fxittd: en Juin&ouw
Financieel Overzicht.
DERDE BLAD.
2.
op haar hoede te zijn. In de rest van zijn
rede beijverde hij zich aan te toonen, dat de
financieele politiek der regeering in niets
zich onderscheidt van de „gewone" ko
loniale uitbuitingsmethoden; het is niet
anders dan leegpompen wat er in Indië
gebeurt. Hem was het gepraat der anderen
over de financiën veel te „zoetsappig"
geweest. Ook als er critiek was geweest en
zeer zeker mocht dat bij den heer Wage
naar (a.r.), die daags te voren het woord
had gevoerd, het geval heeten. Maar met
diens uitermate voorzichtige financieele
politiek, die als der huismoeder zou moe
ten zijn, konden de heeren Teulings (r.k.),
Joekes (v.d.) en van Gelderen (s.d.) niet
instemmen. Deze heeren zagen, den toe
stand met een gematigd optimisme in, dat
evenwel ook niet door den heer Rutgers van
Rozenburg kon worden gedeeld, al was
deze ook weer niet zoo somber als de be
grootingsspecialist der a.r. In het bijzon
der de heeren Teulings en van Gelderen
gingen den heer Wagenaar met het zware
geschut van cijfers en statistieken te lijf
om te betoogen, dat het financieele beleid
niet ongezond was en dat een niet te enge
leeningspolitiek in het belang van het be
houd en de versterking van de volkskracht
zou zijn. In prof. van Gelderen vond de
heer van Poll (r.k.) echter een tegenvoeter
wat zijn innige economische samenwer
king betreft, welke volgens den Neder-
landschen man van de rubber-restrictie
(de heer van Gelderen was ook adviseur
van dr. Colijn!) haar grenzen heeft en
beheerscht wordt door het internationale
handelsverkeer.
Mr. Joekes pleitte ook nog voor waak
zaamheid ten aanzien van de n.s.b. in
Indië over Nederland moge overdreven
ser.onderscheid voor Indië zeer gevaarlijk
moet worden geacht. De ontstemming in
Indië over Nederland moge- overdreven
zijn, de regeering zal toch goed doen de
oorzaken daarvan terdege na te speuren
en na te gaan of propaganda tegen het
parlementarisme, die van zekere zijde
wordt gevoerd, daarmede niet iets te
maken heeft.
De heer Wagenaar, die (evenais andere
leden) op den zwaren last van salarissen
en pensioenen had gewezen en verlaging
van pensioen na het 65ste jaar had bepleit,
kreeg den heer Joekes voor dit denkbeeld
niet mede. Deze en de heer van Sleen
(s.d.) zouden het liever zoeken in een
verder gaande ver-inheemsching van het
corps bestuursambtenaren. Laatstgenoem
de viel de regeering aan over de niet ge
slaagde salarisherziening en het uitblijven
van pensioenverbetering voor diverse
categorieën van ambtenaren, alhoewel
verwachtingen te dien aanzien waren op
gewekt.
Dinsdag zullen we wel weten hoe het
hiermee en met andere kwesties is gegaan.
Sterke terughouding op de fondsen-
markt. De ondertoon van de
markt is echter tamelijk gunstig.
Het Britsche herbewapeningsprogram
uit een financieel oogpunt. Weife
lend conjunctuurverloop in Amerika.
Lage grondstoffenprijzen. Het
rubberrestrictiepercentage onveran
derd.
Op politiek gebied is de vrees voor nieu
we spanningen op het oogenblik wel eeni-
germate verminderd. Er heeft eenigen tijd
vrees bestaan betreffende een mogelijke
formuleering van de z.g. Italiaansche
eischen tegenover Frankrijk, doch tot nu
toe is die formuleering uitgebleven. Ook is
de roep om regeling van het koloniale
vraagstuk, die gedurende eenigen tijd in
Duitschland zoo luide werd gehoord, niet
door nieuwe betoogen gevolgd en zoo is er
sinds eenige weken een betrekkelijke rust
ingetreden, voor zoover daarvan onder de
tegenwoordige omstandigheden sprake kan
zijn.
Het rumoer, dat er in de Italiaansche pers
wordt gemaakt over de toenadering van
Frankrijk en Engeland eenerzijds en de
Franco-regeering anderzijds, kan slechts een
aanwijzing vormen voor de vrees, dat het
Italië niet zal gelukken om in Spanje vas
ten voet te houden. Voor den vrede in
Europa kan dit slechts gunstig worden uit
gelegd, daar de andere mogendheden zich
hierbij niet zouden neerleggen. Overigens
is er in Spanje nog zeer veel te regelen, na
dat de strijd geheel zal zijn beëindigd. Het
land zal geleidelijk weer in het wereldver
keer moeten worden ingeschakeld, waar
voor natuurlijk een omvangrijke binnen-
landsche voorbereiding noodzakelijk is.
Maar heeft de organisatie op dit punt eeni
ge vorderingen gemaakt, dan mag het als
een belangrijke actief post worden be
schouwd, dat het handelsverkeer met Span
je zich geleidelijk weer zal kunnen ontwik
kelen, waarmede dan, zij het ook een be
scheiden, bijdrage zal worden verkregen
voor de vermeerdering van het internatio
nale handelsverkeer, dat helaas sedert ge-
ruimen tfjd teekenen van verdere inkrim
ping vertoont.
Laatstgenoemd verschijnsel moet aan
verschillende oorzaken worden toegeschre
ven. De voornaamste is waarschijnlijk wel,
dat de autarkische politiek van Duitsch
land dit land langzamerhand in een positie
heeft geplaatst, waardoor het zijn export
steeds meer ziet teruggaan. De aansluiting
van de Sudeten-Duitsche gebieden en Oos
tenrijk heeft de economische krachten van
dat land dan ook allerminst bevorderd en
zij heeft integendeel een belemmerende uit
werking gehad op het handelsverkeer met
het buitenland. Het gevolg is, dat de devie-
zennood hooger dan ooit is gestegen en de
invoerbehoefte tengvolge van den slechten
oogst en in het algemeen het schaarscher
worden van voedingsproducten juist groo-
ter is geworden.
Een gevolg van dezen ongunstigen toe
stand is geweest, dat de achterstand in de
clearing in het Nederlandsch-Duitsche han
delsverkeer weer grooter is geworden, een
verschijnsel, dat zich ook voordoet met be
trekking tot het handelsverkeer tusschen
Duitschland en Zwitserland. Men vraagt
zich af, welke maatregelen zullen kunnen
worden genomen om in dezen toestand een
verbetering te kunnen brengen.
Een ander zwak punt in het internatiO'
nale handelsverkeer vormt Engeland. De
toenemende bewapening in dit land heeft
tot gevolg, dat er een verschuiving plaats
vindt van de particuliere ondernemings
lust naar de regeeringsorders, een ver
schijnsel, dat aan de exportpositie van En
geland niet ten goede kan komen. In de vo
rige crisis heeft het land zich tegen de ge
volgen daarvan kunnen wapenen door den
val van het Pond en door de vervanging
van den export door afzet in het binnen
land. Men zou kunnen opmerken, dat dit
thans eveneens het geval is, maar men
dient wel onderscheid te maken tusschen
de productie, die tot de welvaart van het
land bijdraagt en die zooals met de bewa
pening het geval is, is ingesteld op vernie
tiging. Deze laatste productie kan onder
geen omstandigheden tot de welvaart bij
dragen. Bovendien kan de export niet, zoo
als in de crisis het geval was, worden ge
steund door de lage valuta en door het te-
rugloopen van de productiekosten. Om re
denen van monetairen aard, dient men
thans een zekere stabiliteit van het Pond
in het oog te houden, voor zoover zulks
althans mogelijk zal blijken. Bovendien
vertoont het prijsniveau reeds sinds lang
neiging tot langzaam stijgen, een verschijn
sel, dat natuurlijk eveneens op den duur
verlammend werkt op den export. Deze
wordt bovendien en dit geldt ook voor
den uitvoerhandel van andere landen met
name ook ons land bemoeilijkt door de
onvoldoende koopkracht der grondstoffen
landen. Reeds sinds lang had men gehoopt,
op een verbetering van de prijzen van de
belangrijke grondstoffen der voedingspro
ducten. Hierdoor zouden wel aan den eenen
kant de productiekosten in -de industrielan
den eenigszins zijn gestegen, maar dit na
deel zou ten volle zijn gecompenseerd door
de grootere koopkracht van de landen, die
als belangrijke koopers van de industrie
producten moeten worden beschouwd, bijv.
de Zuid-Amerikaansche republieken, 't Ge-
heele aspect van den toestand der wereld
conjunctuur is op het oogenblik dan ook
niet bijzonder fraai, al is het recente ver
loop ook weer niet zoo verontrustend ge
weest, dat aan een komende crisis moet
worden gedacht.
De laatste dagen heeft men natuurlijk
veal aandacht geschonken aan de berichten
over df> groote bewapeningsuitgaven van
Engeland. Deze uitgaven zullen verre uit
gaan boven het oorspronkelijk daarvoor
vastgestelde program. Het zijn fantastische
bedragen, die in verband met deze uitgave
worden genoemd en over het algemeen
dient men aan de exacte cijfers niet al te
veel waarde toe te kennen, omdat daarin
toch telkens wijziging wordt gebracht.
Men kan in het algemeen echter wel
zeggen, dat de extra-uitgaven die voor de
vijfjarige periode waren genoemd en die
oorspronklijk waren begroot op 400 mil-
lioen zullen worden verdubbeld. Ongeveer
1/4 gedeelte daarvan dus 200 millioen is
reeds uitgegeven en zal nog gedeeltelijk
worden uitgegeven in de tweejarige perio
de, loopende tot 31 Maart 1939. Met inbe
grip van de gewone defensie-uitgaven zal
er tot het einde van de vijfjarige periode,
dus tot 31 Maart 1942 bijna 1200 millioen
aan de defensie ten koste worden gelegd.
Iri het nieuwe jaar, dat 1 April begint, zul
len de uitgaven 580 millioen bedragen.
Daarvan zal voorloopig 300 millioen door
leeningen moeten worden gevonden. Er is
echter voor het oogenblik nog niet aange
kondigd dat ook de belastingen zullen wor
den verhoogd, zoodat het een open vraag
blijft, hoe het resteerende bdrag zal wor-
dn gevonden. Vermoedelijk zal men ook
daarvoor een beroep op de open markt moe
ten doen. Het is echter zeer waarschijnlijk,
dat de regeering hieromtrent nog geen
vastomlijnde plannen heeft, en zooals ge
zegd, kan men niet al te veel aan deze cij
fers vasthouden. Het is echter duidelijk,
dat de tijd voor belastingverhooging aller
minst gunstig is, daarvan zou ongetwijfeld
een storenden invloed op de conjunctuur
uitgaan, die zich op het oogenblik toch reeds
in dalende lijn beweegt. Het gevolg zou zijn
een vermindering van de werkelijke in
komsten, zoodat de belastingverhooging ta
melijk fictief zou worden.
In het kort samengevat kan men zeggen,
dat de versnelde bewapening in Engeland
uit een financieel oogpunt nogal somber
wordt beoordeeld, hetgeen ook wel blijkt
uit de flauwe stemming voor Britsche
staatsfondsen aan de Londensche beurs.
Maar aan den anderen kant kan men ook
in financieele kringen te onzent een zekere
voldoening bespeuren, omdat een sterk be
wapend Engeland slechts een bijdrage tot
den wereldvrede kan vormen. Op den dag
der publicatie van de mededeelingen in het
Lagerhuis, waren zoowel de Londensche
beurs als onze markt vrij gunstig gestemd.
Deze beurzen werden daarbij gesteund door
de iets vastere houding van Wallstreet.
De conjunctuurontwikkeling in Amerika
heeft een min of meer weifelend verloop
gehad. In Januari heeft men nog e#n gelei
delijke vermindering van de industrieele
bedrijvigheid kunnen waarnemen en uit de
automobielindustrie werd gemeld, dat deze
bij sommige ondernemingen aan een zekere
overproductie leed. Ook meende men in
Januari en na de vrij levendige verkoopen
in December een vermindering van de
kleinhandelsomzetten te kunnen waarne
men, maar in den allerlaatsten tijd schijnt
hierin weer een verbetering te zijn geko
men. De bedrijvigheid in de staalindustrie
is met eenige procenten teruggeloopen,
maar over het geheel bleef deze toch nog
vrij bevredigend. Zoo maakten de cijfers
omtrent de aflevering van de U.S. Steel
over Januari geen slechten indruk; zij be
droegen n.1. 789.000 ton tegen 694.000 in De
cember en 518.000 in Januari 1938. Na een
tijdelijke vermindering is er dan ook eeni
ge vraag naar staalwaarden aan den dag
getreden. Betrekkelijk bevredigend was
het kwartaaldividend van de Chrysler Corp.
van 1, zij het ook, dat het dividend lager
was dan over het vierde kwartaal 1938
toen 1.25 werd uitgekeerd. Het totale di
vidend over het afgeloopen jaar heeft ech
ter niet meer dan 2 bedragen, zoodat de
uitkeering over het eerste kwartaal toch
wel als een goed begin wordt beschouwd.
Uit den aard der zaak steekt de winst over
het afgeloopen jaar ongunstig af bij die
over 1937, een verschijnsel, dat zich trou
wens ook bij de andere maatschappijen
voordoet. Er werd n.1. 4.32 per aandeel
verdiend tegen 11.66 in 1937. Van dezen
winst werd echter niet minder dan 2.79
per aandeel in het vierde kwartaal ver
diend, waaruit wel blijkt, dat de bedrijvig
heid zich in sterk opwaartsche richting
heeft bewogen. Neemt men nu in aanmer
king, dat de koers zich omstreeks 76 be
weegt, dan kan niet worden ontkend, dat
op de basis van het huidige dividend het
rendement bevredigend is te achten.
Dit laatste kan overigens van een groot
aantal Amerikaansche aandeelen worden
gezegd. Het verschijnsel, dat de beurskoer
sen zich niet aan de hooger dividenden heb
ben aangepast, moet eensdeels worden ver
klaard door de vrees voor politieke verwik
kelingen in Europa, anderdeels door de on
zekerheid of de conjunctuur zich binnen
afzienbaren tijd niet in dalende richting zal
gaan bewegen. In het begin van het jaar
was men daaromtrent vrij optimistisch ge
stemd, maar op het oogenblik is er weer
eenige twijfel gerezen.
Een belangrijke pijler voor de industriee
le bedrijvigheid in de Ver. Staten vormt de
bouwnijverheid. Deze kan zich nog altijd
in een vrij groote levendigheid verheu
gen en er zijn ook geen teekenen van ver
slapping merkbaar; eerder mag tegen het
voorjaar een verdere opleving worden ver
wacht. Op dit punt valt er dan ook een
sterke afwijking te bespeuren met den
toestand in Engeland, waar juist in d
bouwnijverheid geklaagd wordt over gebrek
aan nieuwe werken.
Wij spraken hierboven reeds over de
lage prijzen van de grondstoffen en in dit
verband mag ook de positie van de koper
industrie worden genoemd, die allesbehalve
bevredigend is, een verschijnsel, dat ook tot
uitdrukking komt in de koersen voor ko-
peraandeelen. De wereldvoorraden in Jan.
voor geraffineerd koper zijn verder geste
gen en zij bedroegen aan het einde van de
maand 480.059 ton tegen 457.168 ton aan
het einde van het jaar. De wereldproductie
_n ruwkoper bedroeg in Januari 175.950
tegen vorige maand 195.039 en die van ge>
raffineerd koper 173.480 tegen 186.950 in
December. Juist de omstandigheid, dat de
voorraden gestegen zijn, niettegenstaande
de productie is gedaald trekt bijzonder de
aandacht en toont aan, dat het verbruik te
wenschen, overlaat, niettegenstaande de
omvangrijke bewapeningsplannen.
Op onze beurs heeft het publiek voor
Amerikaansche waarden zeer weinig be
langstelling getoond, een verschijnsel, dat
te meer opmerkelijk is, omdat zooals hier
boven reeds is opgemerkt, het rendement
van Amerikaansche fondsen eerder aanlei
ding had kunnen geven tot hernieuwde
kooplust. Hetzelfde argument zou trouwens
ook kunnen gelden voor tal van locale
fondsen, waarvan de koersen zich op een
niveau bewegen, waarop men deze uit een
oogpunt der dividenduitkeeringen aantrek
kelijk zou kunnen noemen. Vermoedelijk
mag in dit verschijnsel dan ook de verkla
ring worden gezien, dat niettegenstaande
de geringe vraag de markt toch een groote
mate van weerstand aan den dag legt. Er
komt zeer weinig materiaal ter markt en
de technische positie is van dien aard, dat
bij eenige verbetering van den toestand de
koersen al spoedig een stijgende richting
zouden volgen. Men sluit echter niet de
oogen voor de mogelijkheid, dat er op po
litiek gebied nog altijd onaangename ver
rassingen kunnen komen, die storend op de
koersen zouden kunnen werken. In de af-
deeling voor industrieele fondsen waren
Philips tamelijk gunstig gedisponeerd, niet
tegenstaande het uitvoercijfer van radio
artikelen in de maand Januari een terug
gang te zien gaf, een verschijnsel, dat zich
overigens gewoonlijk in die maand voor
doet, na de ruime export in December. De
achteruitgang is dit jaar minder groot ge
weest dan verleden jaar. Uit Londen werd
gemeld, dat het plan bestaat om de Philips-
fabriek te Blackburn aanzienlijk uit te
breiden. Met den bouw van het nieuwe ge
deelte zal onmiddellijk worden begonnen.
Tevens werd medegedeeld, dat belangrijke
fabricatieprocessen, die thans in andere fa
brieken in Engeland geschieden, naar
Blackburn zullen worden overgebracht, o.a.
de vervaardiging van glas. Het is niet be
kend of deze uitbreiding en verplaatsing
eenig verband kunnen houden met bewa
peningsorders (optische instrumenten enz.)
Onwaarschijnlijk lijkt ons dit overigens
niet.
In unilever is de stemming verbeterd, na
dat de laatste maanden aanbod, naar men
zeide voor rekening van Weensche belan
gen, die gedwongen waren tot afwikkeling
de koers had gedrukt. Er is overigens
geen reden om aan te nemen, dat de gang
van zaken bij het Unileverconcern in het af
geloopen jaar belangrijk minder gunstig is
geweest dan over 1937. Men dient in aan
merking te nemen, dat de belangen sterk
verdeeld zijn en zich niet tot margarine en
vetten beperken. In den oliehoek waren aan
deelen Koninklijke prijshoudend, niettegen
staande het winstcijfer van de Shell Union
Oil, dat een belangrijke verlaging te zien
gaf (11 millioen dollar tegen in 1937 20.6
millioen dollar) teleurstellend werkte.
Wat cultuuraandeelen betreft waren rub
berwaarden tamelijk vast na de aankondi
ging, dat het restrictiepercentage voor het
tweede kwartaal op 50 zal worden ge
handhaafd. Er zullen ongetwijfeld producen
ten zijn, die een verhooging van het uitvoer-
percentage hadden voorzien, omdat de
drastische beperking natuurlijk ongunstig
inwerkt op den kostprijs. Men gelooft niet in
een prijsstijging van eenigen omvang, on
danks de handhaving van het percentage en
hoewel de prijs van ca 8 d. op zich zelf be
vredigend wordt geacht, is deze toch onvol
doende bij de bestaande restrictie. Uit een
statistisch oogpunt is de toestand overigens
tamelijk bevredigend, daar de consumptie
zich belangrijk boven de productie beweegt
en de voorraden derhalve een geleidelijke
vermindering aantoonen. Hoewel de wereld
voorraden van 430.000 ton vrij omvangrijk
schijnen vertegenwoordigen deze toch niet
meer dan ongeveer 5 maanden verbruik.
Suikeraandeelen waren tamelijk prijshou
dend, later aan den vasten kant. De limite-
verlagingen voor Britsch-Indië die ten doel
hebben aan de Europeesche concurrentie het
hoofd te bieden zijn later gedeeltelijk onge
daan gemaakt. Op de beleggingsmarkt is
zeer weinig omgegaan en in de koersen
kwam bijna geen verandering.
Hieronder volgt een koersoverzicht van de
afgeloopen week:
3-3 Nederland 1938 100 5/16, 100'4.
100 5/8;
3 Ned. Indië 1937 A. 97 13/16, 98 1/8,
98 5/16;
Koloniale Bank 140, 143, 143}$;
Aku 34 3/8, 33 5/a, 34 3/8;
Fokker 340 343, 341 1/4;
Lever. Bros 132 1/4, 128 1/4, 131 3/4;
Ned. Ford 350}$, 360, 365;
Philips 201, 203, 198}$, 203;
Kou - Griep - Pi|n
Mijnhardtjes bewijzen U goede diensten.
Doos 30 en 50 ct!
Cfisn-publicnii».
STEUNVERGOEDING
ERWTEN EN VELDBOONEN.
De Nederlandsche Akkerbouwcentraie
maakt bekend, dat de steunvergoedine
voor erwten van den oogst 1938, gedena
tureerd van 13 t/m. 18 Februaxi 1939, zal
bedragen 1.75 per 100 kg. voor gróer.e
erwten, door handelaren gedenatureerd en
voldoende aan het standaardmanster van
kwaliteitsklasse C en 1.25 per 100 k<»
voor voedererwten, gedenatureerd door-
telers, die deze erwten zelf hebben geteeld
De steunvergoeding voor veldbooneri
van den oogst 1938, in genoemd tijdvak
door telers of handelaren gedenatureerd
en voldoende aan de kwaliteitseischen, zal
2.15 per 100 kg. bedragen.
's-Gravenhage, 17 Februari 1939.
LEER OM LEER!
Billiton nw. aan. 2e rubr. 384, 387, 383 3/4,
384
Koninklijke 308 3/4, 306 3/4, 308 3/4, 3113/4;
3 Vi Bataafsche Petroleum 10115/16,
ioi 1/4, 101 3/16;
Amsterdam Rubber 198 1/4, 197}$, 199;
Deli Batavia Rubber 134}$, 138}$, 140 3/4;
Kon. Paketvaart 155, 154 3/4-, 1581/4;
H.V.A. 414, 409, 419}$;
Deli Batavia Mij. 210, 207}$, 209;
Deli Mij. 234}$, 223, 230;
Senembah 216, 214, 215.
NOORDHOLLANDSCH VEEVOEDER
BUREAU IN HET LANDBOUWHUIS TE
ALKMAAR.
Men schrijft ons:
Waar de tijd is aangebroken dat vele
koeien beginnen te kalven, msenen wij er
goed aan te doen, nog eens de aandacht te
vestigen op de gelegenheid, die er is tot
het inwinnen van gratis inlichtingen om
trent het voeren.
Het veevoeder-bureau is een commissie
der Landbouw-organisaties (Holl. Noorder
kwartier, L. T. B., C. B. T. B. en H. M. v.
L.) en is dus een instelling van en door den
boerenstand; secretaris is de Rijksveeteelt-
consulent te Alkmaar.
Het doel van het veevoeder-bureau is de
bevordering eener doelmatige veevoeding
in de meest ruime beteekenis.
Men kan zich mondeling en schriftelijk
tot het bureau wenden. Als regel zullen de
vragen om advies, die het eerst binnen ko
men, ook het eerst worden behandeld. De
adviezen worden gratis verstrekt en iedere
veehouder in Noordholland woonachtig,
heeft het recht hiervan gebruik te maken.
Zij, die schriftelijk advies vragen, dienen
in de aanvrage zooveel mogelijk inlich
tingen te verstrekken omtrent de hoeveel
heid en kwaliteit der bedrijfsvoedermidde-
len (hooi, kuilgras, bieten, enz.) eventueel
in voorkoop aanwezig krachtvoer, levend
gewicht der dieren, leeftijd, productie, uit
betaling der melk (kg. of pet. vet) en con
ditie van het vee. Bij de opgave van het
beschikbare ruw voer wordt het op prijs
gesteld, wanneer wordt opgegeven de hoe
veelheid, die in Kg. per dag per dier be
schikbaar is.
Vanaf November 1938 zijn tot heden we
derom zeer veel adviezen verstrekt. Op
merkingen omtrent minder goede erva
ringen vernemen wij vrijwel nooit, zoodat
mag worden aangenomen, dat in het geval
de adviezen worden opgevolgd, de ervaring
gunstig. Bedenk, dat in veel gevallen zui
niger kan worden gevoerd, zonder dat de
melkproductie of het gehalte zakt, dat in
andere door een geringe wijziging in kracht-
voersamenstelling de productie gunstig
wordt beinvloed. Al mogen de finatieele
voordeelen per dier soms slechts enkele
centen bedragen, bedenk, dat voor de ge-
heele stal en gedurende een week dit zeer
spoedig guldens bedraagt. Onlangs ont
vingen wij de navolgende mededeeling van
een veehouder, naar aanleiding van een
door ons verstrekt advies:
„Het bleek mij uit Uw advies, dat ik te
kort aan mineralen en te veel krachtvoer
toediende. De melkgift is bij drie versche
koeien dezelfde gebleven met 3}$ Kg.
krachtvoer volgens Uw samenstelling, te
gen 5 Kg. b(j mijn eigen methode. Wel een
bewijs, hoe noodzakelijk een theoretisch
advies aan de praktijk ten goede kan ko
men".
Wij houden er niet van om met „attesten"
te werken, maar meenden dezen keer eens
een uitzondering te moeten maken.
Degenen, die zich mondeling tot het
veevoeder-bureau willen wenden, kunnen
dit doen op de navolgende marktdagen te:
Schagen Donderdags 1012 uur, café
Boontjes, Ir. de Vries, bij afwezigheid bij
ir. Verschuyl, R. L. W. S.
Hoorn, Zaterdags om de 14 dagen 3, 10
Maart enz., hotel Keizerskroon, ir. de
Vries.
Alkmaar, Landbouwhuis, alle werkda
gen 912, 25 uur, Zaterdag 912.
Alkmaar, Landbouwhuis, telef. 2926.
INVENTARISATIE VAN STAPELPRODUCTEN PER 6 FEBRUARI 1939.
Naam der veiling
Roode kool
Gele kool
D. witte
kool
Avenhorn „Avenhorn en Omstr."
110.000
K.G.
170.000
K.G.
150.000
K.G
Broek op Langendijk „L.'i.C."
1.648.500
2.196.300
ff
2.254.500
Grootebroek „De Tuinbouw"
30.000
150.000
34.000
Hem „De Zuiderkogge"
21.200
9.000
ff
45.100
Hoogkarspel „De Eendracht"
t
6.000
Medemblik „De Eendracht"
21.800
17.750
ft
15.000
Medemblik „St. Joseph"
46.100
31.500
ff
41.500
Noordscharw. „Noorder Marktbond"
4.230.000
2.585.000
ff
5.980.000
Opperdoes „Ons Belang"
18.200
tt
261.000
ft
202.600
ft
Obdam „De Tuinbouw"
72.400
ff
114.60u
ff
128.400
tt
Warmenhuizen „Warmenh. en Omstr."
3.073.450
ft
1.212.950
ff
1.780.100
ff
Wognum „De Volharding"
5.000
ft
2.000
ft
22.000
tt
9.276.650
K.G.
6.756.IC
K.G.
10.653.200
K.G.
FEBRUARI 1939.
Uien
Peen
Kroten
130.000 K.G.
160.000 K.G.
630.000
K.G.
383.350
tt
135.000
109.900
85.000
tt
15.000
30.000
62.300
tt
2.450
128.000
70.100
3!000
21.500
tt
54.250
Jt
39.500
49.600
15.500
tt
2.500
22.500
625.000
tt
265.000
115.000
17.000
tt
49.500
239.500
38.800
tt
58.300
620.300
125.650
ft
61.400
35.800
16.500
tt
7.000
J»
Totaal in wagons van 10.000 K.G.
Op 5 Dec. 1938 was voorradig
De voorraad is dus verminderd met
Op 7 Februari 1938 was voorradig
928 w.
2258 w.
1330 w.
909 w.
676 w.
1662 w.
986 w.
1077 w.
1065 w.
258C w.
1515 w.
1137 w.
1.633.450 K.G.
163 w.
544 w.
381 w.
33 w.
798.650 K.G. 2.002.100 K!.G.
80 w.
204 w.
124 w.
75 w.
200
rh
w.
Totaal
(zonder
kroten)
2912 w.
7248 w.
4336 w.
3231 W.