alles
jBUmmtand
Jietulietm
et raadsel
Riverside Drive.
Justitioneel onderzoek in de
erfpachtskwestie nog
niet geëindigd.
Niet in opdracht van den
minister.
De hooge prijzen voor
versche groenten.
Tijdelijke opheffing der monopolie
rechten gevraagd.
De steun aan kleine
tuinders.
Bezwaren tegen de nieuwe
regeling.
Graanmaalderij en pakhuis
afgebrand.
fTWEEDE BLAD.
HÊNCO"
De Persil'producien bieden
U een leuke nieuwigheid;
De Persil-producten helpen
Sparen in deez' duren iijd.
leder pakie heelt een zegeL
Spaar en plak die zegels óp?
Een verzamelkaart, die vól is,
Heeft de waarde van een popi
HoSTII ci. o.
Op vragen van het Tweede Kamerlid
Wijnkoop (c.p.n.) betreffende het door
de justitie ingestelde onderzoek ter zake
van een handel in erfpachtsgronden te
Amsterdam, heeft de heer Goseiing,
minister van justitie, het onderstaande
geantwoord.
„In geen geval onbehoorlijk".
De officier van justitie te Amsterdam
heeft, nadat hij van verschillende zijden
mededeeling had ontvangen betreffende
een „handel in erfpachtsgronden", welke
een ernstig vermoeden deed ontstaan, dat
daarbij strafbare feiten werden gepleegd,
een politioneel onderzoek op een by de
zaak passende behoedzame wijze doen in
stellen.
Op de vraag, of dit onderzoek ge
schiedt in opdracht of met medeweten
van den minister, antwoordt de mi
nister ontkennend.
Dat de officier van justitie, zooals het
geval lag, geen voldoende aanleiding heeft
gevonden reeds aanstonds den burge
meester van Amsterdam in te lichten, kan
voor zoover aan minister thans is kun
nen blijken niet onjuist en in geen geval
onbehoorlijk worden geacht.
Mede omdat het onderzoek nog niet is
beëindigd, kunnen ter zake geen nadere
mededeelingen worden gedaan.
In verband met het feit, dat ten gevolge
van de periode van strenge vorst in Decem
ber j.1. de prijzen van versche groenten thans
zóó hoog zijn, dat een groot gedeelte der be
volking van de hoofdstad deze levensmidde
len bezwaarlijk kan koopen, hebben burge
meester en wethouders van Amsterdam na
ingewonnen advies van de met den levens-
middelenraad verbonden commissie voor
aardappelen, groenten en fruit, den minister
van economische zaken verzocht te willen
bevorderen, dat tot den tijd, waarop weder
om voldoende versche Hollandsche groente
aan de markt komt, de monopolieheffingen
op de daarvoor in aanmerking komende ver
sche groente en blikgroenten vervallen, on
derscheidenlijk dat aan de importeurs van
die artikelen de monopolieheffïngen worden
terugbetaald.
De Nederlandsche Tuindersbond heeft
een schrijven gericht aan den minister
van economische zaken, waarin deze
organisatie er op wijst, dat door de plot
selinge verandering van de gedeeltelijke
uitkeering in natura in plaats van in
contanten voor de kleine b-steuntuinders
deze tuinders in groote moeilijkheden
zijn geraakt.
Bij het doen van de noodzakelijkste be
drijf sinkoopen komen deze tuinders nu voor
de moeilijkheid te staan, deze niet te kunnen
betalen, daar zij voor een groot gedeelte
hun steun nu niet in contanten ontvangen.
Is voor de kleine boeren en de kleine tuin
ders, vallende onder de bloemisterij,deze
maatregel van minder ingrijpenden aard,
omdat deze categorieën uit hun bedrijven
momenteel nog eenige ontvangsten hebben,
voor de kleine groententuinders, die mede
door de strenge vorst momenteel absoluut
zonder bronnen van inkomsten zijn, is deze
veranderde maatregel, doordat deze men-
schen vooraf daarop in het geheel niet wa
ren voorbereid, funest, hoe goed een steun in
natura in andere omstandigheden ook voor
hen had kunnen werken.
Daarom verzoekt de Nederlandsche Tuin
dersbond den minister, althans dit voorjaar
den nieuwen maatregel voor bovengenoemde
categorie tuinders ongedaan te maken en de
oude steunregeling te laten voortbestaan.
Gisteravond is door tot dusverre onbe
kende oorzaak brand uitgebroken in de
oude graanmaalderij met pakhuis van de
firma Baas aan den IJsseldijk te Ouderkerk
aan den IJssel.
Het vuur vond gretig voedsel in de
groote voorraden graan, welke in het pak
huis waren opgeslagen. In korten tijd stond
het complex in lichter laaie.
Aan blusschen viel niet te denken en
tegen negen uur dreigde de groote hout-
loods van de firma Heuvelman, welke
naast de maalderij staat, door de vlammen
te worden aangetast.
De firma Baas heeft een nieuwe moderne
graansilo in aanbouw, zoodat het belang
rijke opslagbedrijf spoedig kan worden
hervat.
DE INSTORTING AAN DE VALKENSTEEG
TE ROTTERDAM.
Schadeloosstelling aan de weduwe
van een der slachtoffers.
Door een vonnis van de rechtbank is thans
ook officieel een einde gekomen aan het
drama in de Valkensteeg te Rotterdam.
Reeds eenigen tijd geleden werd bekend,
dat de gemeente tot overeenstemming was
gekomen met de weduwe J. M. Kokden
Dunnen, wier man bij de ramp is omgeko
men en die van dé gemeente een schadeloos
stelling had geëischt. Aan de weduwe Kok
zou worden toegekend tot aan haar dood of
eventueel tot aan haar hertrouwen een be
drag van 30 per week en aan haar vijfjarig
zoontje tot zijn meerderjarigheid een bedrag
van 6.50 per week, te rekenen van den
datum van de ramp, 11 Mei 1938, af. In feite
was daarmede aan het proces een einde ge
komen.
Nu de Haagsche rechtbank deze overeen
komst heeft goedgekeurd en daarbij de ge
meente in de kosten van het geding 125)
heeft veroordeeld, is de zaak ook officieel
van de baan.
Voorts is eenige dagen geleden een bericht
verschenen, dat het O.M. geen strafvervol
ging zou instellen tegen de voor het ongeluk
verantwoordelijk te stellen gemeente-ambte
naren, officieel is hiervan echter nog verder
niets bekend.
HET GOEDERENVERKEER MET
DUITSCHLAND.
Nieuwe regeling niet ongunstiger
dan de oude?
In een nota naar aanleiding van het eind
verslag over het ontwerp van wet tot goed
keuring van het Nederlandsch-Duitsoh ver
drag nopens de regeling van het goederen-
verkeer met bijlage eri bijbehoorend slot-
prötocol, op 19 Maart 1938 te Keulen geslo
ten, geven de ministers van economische za
ken, buitenlandsche zaken, financiën en
waterstaat als hun meening te kennen, dat
de voorwaarden, waarop de invoer van Ne
derlandsche zuivelproducten in Duitschland
kan plaats hebben, voor zoover het betreft
den omvang en de opbrengst, niet ongunsti
ger zijn dan de vroegere voorwaarden.
Ten aanzien van de administratieve proce
dure met betrekking tot dezen uitvoer wer
den veranderingen aangebracht, welke be
antwoorden aan de ter zake bestaande ver
houdingen. Hierbij bestaan voor de daarbij
betrokken Nederlandsche belangen voldoen
de waarborgen.
NOG STEEDS: DE KOGELGAATJES.
Hardnekkig vandalisme.
Nog steeds moet min of meer geregeld de
Haagsche politie kennis nemen van klachten
over kogelgaatjes, welke in ruiten en ge
bouwen in de binnenstad gevonden worden.
De politie let scherp op de baldadigheid
der jeugd. Zoo heeft zij Donderdag een
jonge knaap, de in het bezit was van een
licht pistool, wegens overtreding der vuur-
wapenwet aangehouden. Eenig verband met
de kogelgaatjes-affaire in de binnenstad
blijkt deze aanhouding, welke in een dei
verre buitenwijken geschiedde, intusschen
niet te hebben.
MR. C. D. ASSER JR. OVERLEDEN.
Rijksadvocaat en jurist.
Op 73-jarigen leeftijd is te Amsterdam
overleden mr. C. D. Asser Jr., rijksad
vocaat en bekend jurist.
Mr. Asser is op 14 Februari 1866 te Am
sterdam geboren. In 1887 promoveerde hij
te Amsterdam tot doctor in de rechten,
waarna hij zich aldaar als advocaat en pro
cureur vestigde. Gedurende eenigen tijd was
hij werkzaam op hef kantoor van zijn vader
wylen prof mr. T. M. C. Asser. Mr. Asser
was voorzitter van het Fransch-Duitsche
scheidsgerecht en nog andere scheidsgerech
ten, welke ten doel hadden de beslissing van
geschillen tusschen staten onderling of sta
ten en particulieren.
Mr. Asser was voorts voorzitter der Neder
landsche staatscommissie voor internationaal
privaa'recht. Hij vertegenwoordigde Neder
land op enkele zeeconferenties to Erussel.
Met mr. Loder en imr. van Slopten werd hij
eertijds belast met ie voorbereiding van een
tractaat inzake bugrerlijke procesrecht,
waarbij Nederland en Groot-Britannië be
trokken waren.
De thans ontslapene heeft tallooze malen
deel uitgemaakt van internationale commis
sies en werd vele malen als vertegenwoor
diger van Nederland aangewezen op interna
tionale conferenties.
HET GEVAL MET DE „SIBAJAK".
In aanraking met Britsch oorlogs
schip.
Omtrent de gisteren gemelde berichten als
zou de „Sibajak" van de Rott. Lloyd in aan
varing zijn gekomen met een Britschen tor-
pedobcot-jager, vernemen wij nader, dat
Lloyds Casualty List hiervan slechts ver
meldt, dat de „Sibajak" in de baai van Gi
braltar met een Britsch oorlogsvaartuig i n
aanraking is gekomen.
Waar de gezagvoerder normaal het ver
trek van de Siibajak uit Gibraltar heeft ge
meld en tot gisteren in den middag bij de
reederij van den gezagvoerder geen nadere
berichten hieromtrent zijn binnengekomen,
moet worden aangenomen dat bij deze aan
raking aan geen van beide vaartuigen noe
menswaardige schade is toegebracht.
GLAZENWASSCHER VAN ZES
METER HOOGTE GEVALLEN.
Gistermiddag werd de glazenwasscher A.
J. Hoogenes, die te Lisse bezig was met
het wasschen van een pui van een winkel
huis, door een duizeling overvallen, met het
gevolg, dat hij van een hoogte van zes me
ter van den ladder stortte. Met ernstige ver
wondingen werd de ongelukkige de garage
van de protestantsche coöperatieve verëeni-
ging binnengedragen. Een kwartier na het
ongeluk is de glazenwasscher bezweken.
HOLLAND HOUSE.
In het centrum van New York ligt Rocke-
feller Center, het enorme nieuwe gebou
wen-complex, waar landen als Engeland,
Frankrijk en Italië ieder hun eigen gebouw
bezitten. Dank zij de „Holland House Cor
poration' of the Netherïands", een „non-
profit" N.V., gevormd cjoor Nederlandsche-,
Nederlandsch Indische- en Amerikaansche
financïêele-,-commercieele- en cultureele
instellingen, zal Nederland ook in Rocke-
feller Center vertegenwoordigd zijn.
Holland House, beslaat een geheele
vleugel van een zestien verdiepingen hoog
kantoor- en winkel gebouw in Rockefeller
Center en als het Nederlandsche centrum
in New York, zal het niet alleen een door-
loopende reclame voor ons land beteeke-
nen, maar tevens ook al door de cen
trale ligging zal het de cultureele- en
commercieele belangen tusschm Nederland
en Amerika bevorderen, zooals dat op geen
andere wijze mogelijk is.
Afstanden in een wereldstad als New
York zijn zeer groot en een Nederlandsch
centrum in Holland House, zal niet alleen
een groote tijds- en geldbesparing voor
handelsreizigers, vertegenwoordigers van
Amerikaansche en Nederlandsche firma's
en andere belanghebbenden beteekenen,
maar Holland House zal tevens aan die
genen die er een kantoor of winkels be
trekken, een prachtig en vast adres geven
zooals men dat niet beter wenschen kan in
New York.
Het secretariaat van Holland House Cor
poration is tijdelijk gevestigd n Internatio
nal Building, Rockèféllër Center, New
York, N. Y.
ONDERSTEUNING VAN
GEREPATRIEERDE NEDERLANDERS.
Tegemoetkoming' in de kosten.
In een circulaire aan de gemeentebesturen
heeft de minister van Binnenlandsche Zaken
medegedeeld, dat hij na overleg met zijn
ambtgenoot van sociale Zaken, heeft be
sloten, dat in de kosten van de ondersteu
ning van gerepatrieerden krachtens de uit
het werkloosheidssubsidiefonds gesubsidi
eerde steunregeling en/of in de kosten van
hun plaatsing in de uit dat fonds gesub
sidieerde werkver schaffinng van 1 Januari
1939 af door zijn departement niet meer zal
worden bijgedragen.
Dit besluit is genomen op grond van
de overweging, dat de werking van de
subsidieschaal van het werkloosheids
subsidiefonds, al of niet in combinatie
met het stelsel der extra-bijdragen, toe
kenning van eenige bijdrage door zijn
departement overbodig maakt.
Voor de gevallen, waarin ondersteuning
krachtens de Armenwet wordt verleend,
blijft, behoudens het hieronder volgende, de
bestaande regeling gehandhaafd.
De ondersteuning, in den aanvang be
doeld, zal ook worden toegepast op gevallen,
waarin repatrieering plaats had door tus-
schenkomst van een Nederlandschen consu-
lairen ambtenaar en voorts op gevallen,
waarin, in verband met bijzondere omstan
digheden, naar het oordeel van den minister
toekenning van een tegemoetkoming billijk
is te achten.
Voorts kwam het wenschelijk voor, niet
langer vast te houden aan de bepaling, dat
voor toepassing van de regeling de gerepa
trieerde vóór 1 Januari 1934 in het buiten
land c.q. in Nederlandsch-Indië moest zijn
gevestigd. In verband daarmede zal thans
de regeling gelden voor hen, tusschen wier
vertrek uit en terugkomst in Nederland ten
minste drie jaren zijn verloopen.
ADVIES INZAKE SOCIALE
VERZEKERINGEN.
Commissie-Verrijn Stuart ingesteld.
Bij koninklijk besluit van 9 Febr. 1939 is
ingesteld een commissie met de opdracht,
zich daarbij stellende op het standpunt der
onverkorte handhaving van het beginsel
der verplichte verzekering, te adviseeren
omtrent:
a. een regeling van de financiering der
overheidsverplichtingen, verband houdende
met de verplichte invaliditeits- en ouder-
domsverzekering en iyet de vrijwilligs
ouderdomsverzekering; na het expireeren
van de thans geldende wettelijke regelen
omtrent die financiering;
b. de wenschelijkheid om, voor zoover
het betreft de self-supporting invaliditeits-
en ouderdomsverzekering, wijziging te
brengen in het stelsel van kapitaaldekking
van verzekeringsaanspraken, zooals dit
thans geldt:
Tot lid en voorzitter dier commissie
werd benoemd prof. dr. G. M. Verryn
Stuart, hoogleeraar aan de rijksuniversi
teit te Utrecht en tot leden: mr. dr. J. van
Bruggen, lid van de verzekeringskamer:
mr. dr. H. L. van Duyl, voorzitter van het
bestuur der rijksverzekeringsbank; mr. H.
W. Groeneveld, hoofd der afdeeling arbei
dersverzekering bij het departement van
sociale zaken; dr. A. O. Holwerda, lid van
de directie der nationale levensverzeke-
Naar het Engelich van Stanley Hart Page
30)
De jongen wees den chauffeur den weg
en na een poosje wees hij hem een nauw
steegje tusschen een vischafslag en een
smerig tabakswinkeltje. Toen de wagen het
steegje inhobbelde, viel het licht op de
achterzijde van een grooten sédan, die zoo
wat honderd voet van de Avenue af stond.
„Dat is de wagen, dien ze gebruikt heb
ben", zei de jongen zachtjes.
„Wijs ons den kelder", zei ik gejaagd.
De taxi stopte achter de groote auto. We
sprongen er uit. De jongen voerde ons on
bevreesd naar de sombere huizen, die langs
de steeg stonden. Hij wees naar een lage
deur. Vier of vijf steenen treden voerden
erheen.
„Die deur is het meneer", fluisterde hij.
„Die kelder heeft zeker verschillende
ruimten, niet?" vroeg ik op gedempten
toon.
„Dat weet ik niet, meneer", antwoordde
de jongen. „We wonen hier nog niet zoo
lang. Ik ben een paar dagen geleden voor
het eerst beneden geweest en toen gooiden
ze me er dadelijk uit. Ik kreeg niet veel
te zien".
„Wacht eens", zei ik. Ik had in den rech
ter wand iets bekends ontdekt. Het was
een paneel van planken, gelijk aan dat
door ons in den eersten kelder gevonden,
waardoorheen Spawn ontsnapt was. Tot
verwondering mijner metgezellen ging ik
erheen en maakte het open. We kwamen
toen in een ruim vertrek. Aan het einde
daarvan bevond zich een deur, die in de
steeg uitkwam. De agent ondersteunde den
nog steeds wankelenden King toen we naar
buiten gingen. Verbluft bleef ik daar een
oogenblik staan kijken. Zoowel de sédan
als de taxi waren verdwenen.
„Waar kan die ellendige chauffeur van
ons gebleven zijn?" vroeg ik vrij nutteloos.
„Er vandoor gegaan", zei de agent, schou
derophalend. „Die kerels zijn sluw; die la
ten zich niet vangen!"
„Waaron hebben we hem niet gezegd,
dat hij op ons moest blijven wachten?"
vroeg ik me af. „Dan hadden ze niet kun
nen ontsnappen!"
Ondanks onze tegenwerpingen bleef King
by ons, toen we de steeg verder onder
zochten. Na enkele kronkelingen kwam ze
in de Vijf-en-Vijftigste Straat uit.
„Het is met geen mogelijkheid te zeg
gen, welken kant ze zijn opgegaan", brom
de King.
„Maar hier in de straat is éénrichting -
verkeer", merkte ik op. „En ze zullen wel
niet gewaagd hebben, verkeerd te ryden.
Ze moeten dus over de Elfde Avenue zijn
gegaan".
„Daar zijn we nog niet verder mee"
gromde de agent.
Teleurgesteld keerden we in de steeg te
rug.
„Wat bevond zich eigenlijk in het ver
trek, waarin we mijnheer King gevonden
hebben?" vroeg de agent. „Ik heb er wei
nig op gelet.
„Er stond een tafel en een divan in",
antwoordde hij. „Er grensde een klein ver
trek aan, waarin zich een bed, een burau
en een spiegel bevond. Daarnaast was de
waschgelegenheid".
„Dan moet dat de plaats zijn, waarin ze
mevrouw Garrison wilden verborgen hou
den", zei ik. „En nu zijn ze ons natuurlijk
ontsnapt! Vertel eens, wat is r precies met
jou gebeurd, King?"
King gromde. „Wel, ik kwam allereerst
in dat kleine, kale vertrek. Daar streek ik
een lucifer aan. Ik zag tegenover me een
stevige deur. Ik erheen en geprobeerd. Op
slot! Mijn lucifer ging uit en ik streek er
een aan. Stel je mijn verwondering voor,
toen ik zag, dat de deur intusschen geopend
was! Ik doofde mijn vlammetje op slag en
vroeg me af, wat ik nu moest doen. En op
eens greep iemand mij bij mijn pols beet en
trok me de kamer in. Dat gebeurde op het
oogenblik, dat ik schreeuwde. Ik verdedig
de me, maar ze sloegen me ergens mee
neer. firommels, ik zie nog sterretjes!"
„Het bloedt nog aldoor flink", merkte ik
op. „We moeten je naar een dokter
brengen".
Plotseling werd de steeg helder verlicht
door de koplampen van een auto, die van
de Elfde Avenue kwam. De wagen stopte
vlak bij ons en er kwam een heel stel agen
ten uit te voorschijn. Een tweede auto
volgde. Hand en Gerrity kwamen haastig
naar ons toe. „Wat is er gebeurd, Clark?"
vroeg Hand.
„We hebben hun spoor tot hiertoe kun
nen volgen", antwoordde ik, somber, „en
toen zyn ze ons weer door een list ont
snapt. Langs een geheime deur. Weg!"
„Weg?" riep Gerrity wanhopig uit.
„En mevrouw Garrison?" vroeg Hand
scherp.
„Nou goed. Ga nu maar opbellen. Als je
ermee klaar bent, ga dan nair het hoofd
bureau en blijf daar op me wachten".
De jongen spoedde zich in de duisternis
weg. De rest van ons troepje ging de tre
den af. Toen we onzeker voor de deur halt
hielden, fluisterde ik tegen King: „Bent u
gewapend?"
„Groote hemel, neen", antwoordde hij
verschrikt.
Ik haalde mijn zaklantaarn te voorschijn
en liet het licht in het rond schijnen. Dicht
bij zag ik een hoop oud hout liggen. Ik
zocht een flinkén stok en gaf dien aan
King. Op een wenk van mij wierpen we
ons alle drie met ons volle gewicht tegen
de deur aan. Een splinterend gekraak kon
digde onze komst in den kelder aan. Ik
hoorde niets anders dan het hijgen mijner
metgezellen toen we eenmaal in de stikdon
kere ruimte stonden. Meteen haalde ik mijn
zaklantaarn te voorschijn, zette me schrap,
als werd ik aangevallen en liet het licht in
het rond schijnen. We bevonden ons in een
soort hal, waarop drie deuren uitkwamen.
„Drie deuren en wij met z'n drieën", zei
King veelbeteekenend.
„Ik laat je liever niet gaan met alleen
den stok als wapen", zei ik.
„Ik ben toch geen goede schutter", ant
woordde hij, en ik zag hem grinniken.
.Doch ik heb heel wat ratelslangen met een
stok doodgeslagen en ik kan er nog wel
een paar aan!"
„Nu goed", antwoordde ik. „Dan" neem
ik de middelste deur en u beiden elk een
zijdeur".
Mijn deur was niet op slot en toen ik
naar King omkeek, was deze reeds door
de zijne verdwenen. In de ruimte, waar
in ik kwam, bevond zich een tweede deur
en daartegen lag een hoop rommel opge
stapeld, die daar blijkbaar kort geleden
neergelegd was. Ik begon het zaakje weg
te ruimen. Plotseling hield ik op en luis
terde. Er was vast en zeker iemand aan
den anderen kant der deur. Ik verdubbelde
mijn pogingen. Juist toen ik de deur wilde
openrukken, werd ze opengeworpen en
sprong de politieagent er doorheen. „O,
ben jij het?" riep ik teleurgesteld uit.
„Ja", antwoordde hij, zijn licht door de
kamer werpen. „Dit vertrek is ook al leeg.
Het andere net zoo. Ik denk, dat er niets
is".
„Laten we dan naar King gaan kijken",
zei ik, ietwat gejaagd. „Ik maak me on
gerust over hem, want hij heeft niets dan
dien stok bij zich".
We keerden terug naar de voorhal, maar
een verstikte kreet deed ons staan. „Me
neer Clark! Clark! Cla
Het was de stem van King en ze zweeg
schrikwekkend plotseling. Ik sprong naar
de deur in de hal, gevolgd door den agent.
We kwamen ih een klein, kaal vertrek.
Vlak voor ons stond een zware deur waar
door we naar binnen vielen. Het vertrek zag
er bewoonbaar uit. Er lag een karpet en er
stond een tafel. Vol ontzetting zag ik een
man voorover aan de andere zijde van de
tafel op den grond liggen. Ik snelde er
heen. Het was Henry King, die met zijn
hoofd in een bloedplas lag!
(Wordt vervolgd).