et raadsel JieuiCletw Riverside Drive. Betere resultaten der IJsel- meervisscherij in 1938. Naderende inpoldering heeft ongunstigen invloed. Geen vluchtelingenkamp te Elspeet. „Verbond van instellingen voor zwerverszorg". Twee Haagsche juweelen- dieven op vrije voeten. 3 blijven in hechtenis. De „Fort de Souville" aan den grond geloopen. Ossche ziekenfondsbode in arrest. Verduistering van geiden. Non-interventiecontrole ter zee gestaakt? TWEEDE BLAD. 2 Op 17 dezer werd te Amsterdam ten kantore van den Rijksdienst ter uitvoe ring van de Zuiderzeesteunwet onder Voorzitterschap van ir. G. F. H. Houben, directeur van dezen dienst, opnieuw een vergadering de contactcommisise voor de IJselmeervisscherij gehouden. De vergadering werd bijgewoond door den heer J, van Hengel, inspecteur der vissche» riien, hoofd in het tweede, derde en vijfde district, als vertegenwoordiger van den mi nister van economische zaken. Ervaringen in 1938. Besproken werden de ervaringen, welke de IJselmeervisscherij in het jaar 1938 heeft opgeleverd. De directeur van den Rijksdienst toonde aan de hand van de opbrengstcijfers van het IJseimeer aan, dat de totaal-besommingen, niettegenstaande de verhooging van de maat op aal, welke een belangrijk minderen aan- voër, in gewicht gerekend, tengevolge had, voorde IJselmeervisschers, die met kans op welslagen bezig zijn hun bedrijf te vervor men, een hoogere opbrengst in geld In 1938 vergeleken bij 1937 hebben doen zien. De gemiddelde besomming dezer visschers per vaartuig is in verhouding nog meer gestegen als gevolg van het feit, dat minder vaartui gen deelnamen aan de visscherij, daar een aantal oudere visschers het bedrijf inmiddels had verlaten. Van de zijde der visschers werd algemeen aangedrongen op een verscherping van hét toezicht der visscherij-politie. Deze verscher ping yan het toezicht werd Zoowel gevraagd om het palihgvisschen met het kuilnet bin nen het daarvoor verboden gebied tegen te gaan,' als om het aanvoeren van ondermaat- sche snoekbaars energiek te kunnen bestrij den. Met het oog op den handel, welke in sommige aanvoerplaatsen op groote schaal in deze ondermaatsche visch wordt gedreven, hoopten deze visschers dat ook aan den wal door rijks- en ge meentepolitie scherp toezicht zou wor den gehouden. Ten slotte vroeg men om krachtige maat regelen zooals het intrekken der vergun ning tot uitoefening der IJselmeervisscherij tegen hen, die op overtreding mochten worden 'betrapt. De inspecteur der vissche- rijen wees er op, dat de bestrijding der diverse overtredingen zijnerzijds met kracht geschiedt en dat in het komende seizoen bij het toezicht de ervaringen, welke waren op gedaan, ten nutte gemaakt zouden worden, om het toezicht nog effectiever te doen zijn. Naderende inpoldering. De achteruitgang der visscherij te Vollen- hove en omgeving ligt geheel-in de lijn van de voortschrijdende inpolderingswerkzaam heden ter plaatse. Op de nopdzakelijkMeid het bedrijf te verlaten zijn de visschers reeds jaren geleden gewezen, doch deze aanbe velingen zijn door het overgroote deel steeds in den wind geslagen. Met deze visscherij aldaar als bedrijf te steunen, zou slechts worden bereikt, dat déze visschers steeds dieper in een impasse zou den geraken. Gewezen werd op de met suc ces bekroonde pogingen om velen der jon geren in een betrekking te plaatsen, waar door de ouderen in de gelegenheid kwamen, om zonder zorgen voor hun knechts of zoons het bedrijf te staken. Ten slotte werden enkele wenschen ken baar gemaakt van uiteenloopenden aard over de regeling van den bedrijfstoeslag voor de IJselmeervisschers, waarbij de directeur van den Rijksdienst er op wees, dat deze bedrijfs toeslag, gelet op de verwachtingen voor de Uselimeervisscherij, in algemeenen Zin be doelt het bedrijf tot een loonend bedrijf te doen zijn en dat mitsdien in beginsel moet worden aanvaard, dat degene, die met den bedrijfstoeslag niet kan rondkomen zijn be- drijfsiiitkomsten zal moeten zien op te voe ren dan wel het bedrijf verlaten. De toeslag regeling zal er nimmer toe mogen leiden, dat personen, van wier bedrijf in de toekomst geen redelijke resultaten vallen te verwach ten, door den toeslag ten onrechte in het be drijf worden gehouden. c Van officiëele zijde wordt ons mede gedeeld, dat de regeering thans geheel afziet Van hêt stichten van een centraal vluchtelingenkamp te Elspeet, dit in verband met de vele protesten, o.a. van de geheele Elspeetsche bevoking, die tegen dit plan zijn gerezen. Dezer dagen heeft de oprichting plaats gehad van het „landelijk vérbond van in stellingen vóór zwerverszorg". Dit verbond stelt zich ten doel een federatiêven band te leggen tussChen instellingen, welke zich hier te lande wijden aan den maatschappelijken ar beid ten behoeve van ónbehuisden, bedelaars en landloopers, en is tot stand gekomen op initiatief van de Nederlandsche vereeniging voor ar menzorg en weldadigheid. De installatierede werd uitgesproken door «r. J. Evérts, secretaris van den ar menraad té Amsterdam en lid van het da- gelijksch bestuur van de Nederlandsche vereeniging voor armenzorg en weldadig heid, die een commissie ónder voorzitter schap van mf. O. J. Cluysenaer, raadsheer in het gerechtshof te Leeuwarden, had in gesteld, om tot dit landelijk Verbond te kó men. De vraag rijst of zwerverszorg wel een gemeentelijke zaak behoort te blijven. De band tusschen gemeente en ondersteunde ontbreekt hier, hetgeen tot onbevredigen de resultaten leidt. Verwacht wordt, dat de oprichting van het verbond o.m. zal voorzien in een cen traal zwefversregister. Het bestuur van het verbond is als volgt Samengesteld: dr. I. van Mesdag, voorzitter van den reclasseeringsraad te Groningen, voorzitter; mr. Ch. de Jong, directeur van het centraal bureau der vereeniging van reclasseeringsinstellingen te Amsterdam, secretaris. Leden: G. H. Honing, hoofddi recteur van de vereeniging „Hulp voor Ón behuisden" te Amsterdam; J. P. Rawie. maatschappelijk secretaris van het Leger der Heils te Amsterdam; J. E. Faber, direc teur van de vereeniging „Tehuis voor ón behuisden" te 's-Gravenhage; dr. L. A. Ra demaker, namens „de Metropool" te 's-Gra- venhage. Adviseerende leden: mr. O. J. Cluysenaer raadsheer in het gerechtshof te Leeuwar den; mevr. mr. D. HazewinkelSuringa, hoogleeraar in het strafrecht aan de ge meentelijke universiteit van Amsterdam en L. Hoejenbos, directeur van maatschappe lijk hulpbetoon te 's-Gravenhage. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft gisteren in raadkamer te beslissen ge had het al of niet verleenen van de preventieve hechtenis van de vijf personen, die zich tot nu toe in bewa ring bevonden in verband met de juweelendiefstallen daar ter stede. De officier van justitie mr. B. H. Rouffaer heeft de gevangenhouding van alle vijf verdachten gevorderd. Verdachte P. van Wijk en mevrouw Dessaur werden bijgestaan door mr. M. H. Huygens, verdachte de Gier door mr. R. A. Jansonius en de twee verdachten Dessaur (vader en zoon) door mr. P. van 't Hoff Slolk uit Amsterdam. De raadkamer heeft ten aanzien van de twee verdachten van Wijk en de Gier onmiddellijke invrijheidstelling gelast, ten aanzien van de overige ver dachten werd bepaald dat deze in pre ventieve hechtenis zullen worden ge steld. Aan de verdachten van Wijk en De Gier is dadersschap ten laste gelegd. Aan de andere verdachten heling. De verdedigers zullen van deze laatste beslissing hóoger beroep aanteekenen. Schade aangericht. Het Fransche s.s. „Fort de Souville" is gisternacht, in ballast op weg van Antwer pen naar Duinkerken, nabij. Nieuwesluis om hoog gevaren. Men is er gistermiddag bij hoog water niet in geslaagd het schip vlot te trekken. Door de hooge en Woelige zeeën was het den sleepbooten Goliath, Max, Vulcain, Di recteur Gerling en Argus niet mogelijk de sleeptrossen uit te brongen en verbinding met het Schip te krijgen. Zoodra het weer beter is, zullen de sleepbooten wederom pogingen aanwenden om hel schip vlot te brengen. De „Fort de Souville" is in den namiddag ongeveer dertig meter hooger op de kust geworpen en ligt thans evenwijdig met het strand. Voor de opvarenden bestaat geen gevaar. Voor zoover békend is het schip niét lek gestooten. Bij het uit de koers raken heeft de „Fort de Souville" gasboei 3 overvaren. Deze is nabij Nieuwe sluis beschadigd aangedreven. Het polderbestuur heeft wegens toege brachte schade aan raalhóofden en oever verdedigingswerken \an de reederij Van het Fransche schip een borgstelling van zesdui zend gulden geëischt. Op verzoek van den officier van justitie te 's-Hertogenbosch, heeft de gemeentepo litie van OsS gisteren den vroegeren bode van 't zieken- en verplegingsfonds „Onder linge Hulp", instelling van de r.k. werklie denvereniging te Oss, voöi* den officier van justitie geleid', die hem een verhoor heeft afgenomen. De man, L. genaamd, heeft een gedeelte lijke bekentenis afgelegd. Hij is in het Huis van Bewaring te 's-HertogenbOjdh ingeslo ten. Enkele weken geleden heeft de ge meentepolitie bij dit ziekenfonds een ac countantsonderzoek doen instellen in ver band met vermoede onregelmatigheden. Naar van particuliere zijde te Den Haag verluidt, zou het hoofdkwartier te Londen van de noninterventiecommissie Voor de controle ter zee gisteren zijn medewerkers hebben aangezegd dat de controle is gestaakt. HET AUTO-ONGELUK BIJ VREESWIJK. Begrafenis van het echtpaar Schönberg. Onder enorme belangstelling vond gister middag op de Noorder begraafplaats tè Hil versum de teraardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den heer en mevrouw W. SchönbergBrienne, die even eens bij het auto-ongeldk te Vreeswijk Za terdag j.1. om het leven zijn gekomen. Toen de rouwstoet Op de begraafplaats arriveerde, stonden daar reeds honderden belangstellenden om de afzetting, welke langs het graf was aangebracht. Verschillende personen voerden het woord. De heer Brienne, oudste zwager eh broer dankte voor de belangstelling. „SIMAVI" HEEFT DRINGEND GELD NOODIG, 142.000 aangevraagd, 62.000 beschikbaar. Dezer dagen werd te Amsterdam de jaarlijksche hoofdbestuursvergadering ge houden van de vereeniging Simavi. Ter bespreking kwam, dat in het afgeloo- pen jaar in totaal 38 aanvragen om steun waren binnengekomen van ziekenhuizen, doktoren en zusters uit alle streken van Nederlandsch Oost- en West-Indië. Deze 38 aanvragen bedroegen tezamen niet minder dan 142.000, terwijl slechts aan 19 aanvra gen kon worden voldaan,. waarvoor 82.000 beschikbaar was. De 38 aanvragen betroffen bijna overal ziekenzalen, waar bijna het dubbele aantal patiënten is ondergebracht dan er bedden zijn. Simavi vraagt dan ook dringend om hulp. Haar gironummer is 128487 te Zeist. 406E GEBOORTEDAG VAN WILLEM VAN ORANJE HERDACHT. In verband met de herdenking van den 408déh geboortedag van prins Willem van Oranje op 24 April a.s., heeft gisteravond mr. J. Bothenius Lohman, burgemeester van Assen, o.m. in tegenwoordigheid van dr. H. D. van Broekhuizen, buitengewoon gezant en gevolgmachtigd minister van de Unie van Zuid-Afrika aan den voet van den Wilhelminaboom op de Brink te Assen een krans gelegd namens „De Princevlag". Na de plechtigheid op de Brink begaven de autoriteiten zich naar het concerthuis, waar éen feestavond was georganiseerd. O.m. dr. van Broekhuizen voerde het woord. Hij merkte op. dat hij het als ver tegenwoordiger van Zuid-Afrika en ook als persoon een groote eer beschouwt hul de te brengen aan de nagedachtenis van prins Willem van Oranje, den grooten vrij heidsheld. Zuid-Afrika zoo ging hij verder - is door de zelfopoffering van dezen grooten vaderlander eên Nederlandsche ko lonie geworden. Want als Nederland niet was verlost van de dwingelandij en de ty- rannie van Philips van Spanje, was in Zuid-Afrika nooit een Hollandsche neder zetting tot stand gekomen. De vrijheid, de ontplooiing, de groei en bloei van de ze ven provincies was het gevolg van den tachtigjarigen oorlog. De Nederlandsche schepen vértoonen zich in alle wereldzeeën. De Hollandsche vrijheidsvlag verscheen Ook aan het strand van Zuid-Afrika, aan de tafelbaai. Eerst kwamen de Hollandsche zeevaarders er slechts in het voorbijgaan. En het duurde nog 70 jaar alvorens van Riebeek vasten voet aan wal zette en er de Nederlandsche vlag werd geplant, welke daar onder den blauwen hemel aan den voet van den majestueuzen tafelberg meer dan 150 jaren Zou wapperen. Onder de Vrij- heidskleuren van deze vlag werd een natie geboren, die bezield was met de vrijheids idealen van Willem van Oranje. Spr. zêide getroffen te Zijn door drie eigenschappen van Willem van Oranje: hel denmoed, geloof én vaderlandsliefde. En dezelfde eigenschappen bezaten de Zuid- Afrikaansche vrijheidshelden: Piet Retief, Andries Pretorius, later Paul Krüger, Chris- tiaan de Wet é.a. DE KINDERBESCHERMINGSWEEK. Prof. dr. D. Hazewinkel Suringer over het kinderstraf recht. Tijdens de kinderbeschermingsweek heeft mevrouw D. HazewinkelSuringer, hoog- leeraar aan de Gemeente-universiteit van Amsterdam gisteravond een lezing gehouden over „Het kinderstrafrecht in het teeken van preventie en prognose". Het kinder strafrecht is, aldus spr., in zooverre een eenvoudig recht als het is losgemaakt van allerlei filosofische en theologische grond slagen. Het kinderstrafrecht streeft slechts naar een ding: de opvoèding. De kinder rechter moet den juisten weg zoeken. Daar toe moet hij worden voorgelicht. Hieraan ontbreekt het bij velen van onze kinder rechters te eenen male. Spreekster bepleitte voor het bureau van ieder kinderrechter hier te lande de instelling van een voorlich tingscentrum onder leiding van een psy chiater-psycholoog. Immers, de voorlichting van den rechter mag geen dilettantistisch karakter dragen. De niet goed voorgelichte kinderrechter kan enorme fouten begaan. PROF. DE VRIES OVER DE „TOTALE LANDSVERDEDIGING." In 'n rede voor de liberale Staatspartij te Arnhem heeft prof. mr. C. W. de Vries o.m. gepleit voor het invoeren van een „ar beidsdienstplicht", in tegenstelling tot het fatale Duitsche voorbeeld hier niet politiek, maar in dienst van de „totale landsverde diging". De spr. achtte het geruststellend dat ons land door tijdige „goudverscheping a. h. n. over de geheele wereld beschikt over vredieten, noodzakelijk in oorlogstijd. Te Mtinchen werd de collectieve veiligheid verlaten, thans wordt weer gezocht naar 'n partieele verwezenlijking van het begrip politieke veiligheid voor alles. Deze betee- kent tevens volgens mr. de Vries een „to tale landsverdediging". WlNGS American DREIGEND CONFLICT IN ROTTERDAMS METAALINDUSTRIE. Rijksbemiddelaar doet compromis voorstel. De rijksbemiddelaar prof. mr. A. C. Jo- sephus Jitta heeft, na de gisteren met beide partijen gevoerde besprekingen ovèr het dreigende conflict in de mtaaiindustrie te Rotterdam te hebben overwogen, het Vol- geende voorstel aan partijen doen toeko men: 1. Over de loonen Van de volwassen ar beiders zullen partijen over 6 maanden nog eens met elkander overleg plegen. Mocht deze bespreking niet tot overeen stemming leiden, dan zal de rijksbefhidde- laar partijen tot éen conferentie onder aijn leiding oproepen; 2. de werkgevers zullen de loonen van de jeugdige arbeiders, nadat de toegezegde verhoogingen zullen zijn aangebracht, vast leggen in een algemeene regeling, welke desnoods voor elke werf verschillend kan zijn. Wanneer beide partijen hém bericht heb ben, dat zij met het bovenstaande aCCOOrd gaan, zal prof. Jitta die binnen een wêek het antwoord van partijen hoopt te óht- vangen deze tot een nieuwe bespreking oproepen om de overige geschilpunten aan de orde té steilen. ALGEMEENE MIJNWERKERSBOND VERGADERT. Verbazing over de onstandvastige houding der katholieken. Gisteren werden in een hoofdbestuursver gadering van den Alg. Ned. Mijnwerkers Bond uitvoerige besprekingen gehouden over de afsluiting der loonovereenkomst op 1 April a.s. Het hoofdbestuur nam kennis van het af wijzend standpunt van dén R.K. Mijnwèr- kersbond ten opzichte van het voorstel van den Alg. Ned. Bond om gemeenschappelijk actie te voeren voor loonsverhooging. Het wekte verbazing, dat, ofschoon de werkgevers bij de eerste bespreking geen steekhoudende argumenten hadden aangevoerd en met geen enkel cijfer aantoonden, dat loonsverhooging hiet .mogelijk jyas,. de R.K. Mynwerkèfsbónd alleen reeds op eenige losse beweringen der mijnondernemers hun verzoek Om loonsverhooging hadden teruggenomen. Ofschoon ook de Ned. Mijnwerkers bond met het oog op de stabiliteit een loonover eenkomst voor een jaar waardeerde, méén de men nog altijd, dat deze loonovereen komst, gegeven den toestand van het bedrijf, op een hoogere loonbasis kan worden afge sloten. Men was er ook van overtuigd, dat deze opvatting bevestigd zal worden als binnenkort de jaarverslagen der mijnonder nemingen verschijnen. Besloten werd op Donderdag 23 Maart een bondsraadvergadering te beleggen ter vast stelling van het antwoord aan de mijnonder nemers. BURGEMEESTER DE VLUGT ZAL BEMIDDELEN IN DE ZIEKENFONDSKWESTIE. De Amsterdamsohe ziekenfondsen deelen mede, dat de burgemeester van Amst., dr. W. de Vlugt, op het tot hem gerichte ver zoek om te willen bemiddelen in het tus schen de Amsterdamsche specialisten ver eeniging en de ziekenfondsen gerezen ge- schil, heeft bericht, dat hij bereid is hieraan te voldoen. Naar het Engelsch van Stanley Hart Page 46) „Als hij op het jacht was, dan moet hij er nu ook op zijn. Ik daal liever niet naar den bodem met de kans, dat hij iets aan de luchtbuis doet. Hij heeft Garrison ook overboord geduwd en het jacht in brand gestoken. Hij is ook in staat mijn lucht buis door te snijden". „Ik heb tegen de anderen gezegd, dat ik niet wist, wie het was. Maar dat wil ik tegen jou niet beweren. Toch zal ik het je niet vertellen. Ik heb liever dat hij zich zelf blootgeeft. Ik houd hem heusch wel in het oog. Hij krijgt van mij geen kans, bij die luchtbuis te komen. Kom, maak je klaar!" Wé naderden het rif zoo dicht, dat ik het zeewier in het water zag heen en weer wuiven. Het jacht werd aan iwee ankers gelégd. Ik trok het duikerpak aan en Hand zelf schroefde den helm dicht. Ik hoorde de lucht door den helm blazen. Geholpen door Grathwait en Hand klauterde ik over de reeling en liet me overboord glijden aan het touw. Ze lieten me zakken. Toen ik in het water kwam, voelde ik het dui kerpak tegen mijn lichaam aankleven. Ik daalde snel. Mijn longen hijgden naar adem. Een paar maal draaien aan de con trolekraan deed mijn pak weer opzwellen, zoodat de druk op mijn borst minder werd. Eindelijk raakten miin voeten den bodem. Ik kon niet veel zien. Aan alle kanten dreven breede strooken zeewier om mijn hoofd heen. Ik kon aan de rotsen zien, waar het land lag .en bewoog me dus van het eiland af. Omzichtig zocht ik mijn weg. Als ik van dat plateau afstapte, kon dat een ramp worden. Eindelijk zag ik aan mijn linker hand het rif. Ik bewoog me erheen en stak mijn hand uit. Mijn vin gers raakten een stalen plaat aan. Het was het rif heelemaal niet. Ik leunde ach terover om naar boven te kijken. De bel letjes van de luchtbuis borrelden omhoog en belemmerden mijn uitzicht. Vaag kon ik een lage reeling boven me onderscheiden. Ik stond naast een gezonken schip. Snel greep ik de lijn en gaf het teeken, dat ze me moesten ophalen. Toen ik gelijk was met het dek van het schip seinde ik, te stoppen. Met moeite bereikte ik dat dek en kloste er met mijn zware schoenen over heen. Ik tuurde in het rond. Vlak voor me stak een paal, oprijzend uit de duistere diepte, omhoog. Ik ging er naar toe, be voelde hem en bevond, dat die ook van ijzer was. Ik streek erlangs, tot ik het uit einde bereikt had. Ik bevoelde het ding. Het was een kanonsloop. Ik stond op een gezonken oorlogsschip! Ik liep het dek over. Voor me doemde een groote kajuit of iets dergelijks op. Pun tig, als de boeg van een schip. Opeens be- breep ik het. Het was een commandoto ren. Het schip was een onderzeeboot. Ik liep om dien toren heen. Hoewel mijn han den bijna bevroren waren en ik huiverde van de kou, stak ik toch mijn han'd uit en trok het wiegelende zeewier weg. Door mijn helm vlak tegen den toren aan te drukken slaagde ik er ih, verweerde witte letters te onderscheiden'. U1777! Dit moest een der trotsche onderzeeërs van den keizer geweest zijn! Ik bleef eenige oogenblikken roerloos staan en trok met uitgestrekte handen het zeegras weg. Maar eindelijk werd de kóude me toch te mach tig. Ik bewoog me naar hêt achterdek. Daar vond ik een tweede kanon. Toen ik er tegen aan leunde, voelde ik een eigenaar dige beweging in het wrak. Ik kon me niet vergissen, de achtersteven zónk dreigend omlaag en kwam langzaam weer omhoog. Ik ging riaar de reeling. Vlak onder me zag ik de scheepshuid en verder niets dan zwart water. Ik begaf me naar den boeg en keek ook daar omlaag. Daar kon ik den bodem zien, waarop het schip rustte. Ik werd duizelig. De onderzeeër lag op den rand van den bodemcirkel te belan- ceeren en kon ieder oogenblik in de bo- demlooze diepte verdwijnenen ik stond er op! Zoo vlug mogelijk verliet ik het schip en belandde op den" vasten bodem der zee. Op het punt vier rukken aan de lijn te geven, het signaal voor ophalen, liet ik het touw los. Vlak voor me gaapte een groot gat in den scheepswand. Ik bevoelde de randen. Het gat, drie voet in doorsnee, was er met een zuurstofapparaat of zoo uitge sneden. Opeens voelde ik vier rukken aan het touw. Ik gaf signaal terug. Meteen werd ik omhoog getrokken. Boven mij schemer de een zilverachtige vlakte. Naast me doemde de kiel van de „Dorothy" op. Dan rees ik omhoog uit het water en werd aan dek getrokken. Hand en Oarrison grepen mijn schouders beet en legden me op het dek neer tusschen de kronkelende slangen en touwen. Hand schroefde mijn helm af. Tot mijn verwondering hoorde ik de anker kettingen ratelen. De „Dorthy" zette snel vaart en voer naar de andere zijde van het eiland. „Wat is er?" vroeg ik verbaasd. „Kijk maar!" zei Garrison, naar achte ren wijzend. Ik draaide mijn hoofd om en zag uit de richting van Moeras Eiland een eigenaardig schip naderen. Een witte rook wolk steeg op van het dek en even later hoorde ik den knal van een geweerschot. Nog een rookwolk en een kogel floot over onze hoofden heen. „Help me hem naar de kajuit brengen!" zei Hand. Ik werd zonder plichtplegingen het dek over gesleept naar den salon. Bij ons binnentreden vloog een der vensterrui ten in splinters door een nieuw schot. „Beneden de ramen blijven!" beval Hand. Ze trokken mijn schoenen met lood uit. Hand sjorde me uit het pak. Tegen dat hij daarmee klaar was lag het eiland tus schen ons en het ons vervolgende schip in. Hand keerde zich naar Garrison toe. „Zoodra we in de baai komen, laat dan het jacht aan den steiger meeren", zei hij. „En dan moeten we allen naar het huis toegaan en dat barricadeeren. Die kerels gaan tot het uiterste!" Juist, toen we de baai indraaiden, zagen we onzen vijand om de uiterste punt van het eiland verschijnen. Hij was nu dicht bij ons. „Dromels!" riep Hand. „Dat is êen on derzeeër. Daar heb je nu dat spookschip, dat zoo geheimzinnig van de oppervlakte der zee verdween!" HOOFDSTUK XXII. Het gevecht. Voordat de onderzeeboot de baai bereikt had, waren wij in huis. Ook de bemanning, van het jacht wist, ondanks dat ze bescho ten werd, veilig het huis te bereiken, We grendelden alle deuren en ramen. „Hoe staat het er mee?" vroeg Hand. „Geweren genoeg?" Mevrouw Garrison kwam de trap afge- sneld om haar man te omhelzen. Hij wend de zich daarna tot Hand: „We hebben drie geweren van het jacht. Ik heb een pistool net als Clark, Innes, Mapes en Arnold. De rest is ongewapend". „Met mijn pistool mee hebben we er dus zes", telde Hand. „Met de geweren mee negen gewapende mannen. En ammuni tie?" „Voor de geweren meer dan genoeg", zei Arnold. „Maar Verder heb ik alleen de pa tronen in mijn revolver". Voor de pistolen bleken we te weinig te hebben en daarom beval Hand, er niet mee te schieten, voordat het hoog noodlg werd. Hij nam een geweer, gaf het andere aan Garrison en het derde aan mij* We gaven onze pistolen aan drie matrozen. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6