Simplex rijwielen, loopen lichter. 46' JimiiieUut et raadsel wi lovftol GEMENGD NIEUWS. Riverside Drive. Felle brand in mode magazijn. Vijf kinderen nog juist bijtijds gered. Automatischelichtseinen b:j de spoorwegen. Veilig en goedkoop. TC op van TWEEDE BLAD. Gisteravond omstreeks negen, uur ontdek ten voorbijgangers brand in het dames modemagazijn van de firma Daniels-Hamers aan de Heuvelstraat te Tilburg. De vlammen sloegen toen reeds naar buiten. Na enkele oogenblikken werd bekend, dat zich in het brandende huis vijf kinderen bevonden, die reeds te bed lagen. De ouders waren af wezig en de dienstbode, die zich in de wo ning bevond, had klaarblijkelijk nog niets van het dreigend gevaar gemerkt. Eén der toegeschoten burgers trapte resoluut het glas van de voordeur in en met enkele andere personen verschafte hij zich toegar.g tot het brandende pand. Op het hulpgeroep van één der kin deren, dat door het geknetter van de vlammen was wakker geworden, had inmiddels ook de dienstbode den brand ontdekt en, geholpen door de binnenge drongen burgers, slaagde zij er gelukkig in de kinderen bijtijds in veiligheid te brengen. Terstond daarop vraten de vlammen zich naar boven door en een groote vonken regen vulde de avondlucht. De brandweer, die met groot materiaal was uitgerukt, tastte het vuur met zeven stralen aan en sloot het van alle kanten in. Dank zij dit krachtige optreden kon men na ruim een uur zeggen, dat het gevaar voor uitbreiding niet meer bestond. Tijdens het blusschingswerk verloor de hoofdbrandmeester Wijman van het dak van het naastgelegen perceel, van waar hij een straal water op het nog gedeeltelijk bran dende pand wierp, zijn evenwicht en stortte naar beneden in het huis. Het duurde gelukkig niet lang, of men had den man naar boven gehaald. Hij had een val van vijf tot zes meter gemaakt en daarbij flinke snij wonden aan hoofd en handen ge kregen. Hij werd naar het ziekenhuis ver voerd. De toestand van W. is niet levens gevaarlijk. Groote schade. Het modemagazijn, een smal pand van drie verdiepingen, brandde vrijwel geheel uit. De geheele inboedel met inventaris en voorraden zijn verloren gegaan, deels door het vuur, deels door het bluschwater. Ook de naastgelegen huizen kregen water schade. De oorzaak van den brand is onbekend. BANKETBAKKERIJ TE HEERENVEEN UITGEBRAND. In den afgeloopen nacht heeft een felle brand gewoed in de banketbakkerij annex lunchroom van den heer F. Hartman te Heerenveen. Het perceel brandde vrijwel geheel uit en niets kon worden gered. Ook cle bovenverdieping en de aangrenzende perceelen kregen belangrijke waterschade. Aan het krachtige optreden der brandweer, die.met groot.materiaal.uitrukte, is het te danken," dat niét nog meer huizen in deze dichtbebouwdè kóhi der gemeente een prooi der vlammen werden, temeer daar het vuur door den hevigen storm nog werd aange wakkerd. De oorzaak van den brand is On bekend. WINKEL UITGEBRAND. Vanochtend is brand uitgebroken bij den grbenteventer en winkelier Snieder, aan de Vijzelstraat te Leeuwarden. De brandweer pakte het vuur met drie stralen op de waterleiding aan en had den brand binnen een half uur onder de knie, Het pand is vrijwel geheel uitgebrand. De Schade wordt door verzekering gedekt. Men weet nog niets, hoe de brand is ontstaan. Bij de Spoorwegen zijn heden nieuwe automatische lichtseinen in dienst ge steld, die in de plaats zijn gekomen van de bekende automatische armseinpalen. Deze armseinpalen zijn in 1926 om blok- seinwachters uit te sparen ingevoerd. Nu heeft men, om nog verdere bezuini ging toe te passen, deze palen vervangen door eveneens automatisch te bedienen licht signalen. Het onderhoud van deze signalen is goed- kooper dan van de andere installatie en bo vendien zijn ook bij slecht weer deze signa len zeer duidelijk zichtbaar. Voorloopig zijn deze signalen alleen nog in gebruik op kleine gedeelten van het tra ject AmsterdamRotterdam en Schevenin- genRotterdam, waar het systeem van arm seinpalen nog niet bestond. Bij het begin van een blok staat zulk een seinpaal. Rijdt een trein lang den paal dan gaat automatisch een rood licht aan, dat wil zeggen, dat het blok nu bezet is. Wanneer nu de trein een nieuw blok binnenrijdt, ver andert het roode licht in een groen licht. Het roode licht gaat dan in het nieuwe blok branden. Bovendien staat op 700 meter van den blokseinpaal een vóórseinpaal. Geeft deze een groen licht, dan is de beteekenis daarvan, dat het komende blok veilig is; geeft de paal een rood licht dan beteekent dit: het komende blok is onveilig, terwijl een geel licht den machinist tot langzaam rijden verplicht. Verder zijn op een afstand van 850 meter vóór den blokseinpaal of 150 meter vóór den voorseinpaal nog de bekende ba kens gehandhaafd: een schuin afloopende plank, die wit-zwart is geschilderd. Op deze wijze is de beveiliging uitstekend verzorgd. Het is nog niet bekend of deze seinen al gemeen zullen worden ingevoerd. v. i07-03,11* HULP AAN VREEMDELINGEN IN NEDERLAND. Paaschactie van den Ned. Amateurgidsenbond. In 1933 werd de bond ter behartiging der toeristische belangen van buitenlandsch-s automobilisten, de Nederlandsche Amateur gidsenbond, opgericht. Zijn doel is den bui- tenlandschen automobilist bij zijn bezoek aan ons land zooveel mogelijk hulp te ver- leenen. De leden van den bond zijn jonge mannen, die zonder eenige geldelijke ver goeding in het belang van dit doel werken. O.m. de A.N.V.V., de A.N.W.B. en de K.N.A.C. verleer.en hun medewerking. Sinds zijn oprichting heeft de bond bijna 10.000 automobilisten geholpen. Met Paschen heeft de bond een actie voorbereid om vreemdelingen die voor een bezoek aan de bloembollen velden naar ons land komen, te helpen. Buitèniandschen automobilisten, die met Paschen naar ons land komen, wordt verzocht hun bezoek bij den bond aan te kondigen. Bij de grens krijgen zij een zegel, die op de voorruit kan geplakt worden en waarop het woord gast voorkomt, naar voorbeeld van het Cana- deesche systeem, waar de automobilist aan de grens eeh strook papier met de woorden „Guest of Canada". Het woord gast duidt óp een zekere hoffelijkheid, die de bond dezen bezoekers wenscht te bewijzen en hij hoopt dat het Nederlandsche volk deze hoffelijk heid zooveel mogelijk zal betrachten. In verschillende steden zijn langs de groote toegangswegen posten opgesteld, waar leden van den bond den automobilist hun diensten zullen aanbieden. De bond hoopt ook dezen zomer propaganda voor ons lar.d te maken. Daarvoor is geld noodig en daartoe verwacht hij, dat belanghebbenden bij het vreemdelingenverkeer hetbondswerk zullen steunen. Het secretariaat van den bond is geves tigd te Utrecht (verkeershuis, Rijnkade) en zijn gironummer is 4967. ECONOMISCHE VERDEDIGINGS- VOORBEREIDING. Centralisatie van de productie en distri butie van grondstoffen en voedselproduc ten zal noodzakelijk zijn, aldus dr. W. H. U. Feuilletau de Bruyn te Utrecht in zijn vijfde en laatste lezing over de organisatie van de economische verdedigingsvoorbe reiding. De centrale organen daartoe kun nen zyn samengesteld "uit vereenigingen van particulieren, commissies of regeerings- bureaux. Dit hangt in sterke mate af van den geest, die in het bedrijfsleven heerscht Volgens spr. zullen in de toekomst commis sies van particulieren en ambtenaren nood zakelijk zijn, waarin het niet-ambtelijke element in ruime mate vertegenwoordigd moet zijn. Voor de prijsregeling moeten maximumprijzen worden vastgesteld. Wat de organisatie- van de tusschenhan- del betreft komt spreker op grond van een beschouwing van het Duitsche en Fransche aankoop en distributie stelsel tijdens den wereldoorlog tot de conclusie, dat het noo dig is dat er in Nederland één centraal rijksgraanbureau, één centraal rijksaard- apelbureau enz. moet worden opgericht, met half autonome filalen in de provincie onder een rijkscommissaris, die de aankoop en distributie regelt Een raad van defensie van het rijk in tijd van vrede en oorlog, waarvan alle bij de economische en militaire verdediging be trokken ministers deel uitmaken, met den premier als voorzitter, waarin ook de chefs der staven van leger en marine zitting heb- hebn naast andere deskundigen op militair of economisch gebied is dringend geboden, aldus de heer Feuilletau de Bruyn. Spr. achtte een arbeidsdienst in den geest van het Fransche stelsel, waarbij de eerste oefentijd van de „affectations speciales" ge lijk is aan die van de gewone militaire dienstplichttigen noodig. Het Duitsche sy steem is onaanvaardbaar. WETTELIJKE REGELEN INZAKE KINDERBIJSLAGVERZEKERING. Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw- comité heeft in een adres aan de Tweede Ka mer zijn standpunt aangaande het wetsont werp: „wettelijke regelen- inzake kinder bijslagverzekering" uiteengezet. Naar het oordeel van adressant is er in- tusschen geen enkele aanleiding om de kos ten eener voorziening, welke in het alge meen belang wordt getroffen, door het be drijfsleven i.p.v. door de. schatkist te doen dragen. Een voordeel van laatstbedoelde rege ling zou zijn, dat de kleine zelfstandige on dernemer, alsmede de weduwe, die in be hoeftige omstandigheden verkeert, die thans van het genot van kinderbijslagen blijven verstoken, in de regeling zouden kunnen worden opgenomen. Het karakter van een algetmeene voor ziening wordt thans prijsgegeven. Door deze nieuwe wet wordt het pijnlijke verschil in sociale zorg van overheidswege voor de loontrekkenden ën de kleine zelf standigen opnieuw vergroot. In het landbouwbedrijf zijn de sociale las ten niet te verhalen op anderen. Adressant ziet hierin een reden te rtëer om de kosten derkinderbijsiagvërzekérmg voor - rekening van de schatkist te laten' komen. Naar het oordeel van adrèssant is een ge zin met drie kinderen weliswaar grooter daft het gemiddelde Nederlandsche gezin, dat gemiddeld 2.18 kind telt, doch is hét" daar mede nog geen groot gezin in de gewone beteekenis. Adressant méént daarom, dat de kindertoeslag eerst moet aanvangen bij het vierde kind. - Tegen de zeer ruime begrenzing van den bijslag heeft de adressant eveneens bezwaar. Het verdient naar zijn óórdeel aanbeveling den kinderbijslag te bepalen op een vast be drag per kind, subsidiair dé voorgestelde differentiaties te verminderen door verlaging van de maximum-loongrens tot 5 per dag, 30 per week of 125 per'maand. VAN DAK GEVALLEN EN OVERLEDEN. De timmerman S., werkzaam op de fa briek de Schelde te Vlissingen, is gisteren van een negen meter hoog dak gevallen. Met ernstige verwondingen is de man in het ziekenhuis opgènoméh, waar hij van nacht is overleden. Het slachtoffer was ge huwd en vader van twee kinderen. ZOON BESCHULDIGT VADER VAN BRANDSTICHTING. Verdachte blijft ontkennen. Terwijl de bewoners afwezig waren, brandde verleden Maandag de woning van den arbeider W. M. te Wanroij (N.-Br.) af. M. zou tijdens den brand op de Nijmeegsche markt en zijn zoon op de Udensche markt hebben vertoefd. Vast kwam te staan, dat de zoon zich eerst eenige uren nadat hem 't voorval was mede gedeeld, naar zijn woonplaats begaf, het geen de argwaan der politie wekte. Nadat de gemeente-politie van Wan roij en Mill tesamen met den rijksveld wachter te Mill nog meer aanwijzingen had verzameld, werd de_ ongeveer 20- jarige zoon in verhoor genomen. Na aanvankelijk-alle schuld te hebben ontkend, wees hij tenslotte zijn ruim 50- jarigen vader als den dader aan. Deze is vervolgens gearresteerd en naar het arrestantenlokaal te Mill overgebracht. Volgens mededeelingen van den zoon zou de brandstichting zijn geschied met behulp van een brandende kaars, waaraan katoen draden waren bevestigd. De woning behoorde toe aan den land bouwer W. van D. te Wanroij. De verdachte M. zou deze brandstichting reeds vroeger hebben beraamd om een uit- keering uit de brandverzekeringsmaat schappij los te krijgen. Hij blijft evenwel ontkennen. SCHILDER VAN ZESTIEN METER HOOGTE GESTORT. Aan gevolgen overleden. Gistermiddag is de 23-jarige B. uit Dor drecht bij het verrichten van schilderwerk aan de spoorbrug Baanhoek over de Mer- wede te Sliedrecht, van een hoogte van zes tien meter gestort. De man was bij zijn val in aanraking gekomen met een brugpijler. Zwaar gewond bleef hij op een steenen glooiing liggen. In het plaatselijk ziekenhuis, waarheen hij werd vervoerd, is hij later op den mid dag overleden. VANGST EN IN- EN UITVOER VAN KOOIVOGELS. Schriftelijk beantwoorde vragen. Op de vragen van mevrouw Bakker Nort (v.d.) betreffende het aantal gevangen, ingevoerde en uitgevoerde zangvogels en de verleende zgn. wetenschappelijke ver gunningen tot het schieten en dooden van beschermde vogels heeft de minister van economische zaken o.m. geantwoord: In het najaar 1937 werden door vergun ninghouders in ons land in totaal 17.277 kooivogels gevangen. In het najaar van 1938 22.083. Gedurende het tijdvak van 1 October 1937 datum, waarop de Vogelwet 1936 in wer king is getreden tót1 Januari 1938 werden ingevoerd in totaal 7550 kooivogels. Uitgévoèrd werden gedurende- hetzelfde tijdvak 4216 kooivogels.- Van 1 Janüari 1938 tót 1 Januari- 1939 'werden 38.866 -kativogels ingevoerd. Gedurende hetzelfde tijdvak werden 10.591 vogels uitgevoerd. Omtrent de herkomst van alle vogels, welke werden ingevoerd, staan den minister geen gegevens ten dienste. Wel is bekend, dat een groot deel van de vogels, door de voornaamste importeurs betrokken uit Joego-Slavië en Tsjecho-Slowakije afkom stig is. Als motief voor het verleenen van de vergunningen tot invoer heeft gegolden het belang van den vogelstand hier te lande. HET PRINSELIJK PAAR WEER THUIS. Hedenmorgen te ongeveer acht uur reed de Duitsche D-trein het station Nijmegen binnen, waarin zich het prinselijk paar en prinses Beatrix bevonden op hun doorreis van Grindewald naar Soestdijk. Veel in woners waren op het perron aanwezig, die het prinselijk paar hartelijk begroetten. Omstreeks kwart over negen stapte het prinselijk gezin te den Dolder uit den trein vanwaar per auto naar Soestdijk werd ge reden. De prins bestuurde zelf de auto. Wanneer Uw kind volkomen gezond is en gespaard blijft voor En- gelsche ziekte, griep, ver koudheden, enz. Geeft daarom JECOVITOL, de levertraan;die den groei bevordert'en het weerstandsvermogen ve hoogt! .'JiPiÉ *00»* ZEVENJARIG JONGETJE AANGEREDEN. Eenigen tijd later overleden. Gisteravond is op den Rijksstraatweg te Haarlem een zevenjarig jongetje door een vrachtauto aangereden. Het kind, dat oogen- schijnlijk geen letsel opliep, werd door een voorbijganger naar de ouderlijke woning overgebracht. De vrachtauto reed door. Later op den avond werd het jongetje onwel en moest onmiddellijk worden overgebracht naar het ziekenhuis. Daar is de jongen eeni gen tijd na aankomst overleden. IN VOLLE VAART TEGEN EEN BOQM GEREDEN. Motorrijder op slag gedood. tr Gistermiddag is de motorrijder J. Veene» mans, kleermaker te Nijverdal, Op den rijksweg WierdenNijverdal in volle vaart tegen een boom gereden. De man liep een schedelbasisfractuur op en was op slag dood. Het motorrijwiel werd licht bescha digd. Het stoffelijk overschot is naar zijït woning vervoerd. Het slachtoffer was gehuwd en had geën kinderen. „BRANDARIS" TEN NOORDEN VAN BORNRIF GEVONDEN. Nader kan worden gemeld, dat de sleep boot „Witte Zee" van L. Smit en Co te Rot terdam, welke op weg wa van Rotterdam naar Hamburg, de Brandaris 12 mijl be noorden het Bornrif tusschen Ameland en Terschelling heeft aangetroffen. De „Bran daris", welkè met ertsafval geladen was, maakte zeer zware slagzij. De „Witte Zee" heeft het schip op sleeptouw genomen. Het lag in de bedoeling het te Emden binnen te bréngen. De „Witte Zee" was dus niet speciaal uit gevaren om de „Brandaris" te zoeken, doch had onderweg bericht van het scheepson geval ontvangen, zoodat wel naar het schip werd uitgekeken. Diamanten- huwelijksfeest. Het.echt paar W. v. d. Berg en H. v. d. BergMostert te Schipluiden zal 29 "Maart a.s. zijn zestig jarige echtvereeniging herdenken.- Bootdienst door den storm gestaakt. - Tengevolge van den hevigen storm is het water- rond Schiermonnikoog zoo hoog ge stegen, dat de veerbootdienst, die tusschen Oostmahórn en Schiermonnikoog wordt on derhouden, gestaakt is. Men zal moeten, wachten, tot de'steiger op het eiland, die ge heèl onder water staat, weer-is vrij gekomen. Een niet alledaags besluit. - De ge meenteraad te Schellinkhout nam in de af geloopen week eeh verordening aan op het verstoren der spreèuWennesten gedurende den broedtijd, voor zoover dit betreft nesten op en tegen gebouwen in die gemeente. Dit is geschied naar aanleiding van een ver zoekschrift in dien geest, ingediend door de vruchtenkweekers Groot en Maarse aldaar^ die zich aan het hoofd hadden geplaats van een actie tot beperking van het aantal spreeuwen, wegens de enorme en steeds toe nemende schade welke deze vogels aan allé- mogelijke fruitgewassen toebrengen. Daar, bij nauwgezet onderzoek is gebleken, dat het nut van de spreeuw tot minimale propor ties moet worden teruggebracht, werd in, deze de hulp ingeroepen van den planten- ziektenkundigen dienst, welke hulp daarna op de meest bereidwillige wijze is verleend., Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 45) „Och, hy zal een masker of zoo voor ge had hebben. Ik kon zijn gezicht trouwens niet onderscheiden. Maar hij was het eeni ge spook niet. Er is nog een tweede. Hij komt in een roeibootje van een schip, dat voor anker gaat op de plek, waar het wrak ligt. Hij roeit naar het strand, klimt boven de rotsen en schreeuwt dan met holle stem door een grooten scheepsroeper heen. Hij doet dat om de menschen daar uit de buurt te houden. Omdat er van dat schip een duiker in zee afdaalt, als hij staat te schreeuwen". „Maarwaar duikt hij dan naar?" vroeg Garrison vérbluft. „In die oude vis- schersschuit zitten toch zeker geen schat ten verborgen. Bovendien zijn wij er droogvoets naar toe kunnen komen. Daar is geen duiker voor noodig!" „Ik weet net zoomin als u, waarnaar hij duikt", zei Hand. „Maar dat er gedo ken wordt is zeker. Ik heb zelf de pom pen hooren gaan, waarmee ze hem lucht toevoeren". „De pompen van dien schoener!" riep ik uit. „Dan hebben Mapes en de rest die dus gehoordde pompen van een dui kerschip". „Maar ik zou voor den drommel dan toch wel eens willen weten, wat hij daar zocht", zei Garrison. „Dat kunt u binnenkort te weten ko men", zei Hand op zijn horloge kijkend. „Vanmorgen vroeg ben ik naar Thumcab geroeid. Ongeveer een half uur geleden heb ik drie postduiven losgelaten, met een zelfde boodschap. Ze moeten nu wel weer op hun hok terug zijn. Als gevolg moet er binnenkort een kustwachtkotter hierheen kernen. En als ze aan mijn verzoek voldoen dan heeft die een duiker-installatie aan boord". v „Verdraaid, wat jammer, dat we hier niemand hebben, die verstand van duiken heeft. De heele uitrusting heb ik op het jacht voorradig". „Wat?" vroeg Hand opgetogen. „Wel, we hebben de „Dorothy" nog maar voor 'n paar weken juist gebruikt om te dui ken. We waren op zoek naar een oud ka perschip, jaren geleden bij de Bahama eilanden vergaan. We hebben er veel ple zier gehad. Ik had een duiker gekocht. Maar we hebben geen schat gevonden". „Maar dan zijn we klaar!" riep Hand uit. „We hebben een geroutineerd duiker in ons midden!" Daarmee bedoelde hy mij. Ik had meermalen gedoken om een door mijzelf uitgevonden duikerhelm te beproe ven. Hand hemelde mijn werk erg op en men wenschte mij van alle kanten geluk. Ik had er niet veel mee op. „Maarzou het water niet verschrikke lijk koud zijn?" zei ik. „Als het nu nog zo mer was! En dan voor praktische doel einden heb ik nooit gedoken". „Clark is weèi1 al te bescheiden", zei Hand. „Niemand misgunt je de gelegen heid, jezelf een held te toonen. En over de kou behoef je niet bezorgd te zijn. Boven dien behoef je niet lang onder te blijven. Je hebt alleen maar te kijken, waar die ke rels naar duiken en dan trekken we je da delijk weer op". Na veel beraadslagen werd besloten, dat Flount, Innes en Mapes het huis zouden blijven bewaken en dat twee matrozen, die de luchtpomp kónden bedienen, mee zouden gaan. Maar Hand wilde nog eerst een dienst aan dr. Innes vragen. Hij moest hem ergens mee helpen, voordat we aan boord gingen. „Het duurt maar een minuutje", zei hij. „Ik heb aan den anderen kant van de kreek iets gevonden. Ik vermoed, dat dit verkla ring kan geven van de heele spookgeschie denis op dit eiland". Hand bracht ons midden in het bosch. Daar vonden we het geraamte van een man onder een dikke laag dennennaalden half verborgen. Hand knielde ernaast neer. Hij wees op een door roest half vergaan mes. „Dit vond ik naast het geraamte. Het heft is vrij goed bewaard gebleven. Dat moet wel het mes van schipper Johnson zijn, niet waar?" „Natuurlijkén dan is dit zijn geraam te!" riep ik uit. „Ongetwijfeld. En, kijk nu eens dokter, de schedel is gebarsten. Ik vermoed, dat by de schipbreuk de schipper overboord tegen de rotsen is geslagen. Die barst ziet er niet naar uit, dat hij doodelijk gewond was. Maar vermoedelijk is hij daardoor krankzinnig geworden. Wat denkt u er van, dokter?" Dr. Innes onderzocht den schedel nauw keurig. „Er zit hier wel een deuk, maar splin ters zie ik nergens. Ja, die deuk kan ge noeg druk op de hersenen hebben uitge oefend om krankzinnigheid te veroorza ken". „Maar was die niet doodelijk?" „Neen, vermoedelijk niet. Lastig te zeg gen. Blijkbaar is hij er niet aan gestor ven". „Dan denk ik, dat deze man later tot het bewustzijn is teruggekeerd, maar krank zinnig was gewprden. Dat klopt met het verhaal van de visschers hier. Hij heeft toen zijn broer en de anderen, die hem dood waanden, verjaagd en is ongetwijfeld van uitputting gestorven". We lieten het geraamte liggen en ver wijderden ons zwijgend. HOOFDSTUK XXI. Een vreemde ontdekking. Toen we aan boord van het jacht kwa men, trad de kapitein ons tegemoet. „Hebben Stevens en Garthwait u al over die duikerinstallatie gesproken?" vroe<* Garrison. „Zeker, mijnheer. Ze zijn er beneden mee bezig. Ze beweerden, dat ze het gauw in orde zouden maken". „Best. Mijnheer Hand zal u wel zeggen waar we voor anker gaan. In elk geval moeten we naar den Oostkant". Ik ging naar beneden om het duikerpak te bekijken. Het was meer dan uitstekend. De pomp stond in het vooronder opgesteld. De slangen gingen door een luikje in het dek naar boven. We beproefden de pomp. Alles bleek goed in orde. Stevens voorzag me van een ouden broek én trui en gaf -me er nog een dik vest bij. Toen we het dui kerpak naar boven brachten, was de .Do rothy" reeds onderweg naar de kreek. Hand en Arnold bestudeerden een meekaart. „Maar daar vlak voor ons ligt een rif', zei de kapitein. „Hier., dit.. Bij laag wa ter is het duidelijk te zien en we hebben nu eb". „Ja, dat rif ken ik", zei Hand. „Die schuit lag aan de zuidzijde by laag water gemeerd". „Als u de kaart bekijkt", zei Arnold. „dan ziet u, dat er op den zeebodem een soort plateau is, dat aan den zuidkant van dat rif begint. Het loopt af tot vierhonderd voet diepte. Uw schip moet dus aan de landzijde voor anker hebben gelegen, an ders had het niet kunnen ankeren". „Het schip lag vlak aan de zuidpunt van het rif geankerd", hield Hand vol. „Het scheen er vlakbij.te liggen". „We kunnen er ook vlakbij komen, want daar staat water genoeg. Onze motoren draaien nu allebei, dus kunnen we goed manoeuvreeren". „Ik maak me ergens ongerust over", zei ik even later tegen Hand. „Je hebt gezegd, dat er een van die bende aan boord moet zyn. Weet je nu, wie Hat is?" „Daar ben je laat mee, Clark. Dat heb ben de anderen me allang gevraagd". (Wordt vervolgd),

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6