fxittd: en Juin&ouw Financieel Overzicht. DERDE BLAD. 2. op haar hoede te zijn. In de rest van zijn rede beijverde hij zich aan te toonen, dat de financieele politiek der regeering in niets zich onderscheidt van de „gewone" ko loniale uitbuitingsmethoden; het is niet anders dan leegpompen wat er in Indië gebeurt. Hem was het gepraat der anderen over de financiën veel te „zoetsappig" geweest. Ook als er critiek was geweest en zeer zeker mocht dat bij den heer Wage naar (a.r.), die daags te voren het woord had gevoerd, het geval heeten. Maar met diens uitermate voorzichtige financieele politiek, die als der huismoeder zou moe ten zijn, konden de heeren Teulings (r.k.), Joekes (v.d.) en van Gelderen (s.d.) niet instemmen. Deze heeren zagen, den toe stand met een gematigd optimisme in, dat evenwel ook niet door den heer Rutgers van Rozenburg kon worden gedeeld, al was deze ook weer niet zoo somber als de be grootingsspecialist der a.r. In het bijzon der de heeren Teulings en van Gelderen gingen den heer Wagenaar met het zware geschut van cijfers en statistieken te lijf om te betoogen, dat het financieele beleid niet ongezond was en dat een niet te enge leeningspolitiek in het belang van het be houd en de versterking van de volkskracht zou zijn. In prof. van Gelderen vond de heer van Poll (r.k.) echter een tegenvoeter wat zijn innige economische samenwer king betreft, welke volgens den Neder- landschen man van de rubber-restrictie (de heer van Gelderen was ook adviseur van dr. Colijn!) haar grenzen heeft en beheerscht wordt door het internationale handelsverkeer. Mr. Joekes pleitte ook nog voor waak zaamheid ten aanzien van de n.s.b. in Indië over Nederland moge overdreven ser.onderscheid voor Indië zeer gevaarlijk moet worden geacht. De ontstemming in Indië over Nederland moge- overdreven zijn, de regeering zal toch goed doen de oorzaken daarvan terdege na te speuren en na te gaan of propaganda tegen het parlementarisme, die van zekere zijde wordt gevoerd, daarmede niet iets te maken heeft. De heer Wagenaar, die (evenais andere leden) op den zwaren last van salarissen en pensioenen had gewezen en verlaging van pensioen na het 65ste jaar had bepleit, kreeg den heer Joekes voor dit denkbeeld niet mede. Deze en de heer van Sleen (s.d.) zouden het liever zoeken in een verder gaande ver-inheemsching van het corps bestuursambtenaren. Laatstgenoem de viel de regeering aan over de niet ge slaagde salarisherziening en het uitblijven van pensioenverbetering voor diverse categorieën van ambtenaren, alhoewel verwachtingen te dien aanzien waren op gewekt. Dinsdag zullen we wel weten hoe het hiermee en met andere kwesties is gegaan. Sterke terughouding op de fondsen- markt. De ondertoon van de markt is echter tamelijk gunstig. Het Britsche herbewapeningsprogram uit een financieel oogpunt. Weife lend conjunctuurverloop in Amerika. Lage grondstoffenprijzen. Het rubberrestrictiepercentage onveran derd. Op politiek gebied is de vrees voor nieu we spanningen op het oogenblik wel eeni- germate verminderd. Er heeft eenigen tijd vrees bestaan betreffende een mogelijke formuleering van de z.g. Italiaansche eischen tegenover Frankrijk, doch tot nu toe is die formuleering uitgebleven. Ook is de roep om regeling van het koloniale vraagstuk, die gedurende eenigen tijd in Duitschland zoo luide werd gehoord, niet door nieuwe betoogen gevolgd en zoo is er sinds eenige weken een betrekkelijke rust ingetreden, voor zoover daarvan onder de tegenwoordige omstandigheden sprake kan zijn. Het rumoer, dat er in de Italiaansche pers wordt gemaakt over de toenadering van Frankrijk en Engeland eenerzijds en de Franco-regeering anderzijds, kan slechts een aanwijzing vormen voor de vrees, dat het Italië niet zal gelukken om in Spanje vas ten voet te houden. Voor den vrede in Europa kan dit slechts gunstig worden uit gelegd, daar de andere mogendheden zich hierbij niet zouden neerleggen. Overigens is er in Spanje nog zeer veel te regelen, na dat de strijd geheel zal zijn beëindigd. Het land zal geleidelijk weer in het wereldver keer moeten worden ingeschakeld, waar voor natuurlijk een omvangrijke binnen- landsche voorbereiding noodzakelijk is. Maar heeft de organisatie op dit punt eeni ge vorderingen gemaakt, dan mag het als een belangrijke actief post worden be schouwd, dat het handelsverkeer met Span je zich geleidelijk weer zal kunnen ontwik kelen, waarmede dan, zij het ook een be scheiden, bijdrage zal worden verkregen voor de vermeerdering van het internatio nale handelsverkeer, dat helaas sedert ge- ruimen tfjd teekenen van verdere inkrim ping vertoont. Laatstgenoemd verschijnsel moet aan verschillende oorzaken worden toegeschre ven. De voornaamste is waarschijnlijk wel, dat de autarkische politiek van Duitsch land dit land langzamerhand in een positie heeft geplaatst, waardoor het zijn export steeds meer ziet teruggaan. De aansluiting van de Sudeten-Duitsche gebieden en Oos tenrijk heeft de economische krachten van dat land dan ook allerminst bevorderd en zij heeft integendeel een belemmerende uit werking gehad op het handelsverkeer met het buitenland. Het gevolg is, dat de devie- zennood hooger dan ooit is gestegen en de invoerbehoefte tengvolge van den slechten oogst en in het algemeen het schaarscher worden van voedingsproducten juist groo- ter is geworden. Een gevolg van dezen ongunstigen toe stand is geweest, dat de achterstand in de clearing in het Nederlandsch-Duitsche han delsverkeer weer grooter is geworden, een verschijnsel, dat zich ook voordoet met be trekking tot het handelsverkeer tusschen Duitschland en Zwitserland. Men vraagt zich af, welke maatregelen zullen kunnen worden genomen om in dezen toestand een verbetering te kunnen brengen. Een ander zwak punt in het internatiO' nale handelsverkeer vormt Engeland. De toenemende bewapening in dit land heeft tot gevolg, dat er een verschuiving plaats vindt van de particuliere ondernemings lust naar de regeeringsorders, een ver schijnsel, dat aan de exportpositie van En geland niet ten goede kan komen. In de vo rige crisis heeft het land zich tegen de ge volgen daarvan kunnen wapenen door den val van het Pond en door de vervanging van den export door afzet in het binnen land. Men zou kunnen opmerken, dat dit thans eveneens het geval is, maar men dient wel onderscheid te maken tusschen de productie, die tot de welvaart van het land bijdraagt en die zooals met de bewa pening het geval is, is ingesteld op vernie tiging. Deze laatste productie kan onder geen omstandigheden tot de welvaart bij dragen. Bovendien kan de export niet, zoo als in de crisis het geval was, worden ge steund door de lage valuta en door het te- rugloopen van de productiekosten. Om re denen van monetairen aard, dient men thans een zekere stabiliteit van het Pond in het oog te houden, voor zoover zulks althans mogelijk zal blijken. Bovendien vertoont het prijsniveau reeds sinds lang neiging tot langzaam stijgen, een verschijn sel, dat natuurlijk eveneens op den duur verlammend werkt op den export. Deze wordt bovendien en dit geldt ook voor den uitvoerhandel van andere landen met name ook ons land bemoeilijkt door de onvoldoende koopkracht der grondstoffen landen. Reeds sinds lang had men gehoopt, op een verbetering van de prijzen van de belangrijke grondstoffen der voedingspro ducten. Hierdoor zouden wel aan den eenen kant de productiekosten in -de industrielan den eenigszins zijn gestegen, maar dit na deel zou ten volle zijn gecompenseerd door de grootere koopkracht van de landen, die als belangrijke koopers van de industrie producten moeten worden beschouwd, bijv. de Zuid-Amerikaansche republieken, 't Ge- heele aspect van den toestand der wereld conjunctuur is op het oogenblik dan ook niet bijzonder fraai, al is het recente ver loop ook weer niet zoo verontrustend ge weest, dat aan een komende crisis moet worden gedacht. De laatste dagen heeft men natuurlijk veal aandacht geschonken aan de berichten over df> groote bewapeningsuitgaven van Engeland. Deze uitgaven zullen verre uit gaan boven het oorspronkelijk daarvoor vastgestelde program. Het zijn fantastische bedragen, die in verband met deze uitgave worden genoemd en over het algemeen dient men aan de exacte cijfers niet al te veel waarde toe te kennen, omdat daarin toch telkens wijziging wordt gebracht. Men kan in het algemeen echter wel zeggen, dat de extra-uitgaven die voor de vijfjarige periode waren genoemd en die oorspronklijk waren begroot op 400 mil- lioen zullen worden verdubbeld. Ongeveer 1/4 gedeelte daarvan dus 200 millioen is reeds uitgegeven en zal nog gedeeltelijk worden uitgegeven in de tweejarige perio de, loopende tot 31 Maart 1939. Met inbe grip van de gewone defensie-uitgaven zal er tot het einde van de vijfjarige periode, dus tot 31 Maart 1942 bijna 1200 millioen aan de defensie ten koste worden gelegd. Iri het nieuwe jaar, dat 1 April begint, zul len de uitgaven 580 millioen bedragen. Daarvan zal voorloopig 300 millioen door leeningen moeten worden gevonden. Er is echter voor het oogenblik nog niet aange kondigd dat ook de belastingen zullen wor den verhoogd, zoodat het een open vraag blijft, hoe het resteerende bdrag zal wor- dn gevonden. Vermoedelijk zal men ook daarvoor een beroep op de open markt moe ten doen. Het is echter zeer waarschijnlijk, dat de regeering hieromtrent nog geen vastomlijnde plannen heeft, en zooals ge zegd, kan men niet al te veel aan deze cij fers vasthouden. Het is echter duidelijk, dat de tijd voor belastingverhooging aller minst gunstig is, daarvan zou ongetwijfeld een storenden invloed op de conjunctuur uitgaan, die zich op het oogenblik toch reeds in dalende lijn beweegt. Het gevolg zou zijn een vermindering van de werkelijke in komsten, zoodat de belastingverhooging ta melijk fictief zou worden. In het kort samengevat kan men zeggen, dat de versnelde bewapening in Engeland uit een financieel oogpunt nogal somber wordt beoordeeld, hetgeen ook wel blijkt uit de flauwe stemming voor Britsche staatsfondsen aan de Londensche beurs. Maar aan den anderen kant kan men ook in financieele kringen te onzent een zekere voldoening bespeuren, omdat een sterk be wapend Engeland slechts een bijdrage tot den wereldvrede kan vormen. Op den dag der publicatie van de mededeelingen in het Lagerhuis, waren zoowel de Londensche beurs als onze markt vrij gunstig gestemd. Deze beurzen werden daarbij gesteund door de iets vastere houding van Wallstreet. De conjunctuurontwikkeling in Amerika heeft een min of meer weifelend verloop gehad. In Januari heeft men nog e#n gelei delijke vermindering van de industrieele bedrijvigheid kunnen waarnemen en uit de automobielindustrie werd gemeld, dat deze bij sommige ondernemingen aan een zekere overproductie leed. Ook meende men in Januari en na de vrij levendige verkoopen in December een vermindering van de kleinhandelsomzetten te kunnen waarne men, maar in den allerlaatsten tijd schijnt hierin weer een verbetering te zijn geko men. De bedrijvigheid in de staalindustrie is met eenige procenten teruggeloopen, maar over het geheel bleef deze toch nog vrij bevredigend. Zoo maakten de cijfers omtrent de aflevering van de U.S. Steel over Januari geen slechten indruk; zij be droegen n.1. 789.000 ton tegen 694.000 in De cember en 518.000 in Januari 1938. Na een tijdelijke vermindering is er dan ook eeni ge vraag naar staalwaarden aan den dag getreden. Betrekkelijk bevredigend was het kwartaaldividend van de Chrysler Corp. van 1, zij het ook, dat het dividend lager was dan over het vierde kwartaal 1938 toen 1.25 werd uitgekeerd. Het totale di vidend over het afgeloopen jaar heeft ech ter niet meer dan 2 bedragen, zoodat de uitkeering over het eerste kwartaal toch wel als een goed begin wordt beschouwd. Uit den aard der zaak steekt de winst over het afgeloopen jaar ongunstig af bij die over 1937, een verschijnsel, dat zich trou wens ook bij de andere maatschappijen voordoet. Er werd n.1. 4.32 per aandeel verdiend tegen 11.66 in 1937. Van dezen winst werd echter niet minder dan 2.79 per aandeel in het vierde kwartaal ver diend, waaruit wel blijkt, dat de bedrijvig heid zich in sterk opwaartsche richting heeft bewogen. Neemt men nu in aanmer king, dat de koers zich omstreeks 76 be weegt, dan kan niet worden ontkend, dat op de basis van het huidige dividend het rendement bevredigend is te achten. Dit laatste kan overigens van een groot aantal Amerikaansche aandeelen worden gezegd. Het verschijnsel, dat de beurskoer sen zich niet aan de hooger dividenden heb ben aangepast, moet eensdeels worden ver klaard door de vrees voor politieke verwik kelingen in Europa, anderdeels door de on zekerheid of de conjunctuur zich binnen afzienbaren tijd niet in dalende richting zal gaan bewegen. In het begin van het jaar was men daaromtrent vrij optimistisch ge stemd, maar op het oogenblik is er weer eenige twijfel gerezen. Een belangrijke pijler voor de industriee le bedrijvigheid in de Ver. Staten vormt de bouwnijverheid. Deze kan zich nog altijd in een vrij groote levendigheid verheu gen en er zijn ook geen teekenen van ver slapping merkbaar; eerder mag tegen het voorjaar een verdere opleving worden ver wacht. Op dit punt valt er dan ook een sterke afwijking te bespeuren met den toestand in Engeland, waar juist in d bouwnijverheid geklaagd wordt over gebrek aan nieuwe werken. Wij spraken hierboven reeds over de lage prijzen van de grondstoffen en in dit verband mag ook de positie van de koper industrie worden genoemd, die allesbehalve bevredigend is, een verschijnsel, dat ook tot uitdrukking komt in de koersen voor ko- peraandeelen. De wereldvoorraden in Jan. voor geraffineerd koper zijn verder geste gen en zij bedroegen aan het einde van de maand 480.059 ton tegen 457.168 ton aan het einde van het jaar. De wereldproductie _n ruwkoper bedroeg in Januari 175.950 tegen vorige maand 195.039 en die van ge> raffineerd koper 173.480 tegen 186.950 in December. Juist de omstandigheid, dat de voorraden gestegen zijn, niettegenstaande de productie is gedaald trekt bijzonder de aandacht en toont aan, dat het verbruik te wenschen, overlaat, niettegenstaande de omvangrijke bewapeningsplannen. Op onze beurs heeft het publiek voor Amerikaansche waarden zeer weinig be langstelling getoond, een verschijnsel, dat te meer opmerkelijk is, omdat zooals hier boven reeds is opgemerkt, het rendement van Amerikaansche fondsen eerder aanlei ding had kunnen geven tot hernieuwde kooplust. Hetzelfde argument zou trouwens ook kunnen gelden voor tal van locale fondsen, waarvan de koersen zich op een niveau bewegen, waarop men deze uit een oogpunt der dividenduitkeeringen aantrek kelijk zou kunnen noemen. Vermoedelijk mag in dit verschijnsel dan ook de verkla ring worden gezien, dat niettegenstaande de geringe vraag de markt toch een groote mate van weerstand aan den dag legt. Er komt zeer weinig materiaal ter markt en de technische positie is van dien aard, dat bij eenige verbetering van den toestand de koersen al spoedig een stijgende richting zouden volgen. Men sluit echter niet de oogen voor de mogelijkheid, dat er op po litiek gebied nog altijd onaangename ver rassingen kunnen komen, die storend op de koersen zouden kunnen werken. In de af- deeling voor industrieele fondsen waren Philips tamelijk gunstig gedisponeerd, niet tegenstaande het uitvoercijfer van radio artikelen in de maand Januari een terug gang te zien gaf, een verschijnsel, dat zich overigens gewoonlijk in die maand voor doet, na de ruime export in December. De achteruitgang is dit jaar minder groot ge weest dan verleden jaar. Uit Londen werd gemeld, dat het plan bestaat om de Philips- fabriek te Blackburn aanzienlijk uit te breiden. Met den bouw van het nieuwe ge deelte zal onmiddellijk worden begonnen. Tevens werd medegedeeld, dat belangrijke fabricatieprocessen, die thans in andere fa brieken in Engeland geschieden, naar Blackburn zullen worden overgebracht, o.a. de vervaardiging van glas. Het is niet be kend of deze uitbreiding en verplaatsing eenig verband kunnen houden met bewa peningsorders (optische instrumenten enz.) Onwaarschijnlijk lijkt ons dit overigens niet. In unilever is de stemming verbeterd, na dat de laatste maanden aanbod, naar men zeide voor rekening van Weensche belan gen, die gedwongen waren tot afwikkeling de koers had gedrukt. Er is overigens geen reden om aan te nemen, dat de gang van zaken bij het Unileverconcern in het af geloopen jaar belangrijk minder gunstig is geweest dan over 1937. Men dient in aan merking te nemen, dat de belangen sterk verdeeld zijn en zich niet tot margarine en vetten beperken. In den oliehoek waren aan deelen Koninklijke prijshoudend, niettegen staande het winstcijfer van de Shell Union Oil, dat een belangrijke verlaging te zien gaf (11 millioen dollar tegen in 1937 20.6 millioen dollar) teleurstellend werkte. Wat cultuuraandeelen betreft waren rub berwaarden tamelijk vast na de aankondi ging, dat het restrictiepercentage voor het tweede kwartaal op 50 zal worden ge handhaafd. Er zullen ongetwijfeld producen ten zijn, die een verhooging van het uitvoer- percentage hadden voorzien, omdat de drastische beperking natuurlijk ongunstig inwerkt op den kostprijs. Men gelooft niet in een prijsstijging van eenigen omvang, on danks de handhaving van het percentage en hoewel de prijs van ca 8 d. op zich zelf be vredigend wordt geacht, is deze toch onvol doende bij de bestaande restrictie. Uit een statistisch oogpunt is de toestand overigens tamelijk bevredigend, daar de consumptie zich belangrijk boven de productie beweegt en de voorraden derhalve een geleidelijke vermindering aantoonen. Hoewel de wereld voorraden van 430.000 ton vrij omvangrijk schijnen vertegenwoordigen deze toch niet meer dan ongeveer 5 maanden verbruik. Suikeraandeelen waren tamelijk prijshou dend, later aan den vasten kant. De limite- verlagingen voor Britsch-Indië die ten doel hebben aan de Europeesche concurrentie het hoofd te bieden zijn later gedeeltelijk onge daan gemaakt. Op de beleggingsmarkt is zeer weinig omgegaan en in de koersen kwam bijna geen verandering. Hieronder volgt een koersoverzicht van de afgeloopen week: 3-3 Nederland 1938 100 5/16, 100'4. 100 5/8; 3 Ned. Indië 1937 A. 97 13/16, 98 1/8, 98 5/16; Koloniale Bank 140, 143, 143}$; Aku 34 3/8, 33 5/a, 34 3/8; Fokker 340 343, 341 1/4; Lever. Bros 132 1/4, 128 1/4, 131 3/4; Ned. Ford 350}$, 360, 365; Philips 201, 203, 198}$, 203; Kou - Griep - Pi|n Mijnhardtjes bewijzen U goede diensten. Doos 30 en 50 ct! Cfisn-publicnii». STEUNVERGOEDING ERWTEN EN VELDBOONEN. De Nederlandsche Akkerbouwcentraie maakt bekend, dat de steunvergoedine voor erwten van den oogst 1938, gedena tureerd van 13 t/m. 18 Februaxi 1939, zal bedragen 1.75 per 100 kg. voor gróer.e erwten, door handelaren gedenatureerd en voldoende aan het standaardmanster van kwaliteitsklasse C en 1.25 per 100 k<» voor voedererwten, gedenatureerd door- telers, die deze erwten zelf hebben geteeld De steunvergoeding voor veldbooneri van den oogst 1938, in genoemd tijdvak door telers of handelaren gedenatureerd en voldoende aan de kwaliteitseischen, zal 2.15 per 100 kg. bedragen. 's-Gravenhage, 17 Februari 1939. LEER OM LEER! Billiton nw. aan. 2e rubr. 384, 387, 383 3/4, 384 Koninklijke 308 3/4, 306 3/4, 308 3/4, 3113/4; 3 Vi Bataafsche Petroleum 10115/16, ioi 1/4, 101 3/16; Amsterdam Rubber 198 1/4, 197}$, 199; Deli Batavia Rubber 134}$, 138}$, 140 3/4; Kon. Paketvaart 155, 154 3/4-, 1581/4; H.V.A. 414, 409, 419}$; Deli Batavia Mij. 210, 207}$, 209; Deli Mij. 234}$, 223, 230; Senembah 216, 214, 215. NOORDHOLLANDSCH VEEVOEDER BUREAU IN HET LANDBOUWHUIS TE ALKMAAR. Men schrijft ons: Waar de tijd is aangebroken dat vele koeien beginnen te kalven, msenen wij er goed aan te doen, nog eens de aandacht te vestigen op de gelegenheid, die er is tot het inwinnen van gratis inlichtingen om trent het voeren. Het veevoeder-bureau is een commissie der Landbouw-organisaties (Holl. Noorder kwartier, L. T. B., C. B. T. B. en H. M. v. L.) en is dus een instelling van en door den boerenstand; secretaris is de Rijksveeteelt- consulent te Alkmaar. Het doel van het veevoeder-bureau is de bevordering eener doelmatige veevoeding in de meest ruime beteekenis. Men kan zich mondeling en schriftelijk tot het bureau wenden. Als regel zullen de vragen om advies, die het eerst binnen ko men, ook het eerst worden behandeld. De adviezen worden gratis verstrekt en iedere veehouder in Noordholland woonachtig, heeft het recht hiervan gebruik te maken. Zij, die schriftelijk advies vragen, dienen in de aanvrage zooveel mogelijk inlich tingen te verstrekken omtrent de hoeveel heid en kwaliteit der bedrijfsvoedermidde- len (hooi, kuilgras, bieten, enz.) eventueel in voorkoop aanwezig krachtvoer, levend gewicht der dieren, leeftijd, productie, uit betaling der melk (kg. of pet. vet) en con ditie van het vee. Bij de opgave van het beschikbare ruw voer wordt het op prijs gesteld, wanneer wordt opgegeven de hoe veelheid, die in Kg. per dag per dier be schikbaar is. Vanaf November 1938 zijn tot heden we derom zeer veel adviezen verstrekt. Op merkingen omtrent minder goede erva ringen vernemen wij vrijwel nooit, zoodat mag worden aangenomen, dat in het geval de adviezen worden opgevolgd, de ervaring gunstig. Bedenk, dat in veel gevallen zui niger kan worden gevoerd, zonder dat de melkproductie of het gehalte zakt, dat in andere door een geringe wijziging in kracht- voersamenstelling de productie gunstig wordt beinvloed. Al mogen de finatieele voordeelen per dier soms slechts enkele centen bedragen, bedenk, dat voor de ge- heele stal en gedurende een week dit zeer spoedig guldens bedraagt. Onlangs ont vingen wij de navolgende mededeeling van een veehouder, naar aanleiding van een door ons verstrekt advies: „Het bleek mij uit Uw advies, dat ik te kort aan mineralen en te veel krachtvoer toediende. De melkgift is bij drie versche koeien dezelfde gebleven met 3}$ Kg. krachtvoer volgens Uw samenstelling, te gen 5 Kg. b(j mijn eigen methode. Wel een bewijs, hoe noodzakelijk een theoretisch advies aan de praktijk ten goede kan ko men". Wij houden er niet van om met „attesten" te werken, maar meenden dezen keer eens een uitzondering te moeten maken. Degenen, die zich mondeling tot het veevoeder-bureau willen wenden, kunnen dit doen op de navolgende marktdagen te: Schagen Donderdags 1012 uur, café Boontjes, Ir. de Vries, bij afwezigheid bij ir. Verschuyl, R. L. W. S. Hoorn, Zaterdags om de 14 dagen 3, 10 Maart enz., hotel Keizerskroon, ir. de Vries. Alkmaar, Landbouwhuis, alle werkda gen 912, 25 uur, Zaterdag 912. Alkmaar, Landbouwhuis, telef. 2926. INVENTARISATIE VAN STAPELPRODUCTEN PER 6 FEBRUARI 1939. Naam der veiling Roode kool Gele kool D. witte kool Avenhorn „Avenhorn en Omstr." 110.000 K.G. 170.000 K.G. 150.000 K.G Broek op Langendijk „L.'i.C." 1.648.500 2.196.300 ff 2.254.500 Grootebroek „De Tuinbouw" 30.000 150.000 34.000 Hem „De Zuiderkogge" 21.200 9.000 ff 45.100 Hoogkarspel „De Eendracht" t 6.000 Medemblik „De Eendracht" 21.800 17.750 ft 15.000 Medemblik „St. Joseph" 46.100 31.500 ff 41.500 Noordscharw. „Noorder Marktbond" 4.230.000 2.585.000 ff 5.980.000 Opperdoes „Ons Belang" 18.200 tt 261.000 ft 202.600 ft Obdam „De Tuinbouw" 72.400 ff 114.60u ff 128.400 tt Warmenhuizen „Warmenh. en Omstr." 3.073.450 ft 1.212.950 ff 1.780.100 ff Wognum „De Volharding" 5.000 ft 2.000 ft 22.000 tt 9.276.650 K.G. 6.756.IC K.G. 10.653.200 K.G. FEBRUARI 1939. Uien Peen Kroten 130.000 K.G. 160.000 K.G. 630.000 K.G. 383.350 tt 135.000 109.900 85.000 tt 15.000 30.000 62.300 tt 2.450 128.000 70.100 3!000 21.500 tt 54.250 Jt 39.500 49.600 15.500 tt 2.500 22.500 625.000 tt 265.000 115.000 17.000 tt 49.500 239.500 38.800 tt 58.300 620.300 125.650 ft 61.400 35.800 16.500 tt 7.000 J» Totaal in wagons van 10.000 K.G. Op 5 Dec. 1938 was voorradig De voorraad is dus verminderd met Op 7 Februari 1938 was voorradig 928 w. 2258 w. 1330 w. 909 w. 676 w. 1662 w. 986 w. 1077 w. 1065 w. 258C w. 1515 w. 1137 w. 1.633.450 K.G. 163 w. 544 w. 381 w. 33 w. 798.650 K.G. 2.002.100 K!.G. 80 w. 204 w. 124 w. 75 w. 200 rh w. Totaal (zonder kroten) 2912 w. 7248 w. 4336 w. 3231 W.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 10