DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. PAUS PIUS XI HEDENNACHT OVERLEDEN. No. 35 Dit nummer bestaat uit vier bladen. 141e Jaargang Z. H. Paus Pius XI is hedennacht om 4.51 uur Nederlandschen tijd overleden. Hij bereikte den leeftijd van 81 jaar. De kardinalen zullen 28 Februari in een con clave bijeenkomen, om den nieuwen Paus te kiezen. De laatste oogenblikken. Dr. Fr. Müller uit zijn ambt ontzet. „De paus is waarlijk dood". Plechtig protocol. De algemeene toestand. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Directeur: C. KRAK. Vrijdag 10 Februari 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. De paus, die eergisteren 'n oogenschijnlijk onbeteekenenden aanval van griep kreeg, was gistermorgen al b\jna weer hersteld van deze lichte ongesteldheid. In den middag kreeg de patiënt een nieuwen aanval en het zwakke lichaam van den paus was daar niet tegen bestand: de paus viel in zwijm. In den loop van den middag kreeg de patiënt tot twee keer toe een hartaanval, welke van een zoodanig karakter waren, dat de paus gisteravond niet kon spreken. Hoewel de toestand toen ernstig werd, achtten de aanwezige geneesheeren nog geen dirëct levensgevaar aanwezig. Wel hadden zij de naaste familie leden om het ziekbed geroepen, maar zij oordeelden het zelfs niet noodig, om bulletins uit te geven. Toen echter in den loop van den avond de paus een nieuwen hartaanval kreeg, begon men het ergste te vreezen. Inderdaad ging het toen zeer snel. In den vroegen morgen kwam het einde. Tot het laatste oogenblik bleef de paus helder van geest en aan de be weging van zijn lippen was te zien, dat hij de gebeden volgde van hen, die om het ziekbed geschaard stonden. Alvorens den laatsten zucht te geven, maakte hij een gebaar, alsof hij zijn omstanders wilde zegenen. Toen de dood intrad, was zijn gelaat bleek, maar met zeer zuiver en verheven trekken. In het Vaticaan is afgekondigd, dat een volkomen stilzwijgen in acht genomen moet worden. De poorten van Vaticaan stad zijn gesloten. Alle vreemdelingen hebben de omgeving van het Vaticaan moeten verlaten. Het bestuur over de kerkelijke zaken is thans in handen van den kardinaal-secretaris mgr. Pacelli, en van een commissie van kerkelijke hoog waardigheidsbekleders, die door den paus kort voor zijn dood benoemd waren. Twee wachters met den getrokken sabel naar den grond gericht staan voor de deur van de sterfkamer. Kort na het overlijden werden de veertig in Rome aanwezige kardinalen tot de sterfkamer toegelaten, waar zij één voor één neerknielden en den H. Vader de hand kusten. De prefect der ceremoniën, mgr. Respighi, kleedde den paus daarop in zijn ponti ficaal gewaad. Het balsemen van het stof felijk overschot zal eenigen tijd in beslag nemen, en waarschijnlijk zal het twee dagen duren alvorens het publiek in de Sint Pieter den paus zijn eerbied kan be- toonen. UIT HET LEVEN VAN DEN PAUS. In Desio, een stadje tusschen Milaan en de Lombardische vlakte, was Fraucesco Ratti directeur van een kleine weverij, toen hem zijn vrouw heresia den 31sten Mei 1857 den vierden zoon schonk, die daags daarna bij het doopsel de namen Ambrosius Damianus Achilles ontving. In het stadje Desio ontving Achilles Ratti zijn eerste onderwijs op de dorpsschool, waar een eerbiedwaardige priester Giuseppe Vo- lontieri de lessen leidde, terwijl tijdens de vacanties op den kleinen Achilles een groote invloed ten goede uitging van zijn heeroom, Don Damiano Ratti, die in het naburige Asso pastoor was en bij wien hij zijn zomervacan- ties mocht doorbrengen. Op tienjarigen leeftijd bezorgde zijn oom hem een plaats op het seminarie van S. Pie- tro Martire in Milaan, waar hij een der beste leerlingen was. In 1879 zette hij zijn priesterstudies voort aan het Lombardisch college te Rome, waar hij op 20 Dec. 1879 in de St. Janskathe draal de priesterwijding ontving en daags daarna in de Lombardische kerk, San Carlo al Corso, zijn eerste H. Mis opdroeg De geleerde. In den loop van 1882 bekroonde hij zijne studies te Rome, eerst met een doctoraat in de theologie, daarna in het kerkelijk recht en tenslotte in de philosophie. Reeds ditzelfde jaar werd de jonge priester aan het St. Petrus-seminarie te Milaan aan gesteld als professor in de gewijde welspre kendheid en dogmatiek, terwijl hem ook de geestelijke zorg voor de zusters van het Ce- nakel aldaar als rector werd opgedragen. Paus Pius XI Gelijktijdig met de geestelijke verzorging dezer zusters gaat zijn zielzorg uit naar de eenvoudige volkskinderen, die hij catechis- muslessen geeft en voorbereidt op de eerste H. communie, terwijl hij een cursus van aan vullend catechismusonderricht opent voor jonge meisjes en een genootschap Sticht van katholieke onderwijzeressen met het doel, het catechismusonderricht onder de jeugd te verspreiden. In 1888 komt aan de wereldberoemde bi bliotheek van Milaan, de Ambrosiana, een post van bibliothecaris vrij. Ratti solliciteert en wordt benoemd. In deze functie blijft hij 19 jaren werkzaam, totdat in 1907 zijn be noeming volgt als prefect der Ambrosiana. - In deze periode van zijn leven ligt zijn groote werkzaamheid als geleerde. Behalve zijn talrijke publicaties op geschiedkundig terrein valt in dezen tijd ook zijn werk zaamheid van de geheele reorganisatie der bibliotheek, zijn lidmaatschap van talrijke geschiedkundige vereenigingen, zijn weten schappelijke reizen naar Duitschland, Oos tenrijk, Frankrijk, Engeland en Spanje. Nuntius en aartsbisschop. Kort voor het einde van dpn Europeeschen oorlog komt er een verrassende wending in het leven van den geleerden priester, die inmiddels in Sept. 1914 prefect der Vaticana was geworden. Hij krijgt een diplomatieke zending naar Polen te vervullen. Reeds in den zomer van 1918 begint hij daar zijn uiterst moeilijk en delicaat werK, maar zoozeer tot aller tevredenheid, dat hij j het jaar daarna, als het inmiddels zelfstan dig geworden Polen om een blijvenden ver tegenwoordiger van het Vatikaan in War schau vraagt, den 19en Juli 1919 tot pause lijk nuntius in Polen wordt benoemd. Den 28en Oct. volgt zijn bisschopswijding te Warschau. In Februari 1921 sterft de aartsbis schop van MilaanEn reeds zijn de dagen van de diplomatieke loopbaan van mgr. Ratti geteld. Want bij paus Benedictus XV staat het aanstonds vast, dat zijn nuntius in Polen den vacanten zetel van Milaan moet gaan bezetten, en hij zegt tot zijnen staatssecretaris: „Gij zult mij een nieuwen nuntius voor War schau moeten zoeken, want mgr. Ratti bestem ik voor Milaan". Zoo gebeurde ook in het consistorie van 13 Juni 1921, waarin tevens Ratti tot kardinaal werd verheven. Als voorbereiding op de zware taak trekt kardinaal Ratti zich eenigen tijd in afzonde ring terug en wordt den 8en September plechtig ingehaald door de hoogste autoritei ten van het aartsbisdom en de regeering. In zijn toespraak wijst hij duidelijk op de won- deplek in het Italiaansche politieke leven: dat juist dit land zich van het opperhoofd der katholieke kerk verwijderd houdt door het voortbestaan der z.g. Romeinsche kwes tie, die hij eenmaal zou oplossen in samen werking met Mussolini, die eenige maanden tevoren in 1921 merkwaardig samentref fen als parlementslid de regeering waar schuwde den wereldinvloed van het Vati kaan niet over het hoofd te zien Met een zelfden ijver, tact, ernst, kalmte, stelselmatigheid, die hij ook in zijn vorige functies getoond had, begon hij zijn uitge breid arbeidsveld te verkennen en te bewer ken. De paus. Maar ook hier mocht inj nauwelijks zijn arbeid beginnen. Reeds in Jan. 1922 sterft paus Benedictus XV en begin Februari reist kardinaal Ratti naar Rome ter vervulling van zijn stemplicht in het Conclaaf, dat 2 Februari begint. Den 3en Februari begint de stemming en den 6en Februari, na de 14e stemming, is kardinaal Ratti tot paus geko zen. Op de vraag van den kardinaal-voor zitter, welken naam hij wenscht te voeren, is het weldoordachte antwoord: ■V.' Onder het pontificaat van Pius IX zette ik mijn eerste schreden op mijn priesterlijke loopbaan, onder Pius X een naam van vrede: wijl ik mijn krachten wil wijden aan de pacificatie der wereld, waaraan mijn voorganger Benedictus XV zich geheel gegeven heeft, kies ik den naam Pius. Na eenige oogenblikken liet hij er krachtig op volgen: Ik verklaar plech tig voor de leden van het kardinalen college, dat ik alle rechten der kerk en van den H. Stoel zal verdedigen; maar na deze verklaring wensch ik ook mijn eersten zegen, als onderpand voor den vrede der menschheid, te schenken niet alleen aan Rome en Italië, maar aan heel de wereld: Ik zal hem geven vanaf het buitenbalcon van Sint Pieter. Sedert 1870 was dit niet meer gebeurd. Er sprak een geest van verzoening uit ten op zichte van den Italiaanschen staat; maar te vens was deze eerste ambtshandeling van den nieuwen paus een bewijs van doordach te zelfstandigheid in het nemen van beslis singen: een zelfstandigheid, die hem in alle beslissingen van zijn verheven ambt zou bij blijven. Zijn pontificaat valt in een periode der wereldgeschiedenis, waarin de menschheid geheel ontwricht schijnt. Met een breeden blik heeft hij de nooden van den tijd overzien; en hij vat de oplos sing van dat probleem samen in de groot- sche gedachte, welke in zijn eersten wereld zendbrief (encycliek Ubi Arcano van 23 Dec. 1922) tot uiting komt en zijn verdere werkzaamheid steeds beheerscht: Pax Christi in Regno Christi (de vrede van Christus in het rijk van Christus). Voor den opbouw der christelijke familie verschijnt in 1930 de encycliek „Casti Con- nubii", terwijl in de encycliek „Quadrage- simo Anno" van 1931 de grondlijnen worden gegeven voor een economischen, socialen en staatkundigen heropbouw der maatschappij. Zijn aandacht gaat evenwel niet alleen uit naar eigen kring. In 1926 verschijnt de encycliek „Rerum Ecclesiae", die we als de grondwet voor de verdere ontwikkeling der missie activiteit kunnen beschouwen. In hetzelfde jaar komt reeds een groote gedachte, in genoemde missie-encycliek neergelegd, dat n.L de kerk in de missielan den steeds meer zelfstandig zal moeten wor den en, waar mogelijk, moet worden toever trouwd aan de inlandsche geestelijkheid ter plaatse, tot uitvoer: de paus wijdt in 1926 de eerste zes Chineesche bisschoppen, in 1927 den eersten Japanschen, in 1930 den eerstenEthiopischen en in 1933 den eersten Annamitischen, terwijl ieder jaar opnieuw talrijke gebieden, die eerst aan de buiten- landsche missionnarissen waren toever trouwd, aan de inlandsche geestelijkheid overgaan. Het verlangen naar vrede komt wel dui delijk tot uitdrukking in hetgeen de paus deed voor de arme vervolgde Armeniërs, de hulpactie voor het verhongerde Rusland, die evenwel door tegenwerking moest ge staakt worden, en den steun aan het zwaar geteisterde Smyrna en Palestina enz., de vre desboodschappen aan de conferentie van Genua en aan de strijdende landen Para guay en Bolivia in 1928. De belangstelling, welke paus Pius XI steeds toonde voor een opbloei van weten schappelijk leven, blijkt uit zijn onvermoeid werken voor een hooger niveau der oplei ding van geestelijken en leeken, uit de op richting van katholieke universiteiten (Mi laan, Nijmegen, Oostenrijk, Spanje, Litauen), terwijl speciaal voor de geestelijken in Ro me nieuwe studiecentra werden gevormd (Gregoriana) en door het schrijven „Deus scientiarum Dominus" van 1931 een nieuwe regeling der pauselijke universiteiten tot stand kwam. Dr. Friedrich Müller, voorzitter van de Voorloopige synode van de Confessioneele Kerk is heden van zijn ambt vervallen verklaard als gevolg van een disciplinair onderzoek dat door den kerkeraad tegen hem is begonnen op instigatie van den mi nister voor Kerkelijke zaken dr. Kerrl. Ds Müller wordt ten laste gelegd dat hij den kansel zou hebben misbruikt voor politieke doeleinden. In September hield hij een speciale intercessie om te bidden voor den vrede en dat wordt beschouwd als een handeling tegen het staatsbelang. In de pers is geschreven dat dit eigenlijk hoogverraad was. Hetzelfde onderzoek zal worden ingesteld tegen twee andere voor aanstaande personen in de belijdenisbewe ging ds. Böhmer en Alberts. Onlangs zijn reeds predikanten in Oost-Pruisen om dezelfde reden uit hun ambt ontzet. De paus heeft den laatsten adem uit geblazen een sluier van witte zijde bedekt zijn gelaat. In de sterfkamer worden de gebeden der stervenden ge beden. Kardinaa 1 Pacelli heeft het overlijden van den Heiligen Vader officieel vastgesteld. Hij naderde het doodsbed van den paus, waarvan het gelaat werd onthuld. Driemaal riep de kardinaal den overledene bij zijn naam en telkens stiet hij met een kleinen zilveren hamer tegen zijn slaap. Ver volgens richtte hij zich tot de aan wezigen en riep uit: „De paus is waar lijk dood". Daarna knielde hij neer, om het „De Profundis" voor te bidden. Vervolgens overhandigde een kamerheer aan kardinaal Pacelli den visschersring en het wapen van den paus. De staatssecreta ris maakte vervolgens een acte op van het overlijden en van de overhandiging van den ring en las deze aan alle aanwezigen voor. Daarna verliet hij de sterfkamer, waar alleen eenige geestelijken in gebed ver zonken, achterbleven. Kardinaal Pacelli begaf zich vervolgens naar een zijkamer, waar hij zich ontdeed van de schouder mantel, welke hij tot dusver droeg, hiermede te kennen gevende, dat hij het bestuur der kerk ad interim op zich nam. De kardinaal teekende de acte van overlijden en gaf bevel den zwaren klok van de St. Pieter te luiden om den geloovigen mededeeling te doen van het overlijden van den paus. Daarna trad hij de zaal der congregaties binnen, waar hij zijn verdere orders gaf. Op het luiden der zware klokken der St. Pieter namen alle kerken van Rome het luiden over. De St. Pieter begon te luiden om 06.45 uur. „De paus der verzoening". Aan een der ramen van het Vaticaan ver scheen weldra de eerste vlag halfstok. De Romeinsche bladen vermeldden den dood onder enorme koppen in extra-edities. De „Messagero", die ruim drie pagina's wijdt aan de levensbeschrijving van den paus, schrijft: „Het christendom is in rouw". Het blad noemt Pius de elfde „den paus der ver zoening". De laatste nacht. In een uitvoerige beschrijving over de ziekte en den dood van paus Pius XI schrijft het agentschap Stefani o.a.: Vannacht tegen 4 uur werd de paus door een nieuwe crisis overvallen, die zijn om geving het ergste deed vreezen. Dr. Rocchi, die sinds gisteravond de ziekenkamer niet verlaten had, begaf zich toen per auto naar professor Milani, die, hoewel zelf ziek, zich terstond naar het ziekbed begaf. Zijn po gingen mochten echter niet meer baten. De toestand van Pius XI werd steeds slechter en na de laatste H. H. sacramenten te heb ben ontvangen uit handen van mgr. Dero- manis, stierf hij. Aan het sterfbed bevonden zich kardinaal Pacelli, alsmede de vice- staatssecretaris, mgr. Montini en de neef van den paus, graaf Ratti, die allen geknield en in gebed waren verzonken. De ambassadeur van Italië bij den H. Stoel heeft zich naar het Vaticaan begeven om de condoleantiebetuigingen van de fas cistische regeering over te brengert. Strenge maatregelen zijn genomen, dat niemand het Vaticaan binnenkomt. Zie verder Buitenland pag. 3, 2e blad. Italië en hei Fransch- Britsche bondgenoot schap. De Italiaansche pers houdt zich het spreekt eigenlijk vanzelf voornamelijk bezig met de as LondenParijs! De verklaring van Chamberlain, waarin de Britsche premier zeer duidelijk verklaarde, dat Frankrijk op Engeland kan rekenen, heeft de Italiaansche bladen wakker ge schud. Zoo publiceert de Telegrafo, het orgaan van de familie Ciano, een door Giovanni Ansaldo onderteekend artikel, waarin met name wordt verklaard: „Dat een Fransch Britsche solidariteit bestaat, hebben wij nimmer betwijfeld en nimmer hebben wij bij onze commentaren deze werkelijkheid uit het oog verloren. Wij willen daar nog aan toevoegen, dat om zoo te zeggen een FranschEngelschAmerikaansche cclida- riteit in de lucht hangt, een beetje vaag en rekbaar, doch eveneens bereid in aftie te komen, indien zich zekere omstandigheden zouden voordoen. De mogelijkheid van een as ParijsLondenWashington leidt niet tot de gedachte, dat wij, Italianen, onze na tuurlijke aanspraken zouden moeten opge ven, zooals men na een feest vlaggen in haalt". Volgens Ansaldo zou deze as een coalitie zijn van rijke volken, groote bezitters en renteniers die de uitsluiting wenschen van Duitschers, Italianen en Japanneezen bij de deelneming aan de rijkdommen der wereld, d.w.z. „de verdediging tot het uiterste van het op kracht gebaseerde onrecht". Ansaldo verklaart tenslotte: Wij weten niet hoe deze plutocratische as, wanneer zij gevormd wordt, zal worden gebroken, maar wij weten zeer zeker, dat wanneer zij zich vormt, zij gebroken zal worden. De diplomatieke redacteur van het agent schap Stefani schrijft naar aanleiding van het FranschBritsche bondgenootschap, dat dit bondgenootschap geen nieuwigheid is, want het werd regelmatig vastgelegd in de verplichtingen, die naar de bedoelingen van Londen en Parijs in de plaats moesten ko men van het Locarnopact. Deze verplichtingen zijn bekend sedert de onderteekening, d.w.z. sinds ongeveer drie jaar. Zij werden door Chamberlain be vestigd tijdens zijn reis naar Rome en ook in officieele verklaringen in het Britsche parlement. Er was dus geen enkele verras sing, noch in Italië, noch elders over die recente bevestigingen. Dit bondgenootschap doet zich in zijn oorspronkelijken geest en in zijn welbekende bewoordingen voor als van defensieven aard, hetgeen zou kunnen worden bevestigd door de er na komende EngelschItaliaansche overeenkomsten, en door de Fransch-Duitsche verklaring, even als de genoemde officieuze Italiaansche aanteekening. „Intusschen zijn elementen, die duidelijk gunstig staan tegenover een preventieven oorlog niet afwezig in den boezem der de moplutocratieën. Zelfs beweerde dezer da gen een Parijsch blad, dat Engeland en Frankrijk er belang bij hebben om 'en tijd voor het overgaan tot een aanval op Duitschland en Italië te verhaasten, voordat deze beide mogendheden van de spil haar bewapeningen zouden hebben verstrekt. Men zegt, dat deze oorlogszuchtige propa ganda wordt gevoed door Joodsche finan ciers. Hoe dit ook zij, het zou stoutmoedig zijn de mogelijkheid uit te sluiten, dat ex tremistische stroom ingen eens öe over hand zouden krijgen, aan den anderen kant nemen de dementis van Roosevelt niets weg van de realiteit der Amerikaansche leveranties aan Frankrijk. Op het oogenblik staan wij dus tegenover een militair bondgenootschap van twee en een plutocratisch-industrieele solidariteit van drie. Bovendien mag men Rusland niet vergeten voor wat dit waard kan zijn bui ten zijn grenzen van militair standpunt ge zien. De mogendheden tegen welke de be wapeningen en de voorzieningen voor een conflict gericht zijn, zijn duidelijk geïdenti ficeerd: het nationaal-socialistische Duitsch land, het fascistische Italië en Japan, drie naties, die rechtvaardigheid eischen. De eer ste verantwoordelijkheden voor deze ver deeling van Europa en de wereld in twee kampen kunnen niet gelegd worden op de jonge naties. Italië houdt noodzakelijker wijze rekening met de werkelijkheid, die geschapen is door de onrechtvaardigheden van Versailles en de onbillijkheden van Genève, terwijl het bij gevolg een vredes politiek blijft voeren versnelt en vervol maakt het zijn militaire voorbereiding".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1