et raadsel
Tentoonstellingsconflict geeft
de toekomst.
leering
voor
SANOSTOL
JeidCletm
Riverside Drive.
Binnenland
Industriefinanciering een
succes.
Bronislaw Huberman in
ons land.
De violist vertelt.
van
TWEEDE BLAD.
Naar aanleiding van de opmerking
van de leden, die van meening waren,
dat de uitgave van het bedrag ten be
hoeve van de Nederlandsche inzending
naar de wereldtentoonstelling te New-
York niet verantwoord is, aangezien
het hier uitsluitend een aangelegenheid
van volksvermaak betreft, merkt de
minister in zijn M. v. A. op de supple-
toire begrooting van Econ. Zaken aan
de Eerste Kamer op, dat hij deze mee
ning niet kan deelen.
Veeleer acht hij bij de Nederlandsche
inzending naar voormelde wereldtentoon
stelling uitnemende rijksbelangen betrok
ken.
Dat de Nederlandsche nijverheid in het
algemeen weinig belangstelling aan den
dag heeft gelegd voor een tentoonstelling
in een hoog geïndustrialiseerd land als de
Ver. Staten, is aannemelijk. Om deze rede
nen is dan ook de Nederlandsche deelne
ming, voor zoover het economische aspect
betreft, in het bijzonder dienstbaar gemaakt
aan die takken van volkswelvaart, welke
daarvan het meest baat kunnen trekken,
namelijk het verkeerswezen, het toerisme
en de afzet van producten der overzeesche
gebiedsdeelen. Daarnevens werd evenwel
zeer zeker bij den Nederlandschen land
bouw en de nijverheid belangstelling ge
vonden.
Het conflict.
Het conflict, gerezen tusschen de com
missie, welke de Nederlandsche deelneming
aan de wereldtentoonstelling te New-York
verzorgt, eenerzijds, den tentoonstellings-
ra^d voor bouwkunst en verwante kunsten
anderzijds, zal naar het oordeel van den
minister niet tot gevolg hebben, dat de cul-
tureele vertegenwoordiging van ons land
niet voldoende kunnen worden geacht.
In de eerste plaats moet niet wor
den voorbijgezien, dat de weten
schappelijke zijde van die cultureele ver
tegenwoordiging geheel buiten voornoemd
conflict staat. In de tweede plaats moet; met
whardeering melding worden gemaakt van
de medewerking van een groot aantal kun
stenaars van naam, zoodat aangenomen
Haar dagelijksch lepeltje Sanostol!
Het volwaardige levertraanproduct
met dien fijnen sinaasappelsmaak
en den zeldzamenvitaminenrijkdom
A, B, C en D! Sanostol is noodig
voor Uw kind, maar óók voor Uzelf!
De reeds welbekende flacon f. 1.40.
De voordeelige, 2 X zoo groote
„familieverpakking" slechts f. 2.75
„Het lékkere levertraan-product
BROC;ADi S STHI f MAN 8, PHARMACÜA
mag worden, dat de inzending uit aesthe-
tisch oogpunt met inachtneming van het
voornaamste doel der deelneming op peil
zal staan.
Wanneer de minister van de tentoon
stelling te New-York heeft gesproken
als van een economische tentoonstel
ling, wilde hij daarmede te kennen
geven, dat van deelneming aan deze
tentoonstelling verwacht moet kunnen
worden, dat zij economisch nut afwerpt
en dat deze verwachting de leidende
gedachte moet zijn bij den opzet der
deelneming.
Inderdaad zal uit den gang van za
ken bij deze tentoonstelling voor de
toekomst laering moeten worden ge
trokken. De minister overweegt dan
ook een centrale instantie hier te lande
in het leven te roepen voor de behan
deling van aangelegenheden op het
gebied van het tentoonstellingswezen,
inzonderheid voor zoover betreft bui-
tenlandsche tentoonstellingen.
N.V. Maatschappij voor industrie
financiering.
Naar aanleiding van de opmerking, dat
uit de verslagen van de N.V. Maatschappij
voor industriefinanciering niets is op te
maken omtrent den aard van de door haar
gefinancierde projecten, wijst de minister
er op, dat bij een bepaalde aanduiding het
vertrouwelijke karakter der credietverlee-
ning, dat voor een goed functionneeren van
deze maatschappij noodzakelijk is, licht kan
worden geschonden. Intusschen was het
reeds de bedoeling van de vennootschap in
haar jaarverslag over 1938 eenige nadere
mededeelingen in den gewenschten zin te
doen, zoodat de minister gaarne van de ge
legenheid gebruik maakt, reeds thans een
overzicht te verstrekken van de credietver-
leening welke tot dusver plaats vond door
de N.V. Maatschappij voor industriefinan
ciering, waarbij tevens zijn vermeld de
industrieele credieten, die tot 1 October
1936 door het Werkfonds werden verleend,
en na dien datum door de N.V. Maatschap
pij voor industrie-financiering werden be
heerd.
Uit deze cijfers blijkt duidelijk de betee-
kenis van deze credietverleening voor de
ontwikkling van onze nijverheid, terwijl de
reeds terugbetaalde bedragen, die belang
rijk uitgaan boven de aflossingen, waartoe
de credietnemers zich hadden verplicht,
als een bewijs van de levensvatbaarheid
der door de nieuwe investeeringen mogelijk
geworden werkgelegenheid kunnen gelden.
Op grond daarvan acht dé minister een ver
hooging van het aandeelenkapitaal der mij,
met het voorgestelde bedrag van groot be
lang voor de verdere uitbreiding der Ned.
nijverheid en de daarmede gepaard gaande
vermeerdering der blijvende werkgelegen
heid.
DIESELELEC'RISCHE IN BRAND
BIJ ABCOUDE.
Gisteravond bemerkte een wachter van
een blokpost bij Abcoude dat uit het ach
terste niet in gebruik zijnde stel van trein
548, welke om 22.56 uur uit Utrecht wa3
vertrokken, vlammen sloegen. Hij waar
schuwde den stationschef te Abcoude, die
door het onveilig zetten van een sein den
trein ophield om een nader onderzoek in te
stellen. Het bleek, dat er brand woedde in
het laatste, derdeklas rijtuig van het naar
Amsterdam meegevoerde reservestel. De
chef waarschuwde de brandweer van Ab
coude en deed onderwijl het brandende ge
deelte op het tusschenspoor rangeeren en
daar afkoppelen. Het voorste gedeelte,
waarin de reizigers zaten kon daarop, mot
een vertraging van een kwartier de reis
naar Amsterdam vervolgen.
Toen de brandweer water gaf, was het
derde klas rijtuig geheel uitgebrand, in het
tweedeklasrijtuig kon men na hard werken
het vuur meester worden.
Bronislaw Huberman, een van
's werelds grootste violisten, is op het
oogenblik in ons land. Hij vertelt over
zijn muziek, zijn orkest in Palestina,
over het ongeluk, dat hem in den herfst
1937 in Indië is overkomen en hij uit
zijn blijdschap over het feit, dat hij
thans weer in Nederland is om op te
treden met onze goede orkesten.
Huberman is oud geworden, maar geble
ven is zijn veldheerschap, dat hem doet ver
schillen van andere meesters van de viool,
zijn heerschersnatuur, welke hem ook bij
blijft in de kamer van een gastvrij huis in
's-Gravenhage, waar hij ons gistermiddag
ontving.
Het is gisteren een goede dag voor hem
geweest, want dezen dag hebben de eerste
fijne tonen van zijn viool in Nederland ge
klonken, zij het dan ook op de repetitie,
welke hij vanmorgen heeft gehad met het
residentie-orkest onder leiding van George
Szell vóór de eerste uitvoering in ons land
na het ongeval.dat hem aanvankelijk deed
gelooven in een onherstelbare breuk in zijn
carrière.
Maar met groote wilskracht heeft Huber
man een jaar lang geoefend en langzamer
hand kregen zijn polsen hun gemak van
beweging terug, zoodat hij op het eind van
November 1938 voor het eerst kon optreden
in Egypte, Daarna volgde een reeks van 30
concerten in Oost-Europa en in Engeland en
thans is Nederland aan de beurt voor een
serie van 7 concerten, welke Huberman tot
4 Maart in ons land zal houden.
Het spreekt vanzelf, dat wij den violist
allereerst vroegen of hij geen nadeelige ge
volgen heeft ondervonden van het ongeluk,
hem overkomen. Huberman moet iederen
dag nog oefeningen maken en het duurt
ongeveer tien minuten, voordat hij volkomen
is ingespeeld.
Maar het pessimisme van weleer heeft
plaats gemaakt voor optimisme en de violist
zegt met een lach, dat deze oefeningen mis
schien nog slechts een paar maanden noodig
zijn.
Wij gelooven niet, dat het een pure be
leefdheid was tegenover ons land, dat Hu
berman verklaarde zich n u eerst volkomen
hersteld te voelen. Hij heeft hier van jongs
afaan gespeeld, zette zijn eerste stappen op
het concertpodium in ons land en daar
zij het in het overzeesche deel van ons land
overkwam hem het bewuste ongeluk.
Het is -demuzikale veldheer, die spreekt,
wanneer hii ons zijn oordeel geeft over het
residentie-orkest, dat hij van de. oprichting
af kent.
„Dit orkest is nu nog beter geworden dan
vroeger en ik overdrijf niet, wanneer ik het
reken tot de allerbeste van de wereld, ter
wijl de groep houtblazers bepaald eenig is"
Van hier naar Indië:. Het is maar één stap
en Huberman heeft oek aan dat land de
beste herinneringen„Jiet is er alleen
warm, te warm om infeehs, zonder acclima-
tisatie te gaan werken, maar 'ik zal zeker
graag naar Indië tërugkeeren, wanneer men
daar beschikt over „air-conditionëd" zalen,
zooals in Amerika.
„Het publiek? Och, de Hollander in Indië
onderscheidt zich in niets van deh Hollan
der in Europa. Het is eên muzikaal en be
minnelijk volk".
Dan vertelt Huberman uitvoerig over het
ongeluk, waarbij „een reeks wonderen" hem
hebben gered: Hij zat achter in de machine
en de reiziger, die voor hem had plaats ge
nomen, vond den dood. Bij den val werden
de motoren ver weg geslagen, zoodat geen
brand kon ontstaan. Hij liet in Palen.bang
een chirurg komen ter behandeling van zijn
polsen en deze heeft hem bijgestaan, toen
de blessure aan zijn polsen bijzaak was ge
worden, omdat een ernstige longontsteking
zijn leven bedreigde. En zijn secretaresse
heeft hem maandenlang geoefend, waarbij
zij nut had van haar diploma in ortho-
paedie.
Palestina.
De tournee in 1937 moge dan op on
gelukkige wijze zijn geëindigd, Huber
man is dankbaar, dat hij zich weer aan
zijn taak kan wijden, zijn taak als uit
voerend kunstenaar en zijn taak als
organisator van het groote orkest in Tel-
Aviv, dat zijn hulp noodig heeft.
Daarover komt de groote violist niet uil
gesproken, hij wijst ons op de opofferingen,
welke men zich in Palestina wil troosten,
om dit orkest in stand te houden, op de
vrijgevigheid van armen en rijken, die alles
voor hun orkest over hebben. Op een in
wonertal van 260.000 menschen telt het or
kest 8000 abonnementen, terwijl alle con
certen dubbel worden gegeven: Eenmaal
voor de normale muziekliefhebbers, den vol
genden dag voor de arbeiders, die veel lager
prijzen betalen.
Misschien zal het orkest eerlang op tour-
née gaan, wanneer de wereld wat rustiger is
geworden
Nadenkend zegt Huberman: „Er zijn ern
stiger dingen dan dat de kunst niet meer
vrij is van de politiek. Maar dit laatste is
toch wel een der meest sprekende symp
tomen van de verwarring onzer dagen".
Daarmee eindigt het interview, dat de
kennismaking hernieuwde met een groot
kunstenaar en met een groot mensch.
HET AUTO-ONGELUK NABIJ
MONTFOORT.
De toestand der gewonden.
Zooals wij reeds hebben gemeld zijn de
verwondingen, welke de minister van fi
nanciën, mr. J. A. de Wilde, en de direc
teur van den rijksgebouwendienst, J. C. E.
baron van Lynden, bij het auto-ongeluk
nabij Montfoort hebben opgeloopen niet
van ernstigen aard. Nadat dr. F. Verhey-
den de gewonden voorloopig had verbon
den, gaf hij toestemming, dat zij naar Den
Haag zouden worden overgebracht. De
heeren zijn daarop per ziekenauto naar het
diaconessenhuis „Bronovo" te Den Haag
vervoerd, waar zij om ongeveer 12 uur wer
den opgenomen.
Minister de Wilde heeft een snijwonde
aan het hoofd, welke gehecht is. Bovendien
bleek dat minister de Wilde, bij het auto-
ongeluk een rib gebroken heeft. Baron van
Lynden liep eveneens een snijwonde aan 't
gelaat op, welke werd gehecht. Aanvan
kelijk meende men, dat hij inwendige kneu
zingen had gekregen, doch na onderzoek
bleek, dat dit niet het geval is. De toe
stand van beide gewonden is gunstig.
DE ONREGELMATIGHEDEN IN
ROSWINKEL.
Weer een arrestatie.
Te Roswinkel (gem. Emmen) is in arrest
gesteld de 50-jarige landbouwer A. G. Deze
aanhouding heeft nogal opschudding te
weeggebracht omdat de betrokkene een
broer is van den in December van 't vorige
jaar gearresteerden K. G., kassier der Boe
renleenbank aldaar, die zooals men zich zal
herinneren, onregelmatigheden moet heb
ben gepleegd, waarbij een bedrag van pl.m.
vier ton verdwenen zou zijn.
Wij vernemen echter, dat A. G. met deze
zaak niets uitstaande zou hebben, doch
werd aangehouden in verband met een in
middels aangezuiverd tekort in de kas der
kerkvoogdij van de Ned. herv. gemèerite te
Roswinkel, waarvan hij tot in het najaar
van 1938 administreerend kerkvoogd was.
De zaak werd onderling geregeld, maar
door de gebeurtenissen bij de Boerenleen
bank kwamen de tongen los, hetgeen thans
de aanhouding van A. G. tengevolge moet
hebben gehad.
Met betrekking tot de groote fraude
zaak der Boerenleenbank kan nog steeds
niet worden medegedeeld, hoe groot 't
tekort is.
Het justitie-onderzoek is nog altijd niet
teneinde en K. G. bevindt zich nog in voor-
loopige hechtenis. Hij blijft over zijn han
delingen het stilzwijgen bewaren.
De raadsman van het bestuur heeft thans
medegedeeld, dat in den loop van deze
maand aan de spaarders, die geen lid zijn
en dus geen aansprakelijkheid hebben voor
het tekort en die ook geen andere schuld
aan de bank hebben, een eerste uitkeering
van tien procent van hun tegoed kan wor
den gedaan, de mededeeling zegt verder,
dat met de Coöp. Raifeissenbank te Utrecht
besprekingen worden gevoerd, welke ertoe
zouden kunnen leiden, dat ontibnding der
vereeniging met alle gevolgen van dien
wordt voorkomen.
TEKAARDEBESTELLLING VAN
MR. C. D. ASSER.
Posthume Fransche hulde
Onder zeer groote belangstelling is
gisteren op de begraafplaats Westerveld
het stoffelijk overschot ter aarde besteld
.van wijlen mr. C. D. Asser, den dezer
dagen te Amsterdam overleden jurist en
lid van tal van staatscommissies en ver
schillende internationale gerechtshoven.
De minister van buitenlandsche zaken had
zich doen vertegenwoordigen door mr. W. C.
Beucker Andreae, administrateur en chef
der juridische afdeeling van het ministerie
van buitenlandsche zaken. Namens de
staatscommissie voor het internationaal pri-
vaatrecht, waarvan de overledene voor.
zitter was, waren aanwezig de vice-presi-
dent mr. J. Kosters, en de secretaris, mr. H.
Daniels, referendaris aan het ministerie van
buitenlandsche zaken.
Voorts werd de plechtigheid bijgewoond
door den waarnemenden consul van Frank,
rijk te Amsterdam, den heer Zorb en ver
schillende anderen.
In de aula van de begraafplaats voerde als
eerste spreker het woord de waarnemende
consul van Frankrijk, de heer Zorb, die
namens de Fransche regeering woorden van
dank sprak voor de belangrijke diensten,
welke mr. C. W. Asser als president van
twee internationale tribunalen Frankrijk
had bewezen door zijn groote kennis van het
internationale recht en zijn groote onpartij.
digheid.
Zijn heengaan werd dan ook in Frankrijk
als een groot verlies gevoeld en het was de
Fransche regeering een eer, uiting aan haar
dankbaarheid te mogen geven. Na de we
duwe en de nabestaanden de deelneming
der Fransche regeering te hebben overge
bracht, trad de heer Zorb naar voren en
sprak hij de woorden:
„In naam van den president der
Fransche republiek wordt gij benoemd
tot groot-officier van het legioen van
eer".
De heer Zorb legde vervolgens de
eereteekenen van deze onderscheiding
op zwart fluweel op de onder bloemen
bedolven kist.
De volgende spreker, de heer Maurice
Gandolphe, schetste in bewogen woorden
de beteekenis van het internationale werk,
dat mr. C. D. Asser sedert 1920 had verricht,
waarbij hij niet alleen zijn eminente kennis
van het internationale recht, maar ook zijn
persoonlijke hoedanigheden als geleerde en
als mensch in dienst had gesteld van het
oplossen van international'- geschillen ter
bevordering van den vrede.
Verder spraken de jongste associé van den
overledene mr. J. C. Scholtens, de hoofd
directeur van den Nederlandschen Lloyd dr,
J. ter Meulen, de voorzitter van de Ver. v.
Assuradeuren mr. L. M. de Jong Schouwen
burg, die allen de beteekenis van den over
ledene schetsten als jurist met een groote
belangstelling voor het wel en wee van han.
del en industrie in zijn geboortestad en in
Nederland, waaraan hij ondanks zijn inter
nationale vermaardheid met groote trouw
verknocht was gebléven terwijl allen .tevens,,,
zijn beminnelijkheid als mensch schetsten.
Namens de familie dankte de oudste zoon
van den overledene, mr. J. T. Asser, zoowel
de Fransche regeering als de andere belang
stellenden, waarbij hij in eerbiedige woor
den de nagedachten!- van zijn vader eerde.
HUISEIGENAREN ACHTEN ZICH
BELEEDIGD DOOR FILMTEKST.
Naar wij vernemen heeft de vereeniging
van huiseigenaars „het eigendomsrecht" bij
de centrale commissie voor de filmkeuring
te 's-Gravenhage geprotesteerd tegen een
passage in de Nederlandsche tekst van de
film „dr. Clitterhouse", die de vorige week
in het theater Tuschinski te Amsterdam
heeft gedraaid en ook in andere bioscoop
theaters in het land vertoond zal worden.
In deze passage wordt naar de meening
van het bestuur dezer vereeniging, een on-
juiste indruk gewekt en op beleedigende
wijze ten onrechte een blaam geworpen op
de eigenaren van brandgevaarlijke wo
ningen.
De commissie werd verzocht ten spoedig
ste te willen bevorderen, dat de gewraakte
zinsnede wordt geschrapt, dan wel dat de
ze aldus wordt gewijzigd, dat geen foutieve
suggestie ten aanzien van deze groep huis
eigenaren wordt gewekt.
Naar het Engeltch van Stanley Hart Page
22),
„Ja, maar voor wien?" vroeg hij drei
gend.
Ik gaf geen antwoord. „Wat me het meest
verbaast", zei ik, „is, dat jullie beiden
Ik hield even op, want over de schouders
van Spawn heen zag ik het hoogroode ge
zicht van Archibald Flount!
„Wat me verbaast", vervolgde ik, „is,
dat jullie, naar het schijnt
Ditmaal zweeg ik nogmaals, want Flount
had-zijn paraplu opgeheven en sloeg Spawn
met>den knop zoo hard hij kon op het hoofd.
Zijn hoed vloog af en hij viel kreunend
tegen den grónd.
„Mooi zoo", riep ik uit en greep meteen
den revolver van Spawn. „Hier, pak aan!"
riep ik tegen Flount.
„Ik houd me liever bij mijn paraplu", zei
hij met afwijzend gebaar.
„Bent u ep het hoofdbureau geweest?"
vroeg ik.
„Neen, ik ben teruggekomen. U vergat
me te vertellen, waar het is. Toen u me
daarnet ontmoette, was ik verdwaald."
„Hebt u geen politieagent meegebracht?
vroeg ik woest. „Hebt u tegen niemand
verteld, dat we hier waren?"
„Natuurlijk niet!" antwoordde Flount
stijfjes. „U zei, dat ik naar het hoofdbureau
moest gaan. En dat kan ik natuurlijk niet
vinden,"
„Maar, man, dat is een half blok huizen
verder. Gauw dan toch! Dadelijk op straat
rechts om en dan ligt het aan uw rechter
hand, vlak bij den volgenden hoek".
„Het is niet noodig", zei een grimmige
stem achter me. Het leek wel of overal
stemmen vandaan kwamen.
„U kunt den revolver van myn vriend
wel neergooien", zei de stem. „Ik heb den
uwe!"
Flount keek verontwaardigd over mijn
schouder. Ik kon wel niet anders doen dan
den revolver laten vallen. Dan keeroe ik me
om. Een lange, gespierde man met een auto
matisch pistool in de eene en mijn revolver
in de andere hand stond voor me. Hy had
vinnige, kleine oogen, een onmogelijk
grooten neus en een vooruitstekende onder
kaak.
Plotseling hoorde ik een zoemend geluid.
Flount noch ik schonken er aandacht aan,
maar mijn aanvaller scheen te schrikken,
sprong over Spawn heen en sloot snel de
deur met de twee grendels.
„Zien jullie die deur?" wees hij met zijn
revolver op een zijdeur. „Ga daar doorheen
gauw wat!"
Flount wilde stand houden. Ik zag, hoe
hopeloos dat was. Ik trok hem mee, opende
de deur en duwde hem erdoorheen.
„Sluiten!" beval de vreemde.
Toen ik gehoorzaamde, hoorde ik Flount
opeens roepen: „Dorothy!"
Ik keerde me om. Wat ik zag vervulde
me met medelijden en vreugde tevens. Op
een bank lag Dorothy Garrison, gebopden
met een prop in haar mond. Ik sprong voor
bij Flount en had in een oogwenk met mijn
zakmes haar boeien doorgesneden. Met
Flount hielp ik haar opstaan, maar ze was
zoo verstijfd, dat ze niet staan kon. We
zetten haar neer op de rustbank.
„Archie! Mijnheer Clark!" riep ze uit.
„Waar zijn de anderen? Is Garry niet ge
wond?"
„Robert is gezond en wel thuis", ant
woordde Flount, de striemen om haar pol
sen wrijvend. „Hijis doodsbenauwd, maar
verder ongedeerd".
„Toe, breng me naar, huis", smeekte zij.
„Ja., maar., nog even geduld", stotter
de ik. „Rust u eefst even!"
Mevrouw Garrison greep Flount angstig
vast.
„Zijn we dan niet vrij? Zijn jullie ook
gevangen?" vroeg ze.
Flount en ik keken elkaar wanhopig aan.
We konden er niets op zeggen. Haar lippen
trilden en dikke tranen biggelden over haar
wangen. Ik had Spitz ën Spawn wel kun
nen verscheuren. Mevrouw Garrison klopte
Flount op zijn schouder.
„Kom, wat hindert het", zei ze met een
dapper glimlachje. „Nu jullie hier bent,
voel ik me weer veilig. Ikik kan niet
zeggen, hoe dankbaar ik ben!" En toen
hoorde ik een geluid, dat mijn hart van
hoop deed opspringen. Ik hoorde bonzen.
Het werd luider en eindigde in een gewel
dig gekraak. Ik legde myn oor tegen de
deur en hoorde barsche stemmen aan de
andere zijde.
„Hand!" riep ik verheugd, woest op de
deur bonzend. „Hier zijn we! Hebben me
vrouw Garrison gevonden! Doe open."
Ik hoorde roepen en de deur werd open
gedaan. Hand en inspecteur Gerrity storm
den het vertrek binnen.
„Mevrouw Garrison? Gelukkig!" riep
Gerrity. „Waar zijn Spitz en Spawn geble
ven?"
„Weet ik niet", antwoordde ik. „Ze wa
ren in die kamer. Een hunner bewusteloos.
Ze hebben ons hier opgesloten".
„Blijf jy bij mevrouw Garrison Clark",
beval Hand. „Kom mee, inspecteur!"
Na hun vertrek wendde, ik me tot me
vrouw Garrison. „Eindelijk veilig!"
Ze dreigde in tranen uit te barsten.
„Kom, kom, kom", troostte Flount hartelijk.
„Toe, niet huilen, Dorothy! Ik kan niet te
gen vrouwentranen".
„Ik ik zal nietsnikte mevrouw
Garrison.
„Hoe bent u eigenlijk hier gekomen?"
vroeg ik, om af te leiden.
„Datdat weet ik niet. Ik herinner me
slechts, dat ze een doek over mijn gezicht
gooiden. Dat gebeurde zoodra ik in de auto
was gezet. Ik werd hier wakker. Brengt
u me nu niet naar huis?"
„Zoodra de inspecteur en Hand terug
zijn", beloofde ik haar. Maar dat duurde
een half uur, voordat ze terugkwamen. En
aan het gezicht van Gerrity zag ik, dat ze
tevergeefs gezocht hadden.
„Ze hadden minstens drie wegen om te
ontsnappen", zei Hand. „Ze hebben overal
ondergrondsche gangen. Het heele huizen
blok is omsingeld. Misschien dat de agen
ten hen nog te pakken krijgen".
„Maar hoe zijn jullie hier gekomen?"
vroeg ik.
„Och, we hoorden, dat Spitz en Spawn
dezen kelder van den eigenaar zelf gehuurd
hadden. Slim, zoo vlak bij het hoofdbureau
Wie zou hen daar zoeken?"
„Ja, natuurlijk", zei ik met hangend
hoofd en vol wroeging. „Ik kan je niet zeg
gen, hoe blij ik ben, dat je plan goed ge
lukt is, Hand, maar in zekeren zin voel ik
me toch nog ellendiger dan te voren. Als
ik de zaak niet voor je verknoeid had dan
hadden jullie dat stel nu in handen ge
had".
Hand klopte me op myn rug. „Integen
deel", verklaarde hij. „Dan had mijn heele
plan totaal mis kunnen loopen. Nu hebben
we mevrouw Garrison en anders hadden
ze haar misschien nog weer mee kunnen
nemen!"
„Maar doorvoor moet je Flount dank
baar zijn", zei ik met warmte. „Hij is, een
drommelsche rakker". En ik vertelde wat
hy gedaan had.
Toen ik het over den man met den langen
neus had, knipte Hand met zyn vingers en
zei: Dat is Spitz! Toen we het hoofdbureau
uitkwamen, zag ik juist zoo'n man een si
garenwinkel binnengaan. Hij deed diénst
als uitkijk. Vermoedelijk is hy door de on-
deraardsche gangen gehold, om zoo moge
lijk mevrouw Garrison nog mee te nemen.
Maar toen jullie met Spawn hadden afge
rekend, moest hy wel anders handelen,
Spawn zien bij te brengen en er met hem
vandoorgaan".
„Dat komt er weinig op aan", zei Flount
ongeduldig. „Mijn doel was, mevrouw Gar
rison bij haar man terug te brengen, voor
dat hij zijn bezinning heelemaal kwijt raak
te. Kom, Dorothy, ik zal je naar huis
brengen". (Wordt vervolgd).