Simplex rijwielen, loopen lichter. 46'
JimiiieUut
et raadsel
wi
lovftol
GEMENGD NIEUWS.
Riverside Drive.
Felle brand in mode
magazijn.
Vijf kinderen nog juist
bijtijds gered.
Automatischelichtseinen b:j
de spoorwegen.
Veilig en goedkoop.
TC
op
van
TWEEDE BLAD.
Gisteravond omstreeks negen, uur ontdek
ten voorbijgangers brand in het dames
modemagazijn van de firma Daniels-Hamers
aan de Heuvelstraat te Tilburg. De vlammen
sloegen toen reeds naar buiten. Na enkele
oogenblikken werd bekend, dat zich in het
brandende huis vijf kinderen bevonden, die
reeds te bed lagen. De ouders waren af
wezig en de dienstbode, die zich in de wo
ning bevond, had klaarblijkelijk nog niets
van het dreigend gevaar gemerkt. Eén der
toegeschoten burgers trapte resoluut het
glas van de voordeur in en met enkele
andere personen verschafte hij zich toegar.g
tot het brandende pand.
Op het hulpgeroep van één der kin
deren, dat door het geknetter van de
vlammen was wakker geworden, had
inmiddels ook de dienstbode den brand
ontdekt en, geholpen door de binnenge
drongen burgers, slaagde zij er gelukkig
in de kinderen bijtijds in veiligheid te
brengen.
Terstond daarop vraten de vlammen zich
naar boven door en een groote vonken
regen vulde de avondlucht.
De brandweer, die met groot materiaal
was uitgerukt, tastte het vuur met zeven
stralen aan en sloot het van alle kanten in.
Dank zij dit krachtige optreden kon men na
ruim een uur zeggen, dat het gevaar voor
uitbreiding niet meer bestond.
Tijdens het blusschingswerk verloor de
hoofdbrandmeester Wijman van het dak van
het naastgelegen perceel, van waar hij een
straal water op het nog gedeeltelijk bran
dende pand wierp, zijn evenwicht
en stortte naar beneden in het huis. Het
duurde gelukkig niet lang, of men had den
man naar boven gehaald. Hij had een val
van vijf tot zes meter gemaakt en daarbij
flinke snij wonden aan hoofd en handen ge
kregen. Hij werd naar het ziekenhuis ver
voerd. De toestand van W. is niet levens
gevaarlijk.
Groote schade.
Het modemagazijn, een smal pand van
drie verdiepingen, brandde vrijwel geheel
uit. De geheele inboedel met inventaris en
voorraden zijn verloren gegaan, deels door
het vuur, deels door het bluschwater. Ook
de naastgelegen huizen kregen water
schade.
De oorzaak van den brand is onbekend.
BANKETBAKKERIJ TE HEERENVEEN
UITGEBRAND.
In den afgeloopen nacht heeft een felle
brand gewoed in de banketbakkerij annex
lunchroom van den heer F. Hartman te
Heerenveen. Het perceel brandde vrijwel
geheel uit en niets kon worden gered. Ook
cle bovenverdieping en de aangrenzende
perceelen kregen belangrijke waterschade.
Aan het krachtige optreden der brandweer,
die.met groot.materiaal.uitrukte, is het te
danken," dat niét nog meer huizen in deze
dichtbebouwdè kóhi der gemeente een prooi
der vlammen werden, temeer daar het vuur
door den hevigen storm nog werd aange
wakkerd. De oorzaak van den brand is On
bekend.
WINKEL UITGEBRAND.
Vanochtend is brand uitgebroken bij den
grbenteventer en winkelier Snieder, aan de
Vijzelstraat te Leeuwarden.
De brandweer pakte het vuur met drie
stralen op de waterleiding aan en had den
brand binnen een half uur onder de knie,
Het pand is vrijwel geheel uitgebrand. De
Schade wordt door verzekering gedekt. Men
weet nog niets, hoe de brand is ontstaan.
Bij de Spoorwegen zijn heden nieuwe
automatische lichtseinen in dienst ge
steld, die in de plaats zijn gekomen van
de bekende automatische armseinpalen.
Deze armseinpalen zijn in 1926 om blok-
seinwachters uit te sparen ingevoerd.
Nu heeft men, om nog verdere bezuini
ging toe te passen, deze palen vervangen
door eveneens automatisch te bedienen licht
signalen.
Het onderhoud van deze signalen is goed-
kooper dan van de andere installatie en bo
vendien zijn ook bij slecht weer deze signa
len zeer duidelijk zichtbaar.
Voorloopig zijn deze signalen alleen nog
in gebruik op kleine gedeelten van het tra
ject AmsterdamRotterdam en Schevenin-
genRotterdam, waar het systeem van arm
seinpalen nog niet bestond.
Bij het begin van een blok staat zulk een
seinpaal. Rijdt een trein lang den paal dan
gaat automatisch een rood licht aan, dat wil
zeggen, dat het blok nu bezet is. Wanneer
nu de trein een nieuw blok binnenrijdt, ver
andert het roode licht in een groen licht. Het
roode licht gaat dan in het nieuwe blok
branden. Bovendien staat op 700 meter van
den blokseinpaal een vóórseinpaal. Geeft
deze een groen licht, dan is de beteekenis
daarvan, dat het komende blok veilig is;
geeft de paal een rood licht dan beteekent
dit: het komende blok is onveilig, terwijl een
geel licht den machinist tot langzaam rijden
verplicht. Verder zijn op een afstand van 850
meter vóór den blokseinpaal of 150 meter
vóór den voorseinpaal nog de bekende ba
kens gehandhaafd: een schuin afloopende
plank, die wit-zwart is geschilderd.
Op deze wijze is de beveiliging uitstekend
verzorgd.
Het is nog niet bekend of deze seinen al
gemeen zullen worden ingevoerd.
v. i07-03,11*
HULP AAN VREEMDELINGEN IN
NEDERLAND.
Paaschactie van den Ned.
Amateurgidsenbond.
In 1933 werd de bond ter behartiging der
toeristische belangen van buitenlandsch-s
automobilisten, de Nederlandsche Amateur
gidsenbond, opgericht. Zijn doel is den bui-
tenlandschen automobilist bij zijn bezoek
aan ons land zooveel mogelijk hulp te ver-
leenen. De leden van den bond zijn jonge
mannen, die zonder eenige geldelijke ver
goeding in het belang van dit doel werken.
O.m. de A.N.V.V., de A.N.W.B. en de
K.N.A.C. verleer.en hun medewerking. Sinds
zijn oprichting heeft de bond bijna 10.000
automobilisten geholpen.
Met Paschen heeft de bond een actie
voorbereid om vreemdelingen die voor een
bezoek aan de bloembollen velden naar ons
land komen, te helpen. Buitèniandschen
automobilisten, die met Paschen naar ons
land komen, wordt verzocht hun bezoek bij
den bond aan te kondigen. Bij de grens
krijgen zij een zegel, die op de voorruit kan
geplakt worden en waarop het woord gast
voorkomt, naar voorbeeld van het Cana-
deesche systeem, waar de automobilist aan
de grens eeh strook papier met de woorden
„Guest of Canada". Het woord gast duidt óp
een zekere hoffelijkheid, die de bond dezen
bezoekers wenscht te bewijzen en hij hoopt
dat het Nederlandsche volk deze hoffelijk
heid zooveel mogelijk zal betrachten.
In verschillende steden zijn langs de
groote toegangswegen posten opgesteld,
waar leden van den bond den automobilist
hun diensten zullen aanbieden. De bond
hoopt ook dezen zomer propaganda voor ons
lar.d te maken. Daarvoor is geld noodig en
daartoe verwacht hij, dat belanghebbenden
bij het vreemdelingenverkeer hetbondswerk
zullen steunen.
Het secretariaat van den bond is geves
tigd te Utrecht (verkeershuis, Rijnkade) en
zijn gironummer is 4967.
ECONOMISCHE VERDEDIGINGS-
VOORBEREIDING.
Centralisatie van de productie en distri
butie van grondstoffen en voedselproduc
ten zal noodzakelijk zijn, aldus dr. W. H.
U. Feuilletau de Bruyn te Utrecht in zijn
vijfde en laatste lezing over de organisatie
van de economische verdedigingsvoorbe
reiding. De centrale organen daartoe kun
nen zyn samengesteld "uit vereenigingen
van particulieren, commissies of regeerings-
bureaux. Dit hangt in sterke mate af van
den geest, die in het bedrijfsleven heerscht
Volgens spr. zullen in de toekomst commis
sies van particulieren en ambtenaren nood
zakelijk zijn, waarin het niet-ambtelijke
element in ruime mate vertegenwoordigd
moet zijn. Voor de prijsregeling moeten
maximumprijzen worden vastgesteld.
Wat de organisatie- van de tusschenhan-
del betreft komt spreker op grond van een
beschouwing van het Duitsche en Fransche
aankoop en distributie stelsel tijdens den
wereldoorlog tot de conclusie, dat het noo
dig is dat er in Nederland één centraal
rijksgraanbureau, één centraal rijksaard-
apelbureau enz. moet worden opgericht,
met half autonome filalen in de provincie
onder een rijkscommissaris, die de aankoop
en distributie regelt
Een raad van defensie van het rijk in tijd
van vrede en oorlog, waarvan alle bij de
economische en militaire verdediging be
trokken ministers deel uitmaken, met den
premier als voorzitter, waarin ook de chefs
der staven van leger en marine zitting heb-
hebn naast andere deskundigen op militair
of economisch gebied is dringend geboden,
aldus de heer Feuilletau de Bruyn.
Spr. achtte een arbeidsdienst in den geest
van het Fransche stelsel, waarbij de eerste
oefentijd van de „affectations speciales" ge
lijk is aan die van de gewone militaire
dienstplichttigen noodig. Het Duitsche sy
steem is onaanvaardbaar.
WETTELIJKE REGELEN INZAKE
KINDERBIJSLAGVERZEKERING.
Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-
comité heeft in een adres aan de Tweede Ka
mer zijn standpunt aangaande het wetsont
werp: „wettelijke regelen- inzake kinder
bijslagverzekering" uiteengezet.
Naar het oordeel van adressant is er in-
tusschen geen enkele aanleiding om de kos
ten eener voorziening, welke in het alge
meen belang wordt getroffen, door het be
drijfsleven i.p.v. door de. schatkist te doen
dragen. Een voordeel van laatstbedoelde rege
ling zou zijn, dat de kleine zelfstandige on
dernemer, alsmede de weduwe, die in be
hoeftige omstandigheden verkeert, die thans
van het genot van kinderbijslagen blijven
verstoken, in de regeling zouden kunnen
worden opgenomen.
Het karakter van een algetmeene voor
ziening wordt thans prijsgegeven.
Door deze nieuwe wet wordt het pijnlijke
verschil in sociale zorg van overheidswege
voor de loontrekkenden ën de kleine zelf
standigen opnieuw vergroot.
In het landbouwbedrijf zijn de sociale las
ten niet te verhalen op anderen. Adressant
ziet hierin een reden te rtëer om de kosten
derkinderbijsiagvërzekérmg voor - rekening
van de schatkist te laten' komen.
Naar het oordeel van adrèssant is een ge
zin met drie kinderen weliswaar grooter daft
het gemiddelde Nederlandsche gezin, dat
gemiddeld 2.18 kind telt, doch is hét" daar
mede nog geen groot gezin in de gewone
beteekenis. Adressant méént daarom, dat de
kindertoeslag eerst moet aanvangen bij het
vierde kind. -
Tegen de zeer ruime begrenzing van den
bijslag heeft de adressant eveneens bezwaar.
Het verdient naar zijn óórdeel aanbeveling
den kinderbijslag te bepalen op een vast be
drag per kind, subsidiair dé voorgestelde
differentiaties te verminderen door verlaging
van de maximum-loongrens tot 5 per dag,
30 per week of 125 per'maand.
VAN DAK GEVALLEN EN OVERLEDEN.
De timmerman S., werkzaam op de fa
briek de Schelde te Vlissingen, is gisteren
van een negen meter hoog dak gevallen.
Met ernstige verwondingen is de man in
het ziekenhuis opgènoméh, waar hij van
nacht is overleden. Het slachtoffer was ge
huwd en vader van twee kinderen.
ZOON BESCHULDIGT VADER VAN
BRANDSTICHTING.
Verdachte blijft ontkennen.
Terwijl de bewoners afwezig waren,
brandde verleden Maandag de woning van
den arbeider W. M. te Wanroij (N.-Br.) af.
M. zou tijdens den brand op de Nijmeegsche
markt en zijn zoon op de Udensche markt
hebben vertoefd.
Vast kwam te staan, dat de zoon zich eerst
eenige uren nadat hem 't voorval was mede
gedeeld, naar zijn woonplaats begaf, het
geen de argwaan der politie wekte.
Nadat de gemeente-politie van Wan
roij en Mill tesamen met den rijksveld
wachter te Mill nog meer aanwijzingen
had verzameld, werd de_ ongeveer 20-
jarige zoon in verhoor genomen. Na
aanvankelijk-alle schuld te hebben
ontkend, wees hij tenslotte zijn ruim 50-
jarigen vader als den dader aan.
Deze is vervolgens gearresteerd en naar
het arrestantenlokaal te Mill overgebracht.
Volgens mededeelingen van den zoon zou de
brandstichting zijn geschied met behulp van
een brandende kaars, waaraan katoen
draden waren bevestigd.
De woning behoorde toe aan den land
bouwer W. van D. te Wanroij.
De verdachte M. zou deze brandstichting
reeds vroeger hebben beraamd om een uit-
keering uit de brandverzekeringsmaat
schappij los te krijgen. Hij blijft evenwel
ontkennen.
SCHILDER VAN ZESTIEN METER
HOOGTE GESTORT.
Aan gevolgen overleden.
Gistermiddag is de 23-jarige B. uit Dor
drecht bij het verrichten van schilderwerk
aan de spoorbrug Baanhoek over de Mer-
wede te Sliedrecht, van een hoogte van zes
tien meter gestort. De man was bij zijn val
in aanraking gekomen met een brugpijler.
Zwaar gewond bleef hij op een steenen
glooiing liggen.
In het plaatselijk ziekenhuis, waarheen
hij werd vervoerd, is hij later op den mid
dag overleden.
VANGST EN IN- EN UITVOER VAN
KOOIVOGELS.
Schriftelijk beantwoorde vragen.
Op de vragen van mevrouw Bakker
Nort (v.d.) betreffende het aantal gevangen,
ingevoerde en uitgevoerde zangvogels en
de verleende zgn. wetenschappelijke ver
gunningen tot het schieten en dooden van
beschermde vogels heeft de minister van
economische zaken o.m. geantwoord:
In het najaar 1937 werden door vergun
ninghouders in ons land in totaal 17.277
kooivogels gevangen. In het najaar van 1938
22.083.
Gedurende het tijdvak van 1 October 1937
datum, waarop de Vogelwet 1936 in wer
king is getreden tót1 Januari 1938
werden ingevoerd in totaal 7550 kooivogels.
Uitgévoèrd werden gedurende- hetzelfde
tijdvak 4216 kooivogels.- Van 1 Janüari 1938
tót 1 Januari- 1939 'werden 38.866 -kativogels
ingevoerd. Gedurende hetzelfde tijdvak
werden 10.591 vogels uitgevoerd.
Omtrent de herkomst van alle vogels,
welke werden ingevoerd, staan den minister
geen gegevens ten dienste. Wel is bekend,
dat een groot deel van de vogels, door de
voornaamste importeurs betrokken uit
Joego-Slavië en Tsjecho-Slowakije afkom
stig is.
Als motief voor het verleenen van de
vergunningen tot invoer heeft gegolden het
belang van den vogelstand hier te lande.
HET PRINSELIJK PAAR WEER THUIS.
Hedenmorgen te ongeveer acht uur reed
de Duitsche D-trein het station Nijmegen
binnen, waarin zich het prinselijk paar en
prinses Beatrix bevonden op hun doorreis
van Grindewald naar Soestdijk. Veel in
woners waren op het perron aanwezig, die
het prinselijk paar hartelijk begroetten.
Omstreeks kwart over negen stapte het
prinselijk gezin te den Dolder uit den trein
vanwaar per auto naar Soestdijk werd ge
reden. De prins bestuurde zelf de auto.
Wanneer Uw kind
volkomen gezond is en
gespaard blijft voor En-
gelsche ziekte, griep, ver
koudheden, enz.
Geeft daarom JECOVITOL,
de levertraan;die den
groei bevordert'en het
weerstandsvermogen ve
hoogt!
.'JiPiÉ
*00»*
ZEVENJARIG JONGETJE AANGEREDEN.
Eenigen tijd later overleden.
Gisteravond is op den Rijksstraatweg te
Haarlem een zevenjarig jongetje door een
vrachtauto aangereden. Het kind, dat oogen-
schijnlijk geen letsel opliep, werd door een
voorbijganger naar de ouderlijke woning
overgebracht. De vrachtauto reed door. Later
op den avond werd het jongetje onwel en
moest onmiddellijk worden overgebracht
naar het ziekenhuis. Daar is de jongen eeni
gen tijd na aankomst overleden.
IN VOLLE VAART TEGEN EEN BOQM
GEREDEN.
Motorrijder op slag gedood. tr
Gistermiddag is de motorrijder J. Veene»
mans, kleermaker te Nijverdal, Op den
rijksweg WierdenNijverdal in volle vaart
tegen een boom gereden. De man liep een
schedelbasisfractuur op en was op slag
dood. Het motorrijwiel werd licht bescha
digd. Het stoffelijk overschot is naar zijït
woning vervoerd.
Het slachtoffer was gehuwd en had geën
kinderen.
„BRANDARIS" TEN NOORDEN VAN
BORNRIF GEVONDEN.
Nader kan worden gemeld, dat de sleep
boot „Witte Zee" van L. Smit en Co te Rot
terdam, welke op weg wa van Rotterdam
naar Hamburg, de Brandaris 12 mijl be
noorden het Bornrif tusschen Ameland en
Terschelling heeft aangetroffen. De „Bran
daris", welkè met ertsafval geladen was,
maakte zeer zware slagzij. De „Witte Zee"
heeft het schip op sleeptouw genomen. Het
lag in de bedoeling het te Emden binnen te
bréngen.
De „Witte Zee" was dus niet speciaal uit
gevaren om de „Brandaris" te zoeken, doch
had onderweg bericht van het scheepson
geval ontvangen, zoodat wel naar het schip
werd uitgekeken.
Diamanten- huwelijksfeest. Het.echt
paar W. v. d. Berg en H. v. d. BergMostert
te Schipluiden zal 29 "Maart a.s. zijn zestig
jarige echtvereeniging herdenken.-
Bootdienst door den storm gestaakt. -
Tengevolge van den hevigen storm is het
water- rond Schiermonnikoog zoo hoog ge
stegen, dat de veerbootdienst, die tusschen
Oostmahórn en Schiermonnikoog wordt on
derhouden, gestaakt is. Men zal moeten,
wachten, tot de'steiger op het eiland, die ge
heèl onder water staat, weer-is vrij gekomen.
Een niet alledaags besluit. - De ge
meenteraad te Schellinkhout nam in de af
geloopen week eeh verordening aan op het
verstoren der spreèuWennesten gedurende
den broedtijd, voor zoover dit betreft nesten
op en tegen gebouwen in die gemeente. Dit
is geschied naar aanleiding van een ver
zoekschrift in dien geest, ingediend door de
vruchtenkweekers Groot en Maarse aldaar^
die zich aan het hoofd hadden geplaats van
een actie tot beperking van het aantal
spreeuwen, wegens de enorme en steeds toe
nemende schade welke deze vogels aan allé-
mogelijke fruitgewassen toebrengen. Daar,
bij nauwgezet onderzoek is gebleken, dat
het nut van de spreeuw tot minimale propor
ties moet worden teruggebracht, werd in,
deze de hulp ingeroepen van den planten-
ziektenkundigen dienst, welke hulp daarna
op de meest bereidwillige wijze is verleend.,
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
45)
„Och, hy zal een masker of zoo voor ge
had hebben. Ik kon zijn gezicht trouwens
niet onderscheiden. Maar hij was het eeni
ge spook niet. Er is nog een tweede. Hij
komt in een roeibootje van een schip, dat
voor anker gaat op de plek, waar het wrak
ligt. Hij roeit naar het strand, klimt boven
de rotsen en schreeuwt dan met holle stem
door een grooten scheepsroeper heen. Hij
doet dat om de menschen daar uit de
buurt te houden. Omdat er van dat schip
een duiker in zee afdaalt, als hij staat te
schreeuwen".
„Maarwaar duikt hij dan naar?"
vroeg Garrison vérbluft. „In die oude vis-
schersschuit zitten toch zeker geen schat
ten verborgen. Bovendien zijn wij er
droogvoets naar toe kunnen komen. Daar
is geen duiker voor noodig!"
„Ik weet net zoomin als u, waarnaar
hij duikt", zei Hand. „Maar dat er gedo
ken wordt is zeker. Ik heb zelf de pom
pen hooren gaan, waarmee ze hem lucht
toevoeren".
„De pompen van dien schoener!" riep
ik uit. „Dan hebben Mapes en de rest die
dus gehoordde pompen van een dui
kerschip".
„Maar ik zou voor den drommel dan
toch wel eens willen weten, wat hij daar
zocht", zei Garrison.
„Dat kunt u binnenkort te weten ko
men", zei Hand op zijn horloge kijkend.
„Vanmorgen vroeg ben ik naar Thumcab
geroeid. Ongeveer een half uur geleden
heb ik drie postduiven losgelaten, met een
zelfde boodschap. Ze moeten nu wel weer
op hun hok terug zijn. Als gevolg moet er
binnenkort een kustwachtkotter hierheen
kernen. En als ze aan mijn verzoek voldoen
dan heeft die een duiker-installatie aan
boord". v
„Verdraaid, wat jammer, dat we hier
niemand hebben, die verstand van duiken
heeft. De heele uitrusting heb ik op het
jacht voorradig".
„Wat?" vroeg Hand opgetogen.
„Wel, we hebben de „Dorothy" nog maar
voor 'n paar weken juist gebruikt om te dui
ken. We waren op zoek naar een oud ka
perschip, jaren geleden bij de Bahama
eilanden vergaan. We hebben er veel ple
zier gehad. Ik had een duiker gekocht.
Maar we hebben geen schat gevonden".
„Maar dan zijn we klaar!" riep Hand
uit. „We hebben een geroutineerd duiker
in ons midden!" Daarmee bedoelde hy mij.
Ik had meermalen gedoken om een door
mijzelf uitgevonden duikerhelm te beproe
ven. Hand hemelde mijn werk erg op en
men wenschte mij van alle kanten geluk.
Ik had er niet veel mee op.
„Maarzou het water niet verschrikke
lijk koud zijn?" zei ik. „Als het nu nog zo
mer was! En dan voor praktische doel
einden heb ik nooit gedoken".
„Clark is weèi1 al te bescheiden", zei
Hand. „Niemand misgunt je de gelegen
heid, jezelf een held te toonen. En over de
kou behoef je niet bezorgd te zijn. Boven
dien behoef je niet lang onder te blijven.
Je hebt alleen maar te kijken, waar die ke
rels naar duiken en dan trekken we je da
delijk weer op".
Na veel beraadslagen werd besloten, dat
Flount, Innes en Mapes het huis zouden
blijven bewaken en dat twee matrozen,
die de luchtpomp kónden bedienen, mee
zouden gaan. Maar Hand wilde nog eerst
een dienst aan dr. Innes vragen. Hij moest
hem ergens mee helpen, voordat we aan
boord gingen.
„Het duurt maar een minuutje", zei hij.
„Ik heb aan den anderen kant van de kreek
iets gevonden. Ik vermoed, dat dit verkla
ring kan geven van de heele spookgeschie
denis op dit eiland".
Hand bracht ons midden in het bosch.
Daar vonden we het geraamte van een man
onder een dikke laag dennennaalden half
verborgen. Hand knielde ernaast neer. Hij
wees op een door roest half vergaan mes.
„Dit vond ik naast het geraamte. Het heft
is vrij goed bewaard gebleven. Dat moet
wel het mes van schipper Johnson zijn, niet
waar?"
„Natuurlijkén dan is dit zijn geraam
te!" riep ik uit.
„Ongetwijfeld. En, kijk nu eens dokter,
de schedel is gebarsten. Ik vermoed, dat
by de schipbreuk de schipper overboord
tegen de rotsen is geslagen. Die barst ziet
er niet naar uit, dat hij doodelijk gewond
was. Maar vermoedelijk is hij daardoor
krankzinnig geworden. Wat denkt u er
van, dokter?"
Dr. Innes onderzocht den schedel nauw
keurig.
„Er zit hier wel een deuk, maar splin
ters zie ik nergens. Ja, die deuk kan ge
noeg druk op de hersenen hebben uitge
oefend om krankzinnigheid te veroorza
ken".
„Maar was die niet doodelijk?"
„Neen, vermoedelijk niet. Lastig te zeg
gen. Blijkbaar is hij er niet aan gestor
ven".
„Dan denk ik, dat deze man later tot het
bewustzijn is teruggekeerd, maar krank
zinnig was gewprden. Dat klopt met het
verhaal van de visschers hier. Hij heeft
toen zijn broer en de anderen, die hem
dood waanden, verjaagd en is ongetwijfeld
van uitputting gestorven".
We lieten het geraamte liggen en ver
wijderden ons zwijgend.
HOOFDSTUK XXI.
Een vreemde ontdekking.
Toen we aan boord van het jacht kwa
men, trad de kapitein ons tegemoet.
„Hebben Stevens en Garthwait u al over
die duikerinstallatie gesproken?" vroe<*
Garrison.
„Zeker, mijnheer. Ze zijn er beneden
mee bezig. Ze beweerden, dat ze het gauw
in orde zouden maken".
„Best. Mijnheer Hand zal u wel zeggen
waar we voor anker gaan. In elk geval
moeten we naar den Oostkant".
Ik ging naar beneden om het duikerpak
te bekijken. Het was meer dan uitstekend.
De pomp stond in het vooronder opgesteld.
De slangen gingen door een luikje in het
dek naar boven. We beproefden de pomp.
Alles bleek goed in orde. Stevens voorzag
me van een ouden broek én trui en gaf -me
er nog een dik vest bij. Toen we het dui
kerpak naar boven brachten, was de .Do
rothy" reeds onderweg naar de kreek. Hand
en Arnold bestudeerden een meekaart.
„Maar daar vlak voor ons ligt een rif',
zei de kapitein. „Hier., dit.. Bij laag wa
ter is het duidelijk te zien en we hebben
nu eb".
„Ja, dat rif ken ik", zei Hand. „Die
schuit lag aan de zuidzijde by laag water
gemeerd".
„Als u de kaart bekijkt", zei Arnold.
„dan ziet u, dat er op den zeebodem een
soort plateau is, dat aan den zuidkant van
dat rif begint. Het loopt af tot vierhonderd
voet diepte. Uw schip moet dus aan de
landzijde voor anker hebben gelegen, an
ders had het niet kunnen ankeren".
„Het schip lag vlak aan de zuidpunt
van het rif geankerd", hield Hand vol.
„Het scheen er vlakbij.te liggen".
„We kunnen er ook vlakbij komen, want
daar staat water genoeg. Onze motoren
draaien nu allebei, dus kunnen we goed
manoeuvreeren".
„Ik maak me ergens ongerust over", zei
ik even later tegen Hand. „Je hebt gezegd,
dat er een van die bende aan boord moet
zyn. Weet je nu, wie Hat is?"
„Daar ben je laat mee, Clark. Dat heb
ben de anderen me allang gevraagd".
(Wordt vervolgd),