stop te
zetten. Alsdan zullen 20 arbeiders voor de
diepspitregeling vrij komen.
De voorzitter zeide, dat in de voorwaar
den, waaronder de afwatering achter de
r.k. kerk te Egmond aan den Hoef zal
worden uitgevoerd, in goede omschrijving
zal worden opgenomen, dat de te graven
sloot perfect moet worden onderhoudén.
Wat de afwatering zelve betreft, er komt
een riool naar de Julianavaart.
Hierna deelde de voorzitter mede, dat
zoolang de o. 1. school alhier beneden de 50
leerplichtige kinderen telt, de instandhou
ding dier school telken jare opnieuw aan
Ded. Staten moet worden aangevraagd, en
wel telkenmale voor 1 Februari van 't jaar.
Hierna werd tot instandhouding der open-
bare lagere school besloten.
Ter sprake kwam de circulaire van den
minister van Sociale Zaken, aangaande de
bouw van woningwetwoningen voor groote
Sezinnen, waaronder worden verstaan die,
met méér dan 5 kinderen. De voorzitter
deelde mede, dat dienaangaande met de
woningbouwvereeniging alhier overleg is
gepleegd. De zaak is riskant.
De voorzitter zeide, dat de woningbouw-
Vereeniging wel gewone woningwetwoningen
wil plaatsen, en wel 4 te Egmond aan den
Hoef. Aangezien te Egmond-Binnen 't parti
culier initiatief in den woningnood aldaar
mogelijk zal voorzien, wordt eerst de mo
gelijkheid daarvan afgewacht. Indien 't par
ticulier initiatief niet mogelijk blijkt, zullen
aldus eveneenns 4 woningwetwoningen ge
plaatst worden.
Tenslotte werd besloten te Egmond-
Bmnen en te Egmond aan den Hoef, elk 2
groote woningen te bouwen, alsook in elk
2 gewone woningwetwoningen.
De machtiginng om aan te vragen den
nieuwen veldwachter als bode aangesteld te
rijgen, werd door den raad verleend, ter
wijl H. Houtenbos Mzn. als hooisteker werd
aangewezen.
Wat 't stoppen van de vuilnis aangaat,
deelde de voorzitter mede, dat Ab. Bommer
genegen is, dit op zijn land te laten ge
schieden, hetgeen inmiddels is geschied.
Weth. de Waard deelde mede, dat de gang
van zaken van thans veel geld kost. Weth.
Apeldoorn zag de bezuiniging langs een
anderen weg te verkrijgen. Hij wil den dijk
in orde maken, dan kan men daaroverheen
t land bereiken.
De heer Bommer heeft geklaagd, dat
momenteel iedereen de vlet met alle moge
lijken rommel volgooit, die hij liever niet op
zijn land gestort ziet.
De voorzitter zei, dat de vlet bij wijze
van proef voor 1 maand gehuurd is, en gaf
de toezegging, met den heer Bommer over
een en ander nader in overleg te zullen
treden.
De raad ging accoord met 't voorstel van
den burgemeester om den nieuwen veld
wachter de politiecursus te Alkmaar te laten
volgen, en staat 't daarvoor benoodigd be
drag aan contributie toe. Eveneens staat
men toe, dat genoemde veldwachter tele
fonisch wordt aangesloten, waarbij toe
zegging werd gedaan, dat de raadsleden
voor dienstzaken daarvan gratis gebruik
mogen maken.
De voorzitter wil die gratis-gebruik-
making zelfs uitbreiden tot alle gevallen
voor dringend gevaar.
Bij de rondvraag verzocht de heer Simons
den voorzitter om bij het P. T. T.-kantoor
te Alkmaar pogingen aan te wenden, om
gedaan te krijgen, dat de uren van open
stelling voor 't publiek voor de P. T. T.-
hulpstations alhier verzet te krijgen, zóó,
dat die kantoren dagelijks geopend zullen
zfjn van 89 uur; van 1)42 uur en van
4 5>j uur. De voorzitter gaf hierop zijn
toezegging.
Voorts verzocht de heer Simons of de op
legging van wachtweken aan werkloozen
niet zóódanig zou kunnen geschieden, dat
zij voor de werkloozen financieel 't minst
voelbaar wordt.
De voorzitter zeide, dat op dit punt soe
pelheid wordt betracht. De wachtweken
kunnen echter niet vervallen.
De heer v. Dam zag gaarne de grondslag
„paarden" voor de personeele belasting van
6 op 3 gebracht.
De voorzitter zeide, dat nu de gemeente
noodlijdend is, er beslist geen kijk op is, een
dergelijke verordening goedgekeurd te
krijgen.
De heer v. Dam vroeg voorts of een B- en
C-tuinder óók voor goedkoope levensmidde
len in aanmerking komt, waarop bevestigend
werd geantwoord.
De heer v. Duin zeide, dat 't proefwerk
bij v. d. Molen zeer slecht is. Hij waar
schuwde dan ook om in de toekomst derge
lijke wegdekken aan te leggen.
De voorzitter deelde mede, dat de zaak
hem bekend is. De sintels van de hoogovens,
gebruikt bij 't weggedeelte naar 't Jacht
huis, bevatten een bindmiddel, waardoor ze
vast-aaneen werden gehouden. Later heeft
men dat bindmiddel aan die sintels weten te
onttrekken, zoodat zij niet meer pakken.
Laatstgenoemde sintels zijn nu gebezigd bij
't proefvak bij v. d. Molen te Egmond-
binnen.
Wethouder de Waard meende dat voor
wegdekken een teerdek vooralsnog het
beste is.
IR. VAN DER LAAKEN CONTRA
IR. MUSSERT.
Gistermiddag werden voor den Utrecht-
schen kantonrechter mr. J. A. van der
Mersch de pleidooien gehouden in de civiele
procedure tusschen ir. van der Laaken, oud-
organisatieleider van de N.S.B. in Nederl.-
Indië en ir. Mussert, leider der N.S.B. in
Nederland.
Als organisatieleider had ir. van der
Laaken op een landdag in 1937 eenige min
der gewenschte verklaringen afgelegd,
welke de goedkeuring van de N.S.B. niet
konden verkrijgen en tot gevolg hadden, dat
de organisatieleider uit zijn functie werd
ontheven.
Deze leed door de handelwijze van de
N.S.B. groot financieel nadeel, waarvoor hij
ir. Mussert als leider der N.S.B. aansprake
lijk stelde.
De raadsman van ir. v. d. Laaken mr.
Boon uit den Haag achtte ir. Mussert
persoonlijk aansprakelijk. Volgens hem was
de vergoeding van 500 per maand als
propagandaleider in Ned.-Indië kennelijk
bedoeld als loon in den zin van de wet, dus
kon hier gesproken worden van een
arbeidsovereenkomst.
Bovendien deelde spreker mede, heeft ir.
van der Laaken op bevel van den leider in
Nederland zijn betrekking bij Volkerts Aan
nemingsmaatschappij moeten opzeggen,
waarvoor hij werd aangesproken en een be
langrijk bedrag als schadevergoeding moest
betalen. Pleiter was van oordeel, dat ook
voor dit bedrag de N.S.B. kon aangesproken
worden. Tenslotte wees spr. op de terugreis
naar Nederland, welke per vrachtboot moest
geschieden, daar de N.S.B. het geld voor
deze terugreis niet wenschte te betalen.
Pleiter oordeelde het volkomen billijk, dat
de minimum-eisch van ir. van der Laaken
1000 ofwel 2 maanden salaris alsnog aan
hem zouden worden uitgekeerd.
Mr. van Vessem te Utrecht pleitte voor ir.
Mussert. Hij was van oordeel, dat ir. van
der Laaken in Indië handelde in strijd met
de opdrachten, welke hij uit het moeder
land ontving.
Pleiter ontkende, dat ir. Mussert aan ir.
van der Laaken bevolen had ontslag te
nemen uit zijn particuliere betrekking. Wel
had hij hem verzocht hierover advies uit
te brengen. Bovendien genoot ir. van der
Laaken geen salaris, doch kreeg een toe'
lage, nadat hij zijn ontslag had genomen
bij de fa. Volkerts, om op deze wijzen zijn
gezinsonderhoud te voorzien, daar het pen
sioen, dat hij als gewezen gouvernements
ambtenaar ontving, daarvoor niet voldoende
was. Volgens pleiter kan de N.S.B. niet aan
sprakelijk worden gesteld voor de schade
vergoeding, welke door de firma Volkerts
werd geëischt.
De N.S.B. heeft volgens pleiter ir. van der
Laaken een bedrag van 2150 uitgekeerd
om de kosten te dekken van de terugreis
naar Nederland.
De kantonrechter bepaalde hierna de uit.
spraak op Maandag 27 Februari.
STEEKPENNINGEN.
Ambtenaar veroordeeld tot een jaar
gevangenisstraf.
Conform den eisch van den officier van
justitie veroordeelde de Amsterdamsche
rechtbank een geschorsten ambtenaar van
sociale zaken tot één jaar gevangenisstraf.
Als ambtenaar van maatschappelijken steun
had hij van een werklooze vrouw de belofte
aangenomen, dat zij hem 200 zou leenen,
wetende, dat die belofte hem werd gedaan
om hem te bewegen, in strijd met zijn
plicht niet aan te geven, dat de vrouw
eeig kapitaal bezat.
MISHANDELING VAN OUD-MINISTER
VAN SCHAIK.
„Dit is voor Arnold Meijer".
De man, die indertijd den oud-minister
van justitie mr. van Schaik op den open
baren weg een klap in het gelaat had ge
geven (met de toevoeging: „Dit is voor
Arnold Meijer") en die deswege door den
Haagschen politierechter tot zeven weken
gevangenisstraf werd veroordeeld, stond
gister in hooger beroep voor het Haagsche
gerechtshof terecht. Het was de Amster
damsche accountant B. H. M. B., die toe
vallig gister zijn verjaardag den 38sten
vierde.
Op de vraag van den president waarom
hij in hooger beroep was gekomen ant
woordde B., dat hij nooit bedoeld had, den
heer van Schaik te mishandelen en dat hij
zich geen „mishandeling" bewust was. De
klap was bedoeld als een soort van tuchti
ging of beleediging.
De president was het met deze opvatting
volstrekt oneens en herinnerde eraan, dat
B., drie of vier dagen in Den Haag had
vertoefd om op mr. van Schaik te loeren.
Er had geen getuige-verhoor plaats.
De advocaat-generaal achtte het gepleeg
de feit buitengewoon ergerlijk en wees er
op, dat B. reeds eerder werd veroordeeld,
namelijk dat hij tweemaal een geldboete
heeft gehad.
In verband hiermede vroeg spreker be
vestiging van het vonnis van den politie
rechter.
Verdachte pleitte voor zich een voor
waardelijke veroordeeling. Hij was inder
tijd langdurig werkloos, doch heeft thans
een vaste betrekking en vreest die te zul
len verliezen, indien de onvoorwaardelijke
straf zou worden gehandhaafd.
Uitspraak 15 Februari a.s.
WILDE AUTOBUSDIENSTEN.
Spoorwegen in het gelijk gesteld.
Bij vonnis van Maandag j.1. heeft de
arrondissementsrechtbank te Amsterdam
uitspraak gedaan in de procedures in de
hoofdzaak tegen de volgende ondernemers
van wilde autobusdiensten: S. en A. Tours,
Haarlem—Amsterdam en Amsterdam
Amersfoort; N. V. Avanti, Amsterdam-
Den Haag; Lindbergh touringscars N. V.,
AmsterdamArnhem, AmsterdamGro
ningen; N. V. autoverhuurcentrale, Am
sterdam—Den Haag; N. V. Royale, Am
sterdamUtrecht en N. V. Schouten (de
Zilvermeeuw) AmsterdamEindhoven.
Al deze vorderingen, strekkende tot scha
devergoeding en tot stopzetting van de
diensten zijn den Nederlandschen spoorwe
gen toegewezen.
VERKOOP VAN SLAAPMIDDELEN
GESTRAFT.
Tien drogisten veroordeeld.
Voor den kantonrechter mr. E. A. J.
Hartzfeld te Amsterdam hebben gister tien
drogisten terecht gestaan, verdacht van
overtreding van de wet op de artsenijbe-
reidkunst. Zij hebben n.1. in strijd met de
ze wet slaapmiddelen, zooals adalin, pyra-
midon, en veremon, verkocht. Zij gaven
toe, dat zij deze middelen wel hadden ver
kocht, maar niet als geneesmiddel.
De ambtenaar van het O. M. achtte het
bewijs geleverd, doch hij wilde er rekening
mee houden, dat de schuld grootendeels bij
den groothandelaar ligt, die, wetende, dat
de drogist per tube de geneesmiddelen
doorverkoopt, toch aan de drogisten levert.
Tegen den groothandel zelf kan niet wor
den opgetreden, want de wet verbiedt
slechts verkoop en detail. Daar staat weer
tegenover, dat de drogisten zich niets van
de bepalingen in de wet op dit gebied aan
trekken.
Spreker vorderde 15 boete tegen elk
der verdachten.
De kantonrechter wees onmiddellijk von
nis en veroordeelde tot 5 boete.
VERDUISTERINGSOEFENINGEN
GESABOTEERD.
Tot 25 gulden boete veroordeeld.
Tijdens de verduisteringsoefeningen ter
beveiliging tegen luchtgevaar, die in Octo-
ber j.1. in de gemeente Diemen gehouden
zijn, is door de politie tegen ongeveer der
tig personen proces-verbaal opgemaakt,
omdat zij zich, in strijd met de desbetref
fende gemeentelijke verordeningen, zonder
noodzaak tijdens de oefening op straat
hadden bevonden.
Gister stond de eerste van dit dertigtal
terecht voor den politierechter dr. N. Mul
ler te Amsterdam.
De officier van justitie eischte 25 boete
en de politierechter, die er in zijn vonnis
op wees, dat het van het hoogste belang is,
dat tijdens deze verduisteringsoefeningen de
hand wordt gehouden aan de voorschriften,
veroordeelde den verdachte conform de
zen eisch.
ONRECHTMATIG STEUNTREKKEN.
Tot 2 maanden veroordeeld.
De Haagsche politierechter heeft gister
een inwoner van Delft veroordeeld tot
twee maanden gevangenisstraf, conform
den eisch van den officier van justitie, wa
gens „valschheid in geschrifte". Verdachte
was steuntrekker en moest als zoodanig
elke week bij de steunadministratie in zijn
gemeente een briefje inleveren, waarop
eventueel genoten inkomsten dienen te zijn
vermeld. Doch deze verdachte had meermale
op die briefjes ingevuld dat hij geen ver
diensten had genoten. Volgens de tenlaste
legging had hij van Juli 1936 tot October
1938 ruim 1900 eigen inkomsten aldus vo:r
den steun verzwegen en op die wijze meer
dan 1200 onrechtmatig getrokken. Toen
evenwel de zaak uitkwam, heeft hy deze
gelden terugbetaald, maar de vervolging kon
hij niet meer tegenhouden.
OVER TIJGERS EN NOG WAT.
Een onzer lezers schrijft ons:
Onder bovenstaand hoofd las ik in enkele
bladen o.m. ook in dit blad over een
avontuur dat een familie uit Sianter heeft
beleefd, namelijk een ontmoeting met een
paar tijgers op den openbaren weg.
Sumatra is een groot land, zeer groot
zelfs, de afstanden zijn dientengevolge voor
onze landgenooten in het Moederland,
enorm, maar toch is Sumatra weer niet
zoo groot, dat de afstand SianterPrapat,
waar zich bovenbedoeld avontuur afspeel
de, 313 kilometer is, deze afstand is slechts
46 kilometer.
Het Indië van heden biedt gelukkig in
het betrekkelijk eentonig bestaan van velen
die op de buitenbezittingen wonen, nog
wel meerdere keeren de afwisseling van
een vermeldenswaardige belevenis.
Ontmoetingen met grof wild hiermede
bedoel ik olifanten en tijgers en ook wel
beren, doch niet de dagelijksche ontmoe'
tingen met wilde varkens en/of herten
komen zelfs nog vrij veel voor.
Weliswaar wordt hierover niet veel ge
sproken en nog minder geschreven, mis
schien wel omdat ten slotte deze avonturen
zich slechts bepalen tot een plotseling vis
a vis, waarbij het nog steeds een onopge
loste vraag is, aan welke zijde de schrik
het grootst is.
Meestal slaat bij de eene partij de schrik
om het hart, terwijl bij de andere de
schrik in de beenen slaat, met dien ver
stande dat de dieren zoo vlug zij kunnen,
beenen maken.
Het is immers een bekend feit dat, tijgers
vooral, een buitengewonen angst schijnen te
hebben voor een Europeaan, of misschien
wel voor zijn doorgaans witte of lichte
kleeding. Het zal dan ook wel opgevallen
zijn dat men- nooit van een tijgeraanslag
op een Europeaan hoort.
Zelf heb ik meerdere malen een derge
lijke ontmoeting gehad, en wat misschien
meer zegt, wij hebben die ontmoetingen
zelfs wel geforceerd, omdat het zoo gewel
dig avontuurlijk is.
Het avontuur dat ik nu ga vertellen
speelde zich af op den 100 kilometer langen
Gajoeweg, de belangrijke verkeersweg
tusschen de betrekkelijk vlakke kuststrook
en het hooge Gajoersche Bergland, een
schakel tusschen twee verschillende be
volkingsgroepen, verschillend in zeden en
gewoonten, alsook in de taal.
Het is vooral in Atjeh overbekend,
dat de prachtige bergwereld, waar deze
mooie weg door voert, zeer veel grof wild
herbergt, en het is ondergeteekende ge
weest, die de aandacht van een vertegen
woordiger van Europeesche dierentuinen,
o.a. ook Artis, op dit terrein gevestigd
heeft, en hem persoonlijk bij een daar-
wonenden Datoe, die een goed tijgerjager
was, heeft geintroduceerd. Het resultaat
was zeldzaam, want de Datoe wist niet
slechts tijgers, doch ook beren, orang
oetans, olifanten en zelfs een daar niet
veronderstelde diersoort n.1. een soort
gems te leveren.
Natuurlijk ontbraken de zwarte en
roode panters ook niet, doch vooral de
tijger was een door hem gezocht wild,
want ook al kon bedoelde vertegenwoor
diger het aangeboden aantal levende tij
gers niet alle plaatsen de Datoe wist het
respectabele aantal van ruim 100 exem
plaren te verschalken dan toch betaal
de het gouvernement nog een belangrijke
premie voor het dooden van deze gevaar
lijke en schadelijke dieren.
Rustig hebben de Datoe en ik wel
eens gezamelijk op een oud kippenhok
achter zijn huisje gezeten, deze dingen te
bespreken ik verraste hem daar met
zijn bekende oude geweer, hij was n.1. op
jacht, want er was, zoo zeide hij, een tijger
in de buurt terwijl den volgenden dag,
toen ik terugkwam een prachtige tijger
huid te drogen hing, die gisteren onder
het hok verborgen zat, waar wij zoo rus
tig op gezeten hadden.
Inderdaad, had deze Datoe immers ge
zegd, dat hij den tijger kon ruiken, en dit
schijnt ook zoo te zijn, doch hij had mij
nog gezegd dat Jan Rimau zoo noemde
hij een tijger wel heel dicht bij .moest
zijn, en vervolgde hij, „jammer dat u niet
kunt wachten, want die heb ik wel direct
te pakken." Maar dat Jan zoo dicht bij
was, zoo dicht zelfs dat hij ons geheele ge
sprek heeft kunnen afluisteren, dat had
ik niet verwacht.
Eenige weken daarna mijn werk
zaamheden brachten het mee, dat ik daar
elke maand langs moest zou mijn
familie in gezelschap van de familie Roe-
lofsen een poosje \acantie nemen in de
heerlijk koele bergen van Atjehs hoogland,
zoodat wij dezen weg langs moeten. Tus
schen kilometer 28 en 32 voert deze
hoogstromantische weg langs een steilen.
bergwand, met rechts geweldige loodrechte
rotswanden, en links ontzaggelijk diepe
ravijnen, een echt terrein voor groote logge
en ook oudere tijgers, die hier schijnbaar
vrij gemakkelijk hun prooi kunnen be
machtigen, tenminste dit gedeelte van
dezen weg was hierdoor berucht.
Het was echter in den vroegen morgen,
zoodat wij op dit uur geen spoor van eenig
wild hebben gezien, doch anders was het
toen wij teruggingen en deze plaats om
streeks half zes des avonds passeerden.
Bij kilometer 33 was het, dat aan een
onzer motoren wij waren met twee wa
gens iets haperde, en ik besloot midden,
op de brug een kleine herstelling te ver
richten. Midden op een brug sta je het
veiligst tegen onverwachte verrassingen,
terwijl danig den draak gestoken werd met
de komende avonturen, die wellicht toch
zouden uitblijven, maar ditmaal werke
lijkheid werden.
Nauwelijks weer vertrokken en precies
bij paal 32 juist om een scherpen bocht,
zagen wij mijn vrouw zat naast mij
een groot beest op een 50 meter voor ons,
en de diepe schaduw der overhangende
rotsmassa was oorzaak dat wij het beiden
voor een jongen buffel aanzagen.
Zoodra de buffel ons bemerkte ver
sperde hij den weg door dwars hierover
te gaan staan, en nu zagen wij op geen
20 meter afstand de prachtige strepen
op de huid, het was een geweldige groote
tijger.
Een doordringend gebrul uit de wijdge
opende bek van het monster bewees wel,
dat hij ons bezoek maar half waardeerde.
Wat nu, goede raad was duur, achteruit
was een onmogelijkheid op dezen betrek
kelijk smallen en zeer gevaarlijken weg,
terwijl ik mijn oogen liever op H. M.
woud bewoonstel hield, dan afgewend.
Vooruit beteekende dat Jan Rimau wel
4 kilometer voor ons zou moeten blijven,
omdat een uitweg links voor hem een
zekeren dood in het diepe ravijn zou be-
teekenen, en rechts de loodrechte rots
wanden ook geen doortocht gaven, en zoo
verkoos de koningin van het oerwoud het
eerste en begon op een sukkeldrafje en af
en toe enkele sprongen den 4 K.M. langen
weg, terwijl wij hem op de hielen volgden.
Echter vlak om een der zeer vele haaksche*
bochten had hij wederom dwars op den
weg halt gehouden, en ontving ons even
vriendelijk als den eersten keer, n.1. met
een door merg en ziel dringend gebrul,
terwijl ik prompt per claxon antwoorde,
waar hij kennelijk respect voor had, want
direct vervolgde hij zijn weg. Dit her
haalde zich eenige keeren terwijl de af
stand tusschen ons zienderoogen minder
werd, en dikwijls niet meer dan 5 meter
bedroeg. Het was immers voor ons zaak
het tempo wat te versnellen, want de
Tropenduisternis begon reeds te vallen, en
dat gaat snel zoo u weet, en dan was ik
liever van dit gezelschap verlost.
Plotseling echter, en nog wel op een
recht gedeelte weg, versperde hij weder
om onzen weg, doch zoo plotseling dat wij
geen 2 meter van elkaar stonden.
„Daar springt hij in", zei ik en dit zijn
de eenige woorden die mijn vrouw en ik in
dit avontuur gewisseld hebben met mijn
hoofd een beweging makende naar een
uitholling in den rotswand, doch des tijgers
wegen zijn wondermoeilijk te berekenen,
want het behaagde Zijne Majesteit niet zich
hierin te verbergen, en wederom maakte
hij aanstalten weg te loopen, en evenge-
trouw volgden wij zijn voorbeeld, doch
direct daarop een 20 meter verder-
stonden wij wederom met een schok stil,
want Harimau verkoos dit, door wederom
den weg te versperren.
Nu was echter de afstand zoo klein
tusschen ons geworden, dat ik het geraden
vond even terug te rijden, en het was of de
tijger hierin een manouver zag of ik hem
met een vaartje wellicht wilde attaqeeren,
want de forsche uitdagende houding was
opmerkelijk, en met een vervaarlijk gebrul
dat tienvoudig door echos versterkt scheen,
rilde het beest een ondeelbaar oogenbiik
over het geheele lichaam, om direct met
een reusachtigen sprong over den wagen
heen in de schuin achter ons zijnde uit
holling te springen.
Ik behoef U niet te zeggen, dat wij deze
gelegenheid benutten om wat extra gas te
geven ,en dit avontuur dat ruim een
kwartier geduurd heeft voor ons vol
doende was.
Opmerkelijk was vooral, dat de tijger
in geen enkel opzicht den indruk maakte
een sprong te willen gaan doen, temeer
viel dit op, omdat algemeen de gedachte
was, dat een tijger dezelfde aanstalten als
een kat zou maken, doch niets hiervan,
slechts de rilling of spiertrekking indien
dit wellicht beter is ging aan den
sprong vooraf.
Tot zoover het verhaal van ons avontuur,
en straks in den aanhef schreef ik dat ont
moetingen met tijgers heusch niet tot de
hooge uitzonderingen behooren, doch ik
wil wel bekennen dat dergelijke bijna
intieme verrassingen, nu ook weer niet
alledaags zijn.
Hiermede wil ik echter geenszins bewe
ren dat de 80 der in Indië in steden
wonende Europeanen ooit zulk een ont
moeting hebben meegemaakt. O neen,
hieronder zijn velen die Indië minder goed
kennen dan onze landgenooten die eenige
keeren het Koloniaal Instituut in. Amster
dam bezocht hebben.
uitsluitend a contant