et raadsel
JieuiCletw
Riverside Drive.
Betere resultaten der IJsel-
meervisscherij in
1938.
Naderende inpoldering heeft
ongunstigen invloed.
Geen vluchtelingenkamp te
Elspeet.
„Verbond van instellingen
voor zwerverszorg".
Twee Haagsche juweelen-
dieven op vrije voeten.
3 blijven in hechtenis.
De „Fort de Souville" aan
den grond geloopen.
Ossche ziekenfondsbode
in arrest.
Verduistering van geiden.
Non-interventiecontrole ter
zee gestaakt?
TWEEDE BLAD.
2
Op 17 dezer werd te Amsterdam ten
kantore van den Rijksdienst ter uitvoe
ring van de Zuiderzeesteunwet onder
Voorzitterschap van ir. G. F. H. Houben,
directeur van dezen dienst, opnieuw een
vergadering de contactcommisise voor de
IJselmeervisscherij gehouden.
De vergadering werd bijgewoond door den
heer J, van Hengel, inspecteur der vissche»
riien, hoofd in het tweede, derde en vijfde
district, als vertegenwoordiger van den mi
nister van economische zaken.
Ervaringen in 1938.
Besproken werden de ervaringen, welke de
IJselmeervisscherij in het jaar 1938 heeft
opgeleverd.
De directeur van den Rijksdienst toonde
aan de hand van de opbrengstcijfers van het
IJseimeer aan, dat de totaal-besommingen,
niettegenstaande de verhooging van de maat
op aal, welke een belangrijk minderen aan-
voër, in gewicht gerekend, tengevolge had,
voorde IJselmeervisschers, die met kans op
welslagen bezig zijn hun bedrijf te vervor
men, een hoogere opbrengst in geld In 1938
vergeleken bij 1937 hebben doen zien. De
gemiddelde besomming dezer visschers per
vaartuig is in verhouding nog meer gestegen
als gevolg van het feit, dat minder vaartui
gen deelnamen aan de visscherij, daar een
aantal oudere visschers het bedrijf inmiddels
had verlaten.
Van de zijde der visschers werd algemeen
aangedrongen op een verscherping van hét
toezicht der visscherij-politie. Deze verscher
ping yan het toezicht werd Zoowel gevraagd
om het palihgvisschen met het kuilnet bin
nen het daarvoor verboden gebied tegen te
gaan,' als om het aanvoeren van ondermaat-
sche snoekbaars energiek te kunnen bestrij
den.
Met het oog op den handel, welke in
sommige aanvoerplaatsen op groote
schaal in deze ondermaatsche visch
wordt gedreven, hoopten deze visschers
dat ook aan den wal door rijks- en ge
meentepolitie scherp toezicht zou wor
den gehouden.
Ten slotte vroeg men om krachtige maat
regelen zooals het intrekken der vergun
ning tot uitoefening der IJselmeervisscherij
tegen hen, die op overtreding mochten
worden 'betrapt. De inspecteur der vissche-
rijen wees er op, dat de bestrijding der
diverse overtredingen zijnerzijds met kracht
geschiedt en dat in het komende seizoen bij
het toezicht de ervaringen, welke waren op
gedaan, ten nutte gemaakt zouden worden,
om het toezicht nog effectiever te doen zijn.
Naderende inpoldering.
De achteruitgang der visscherij te Vollen-
hove en omgeving ligt geheel-in de lijn van
de voortschrijdende inpolderingswerkzaam
heden ter plaatse. Op de nopdzakelijkMeid
het bedrijf te verlaten zijn de visschers reeds
jaren geleden gewezen, doch deze aanbe
velingen zijn door het overgroote deel steeds
in den wind geslagen.
Met deze visscherij aldaar als bedrijf te
steunen, zou slechts worden bereikt, dat déze
visschers steeds dieper in een impasse zou
den geraken. Gewezen werd op de met suc
ces bekroonde pogingen om velen der jon
geren in een betrekking te plaatsen, waar
door de ouderen in de gelegenheid kwamen,
om zonder zorgen voor hun knechts of zoons
het bedrijf te staken.
Ten slotte werden enkele wenschen ken
baar gemaakt van uiteenloopenden aard over
de regeling van den bedrijfstoeslag voor de
IJselmeervisschers, waarbij de directeur van
den Rijksdienst er op wees, dat deze bedrijfs
toeslag, gelet op de verwachtingen voor de
Uselimeervisscherij, in algemeenen Zin be
doelt het bedrijf tot een loonend bedrijf te
doen zijn en dat mitsdien in beginsel moet
worden aanvaard, dat degene, die met den
bedrijfstoeslag niet kan rondkomen zijn be-
drijfsiiitkomsten zal moeten zien op te voe
ren dan wel het bedrijf verlaten. De toeslag
regeling zal er nimmer toe mogen leiden, dat
personen, van wier bedrijf in de toekomst
geen redelijke resultaten vallen te verwach
ten, door den toeslag ten onrechte in het be
drijf worden gehouden.
c
Van officiëele zijde wordt ons mede
gedeeld, dat de regeering thans geheel
afziet Van hêt stichten van een centraal
vluchtelingenkamp te Elspeet, dit in
verband met de vele protesten, o.a. van
de geheele Elspeetsche bevoking, die
tegen dit plan zijn gerezen.
Dezer dagen heeft de oprichting plaats
gehad van het „landelijk vérbond van in
stellingen vóór zwerverszorg".
Dit verbond stelt zich ten doel een
federatiêven band te leggen tussChen
instellingen, welke zich hier te lande
wijden aan den maatschappelijken ar
beid ten behoeve van ónbehuisden,
bedelaars en landloopers, en is tot
stand gekomen op initiatief van de
Nederlandsche vereeniging voor ar
menzorg en weldadigheid.
De installatierede werd uitgesproken
door «r. J. Evérts, secretaris van den ar
menraad té Amsterdam en lid van het da-
gelijksch bestuur van de Nederlandsche
vereeniging voor armenzorg en weldadig
heid, die een commissie ónder voorzitter
schap van mf. O. J. Cluysenaer, raadsheer
in het gerechtshof te Leeuwarden, had in
gesteld, om tot dit landelijk Verbond te kó
men.
De vraag rijst of zwerverszorg wel een
gemeentelijke zaak behoort te blijven. De
band tusschen gemeente en ondersteunde
ontbreekt hier, hetgeen tot onbevredigen
de resultaten leidt.
Verwacht wordt, dat de oprichting van
het verbond o.m. zal voorzien in een cen
traal zwefversregister.
Het bestuur van het verbond is als volgt
Samengesteld: dr. I. van Mesdag, voorzitter
van den reclasseeringsraad te Groningen,
voorzitter; mr. Ch. de Jong, directeur van
het centraal bureau der vereeniging van
reclasseeringsinstellingen te Amsterdam,
secretaris. Leden: G. H. Honing, hoofddi
recteur van de vereeniging „Hulp voor Ón
behuisden" te Amsterdam; J. P. Rawie.
maatschappelijk secretaris van het Leger
der Heils te Amsterdam; J. E. Faber, direc
teur van de vereeniging „Tehuis voor ón
behuisden" te 's-Gravenhage; dr. L. A. Ra
demaker, namens „de Metropool" te 's-Gra-
venhage.
Adviseerende leden: mr. O. J. Cluysenaer
raadsheer in het gerechtshof te Leeuwar
den; mevr. mr. D. HazewinkelSuringa,
hoogleeraar in het strafrecht aan de ge
meentelijke universiteit van Amsterdam en
L. Hoejenbos, directeur van maatschappe
lijk hulpbetoon te 's-Gravenhage.
De rechtbank te 's-Gravenhage heeft
gisteren in raadkamer te beslissen ge
had het al of niet verleenen van de
preventieve hechtenis van de vijf
personen, die zich tot nu toe in bewa
ring bevonden in verband met de
juweelendiefstallen daar ter stede.
De officier van justitie mr. B. H. Rouffaer
heeft de gevangenhouding van alle vijf
verdachten gevorderd.
Verdachte P. van Wijk en mevrouw
Dessaur werden bijgestaan door mr. M. H.
Huygens, verdachte de Gier door mr. R. A.
Jansonius en de twee verdachten Dessaur
(vader en zoon) door mr. P. van 't Hoff
Slolk uit Amsterdam.
De raadkamer heeft ten aanzien van
de twee verdachten van Wijk en de
Gier onmiddellijke invrijheidstelling
gelast, ten aanzien van de overige ver
dachten werd bepaald dat deze in pre
ventieve hechtenis zullen worden ge
steld. Aan de verdachten van Wijk en
De Gier is dadersschap ten laste gelegd.
Aan de andere verdachten heling.
De verdedigers zullen van deze laatste
beslissing hóoger beroep aanteekenen.
Schade aangericht.
Het Fransche s.s. „Fort de Souville" is
gisternacht, in ballast op weg van Antwer
pen naar Duinkerken, nabij. Nieuwesluis om
hoog gevaren. Men is er gistermiddag bij
hoog water niet in geslaagd het schip vlot te
trekken.
Door de hooge en Woelige zeeën was het
den sleepbooten Goliath, Max, Vulcain, Di
recteur Gerling en Argus niet mogelijk de
sleeptrossen uit te brongen en verbinding
met het Schip te krijgen. Zoodra het weer
beter is, zullen de sleepbooten wederom
pogingen aanwenden om hel schip vlot te
brengen. De „Fort de Souville" is in den
namiddag ongeveer dertig meter hooger op
de kust geworpen en ligt thans evenwijdig
met het strand. Voor de opvarenden bestaat
geen gevaar. Voor zoover békend is het
schip niét lek gestooten. Bij het uit de
koers raken heeft de „Fort de Souville"
gasboei 3 overvaren. Deze is nabij Nieuwe
sluis beschadigd aangedreven.
Het polderbestuur heeft wegens toege
brachte schade aan raalhóofden en oever
verdedigingswerken \an de reederij Van het
Fransche schip een borgstelling van zesdui
zend gulden geëischt.
Op verzoek van den officier van justitie
te 's-Hertogenbosch, heeft de gemeentepo
litie van OsS gisteren den vroegeren bode
van 't zieken- en verplegingsfonds „Onder
linge Hulp", instelling van de r.k. werklie
denvereniging te Oss, voöi* den officier
van justitie geleid', die hem een verhoor
heeft afgenomen.
De man, L. genaamd, heeft een gedeelte
lijke bekentenis afgelegd. Hij is in het Huis
van Bewaring te 's-HertogenbOjdh ingeslo
ten. Enkele weken geleden heeft de ge
meentepolitie bij dit ziekenfonds een ac
countantsonderzoek doen instellen in ver
band met vermoede onregelmatigheden.
Naar van particuliere zijde te Den
Haag verluidt, zou het hoofdkwartier te
Londen van de noninterventiecommissie
Voor de controle ter zee gisteren zijn
medewerkers hebben aangezegd dat de
controle is gestaakt.
HET AUTO-ONGELUK BIJ VREESWIJK.
Begrafenis van het echtpaar Schönberg.
Onder enorme belangstelling vond gister
middag op de Noorder begraafplaats tè Hil
versum de teraardebestelling plaats van
het stoffelijk overschot van den heer en
mevrouw W. SchönbergBrienne, die even
eens bij het auto-ongeldk te Vreeswijk Za
terdag j.1. om het leven zijn gekomen.
Toen de rouwstoet Op de begraafplaats
arriveerde, stonden daar reeds honderden
belangstellenden om de afzetting, welke
langs het graf was aangebracht.
Verschillende personen voerden het
woord. De heer Brienne, oudste zwager eh
broer dankte voor de belangstelling.
„SIMAVI" HEEFT DRINGEND GELD
NOODIG,
142.000 aangevraagd, 62.000
beschikbaar.
Dezer dagen werd te Amsterdam de
jaarlijksche hoofdbestuursvergadering ge
houden van de vereeniging Simavi.
Ter bespreking kwam, dat in het afgeloo-
pen jaar in totaal 38 aanvragen om steun
waren binnengekomen van ziekenhuizen,
doktoren en zusters uit alle streken van
Nederlandsch Oost- en West-Indië. Deze 38
aanvragen bedroegen tezamen niet minder
dan 142.000, terwijl slechts aan 19 aanvra
gen kon worden voldaan,. waarvoor 82.000
beschikbaar was. De 38 aanvragen betroffen
bijna overal ziekenzalen, waar bijna het
dubbele aantal patiënten is ondergebracht
dan er bedden zijn.
Simavi vraagt dan ook dringend om hulp.
Haar gironummer is 128487 te Zeist.
406E GEBOORTEDAG VAN
WILLEM VAN ORANJE
HERDACHT.
In verband met de herdenking van den
408déh geboortedag van prins Willem van
Oranje op 24 April a.s., heeft gisteravond
mr. J. Bothenius Lohman, burgemeester
van Assen, o.m. in tegenwoordigheid van
dr. H. D. van Broekhuizen, buitengewoon
gezant en gevolgmachtigd minister van de
Unie van Zuid-Afrika aan den voet van
den Wilhelminaboom op de Brink te Assen
een krans gelegd namens „De Princevlag".
Na de plechtigheid op de Brink begaven
de autoriteiten zich naar het concerthuis,
waar éen feestavond was georganiseerd.
O.m. dr. van Broekhuizen voerde het
woord. Hij merkte op. dat hij het als ver
tegenwoordiger van Zuid-Afrika en ook
als persoon een groote eer beschouwt hul
de te brengen aan de nagedachtenis van
prins Willem van Oranje, den grooten vrij
heidsheld. Zuid-Afrika zoo ging hij
verder - is door de zelfopoffering van dezen
grooten vaderlander eên Nederlandsche ko
lonie geworden. Want als Nederland niet
was verlost van de dwingelandij en de ty-
rannie van Philips van Spanje, was in
Zuid-Afrika nooit een Hollandsche neder
zetting tot stand gekomen. De vrijheid, de
ontplooiing, de groei en bloei van de ze
ven provincies was het gevolg van den
tachtigjarigen oorlog.
De Nederlandsche schepen vértoonen zich
in alle wereldzeeën.
De Hollandsche vrijheidsvlag verscheen
Ook aan het strand van Zuid-Afrika, aan de
tafelbaai. Eerst kwamen de Hollandsche
zeevaarders er slechts in het voorbijgaan.
En het duurde nog 70 jaar alvorens van
Riebeek vasten voet aan wal zette en er
de Nederlandsche vlag werd geplant, welke
daar onder den blauwen hemel aan den voet
van den majestueuzen tafelberg meer dan
150 jaren Zou wapperen. Onder de Vrij-
heidskleuren van deze vlag werd een natie
geboren, die bezield was met de vrijheids
idealen van Willem van Oranje.
Spr. zêide getroffen te Zijn door drie
eigenschappen van Willem van Oranje: hel
denmoed, geloof én vaderlandsliefde. En
dezelfde eigenschappen bezaten de Zuid-
Afrikaansche vrijheidshelden: Piet Retief,
Andries Pretorius, later Paul Krüger, Chris-
tiaan de Wet é.a.
DE KINDERBESCHERMINGSWEEK.
Prof. dr. D. Hazewinkel
Suringer over het kinderstraf
recht.
Tijdens de kinderbeschermingsweek heeft
mevrouw D. HazewinkelSuringer, hoog-
leeraar aan de Gemeente-universiteit van
Amsterdam gisteravond een lezing gehouden
over „Het kinderstrafrecht in het teeken
van preventie en prognose". Het kinder
strafrecht is, aldus spr., in zooverre een
eenvoudig recht als het is losgemaakt van
allerlei filosofische en theologische grond
slagen. Het kinderstrafrecht streeft slechts
naar een ding: de opvoèding. De kinder
rechter moet den juisten weg zoeken. Daar
toe moet hij worden voorgelicht. Hieraan
ontbreekt het bij velen van onze kinder
rechters te eenen male. Spreekster bepleitte
voor het bureau van ieder kinderrechter
hier te lande de instelling van een voorlich
tingscentrum onder leiding van een psy
chiater-psycholoog. Immers, de voorlichting
van den rechter mag geen dilettantistisch
karakter dragen. De niet goed voorgelichte
kinderrechter kan enorme fouten begaan.
PROF. DE VRIES OVER DE
„TOTALE LANDSVERDEDIGING."
In 'n rede voor de liberale Staatspartij te
Arnhem heeft prof. mr. C. W. de Vries
o.m. gepleit voor het invoeren van een „ar
beidsdienstplicht", in tegenstelling tot het
fatale Duitsche voorbeeld hier niet politiek,
maar in dienst van de „totale landsverde
diging". De spr. achtte het geruststellend
dat ons land door tijdige „goudverscheping
a. h. n. over de geheele wereld beschikt
over vredieten, noodzakelijk in oorlogstijd.
Te Mtinchen werd de collectieve veiligheid
verlaten, thans wordt weer gezocht naar 'n
partieele verwezenlijking van het begrip
politieke veiligheid voor alles. Deze betee-
kent tevens volgens mr. de Vries een „to
tale landsverdediging".
WlNGS
American
DREIGEND CONFLICT IN ROTTERDAMS
METAALINDUSTRIE.
Rijksbemiddelaar doet compromis
voorstel.
De rijksbemiddelaar prof. mr. A. C. Jo-
sephus Jitta heeft, na de gisteren met beide
partijen gevoerde besprekingen ovèr het
dreigende conflict in de mtaaiindustrie te
Rotterdam te hebben overwogen, het Vol-
geende voorstel aan partijen doen toeko
men:
1. Over de loonen Van de volwassen ar
beiders zullen partijen over 6 maanden
nog eens met elkander overleg plegen.
Mocht deze bespreking niet tot overeen
stemming leiden, dan zal de rijksbefhidde-
laar partijen tot éen conferentie onder aijn
leiding oproepen;
2. de werkgevers zullen de loonen van de
jeugdige arbeiders, nadat de toegezegde
verhoogingen zullen zijn aangebracht, vast
leggen in een algemeene regeling, welke
desnoods voor elke werf verschillend kan
zijn.
Wanneer beide partijen hém bericht heb
ben, dat zij met het bovenstaande aCCOOrd
gaan, zal prof. Jitta die binnen een wêek
het antwoord van partijen hoopt te óht-
vangen deze tot een nieuwe bespreking
oproepen om de overige geschilpunten aan
de orde té steilen.
ALGEMEENE MIJNWERKERSBOND
VERGADERT.
Verbazing over de onstandvastige
houding der katholieken.
Gisteren werden in een hoofdbestuursver
gadering van den Alg. Ned. Mijnwerkers
Bond uitvoerige besprekingen gehouden
over de afsluiting der loonovereenkomst op
1 April a.s.
Het hoofdbestuur nam kennis van het af
wijzend standpunt van dén R.K. Mijnwèr-
kersbond ten opzichte van het voorstel van
den Alg. Ned. Bond om gemeenschappelijk
actie te voeren voor loonsverhooging.
Het wekte verbazing, dat, ofschoon de
werkgevers bij de eerste bespreking
geen steekhoudende argumenten hadden
aangevoerd en met geen enkel cijfer
aantoonden, dat loonsverhooging hiet
.mogelijk jyas,. de R.K. Mynwerkèfsbónd
alleen reeds op eenige losse beweringen
der mijnondernemers hun verzoek Om
loonsverhooging hadden teruggenomen.
Ofschoon ook de Ned. Mijnwerkers bond
met het oog op de stabiliteit een loonover
eenkomst voor een jaar waardeerde, méén
de men nog altijd, dat deze loonovereen
komst, gegeven den toestand van het bedrijf,
op een hoogere loonbasis kan worden afge
sloten. Men was er ook van overtuigd, dat
deze opvatting bevestigd zal worden als
binnenkort de jaarverslagen der mijnonder
nemingen verschijnen.
Besloten werd op Donderdag 23 Maart een
bondsraadvergadering te beleggen ter vast
stelling van het antwoord aan de mijnonder
nemers.
BURGEMEESTER DE VLUGT ZAL
BEMIDDELEN IN DE
ZIEKENFONDSKWESTIE.
De Amsterdamsohe ziekenfondsen deelen
mede, dat de burgemeester van Amst., dr.
W. de Vlugt, op het tot hem gerichte ver
zoek om te willen bemiddelen in het tus
schen de Amsterdamsche specialisten ver
eeniging en de ziekenfondsen gerezen ge-
schil, heeft bericht, dat hij bereid is hieraan
te voldoen.
Naar het Engelsch van Stanley Hart Page
46)
„Als hij op het jacht was, dan moet hij
er nu ook op zijn. Ik daal liever niet naar
den bodem met de kans, dat hij iets aan
de luchtbuis doet. Hij heeft Garrison ook
overboord geduwd en het jacht in brand
gestoken. Hij is ook in staat mijn lucht
buis door te snijden".
„Ik heb tegen de anderen gezegd, dat
ik niet wist, wie het was. Maar dat wil ik
tegen jou niet beweren. Toch zal ik het
je niet vertellen. Ik heb liever dat hij zich
zelf blootgeeft. Ik houd hem heusch wel
in het oog. Hij krijgt van mij geen kans,
bij die luchtbuis te komen. Kom, maak je
klaar!"
Wé naderden het rif zoo dicht, dat ik het
zeewier in het water zag heen en weer
wuiven. Het jacht werd aan iwee ankers
gelégd. Ik trok het duikerpak aan en Hand
zelf schroefde den helm dicht. Ik hoorde
de lucht door den helm blazen. Geholpen
door Grathwait en Hand klauterde ik over
de reeling en liet me overboord glijden
aan het touw. Ze lieten me zakken. Toen
ik in het water kwam, voelde ik het dui
kerpak tegen mijn lichaam aankleven. Ik
daalde snel. Mijn longen hijgden naar
adem. Een paar maal draaien aan de con
trolekraan deed mijn pak weer opzwellen,
zoodat de druk op mijn borst minder werd.
Eindelijk raakten miin voeten den bodem.
Ik kon niet veel zien. Aan alle kanten
dreven breede strooken zeewier om mijn
hoofd heen. Ik kon aan de rotsen zien,
waar het land lag .en bewoog me dus van
het eiland af. Omzichtig zocht ik mijn
weg. Als ik van dat plateau afstapte, kon
dat een ramp worden. Eindelijk zag ik aan
mijn linker hand het rif. Ik bewoog me
erheen en stak mijn hand uit. Mijn vin
gers raakten een stalen plaat aan. Het
was het rif heelemaal niet. Ik leunde ach
terover om naar boven te kijken. De bel
letjes van de luchtbuis borrelden omhoog
en belemmerden mijn uitzicht. Vaag kon ik
een lage reeling boven me onderscheiden.
Ik stond naast een gezonken schip. Snel
greep ik de lijn en gaf het teeken, dat ze
me moesten ophalen. Toen ik gelijk was
met het dek van het schip seinde ik, te
stoppen. Met moeite bereikte ik dat dek en
kloste er met mijn zware schoenen over
heen. Ik tuurde in het rond. Vlak voor me
stak een paal, oprijzend uit de duistere
diepte, omhoog. Ik ging er naar toe, be
voelde hem en bevond, dat die ook van
ijzer was. Ik streek erlangs, tot ik het uit
einde bereikt had. Ik bevoelde het ding.
Het was een kanonsloop. Ik stond op een
gezonken oorlogsschip!
Ik liep het dek over. Voor me doemde
een groote kajuit of iets dergelijks op. Pun
tig, als de boeg van een schip. Opeens be-
breep ik het. Het was een commandoto
ren. Het schip was een onderzeeboot. Ik
liep om dien toren heen. Hoewel mijn han
den bijna bevroren waren en ik huiverde
van de kou, stak ik toch mijn han'd uit en
trok het wiegelende zeewier weg. Door
mijn helm vlak tegen den toren aan te
drukken slaagde ik er ih, verweerde witte
letters te onderscheiden'. U1777!
Dit moest een der trotsche onderzeeërs van
den keizer geweest zijn! Ik bleef eenige
oogenblikken roerloos staan en trok met
uitgestrekte handen het zeegras weg. Maar
eindelijk werd de kóude me toch te mach
tig. Ik bewoog me naar hêt achterdek.
Daar vond ik een tweede kanon. Toen ik er
tegen aan leunde, voelde ik een eigenaar
dige beweging in het wrak. Ik kon me niet
vergissen, de achtersteven zónk dreigend
omlaag en kwam langzaam weer omhoog.
Ik ging riaar de reeling. Vlak onder me
zag ik de scheepshuid en verder niets dan
zwart water. Ik begaf me naar den boeg
en keek ook daar omlaag. Daar kon ik den
bodem zien, waarop het schip rustte.
Ik werd duizelig. De onderzeeër lag op
den rand van den bodemcirkel te belan-
ceeren en kon ieder oogenblik in de bo-
demlooze diepte verdwijnenen ik stond
er op! Zoo vlug mogelijk verliet ik het
schip en belandde op den" vasten bodem der
zee. Op het punt vier rukken aan de lijn te
geven, het signaal voor ophalen, liet ik het
touw los. Vlak voor me gaapte een groot
gat in den scheepswand. Ik bevoelde de
randen. Het gat, drie voet in doorsnee, was
er met een zuurstofapparaat of zoo uitge
sneden.
Opeens voelde ik vier rukken aan het
touw. Ik gaf signaal terug. Meteen werd
ik omhoog getrokken. Boven mij schemer
de een zilverachtige vlakte. Naast me
doemde de kiel van de „Dorothy" op. Dan
rees ik omhoog uit het water en werd aan
dek getrokken. Hand en Oarrison grepen
mijn schouders beet en legden me op het
dek neer tusschen de kronkelende slangen
en touwen. Hand schroefde mijn helm af.
Tot mijn verwondering hoorde ik de anker
kettingen ratelen. De „Dorthy" zette snel
vaart en voer naar de andere zijde van het
eiland.
„Wat is er?" vroeg ik verbaasd.
„Kijk maar!" zei Garrison, naar achte
ren wijzend. Ik draaide mijn hoofd om en
zag uit de richting van Moeras Eiland een
eigenaardig schip naderen. Een witte rook
wolk steeg op van het dek en even later
hoorde ik den knal van een geweerschot.
Nog een rookwolk en een kogel floot over
onze hoofden heen.
„Help me hem naar de kajuit brengen!"
zei Hand. Ik werd zonder plichtplegingen
het dek over gesleept naar den salon. Bij
ons binnentreden vloog een der vensterrui
ten in splinters door een nieuw schot.
„Beneden de ramen blijven!" beval
Hand. Ze trokken mijn schoenen met lood
uit. Hand sjorde me uit het pak. Tegen dat
hij daarmee klaar was lag het eiland tus
schen ons en het ons vervolgende schip in.
Hand keerde zich naar Garrison toe.
„Zoodra we in de baai komen, laat dan het
jacht aan den steiger meeren", zei hij. „En
dan moeten we allen naar het huis toegaan
en dat barricadeeren. Die kerels gaan tot
het uiterste!"
Juist, toen we de baai indraaiden, zagen
we onzen vijand om de uiterste punt van
het eiland verschijnen. Hij was nu dicht
bij ons.
„Dromels!" riep Hand. „Dat is êen on
derzeeër. Daar heb je nu dat spookschip,
dat zoo geheimzinnig van de oppervlakte
der zee verdween!"
HOOFDSTUK XXII.
Het gevecht.
Voordat de onderzeeboot de baai bereikt
had, waren wij in huis. Ook de bemanning,
van het jacht wist, ondanks dat ze bescho
ten werd, veilig het huis te bereiken, We
grendelden alle deuren en ramen.
„Hoe staat het er mee?" vroeg Hand.
„Geweren genoeg?"
Mevrouw Garrison kwam de trap afge-
sneld om haar man te omhelzen. Hij wend
de zich daarna tot Hand: „We hebben drie
geweren van het jacht. Ik heb een pistool
net als Clark, Innes, Mapes en Arnold. De
rest is ongewapend".
„Met mijn pistool mee hebben we er dus
zes", telde Hand. „Met de geweren mee
negen gewapende mannen. En ammuni
tie?"
„Voor de geweren meer dan genoeg", zei
Arnold. „Maar Verder heb ik alleen de pa
tronen in mijn revolver".
Voor de pistolen bleken we te weinig
te hebben en daarom beval Hand, er niet
mee te schieten, voordat het hoog noodlg
werd. Hij nam een geweer, gaf het andere
aan Garrison en het derde aan mij* We
gaven onze pistolen aan drie matrozen.
(Wordt vervolgd).