DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Chamberlain rechtvaardigt de erkenning van Franco. No. 51 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Woensdag 1 Maart 1939 141e Jaargang Weigering der erkenning zou de Republikeinen niet geholpen hebben. Motie van wantrouwen verworpen. De aigemeene toestand. Politieke verwarring in België. Het aftreden van Azana. De regeling voor verkiezing van een president Bemoeilijking van journalisten. Die zich naar Vaticaanstad begeven. ALKMAARSCHB COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door Set geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VER I'ENT IEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote contracten rabat. Groote letters naar olaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef 3320, redactie 3330. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. In het Britsche Lagerhuis heeft Attlee, de leider der Labouroppcsitie, gisteren de Maandag reeds gepubliceerde motie van wantrouwen in de regeering inge diend, waarbij hij wederom critiek uit oefende op het feit, dat Chamberlain het Huis niet eerder in kennis had gesteld van het besluit tot erkenning van Franco. De poging van. Chamberlain om zich te rechtvaardigen was volgens spr. een „weefsel van halve waarheden, hetgeen erger is dan leugens." Voortgaande gaf Attlee als zijn meening te kennen, dat er een daadwerkelijke re geering met een daadwerkelijk leger van een half millioen man in republikeinsch Spanje aanwezig zijn. Dat zijn geen om- standigheden, welke een erkenning van Franco rechtvaardigen. Spr. vroeg welke verzekering Chamberlain had ontvangen, dat Franco wanneer zijn regeering eenmaal erkend was, zich niet onmiddellijk zou aan sluiten bij de_spil Rome-Berlijn. Antwoord van Chamberlain. In zijn antwoord verklaarde Chamberlain, dat de regeering van meening was, dat het crogenblik gekomen is voor erkenning van Franco. Zij wenschte echter in nauwe over eenstemming te blijven met de Fransche regeering en had de toekenning van de er kenning niet vooi bereid, voor zij ervan overtuigd was, dat de Franschen het ermede eens waren. De definitieve beslissing kon eerst Vrijdag genomen worden en werd in feite gedurende het weekeinde genomen. Sprekende over het punt, dat de erken ning een grove inbreuk vormde op het vol kenrecht, zeide Chamberlain: Kon de repu- blikeinsche regeering nog langer beschouwd worden als de wettige regeering des lands? Het antwoord op deze vraag was nogal een voudig. Niemand kan zeggen hoeveel van de republikeinsche regeering nog over is of waar zij gevonden kan worden. De presi dent, die niet in Spanje vertoeft, is afge treden. Sommige ministers zijn in Frankrijk, sommige in Spanje. Spr. geloofde, dat vele vrienden en militaire raadgevers van Negrin aandrang op hem uitoefenen om de vijandelijkheden te staken. Het is twijfel achtig, of die regeering kan worden be schouwd als een wettige macht. Het is er ver van, dat de erkenning een inbreuk vormt op de internationale tradities, het zou een inbreuk daarop zijn, wanneer de regeering geweigerd had Franco te erkennen. Wat zou men gewonnen hebben door de weigering de erkenning te ver- leenen? Zou de niet-erkenning de repu blikeinsche regeering aangemoedigd hebben den weerstand voort te zetten? Wanneer dat zoo is, zou zij in strijd zijn met alle eischen van menschelijkheid. Ieder, die kortelings betrouwbare ver slagen gehoord heeft over de toestan den in Madrid, kan zeker niet wen- schen, dat die langer zullen duren dan noodig is. Een inhouden der erkenning zou de republikeinsche regeering of* de bevolking van Madrid niet helpen, maar de Britsche betrekkingen met de nieuwe Spaansche regeering verbitteren en iederen invloed vernietigen, dien En geland zou kunnen hopen te hebben bij die regeering. De strategische belangen. Ten aanzien van Attlee's vrees, dat Brit sche strategische belangen zouden kunnen worden benadeeld door het aan de macht komen van Franco, zeide Chamberlain: Wil Attlee zeggen, dat het een goed ding is, Franco te drijven naar de gevoelens van vijandigheid jegens Groot-Britannië en hem den indruk te geven, dat wij hem vernede ring en onrechtvaardigheid hebben opge drongen? Kunnen wij niet door de vestiging van vriendschappelijke betrekkingen met Franco hopen, dat de Britsche belangen niet benadeeld zullen worden door wat hierna gebeurt? Het is volstrekt onmoge lijk inwilliging van voorwaarden te eischen zooals Attlee die voorstelde, tenzij wij bereid waren ten oorlog te trekken. Wij hebben herhaalde verzekeringen gekregen op alle punten van Franco. Er is één punt, waarbij wij zoo bijzonder betrokken zijn, dat wij het noodig achtten Franco wederom te vragen van te voren volledige amnestie af te was de kwestie der represailles. Wij hebben er op aangedrongen, dat er geen algemeene represailles zouden komen wegens politieke overtredingen. Wij hebben die verzekeringen verkregen. Het is niet redelijk Franco te vragen van e voren volledige amnestie af te kondigen, ook omvattend de mannen, die schuldig staan aan de afschuwelijkste mis daden. Chamberlain lasvervolgens een telegram voor van Franco, waarin gezegd wórdt, dat het nationale Spanje den oorlog heeft ge wonnen en dat het aan de overwonnenen was om zich onvoorwaardelijk over te geven. Voorts werd in dit telegram gezegd, dat de edelmoedigheid, die betoond is in de be vrijde gebieden, een hechten waarborg vormt voor alle Spanjaarden, die geen mis dadigers- zijn. Voortgaande zeide Chamberlain: De po sitie van Frankrijk is dezelfde als die van Engeland. De erkenning is een formeele daad, die de betrekkingen tusschen Groot- Brittannië en de regeering van Franco brengt tot betrekkingen met de werkelijk heid. Thans is staking 'der vijandelijkheden noodig. De Britsche regeering zal volgaarne alles doen om er toe bij te dragen, dat een wapenstilstand tot stand komt, waarbij be sprekingen gevoerd kunnen worden tus schen vertegenwoordigers van beide kan ten. Wanneer de gevechten eenmaal ten eindè zijn, hopen wij, dat alle Spanjaarden zich aaneen zullen sluiten om de vernieling te herstellen, de wonden te heelen en te zamen een voorspoedig en gelukkig land op te bouwen dat zijn eigen roemrijke verleden waardig zijn zal. Critiek van Sinclair. Na de rede van Chamberlain nam de leider der liberale oppositie, Archibald Sin clair het woord. Hij verklaarde, dat het Lagerhuis op de hoogte had moeten worden gebracht van het regeeringsbesluit tot er kenning van Franco, voordat dit ter kennis gebracht werd van den Franschen minister president. Spr veronderstelde echter, dat het besluit genomen is met het oog op het be houd van de Britsche belangen en de be langen van het Spaansche volk. Spr. voor spelde, dat Italië en Duitschland Franco voorwaarden zullen stellen, voor zij er in toestemmen hun troepen uit Spanje terug te trekken. Sinclair besloot zijn rede met te verkla ren, dat de regeering de dictaturen heeft versterkt en de democratieën heeft ver zwakt en het eene na het andere land 'heeft verraden, dat vertrouwen in haar had gesteld. Eden blijft bezorgd. De volgende spreker, Eden, zeide, dat Spanje een land is met eên uitgestrekte zee kust.' Het is natuurlijk, dat het om die reden alleen reeds vriendschap heeft met een groote vlootmogendheid. Velen mijner vrienden in het Lagerhuis zijn er van over tuigd, dat, zoodra deze burgeroorlog voorbij is, het mogelijk zal zijn met Franco goede betrekkingen te vestigen, even goede be trekkingen als ooit bestaan hebben tusschen Groot-Brittannië en Spanje in het verleden. Of mijn vrienden gelijk hebben of ongelijk, ik wil hen waarschuwen, dat wanneer in de toekomst onzebetrekkingen met Spanje zullen worden voortgezet op een vriend- schappelijken grondslag, zulks alleen ge schieden zal omdat het inzicht bestaat, dat er een gemeenschappelijk en geen geldelijk belang bestaat. De Fransche regeering heeft haar besluit te kennen gegeven om Franco te erkennen. Een groot aantal andere regee ringen, met inbegrip.van Nederland en de Balkanstaten is reeds daartoe overge gaan en onze eigen regeering heeft een gelijke verklaring afgelegd. Thans de er kenning inhouden, na alles wat gebeurd is, zou geen hulp geven aan de onafhankelijk heid van Spanje, welke ons doel moet blijven. Besluitende zeide Eden, dat hij voor de regeering zou stemmen. Andere sprekers. Sir Henry Page Croft kwam vervolgens op tegen de beschuldiging dat de republi keinsche regeering door haar Fransche en Engelsche mede-democratieën zou verraden zijn. Er waren veel soorten van verraad mogelijk, maar van het verraden van een niet meer bestaande regeering had spr. in derdaad nog nooit gehoord. Spr. vertrouwde bovendien, dat Franco en de meerderheid van het Spaansche volk veel te trotsch zijn om buitenlandsche inmenging te dulden. Wat de vrees voor represailles betrof had spr. nergens klachten gehoord dat Franco's troepen zich hadden schuldig gemaakt aan vrijwillige moordpartijen zooals de anarchisten in het begin te Barcelona. De latere sprekers der arbeiderspartij dikten ieder op hun wijze de argumenten van Attlee nog wat aan en Greenwood zeide, dat een daad van onrecht, zooals de Engelsche regeering nu gepleegd had, op den duur nooit doeltreffend kon zijn, wat de regeering nog wel zou ondervinden. Mevrouw Ellen Wilkinson geloofde niet aan de ontruiming van Spanje door de Ita lianen, zoolang Mussolini van hun verblijf nog politieke voordeelen verwachtte en zij vergeleek het langzame tempo van de er kenning van Sowj et-Rusland met de haast die de regeering thans gemaakt had waaruit zij de conclusie trok dat deze regeering van den beginne af de overwinning van Franco gewenscht had. Tenslotte werd de door de arbeiderspartij ingediende motie van wantrouwen verwor pen met 344 tegen 137 stemmen. Arrestaties onder aanhangers van Zan- koff. - Gisteren zijn meer dan 30 vooraan staande leden van de ontbonden Zankoff- beweging, de Bulgaarsche fascistische partij, gearresteerd. Zij worden ervan beschuldigd partij-politieke activiteit te hebben gevoerd, hetgeen krachtens de tegenwoordiger wet geving verboden is. Tevens zijn arrestaties verricht te Plovdio in Zuid-Bulgarije en in andere plaatsen. Wat verwacht werd, is gebeurd: de regee ring-Pierlot is afgetreden. Zij heeft nauwelijks gelegenheid gekre gen om zich aan de Kamer voor te stellen en toen de ministers Maandagmiddag verga derden, om den politieken toestand te be- studeeren, verklaarden de socialistische mi nisters, dat zij hun medewerking niet langer konden verleenen. Toen bood Pierlot het ontslag aan. Wat is er gebeurd in den kabinetsraad van Maandagmiddag? Een der socialistische ministers zeide, dat de Kamerzitting van Vrijdag reeds bewezen had, dat er groote meeningsverschillen bestonden tusschen de socialistische groep en de rechterzijde en dat er geen meerderheid in de Kamer aanwezig was om de politiek van den minister van financiën goed te keuren. De socialisten konden niet aanvaarden, dat de loonen der staatsambtenaren werden verlaagd, omdat deze maatregel zeer waar schijnlijk een daling van de loonen in de particuliere industrie ten gevolge zou heb ben. Na den kabinetsraad van Zaterdag, tij dens welken een overeenkomst tusschen minister Gutt en de socialistische ministers reeds onmogelijk bleek, zeide een lid der regeering: „Nous dansons sur un volcan". Hij zinspeelde hiermee op de geruchten van devaluatie van den franc, die den vori- gen dag te Brussel in beurskringen rondlie pen, doch later gelogenstraft werden. De rechtsche ministers waren van oordeel, dat op de kwestie der 5 pCt. loonsverminde ring der Staatsambtenaren niet mocht wor den toegegeven, daar anders het gezag van den minister van financiën en dat van het gansche kabinet in 't gedrang kwam. Maandagmorgen vernam men dat nieuwe onderhandelingen waren aangeknoopt met de liberalen. Een rechtsche minister, die als woordvoerder van Pierlot optrad, heeft hem de volgende vraag gesteld: Zyt gij bereid, wanneer het kabinet Pierlot valt, aan een nieuw, drieledig kabi net mee te werken? Nu de regeering heeft besloten, een onderzoekcommissie inzake Martens in te stellen, is uw wensch gedeel telijk vervuld.... In dit geval zou Pierlot zich inspannen om een driepartijdige com binatie op de been te brengen. Het antwoord der liberalen was dat zij in dit geval de portefeuille van openbaar on derwijs voor zich opeischten. Pierlot zou er niet veel bezwaar tegen hebben, den pas benoemden minister van dit departement te laten vallen. Ook over dezen minister zijn Vrijdag dingen bekend geworden, die op spraak hebben gewekt. Tijdens zijn rede heeft het Oostendesche Kamerlid Van Glab- beke een passage voorgelezen van een door prof. Blancquaert geschreven artikel, welke aldus luidde: Velen zeggen: wij willen geen oorlog. De regeerders echter zijn een andere mee ning toegedaan. Zij moeten zelf niet vechten en zij hebben wetten en gendarmen; zij die weigeren, worden in het gevang geworpen of voor den kop geschoten. Dat is niet te verhelpen; oorlogen zullen er altijd zijn... Die aldus spreken, vergissen zich. Zij ver geten, dat, als zij het willen, geen wet hen zal dwingen de wapens op te nemen. Zij vergeten, dat elke wet de uitdrukking van den volkswil is en moet zijn. Zij vergeten dat door hun stem te geven aan volksverte genwoordigers die op hun beurt voor de bewapenings- en de oorlogscredieten zullen stemmen, zij vrijwillig hun eigen doods vonnis onderteekenen. Deze onthulling wekte misnoegen niet alleen op de liberale, doch ook op ettelijke rechtsche banken. Oud-minister Hijmans riep: Quel régime! (Welk een regiem!) Minister Blancquaert was aanwezig, doch sprak geen woord, zoodat Van Glabbeke concludeerde: Qui ne dit mot, consent. (Wie zwijgt, stemt toe). Ook aan minister Gutt gaf Van Glabbeke harde noten te kraken. Men heeft beweerd, aldus Van Glab beke, dat minister Gutt tot de liberale partij behoorde, dat is onwaar en ik ben er blij om. Men weet, dat hy een paar jaar geleden een reis naar de Ver. Staten heeft onderno men. Hij heeft toen contracten geteekend, die de voorboden waren van den ondergang der Belgische automobielindustrie. Zijn naam is ook verbonden aan de Men- delsohnleening, waarvan procureur-generaal Servais heeft verklaard, dat zij vergezeld ging met operaties die, nadeelig waren voor België. Gutt, die daarna het woord vroeg, zeide, dat hij reeds vroeger afdoende verklaringen had afgelegd betreffende de Mendelsohnleening, doch over de kwestie der automobielindus trie zweeg hij. In parlementaire kringen besprak men gisteren de verschillende oplossingen, die mogelijk zijn om uit de tegenwoordige ver warring te geraken. De vorming van een drieledig kabinet beschouwde men in 't al gemeen als niet waarschijnlijk. Door zijn rede tegen Max heeft Spaak de oneen igheid tusschen de groepen verscherpt. De liberale bladen schrijven, dat Spaak hierbij blijk heeft gegeven van onbeschaamdheid. Nu het ministerie-Pierlot gevallen is, zal het wellicht opgevolgd worden door een zakenkabinet, doch reeds vroeger hebben de socialisten verklaard dat een dergelijk mi nisterie niet door hen kan worden gesteund. De vraag is of de Vlaamsche nationalisten en rexisten in dit geval bereid zouden zijn hun stemmen bij die der katholieken en liberalen te voegen om een dergelijk kabinet te laten leven. Een andere oplossing is de ontbinding van het parlement. Men geeft zich echter reken schap dat alleen de rexisten hiervan zouden profiteeren, wier actie den laatsten tijd weer zeer bedrijvig begint te worden. Voor al sedert de reis van den rexleider naar Bur gos en zijn onderhoud met generaal Franco. De vrees voor Degrelle zal waarschijnlijk voor de andere groepen het begin der wijs heid zijn De laatste regeeringsdaad van minister president Pierlot is geweest het samenstel len van een commissie, welke is belast met het onderzoek in de zaak-Martens. Deze commissie bestaat uit drie personen: de procureur van het hof van cassatie, Ge- sche, de advocaat-generaal van het hof van cassatie, Hayoit de Termicourt, en de voor zitter van het hooge militaire gerechtshof, Vendekelder. Intusschen heeft koning Leopold aan mr. Soudan verzocht, een nieuwe regeering samen te stellen. Hy schijnt van plan te zijn, een socialistisch-katholiek-liberale regee ring te vormen. De nieuwe kabinetsformateur is 59 jaar oud; hij maakt reeds sedert een paar jaren deel uit van den senaat, na eerst van 1919 tot 1936 lid te zijn geweest van de Kamer. Mr. Soudan is gewezen stafhouder van de Orde van Advocaten te Brussel, hoogleeraar aan de Vrije Universiteit aldaar en burge meester van de Oost-Vlaamsche industrie stad tevens zijn geboorteplaats Ronse. Hij behoort tot den gematigden vleugel van de socialistische arbeiderspartij en was vroeger al eens minister van justitie en later minister van financiën in het kabinet- Janson. Gesproten uit een verfranscht milieu, is mr. Soudan, hoewel niet beslist anti- Vlaamschgezind, toch geen persona grata in de meeste Vlaamsche kringen. Herhaaldelijk werd zelfs in de pers en ook in de Kamer geklaagd over de wijze, waarop de admi nistratieve taalwetten van 1932 en de taal wet op het lager onderwijs door hem, als burgemeester van de overwegend Vlaam sche taaigrensstad Ronse worden geïnter preteerd. In den dagelij kschen omgang is de heer Soudan een innemend en zeer be scheiden ntan. Martinez Barrio, de president van de Spaansche Cortes, heeft na het aftreden van Azana de volgende verklaring afgelegd tegenover den vertegenwoordiger van Havas. Ik heb de mededeeling van Azana ont vangen, dat hij aftreedt als president van de republiek. Ik heb minister-president Negrin en de leden der republikeinsche re geering direct kennis gegeven van het be sluit van het hoofd van den staat en de re geering verzocht de Cortes by decreet bij een te roepen om het ontslag van den pre sident der republiek te bekrachtigen. Thans is mijn taak voltooid, welke mij ongetwij feld voor morgen, dus heden, zullen berei ken. In de Spaansche grondwet zijn de vol gende regelen vastgelegd in geval het hoofd van den staat aftreedt: Het parle ment moet worden bijeengeroepen, opdat het officieel kennis neme van het aftreden en den president van de Cortes aanwijst ad interim het presidentschap der republiek waar te nemen, totdat het nieuwe staats hoofd zal zijn gekozen. De president van de Cortes moet dan voor de Cortes trouw aan de grondwet beloven aleer hij het presi dentschap der republiek ad interim aan vaardt. Wanneer deze formaliteiten ver vuld zijn, wordt de president der Cortes dus staatshoofd, doch tot dat oogenblik blijft de aftredende president staatshoofd. Vervolgens gaat de regeering over tot de verkiezing van „compromisarios" (kiesman nen voor het presidentschap). Hun aantal is gelijk aan dat der afgevaardigden. Barrio wees er tenslotte op, dat in de laatste bijeenkomst van de Cortes te Figue- ras nog geen honderd afgevaardigden bij een waren. Republikeinsche ministerraad in Oost-Spanje. De civiele gouverneur van Madrid heeft gisteren de pers de volgende mededeeling overhandigd: De zich te Madrid bevindende ministers zyn vanmorgen op uitnoodiging van den minister-president en den minis ter van defensie naar het Oosten des lands vertrokken voo het bijwonen van een be langrijken ministerraad. Leider van de C.N.T. gearresteerd. Te Burgos wordt medegedeeld, dat de leider van de (anarchistische) C. N. T., Pe- dro Regues, gearresteerd is. Hij wordt er van beschuldigd zestig moorden te hebben gepleegd. Spaansche ambassade te Parijs in handen der rechtsche delegatie. Gisteravond om zes uur heeft de leider der Spaansche nationalistische delegatie te Parijs, Quinones te Leon, gewezen ambas sadeur van Spanje, te Parijs, met de dele gatie de lokalen der Spaansche ambassade aldaar in bezit genomen, 's Middags had de ambassadeur van het republikeinsche Spanje, Pascus het gebouw der ambassade verlaten. Verder wordt gemeld, dat een hoog functionaris, waarschijnlijk Rochat, zal worden belast met het overbrengen van het officieele bericht van de erkenning naar Burgos. Hij zou gisteravond Parijs verla ten. De hertog van Alva betrekt de Spaansche ambassade te Londen. De hertog van Alva, tot dusverre alge meen agent van de rechtsche Spaansche re geering te Londen, heeft zich gistermiddag in het bezit gesteld van de Spaansche am bassade op Belgrave Square. Volgens het gebruik kwam de ambassade op grond van de erkenning van Franco automatische onder de controle van het Foreign Office. Gistermiddag heeft George Mounsey de per manente ondersecretaris uit naam van zijn departement den hertog van Alva in Bel grave Square ontvangen, waar de verte genwoordiger van Franco officieel 't recht kreeg de ambassade te bezitten. Charles Roux, de ambassadeur van Frank rijk bij den Heiligen Stoel, heeft door tus- schenkomst van de secretarie van het Va- ticaan, de aandacht van het college van kardinalen gevestigd op de hinderpalen, welke door de Italiaansche autoriteiten wor den in den weg gelegd aan de vrye uit oefening van de journalistiek, met name door het verhinderen aan tal van buiten landsche journalisten zich over Italiaansch grondgebied naar Vaticaanstad te begeven. De ambassadeur van Frankrijk bij den Heiligen Stoel, heeft ook de aandacht van het college gevestigd op de moeilijkheden op het gebied van het telefoon- en radio verkeer, waardoor buitenlandschen journa listen verhinderd wordt zich vrijelijk in lichtingen te verschaffen. Zie verder Buitenland pa§. i, £e blad.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1