et raadsel ïBitutetiland Sxaiileton DRIE JAREN UIT DE ZORGEN Riverside Drive. Na de erkenning van Franco's bewind. Schriftelijke vragen aan den minister. Auto door sneltrein gegrepen. Bestuurder ternauwernood ontsnapt GEMENGD NIEUWS. ONZE STADSRUBRIEK ALKMAARSCHE COURANT van TWEEDE BLAD. De heer Wijnkoop (C. P. N.) heeft aan den minister van buitenlandsche zaken de volgende vragen gesteld: Wil de minister aan de Kamer mededee- ling doen van de gronden voor de erken ning door Nederland van Franco's bewind in Spanje? Wil de minister dan tevens mededeelen waarom deze handeling zoo onverwijld moest geschieden, terwijl de erkende re- geerihg- van de Spaansche republiek niet alleen nog bestaat, maar volgens de officiee- len berichten van deze regeering bij onder zoek is. gebleken, dat het moreel van de Spaansche bevolking in de centrale, repu- blikeinsche zone nog steeds goed is? Waarom heeft de regeering in afwijking van. een anders wel gevolgde methode thang dit bewind van Franco direct de jure en niet, van uit haar eigen gezichtspunt al thans, eerst-de facto erkend? Wat heeft de regeering ertoe gebracht deze erkenning van Franco te doen ge schieden zonder- eerst overleg te plegen met de republikeinsche regeering, en was er niet in elk geval tijd geweest óm eerst op" gewone wijze aan de Spaansche autori teiten hier te lande een mededeeling tér zake te doen toekomen? Hadden daardoor dan niet tevens gebeurtenissen, zoöals die ten aanzien van het Spaansche consulaat te Amsterdam, voorkomen kunnen wor den?" Waarom heeft de regeering niet gelegen heid gezocht,, .om, afgescheiden yan haar formeele bevoegdheid ten dezen, daarover eerst in eenigerlei verbinding mét de Sta- ten-Generaal te treden? Heeft; de regeering .vóór de erkenning eenigerlei mededeéling daaromtrent gedaan aan de commissie voor buitenlandsche za ken van de Tweede Kamer? Zoo niet, waaromniet? Acht de regeering een dergelijke erken ning niet ook eèh nadeel voor het op het moment' alles overheerschende belang van de onafhankelijkheid der kleine staten in het algemeen, en voor de veiligheid van Nederland en van de overzeesche gebieden in het bijzonder tegen plotselinge overval len van agressieve staten? VERBLIJF ONTZEGD. Holzmann moet land verlaten. Naar het Hbld. verneemt heeft de regee ring tegen medio Maart a.s. aan M. Holz mann, „industrieel", alhier het verblijf in Nederland ontzegd, zoodat hij het land zal moeten verlaten. Men zal zich herinne ren dat H. verleden jaar op last van de Haagsche- Justitie in zijn woning in het Alb. Hahnplantsoen, aldaar, gearresteerd werd daar' VèTffiocdóns Van meineed in een civie- le procedure en ook andere verdenkingen tegen, hem .gerezen,waren? Hij móést toen ecfiter weer in vrijheid worden gèsteiu,. doch werd sindsdien als ongewenschte vreemdeling beschouwd, terwijl thans zijn verblijfsvergunning niet meer verlengd zal wórden. INDIRECTE BELASTINGEN EN LAND BOUWCRISISHEFFINGEN IN DE GEZINSUITGAVEN. Onder bovenstaanden titel is bij de alge- meene landsdrukkerij een publicatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek ver schenen, waarin de bedragen berekend zijn, die uit de gezinsuitgaven aan de over heid toevloeien uit hoofde van indirecte be lastingen en landbouwcrisisheffingen, die op.de verbruikte artikelen rusten. Uit de uitkomsten blijkt, dat bij toene- mjng van den welstand, met de stijging van de-; uitgaven voor verbruik de bedragen der indirecte belastingen wel belangrijk toene- mén, doch in veel mindere mate dan de toeneming der uitgaven. Eenzelfde depres sie doet .zich, zelfs in sterkere mate, voor bij de landbouwcrisisheffingen. Een en an der is begrijpelijk als^en bedenkt dat de indirecte belastingen voor een groot deel, en de landbouwcrisisheffingen vrijwel uit sluitend, op de uitgaven voor voeding be trekking hebben. Op de onontbeerlijke voe dingsmiddelen béood en vetten drukt in alle welstandsklassen meer dan 75 pCt. van het totaal der crisisheffingen, dat in de gezinsuitgaven berekend is. Uitgedrukt in procenten van het inkomen varieeren de indirecte belastingen van de laagste inko mensklasse (beneden 1400) tot de hoog ste klasse (boven 6000) van 5.4 pCt. tot 3.2 pCt., de landbouwcrisisheffingen van 3.6 pCt. tot 1.2 pCt. Een geheel ander beeld vertoonen uiteraard de directe belastingen; de overeenkomstige percentages zijn hier 1.5 en 13.5. De totale druk van indirecte be lastingen, landbouwcrisisheffingen en di recte belastingen gezamenlijk loopt in de inkomensklassen beneden 3000 van 10.5 tot 11.9 pCt. van het inkomen en bedraagt in de klasse 40006000 14.9 pCt., in die boven 6000 17.6 pCt. GROOTE ZENDING NAAR CENTRAAL SPANJE. Om den nood in centraal Spanje zooveel mogelijk te lenigen, heeft de „Commissie Hulp aan Spanje" wederom een belang rijke zending naar Spanje gestuurd. De totale waarde ervan bedraagt 10.000. Ge zonden werden 20 ton melkpoeder, be nevens 86 kisten levensmiddelen en kleeding. •Bijdragen ter leniging van den nood in centraal Spanje kunnen gezonden worden naar het kantoor der commissie, Keizers gracht 495a, Amsterdam, of op postgiro rekening 204040 worden overgemaakt. VORSTSCHADE CATASTROFAAL VOOR DE BLOEMENTEELERS. Resultaten van het onderzoek. Eerst thans blijkt welke catastrofale ge volgen de abnormale vorstperiode voor de Nederlandschen bloementeelt met zich heeft gebracht. Was de directe schade voor deze cultu res bijzonder groot, de indirecte begint zich thans ook te doen gevoelen en deze zal het geheele jaar door haar stempel drukken op de bloementeelt en den handel. In een onderhoud dat wij hadden met den heer P. Vis, voorzitter van den Bond van Bloemenveilingen verklaar de deze, dat thans gebleken is, dat de indirecte vorstschade nog aanmerkelijk grooter is dan eerst was geraamd. Verschillende commissies nemen momen teel overal in den lande op de diverse be dreven Steekproeven, teneinde aan de hand van deze bevindingen rapport aan de re geering inzake de vorstschade te kunnen uitbrengen. Deze deskundige op het gebied der Neder- landsche bloementeelt deelde ons mede, dat uit deze steekproeven blijkt, dat de in directe schade catastrofaal is voor een groot deel onzer bloemenkweekers, waarvan de regeering dan ook op de hoogte zal worden gesteld. •J Be direete-schade, veroorzaakt door ge noemde vorstperiode was bijzonder, groot, hetgeen wel blijkt uit het feit, dat de vei- lingomzet' van de groote Westlandsche bloe menveiling te Honselersdijk in de Kerst week slechts de helft bedroeg van die welke verwacht werd. Duizenden en nog eens duizenden planten en bloemen zijn in die periode bevroren, ondanks hard stoken van dé kweekers in de kassen. De bloemen, welke toen niet in de kassen bevroren wa ren, konden toch niet aangevoerd worden, gezien de heerschende koude. De potplan ten daalden wel met 70 pCt. in waarde. Thans blijkt echter, dat vele planten, die men nog goed waande, toch gedeeltelijk bevroren zijn geweest en nu afsterven. LANDAANWINNING EN VISSCHERIJ. De heer Woudenberg (n. s. b.) heeft de minister van Waterstaat, Sociale Zaken en Economische Zaken vragen gesteld over landaanwinning door aanslibbing aan de Friesche en """roningsche Wadden. Hij vraagt o.m. of het den minister bekend is, dat hierover bij de Waddenvisschers onge rustheid bestaat; of het voornemen bestaat een dijk van Schiermonnikoog en van Ameland naar den vasten wal te leggen, en of de ministers bereid zijn nu reeds maat regelen tot hulpverleeniging te nemen. IN HET SCHEEPSRUIM GEVALLEN EN OP SLAG GEDOOD. Gisteravond Om kwart voor tien is aan boord van het bij de Nederlandsche Dok maatschappij te Amsterdam liggende s. s. Crijnssen van de K. N. S. M. de 26-jarige V. uit Rotterdam, ambtenaar van het clas sificatiebureau Unitas, aldaar, in het ruim gevallen en vrijwel op slag gedood. Het slachtoffer was met een collega be zig met het verrichten van werkzaamhe den in het ruim, toen op een gegeven oogenblik zijn looplamp defect raakte. Zijn metgezel ging er toen op uit om elders een andere lamp te halen. Bij zijn terugkomst bleek V. zoek te zijn. Na eenigen tijd vond men hem levenloos op den bodem van het ruim liggen. Hij moet in het donker zijn misgestapt waarna hij vijf meter omlaag gevallen is, met het vermelde noodlottige gevolg. ACCOMODATIEVERBETERING DER DERDE KLASSE-RIJTUIGEN BIJ DE NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN. Naar wij vernemen ligt het in de bedoeling van de directie der Neder landsche spoorwegen de accomodatie der derde klasserijtuigen aanmerkelijk te verbeteren. De houten banken zul len vervangen worden door banken met leeren bekleedingen. In de centrale werkplaatsen der Neder landsche spoorwegen te Utrecht wordt hier aan momenteel intensief gewerkt. Zoo zullen vóór 15 Mei a.s. reeds een tiental rijtuigen gereed zijn die van eerste en tweede klasse tot derde klasse zijn ver bouwd. Het zijn vierassige rijtuigen, die 54 ruime plaatsen zullen bevatten, onderver deeld in zes coupé's voor acht- en 'n coupé voor zes personen. De banken en rugleu ningen zullen met leder bekleed zijn, ter wijl in de hoeken armleuningen worden aangebracht. Ook de derde-klasse toiletten zullen belangrijke verbeteringen ondergaan. Tot 15 Mei a.s. doen eenige dezer rijtui gen dienst in de bootsneltreinen tusschen Amsterdam en Enkhuizen. Naast de verbetering der derde-klasse- accom.odatie is de behoefte aan meer vier assige rijtuigen derde klasse aanleiding tot déze verbouwingen. Na aflevering der tien rijtuigen zullen er nog veertig worden ver anderd in den zelfden geest als hierboven omschreven. NADERE VOORZIENINGEN INZAKE DE TANDHEELKUNDE. De heer Van der Putt C. S. heeft op het wetsontwerp houdendenadere voorzie ningen inzake de tandheelkunde eenige amendementen voorgesteld, waarmede wordt beoogd ook diengenen gelegenheid te geven aan het vooronderzoek, resp. examen, deel te nemen,, die, ofschoon hun bewijzen van vestiging waren geviseerd, niet toegelaten zijn geworden tot het examen, bedoeld in de wet van 18 Mei 1929. Deze personen, vier in getal, hebben steeds de volledige tandprothese toegepast en oefenen thans nog zelfstandig praktijk uit. Deze amendementen zijn mede-ondertee- kend door de leden Tilanus, BakkerNort, Suring, Andriessen en I. H. J. Vos. Voorts heeft de heer Van der Putt C. S. een amendement voorgesteld, beoogende ook aan diegenen gelegenheid te geven aan het vooronderzoek, resp. examen deel te nemen, die, ofschoon zij-voor 10 Juni 1913 de volledige tandprothese toepasten, om een of andere reden in 1925 geen visum op hun bewijs van vestiging hebben aange vraagd of dit niet ontvingen. Na onder- Doe mee aan de Nationale Geluks- race. Trekking definitief 15 Maart a.s. De inzending der gele kaarten sluit op Maan dag 13 Maart a.s. Vraagt kosteloos toezen ding: Postbus 2004 Utrecht. (Adv. lng. Med.). zoek is gebleken, dat het hier betreft 19 personen, die allen vóór 1920 zelfstandig gevestigd waren en thans nog een eigen praktijk hebben. DE HAAGSCHE DIERENTUIN BLIJFT OOK BIJ VERKOOP BESTAAN. Naar aanleiding van de onderhandelingen inzake verkoop van den Haagschen dieren tuin onder de voorwaarde, gesteld door de nieuwe eigenaresse, dat zij met de gemeen te tot overeenstemming komt omtrent de wijze van bebouwing van het terrein, ver nemen wij, dat, indien de transactie slaagt, de vennootschap, die tot nu toe de exploita tie van den geheelen tuin de dieren in begrepen beheert, deze exploitatie zal trachten voort te zetten op een andere plaats in de gemeente 's-Gravenhage, om trent de keuze waarvan echter nog geener lei beslissing is genomen. Het Koninklijk Zoologisch Botanisch genootschap is hier toe nog in overleg met het gemeentebe stuur. De Haagsche dierentuin zal derhalve, in dien de verkoop van de onroerende bezit tingen doorgaat, niet worden opgeheven doch met zijn levende have zoo mogelijk naar een ander terrein in de residentie worden verplaatst. HET WEER IN FEBRUARI 1939. Mededeeling van het K. N. M. I. in de Bilt. Gemiddeld over de vijf hoofdstations was in Februari de ochtendtemperatuur een halve graad boven norjnaal. In de eerste decade was de temperatuur 1 graad bene den in de tweede en derde respectievelijk 2% en 1 y, graad boven normaal. De groot ste afwijkingen kwamen voor op den 3den en 12den, respectievelijk 7 graden beneden en 5 graden boven normaal. De gemiddelde maximumtemperatuur was een halve graad en het gemiddelde minimum l</2 graad bo ven normaal. Het aantal dagen met een minimumtem peratuur beneden het vriespunt bedroeg te De Bilt 11 tegen 15 normaal. De neerslag was over het geheele land beneden nor maal. De hoeveelheid was in Groningen ongeveer 10 procent elders tot 20 en 45 procent beneden normaal. Te De Bilt wer den 83 uren zonneschijn waargenomen, te gen 77 uren normaal. WIJZIGING ONGEVALLENWETTEN. Blijkens het voorloopig verslag óver de wetsontwerpen tot wijziging van de onge vallenwet 1921 en van de land- en tuin- bouwongevallenwet -1922 vestigden eenige leden de aandacht op een huns inziëns bui ten het voorgestelde nog gewenschte wij ziging van de ongevallenwet 1921. Ingevol ge hét vierde lid van artikel 85 is het niet mogelijk beroep in te stellen tegen een weigering van tijdelijke uitkeering. Wel is waar bestaat de mogelijkheid van beroep tegen de weigering van de geneeskundige behandeling. Wordt dit beroep gegrond ge acht dan kan ook toekenning van de tijde lijke uitkeering worden verkregen. Deze weg kan echter niet worden bewandeld, indien de getroffene werkzaam is bij een onderneming met een erkenden geneeskun digen dienst, in welk geval de toekenning van de geneeskundige behandeling niet door de rijksverzekeringsbank geschiedt. Verschillende leden verklaarden overwe gend bezwaar te hebben tegen het denk beeld, dat de arbeiders in de verzekerings- plichtige bedrijven voortaan hoegenaamd niet meer tegen oorlogsrisico zouden zijn gedekt. doetje Een bijzondere regeling zou, naar het oordeel dezer leden, noodig zijn voor dia bedrijven, welke bij een gewapend con flict aan bijzondere gevaren blootstaan, zooals wapenfabrieken, gasfabrieken en electrische centrales. Hier zou het oorlogs risico geheel of ten deele ten laste van het rijk moeten komen. Andere leden waren met den minister van oordeel, dat in den modernen krijg het oorlogsrisico niet kan worden beschouwd als een risico, verbonden aan het werk zaam zyn in een bepaald bedrijf. Op den onbewaakten overweg te Zalne, nabij Zwolle, is gisteravond een auto, bestuurd door den heer Van der Bent uit Zwolle, door den sneltrein Groningen—Zwolle, die ter plaatse de zen overweg kruist, gegrepen. De heer Van der B. kwam uit de richting van de stad rijden en keek, toen hij den overweg naderde, naar links. Hij was in de veronderstelling, dat van dien kant een trein naderde. Desondanks reed hij lang zaam den overweg op, zonder te bemerken dat de sneltrein uit Zwolle naderde. Eerst op het allerlaatste oogenblik werd hy dit gewaar en had nog juist gelegenheid om uit den wagen te springen en zich in vei ligheid te stellen. Een oogenblik daarna vermorzelde de trein de auto, welke over een afstand van 300 m. werd meegesleurd., Hoewel de heer Van der B. ongedeerd bleef, was hy dermate overstuur, dat men hem naar een ziekenhuis moest over brengen om weer op verhaal te komen. DOODELIJK VERKEERSONGEVAL TE OMMEN. Gisteravond is op den weg Ommen Balkbrug een verkeersongeluk gebeurd dat aan den 66-jarigen smid J. W. Kerver uit Ommen het leven heeft gekost. Omstreeks zes uur fietste Kerver op ge noemden weg toen hij plotseling zonder richting aan te geven den rijweg over stak. Hij werd gegrepen door een uit Enschede afkomstige personenauto en ernstig ge wond. Kort na aankomst in zijn woning is het slachtoffer aan de opgeloopen verwon?- dingen overleden. De auto kwam door de botsing in een langs den weg loopende sloot terecht. De automobilist werd licht gewond. De auto is zwaar beschadigd. Verlaging invoerrecht voor garens. Blijkens het Koninklijk besluit van 24 Fe bruari j.L, waarbij de in het op dien dag in gediende wetsontwerp vervatte wijzigingen der invoerrechten met 1 Maart a.s. voor loopig in werking treden, wofdt de verlaging van invoerrecht voor garens, bedoeld in bij-' zohdefé bepalingen no. 5 op post hoi 44, toe*' gepast ten aanzien van die garens, waarom trent dé door of vanwege den minister van financiën te treffen voorzieningen worden in acht genomen. Ernstige val. - Maandagmiddag is de 40- jarige visscherman J. R. te Scheveningen van een 4 meter hoogen muur der Scheve- ningsche buitenhaven op de bazaltbeschoei- ing gevallen. De man, die aan toevallen lij dende was, is met schedelbasisfractuur in zeer emstigen toestand naar het ziekenhuis vervoerd. Ritueel slachten wordt afgeschaft. - De administratieve commissie van de Sejm heeft een wetsvoorstel in behandeling genomen inzake de afschaffing van het ritueel slach ten in Polen. De contingenten dieren, die ritueel geslacht zullen worden, worden ver minderd tot de algeheele afschaffing in 1943. bevat voortdurend berichten, die andere bladen pas den volgenden dag hebben. Dat komt, omdat de de EENIGE STADSKRANT ia! Naar het Engelscb van Stanley Hart Page 28). „Ik ben er blij om", zei Garrison. „Eén zeezieke aan boord is al genoeg. Arme Gladys. Zeeziek zijn is geen pretje. Ze kan niet tegen die lichte deining. Alles bij elkaar is het toch opmerkelijk kalm voor dezen tijd van het jaar". „Wat is er toch met dien motor aan de hand?" vroeg King, „Weet ik niet", zei Garrison. „Ik heb geen verstand van dieselmotoren. IemaDd moet er aan geknoeid hebben. Aan allebei. Als de machinist den anderen motor niet op streek had kunnen brengen, zaten, we nu nog in New York". „Hoera voor dien machinist!" zei King. „Maar wie kan er aan geknoeid hebben?" „Wist ik dat maar!" bromde Garrison grimmig. „Mijnheer Clark schijntde be manning te verdenken, maar ik kan voor elk hunner instaan. Gisterenmorgen wa ren de motoren volkomen in orde. Iemand n\oet er iets aan gedaan hebben na dien tijd". Zoover waren we al geweest, flu hielp King óns verder op streek. „Waarom zoek je niet uit, of er, voordat we uitvoeren, iemand aan boord is ge weest?" vroeg hij na een poosje. „Iemand moet stilletjes aan boord geweest zijn, zou ik denken". „Als dat zoo is, dan moet hij onzicht baar geweest zijn", zei Garrison. „Ik veronderstel, dat er toch wel altijd een van uw menschen in de buurt van de machines geweest is, niet waar?" zei King. „Niet aldoor", verbeterde Garrison hem. „De hoofdmachinist is aan wal geweest en kwam pas weer aan boord een kwartier voor het vertrek. Hij had me verlof ge vraagd": Op het gezicht van King kwam een trek van verrassing, als op dat van iemand, die op het punt staat een ontdekking te doen. „Dat is toch vreemd!" zei hy. „U zegt, dat die machinist in het half uur voor het ver trek niet aan boord is geweest. Ik zeg, dat hij er wél was. Ik kwam ongeveer een half uur te voren aan boord en ontmoette een der officieren aan het dek. Ik vroeg hem, of hy de kapitein was en hy ant woordde, dat hij de machinist was". Garrison had aandachtig toegeluisterd. Nu zakte hij grommend in zijn stoel ach teruit. „Dat was de tweede machinist. Neen dat zegt niets. De eerste en tweede machi nist hebben, voordat we uitvoeren, samen geluncht. Daarna is de eerste nog even aan wal gegaan". Het gesprek geraakte in andere banen en eindelijk maakte ik de opmerking, dat het verband van King wel eens vernieuwd mocht worden. Om de een of andere reden had hy vermeden, dit door dr. Innes te laten doen. Toen hij hoorde, dat ik iets van verbandleer wist, had hij het my ge vraagd. Ik was daar bljj mee. Garrison ging naar de brug om met den kapitein te praten. King en ik gingen naar beneden. Hij keerde zich naar me toe, zoo dra hij de deur van zijn hut gesloten had. Even scheen hij nog te aarzelen. „Wat gek toch met die motoren", zei hy toen. „Wat denkt u ervan?" „Ik weet het zelf niet", antwoordde ik. „Gaat u nu even zitten, dan zal ik u ver binden". Achter hem staande zette ik me aan het werk. „Weet u", zei King, „ik moet niets van die onklare motoren hebben. Tenminste niet, nadat Garrison ons vertelde, dat iemand eraan geknoeid had". „Ik net zoo min" „Ik heb er heel wat over gepiekerd. Ik zeg er niet graag iets over, omdat ik op slot van zaken een buitenstaander ben. U ook; daarom heb ik geen bezwaar tegen u t.e zeggen, wat ik ervan denk. Het schijnt, dat er iemand in de machinekamer was, toen wij aan boord kwamen. Tenminste niet een der bemanning" „Het schijnt, dat geen van de machinis ten er was", stemde ik in, me afvragend of zijn gedachten denzelfden kant uitgin gen als de mijne. „Ik wilde het niet tegen Garrison zeggen, maar iets valt niet te ontkennen. Het zou mogelijk zijn, dat een der gasten die mo toren beschadigd had". Ik schrok. „U weet toch niet, dat een hunner het gedaan heeft?" vroeg ik. „Neen, jammer genoeg niet. Maar als een het gedaan heeft, dan moet het een man zyn geweest, vindt u niet?" „Ja. Dat schynt tenminste voor de hand liggend". „Wel, dan zijn er, behalve wij beiden, slechts twee. Dat zijn Flount „En dr. Innes", viel ik hem gejaagd in dc rede. „Aha!" riep King uit. „Zie ik het goed, dat u ook niet veel van dat sombere jong- mensch moet hebben?" „Dat zou ik zoo niet willen zeggen". „Neen, ik ook niet, en zooals ik al zei, u bent de eenige, met wien ik vrij durf le praten. Ik zou er niet aan denken, mijn meening tegen de anderen te zeggen. Maar ik heb aldoor het gevoel gehad, dat een van dat bridgepartijtje, gehouden op den avond van den moord op miss Venora, ons meer zou kunnen vertellen". „Gaat dat gevoel wellicht in de richting van Flount of van Innes?" „Ik koester niet veel achterdocht tegen Flount". „Wel, dan blijft alleen Innes over. U moet goed begrijpen, ik zeg niet, dat ik hem ergens van verdenk. Maar toch maakt dit geheele geval den indruk, dat het door iemand is opgezet, die tot de intimi, tot 't gezelschap behoort". „Precies. Dien indruk heb ik ook gekre gen. Als het Innes mocht zijnja, mocht u eens iets hooren, dat bezwarend voor hem is, zoudt u het me dan willen mede deelen?" „Met alle plezier. Ik zal myn ooren goed openhouden. Dat was ik toch al van plan. Kijk, ik sta zelf ook in een moeilijke posi tie. Ik heb het idee, dat uw vriend Hand ons heele troepje verdenkt". Ik glimlachte. „U bent drommels slim Toch denk ik niet, dat hy het heele troep je verdenkt. Hij vermoedt alleen, dat de gene, die de Garrisons dwars zit, zelf deel van het gezelschap uitmaakt". „Ik wed, dat hij het bij het goede eind heeft. En u moet er dus ook achter zien te komen, wie de schuldige is? Nou, dan kunt u op mij rekenen. Ik denk, dat ik er ge makkelijker toe in staat ben, dan wie ook". „Dank u. Ziezoo nu zit het verband wel weer goed". King bewonderde myn werk in den spie gel. „Knap gedaan, doktér", grinnikte hij. „Begrijpt u nu ook, waarom ik dr. Innes liever niet voor mijn hoofd liet zorgen?" „Ik heb me wel afgevraagd, of u daarom zijn hulp geweigerd hebt". „Juist. Ik geloof niet, dat een man, die zijn verstand goed heeft, me uit den weg zou willen ruimen, maar als dr. Innes het op de Garrisons begrepen heeft, dan is hy, dunkt me, zij stuur kwijt. Ik heb één klap op mijn hoofd gehad en dat is me genoeg. Maar zeg, ouwe jongen, ik heb zin een dut je te doen. Ik heb bemerkt, dat ik tegen den middag aanleg heb om van die wond hoofdpijn te krijgen". Ik verliet King en ging aan dek. De „Dorothy" schommelde loom en lag onge veer dwars op de deining. Er was nauwe lijks een briesje en bij onze geringe vaart was het aan dek beslist behaaglijk. Voor October was het warm. Toen ik op het achterdek kwam, ontmoette ik dr. Innes. Hij stond aan de verschansing naar het kielzog te kijken. Ik ging naast hem staan. „Klaar met brïgden?" vroeg ik glim lachend. Hij keek op, knikte even en staar de weer naar het woelende water. Ik vroeg me af, of hij de man was, die een poging had gedaan, om de onder hem wentelende schroef buiten werking te stellen. „We konden geen mooieren dag hebben, wel?" vroeg ik, vast besloten, hem aan het praten te krijgen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6