THEE doet je goed! SANOSTOL feuilleton Tien jaar Nederlandsche jeugdherbergen. E AMATEUR DETECTIVE r v Meer dan een millioen overnachtingen. Een vonk viel op celluloid. Dolle koe zet een dorp op stelten. Na een felle jacht doodgeschoten. Regeling van den invoer van paarden. Werkput stortte in. GEMENGD NIEUWS. Naar het Engelsch van ANTHONY BERKELEY TWEEDE BLAD. til V. co de hs d< w di at g' d zi e< ti Op 5 April a.s. herdenkt de Neder landsche Jeugdherbergcentrale haar tweede lustrum en het is met tevre denheid, dat zij kan terugzien op een periode van voortdurenden bloei. Immers in verrassend korten tijd wist zij haar bestaansrecht te veroveren en een instituut te scheppen van waarlijke nationale beteekenis. Ontstaan en groei. Tien jaar is het geleden, dat een groepje geestdriftige jongeren, die de waarde be seften van het contact met de vrije natuur en vooral daarbij de behoefte voelden aan plaatsen, waar men na een dag van trek ken bijeen kon zijn in eigen, kameraad schappelijke sfeer, de hand aan den ploeg sloegen en het aanzien ga^en aan de eerste jeugdherbergen in ons land. Als padden stoelen verrezen ze op de mooiste plekjes van ons land, de vriendelijke, gastvrije tehuizen, die de tochten-makende jeugd een veilige en billijke overnaclxtingsgele- genheid boden. De N. J. H. C. reeg ze aaneen tot een dicht net, dat nu o^ er alle provincies ligt uitgespreid. Men raakte spoedig vertrouwd met dit nieuwe element in het jeugdleven, dat nu zonder twijfel een vaste plaats heeft gekregen. Ook de vroolijke en fleurige troepjes treksters en trekkers, wandelend, fietsend of peddelend, werden bekende verschijningen langs de velden en wegen. De jeugd van Nederland heeft, toen de mogelijkheid er eenmaal was, in een ommezien de ideale manier geleerd om met land en volk kennis te maken. Cijfers. Bij een jubileum behooren cijfers en statistieken. In den zomer van 1929 werden reeds twaalf jeugdherbergen in gebruik genomen, die in het eerste jaar reeds 8575 overnachtingen boekten. In 1934, toen het aantal jeugdherbergen reeds aanzienlijk was toegenomen, steeg het aantal over nachtingen met een reuzensprong tot 168.790. De groei zette door en op het oogenblik heeft men de beschikking over niet minder dan 65 jeugdherber- ri-fgen met een totaal aantal ovërnachtin- gen, sinds de oprichting, van ruim een i millioen! Hiermede is de enorme beteekenis van dit werk wel duidelijk geaccentueerd. De jeugdherbergen zijn een bron van gezond heid en levensvreugde en hun invloed op de jongeren kan, vooral in tijden als deze, niet anders dan weldadig genoemd worden. Dr. v. Poelje over het J. H. werk. Hët jeugdherbergwerk heeft vele facet ten en daarop heeft de voorzitter der centrale, de directeur-generaal van het ónderwijs, prof. dr. G. A. van Poelje, in een dezer dagen gehouden bijeenkomst nog eens het licht laten vallen. Zoowel geestelijk als materiëel staat de N. J. H. C. er uitstekend voor. Met de meesten dergenen, die afzijdig tegenover het jeugdherbergenwerk ston den, werd overeenstemming bereikt. Toch zijn er natuurlijk sommigen, die bezwaren blijven maken, doch deze richten zich veel meer tegen het alleen er op uit trekken van de jeugd, dan tegen de jeugdherberg zelf, waar de jongeren onder goede leiding een goed dak vinden. In dit verband is het interessant te constateeren, dat de laatste jaren de gemiddelde trekkersleeftijd is bepaald tot zestien jaar, volgens de voorzitter een bewijs, dat de jongeren sneller zelfstandig worden dan voorheen. Belangrijk is de taak, die de jeugdher bergen in internationaal opzicht vervullen, omdat ze leiden tot een zoozeer gewenschte uitwisseling van de jeugd van vele landen. In 1938 kwamen er niet minder dan 16,000 buitenlanders op bezoek, of 8K pet. van het totaal aantal trekkers van dat jaar. Een nieuwe waarborg, dat het werk zal beantwoorden aan de eischen, die men het in ons land met zijn diver- geerende inzichten mag stellen, vormt het besluit, dat voortaan de centrale jeugdraad het recht zal hebben een vertegenwoordiger in het bestuur aan te wijzen. De klacht van sommige hotelhouders, dat zij nadeel zouden ondervinden van de jeugdherbergen, achtte prof. van Poelje op grond van de feiten ongegrond. In de jeugdherbergen komen in de practijk alleen die ouderen, die als leider van jeugdige trekkers optreden, of die zich voor een door jongeman te maken trektocht van tevoren komen oriënteeren en nu en dan reünisten". De samenwerking met de scholen is zeer nauw. Hoe langer hoe-meer wint de idee veld, de jeugdherbergen te gebruiken als schoolbuitenhuizen. Verder staat de N. J. H. C. in relatie met' verschillende groote bedrijven, met het doel om de jeugdherbergen in dienst te stellen van de jonge werkieden, die er eenige vacantiedagen zullen kunnen door brengen. In dit verband noemde prof. van Poelje ook de „weekend"-jeugdher- bergen bij de groote steden, die van veel beteekenis zijn voor de stadsjeugd. Voor de werklooze jeugd is met vele gemeenten een regeling getroffen, waarbij vrijheid van stempelen wordt verleend, wanneer kan worden aangetoond, dat een trektocht wordt gemaakt. Het jeugdher bergstempel vervangt dan dat van den dienst der werkloosheidsuitkeering. Zoo gaat de N. J. H. C. een nieuwe pe riode tegemoet met veelszins nieuwe op gaven en zeker niet kleinere moeilijkheden dan in het begin. Wil men de taak van de jeugdherbergen omschrijven, aldus besloot prof. van Poelje, dan zal men moeten zeggen, dat zij hebben mee te werken om de wel eigengereide, maar sterke en tot offers en soberheid be reide jeugd van thans te vormen tot de toegewijde burgers van een nieuwe samen leving, waarin het licht achter de zwart ste wolken glanst. Voorloopige schade ruim 20 mille. Gistermiddag is te Den Haag op het Caiandplein brand ontstaan in een loods van 10*60 M2. oppervlakte, waarin geves tigd is de firma Jac. van der Veen, die electrische artikelen maakt. Vermoedelijk is de brand ontstaan door een vonk, die op een ballonnetje van cel luloid is gevallen Het vuur breidde zich snel uit. De brandweer werd gealarmeerd en verscheen met twee spuiten spoedig ter plaatse. In een half uur was het voor naamste blusschingswerk geschied. Korten tijd later was ook de na-blussching achter den rug. Deze loods heeft geruimen tijd leeg ge staan. Zij was vroeger de fabriek van Koolhoven, die zooals men weet thans op Waalhaven is gevestigd. De firma Jac. van der Veen was er sinds eenige weken in getrokken. Een groot aantal ballon netjes, die op oranjefeestdagen voor de illuminiatie dienen, waren er opgeslagen. Ook lagen er onderdeden van marktkra men. Men was gistermiddag bezig met het in elkaar zetten van een installatie, waar aan zeilen, die voor deze marktkiamen dienst doen, bevestigd zou kunnen worden. Tijdens dit werk zou de vonk ont staan zijn, waardoor één van de ba- lonnen vlam vatte met ■•et desastreu- se gevolg van 'n flinken binnenbrand. De eigenaar schatte de schade op het eerste gezicht op minstens 20.000 gulden. Een dol geworden koe heeft gistermid dag het Zuidhollandsche dorp De Lier gedurende eenigen tijd danig in rep en roer gebracht. Het beest was met een veewagen van de markt te Rotterdam overgebracht naar De Lier en bestemd voor den slager De Bruin aldaar. Zoodra de koe uit den wagen was ge haald, bevrijdde zij zich van haar begelei der en rende de buurtschap „De Nieuwe Tuinen" in. Eenige omstanders, die van de vlucht getuige waren, zetten het op een loopen om het beest te vatten, doch zij mochten hierin niet slagen. Nabij de woning van den heer van Harmeien wilde een 20- jarige jongeman de koe grijpen, doch de vluchteling bleek hier in het geheel niet op gesteld te zijn en beloonde haar belager met een stevigen stoot van de horens tegen het been. Met hevigen pijn ging de jongen het huis van den heer vin Harme- len binnen. De koe vervolgde haar weg in de richting van het z.g. achterlaantje. Hier bezocht het beest de woning van den heer Voskamp, waar het groote schade aan richtte. In de groote broeikas achter het huis waren twee zestienjarige jongens aan het werk, die, zoodra zij de koe zagen aankomen, het verstandigst m enden te doen, zich zoodanig te verbergen, dat het beest hen niet in de gaten kreeg. Zij gin gen daartoe achter in het z.g. warenhuis languit op den grond liggen. Een van hen, H. de Bruin, wist echter niet aan het waakzaam oog van de koe te ontsnappen. De woesteling rende pardoes op den jon gen af, nam hem op de horens en wierp haar prooi hoog tegen het dak van de broeikas. Gelukkig kwam de >ngen tegen het houtwerk en niet tegen het glazen deel van het dak terecht. Doch nauwelijks was het slachtoffer op den grond terecht gekomen, of de koe stormde wederom op den jongen af en duwde hem tegen den zijkant van de kas. Op dat oogenblik even wel werd het beest doodelijk getroffen door een schot van een der inwoners van de Lier, die het dier had gevolgd en de Bruin, die in dóbdsangst verkeerde, op deze wijze wist te verlossen. De jongen is er vrij goed afgekomen. Aan het voorloopig verslag over het ontwerp van wet tot bekrachtiging van het koninklijk besluit van 27 October 1938, no. 35, tot regeling van den invoer van paarden en slachtpaarden wordt: óntleend: Bij de overweging van dit wetsontwerp in de afdeelingen merkten enkele leden op, dat zij, aangezien huns inzien in Neder land een voldoend aantal paarden aanwezig is de prijzen zeer laag zijn en uitvoer op zeer geringe schaal plaats "heeft, welke uit voer zich dari 'nog béperkt tot een zeker aantal koudbloedpaarden en kruislingen en zich- niet over warmblöedpaarden uitstrekt (waarin zij overigens een eenzijdige en onbillijke bevoórdeeling zagen), het op prijs zouden stellen, indien aan den invoer een zoo groot mogelijke beperking werd opgelegd. Indien, aldus verder deze leden, een bepaald aantal pohy's met een kleinere schofthoogte dan 1.45 m. voor groenten - venters e.a. moet worden ingevoerd, zou den zij gaarne zien bepaald, dat alleen rui nen mogen worden geïmporteerd, aange zien het hun bekend is, dat onder deze po ny's vaak drachtige merries voorkomen, welke aan de inlandsche fokkerij concur rentie bezorgen. Voorts zouden deze leden gaarne verne men hoe en door wie de meting der pony's wordt verricht. Ten aanzien van slachtpaarden wezen dezelfde leden op de wenschelijkheid van verlaging van de contingenteering en zelfs van een algeheel invoerverbod. Arbeider om het leven gekomen. Gisteravond omstreeks zè's uur is te Gouderak tengevolge van een grondstor- ting in een put, welke was gegraven in verband met werkzaamheden voor de normaliseering van den Hollandschen IJsel de gehuwde grondwerker K. Anker om het leven gekomen. In de put waren drie arbeiders, onder wie A. aan het graven, toen een der zij wanden instortte, waardoor de drie man nen werden bedolven. Twee van hen kon den gered worden. A. werd levenloos op gehaald. Hy laat een vrouw en vier kin deren achter. ONDERWIJSVERNIEUWING OP CHRISTELIJKE ULO-SCHOLEN. In de heden te Utrecht gehouden verga dering van den bond van besturen van christelijke (m)ulo-scholen beeft prof. dr. J. Waterink, hoogleeraar aan de vrije uni versiteit te Amsterdam, een referaat ge houden over het onderwerp: „Onderwijs vernieuwing op de christelijke (m) ulo school". Spr. wees er o.m. op, dat er z.i. een niet gering gevaar ligt in de structuur van ons Nederlandsche onderwijs, dat wij kunnen omschrijven als de tei denz van de oriën teering omhoog. Voortdurend heeft men de neiging, om een schoolorganisatie, die de bedoeling heeft de practijk te dienen en op het leven gericht te zijn, om te vormen tot en schoolorganisatie, die voorbereidt voor verdere studie. Spr. is overtuigd, dat in deze oriënteering naar boven de kiem ligt van een denatureering van onze onderwijs structuur en een gevaar voor het werkelijk cultuurpeil van ons volk. Het doel van het (m)ulo-onderwijs moet primair blijven opleiden voor de levens- practijk in dien zin, dat abituriënten van de (m)ulo-school algemeen erkend kunnen worden als menschen met een behoorlijk cultuurbezit. Daarin moet de doelstelling van het (m)ulo-onderwijs blijven liggen. Wanneer het zoover komt, dat de (m)ulo school vrijwel over de geheele linie wordt opleidingsschool voor nieuwe (hoogere) in stanties, dan zal ons volk moeten zoeken naar een nieuwe school, die enkel ten doel heeft cultureele ontwikkeling bij te bren gen. Voorts pleitte prof. Waterink voor het leggen van het zwaartepunt op het gods dienstonderwijs, talen en geschiedenis en het handhaven van den klasse-onderwijzer tégen coïnstructie van jongens en meis je* in de puberteitsjaren. 8000 MANDEN DOOR BRAND VERWOEST. Pakhuis te Ammerzoden in lichter laaie. Gisteravond is door nog niet bekende oorzaak brand ontstaan in het pakhuis van den mandenfabrikant J. van Door malen te Ammerzoden. Het vuur werd eerst ontdekt toen de vlammen uit het gebouw sloege.i en in êen minimum van tijd stond het pakhuis in lichter laaie. De brandweer kon niet ver hinderen, dat het pakhuis met den grond gelijk werd gemaakt. Een vonkenregen daalde neer op een drietal huizen aan de Ho /gvsteeg, die slechts met moeite behou den konden worden. In het pakhuis be vond zich een partij van achtduizend groote manden, alsmede een voorraad steenhout. Dit alles is eveneens een prooi der vlammen geworden. De eigenaar was laag verzekerd. Majoor-generaal overleden. - Gisteren is in den ouderdom van 71 jaar te Wies- baden overleden de generaal-majoor der cavalerie buiten dienst F. L. S. Neder- meijer ridder van Rosenthal. Maar Dokter heeft gezegd, dat 3 theelepeltjes per dag voldoende voor hem zijn. Dus hoe heerlijk Sanostol ook smaakt, de kurk gaat erop! Sanostol is een volwaardig levertraan-product, smakelijk ge maakt met het sap van zonrUpe sinaasappelen en nóg waardevoller gemaakt door toevoeging van mout, dat veel diastase bevat. Een schat van vitaminen A, D, C en B is in Sanostol vereenigd. Per flacon f. 1.40. In de extra-voordeelige „fa milieverpakking" (2'/i X zooveel) slechts f 2.75. Sanostol is óók voor volwassenen het aangenaamste, natuurlijke tonicum. „Het lekkere levertraan-product BROCADES STHEEMAN 8. PHARMACIA Verkeersongeluk met doodelijken af loop. - Gisteravond is nabij het paleis Soest- dijk de wielrijder Berveling uit Baarn, die den weg wilde oversteken, door een per sonenauto uit Zeist aangereden. Hij liep een hersenschudding en verwondingen aan ge laat en lichaam op. Per Soester ziekenauto werd het slachtoffer naar het ziekenhuis te Baarn overgebracht, waar hij vanochtend is overleden. Tentoonstelling schilderijen C. Boen dermaker. - In de Galerie „Robert", Kei zersgracht 527, bij de Spiegelstraat, te Am sterdam, zal gedurende de maand April een expositie worden gehouden van schilderijen door C. Boendermaker. De opening ge schiedt Zaterdagmiddag 1 April te 3 uur door den heer C. W. H. Haard, oud-direc teur van het Stedelijk Museum. Spoorwegrevue in de maak. - Naar wij vernemen, heeft de directie der Nederland sche Spoorwegen aan Kommer Kleyn op dracht gegeven, een groote revue te ensce- neeren ter gelegenheid van het in Septem ber te vieren eeuwfeest der Spoorwegen. Deze revue zal worden opgevoerd voor der tigduizend employé's, die met hun vrouwen, in ty/intig groepen van. drieduizend.-, peri sonen, een feestdag in Utrecht zullen-door-» brengén, u. - Hoewel nog met enkele prominente ac teurs en actrices onderhandeld wordt, kan wel reeds worden medegedeeld, dat o.a. Louis Davids, Corrie Vonk en Wim Kan erin zullen optreden. Het wordt een, zoowel wat tekst als ensceneering betreft, volko men nieuwe revue, die van het begin tot heb einde op de Spoorwegen betrekking zal hebben. Demonstratie E. d. D. - De Nederland sche beweging voor Eenheid door Democra tie zal morgenavond om 8.15 uur in het R.A.I.-gebouw te Amsterdam een groote nationale demonstratie houden ter toelich ting van het belang van handhaving der democratie in Nederland. Op deze bijeen komst, die onder leiding zal staan van den vice-voorzitter van Eenheid door Democra tie, dr. H. Faber, zullen het woord voeren mr. J. J. R. Schmal, Koos Vorrink, mevr. W. A. L. RosVrijman en mr. Wendelaar. Aalsmeer vraagt steun aan bloemisterij- bedrijven. - De gemeenteraad van Aalsmeer heeft gisteren een telegram gezonden aan den minister van economische zaken, waar in het college volkomen de wenschen der tuinbouworganisaties onderschrijft inzake hulpverleening bij vorstschade aan de bloe misterij -bedrij ven. D 3) „Dat weet ik niet", zei ze, „dat moet u aan mijn collega vragen, die u bediend heeft". Verward en verlegen sloop Chitterwick naar zijn plaats terug. Zijn dienster was natuurlijk in geen velden of wegen te zien. Chitterwick was nog zoo in de war, dat hy nauwelijks bemerkte, dat de roodharige tijdens zijn afwezigheid verdwenen was. Na een vluggen blik op de klok stelde hij vast, dat er bijna een kwatier verstreken was. Intusschen waren veel menschen al opgestapt en zat er niemand meer aan de twee of drie tafeltjes, die Chitterwick van de oude dame, die nog gebleven was, schei den. Zy leunde achterover in haar stoel met het hoofd tegen de zuil aan. Het leek wel óf zy sliep. Haar mond stond een beetje open en zag eruit alsof zy op een gegeven oogenblik zou beginnen te snorken. Chitterwick was werkelyk ontdaan. Het zien van een vreemde, die in het openbaar slaapt is altijd een beetje stootend, maar deze dame hier ,was toch wel de laatste van wie men een dergeiyk vergrijp tegen de goede zeden verwacht zou hebben. Dat liet geen twijfel. Slechts een paar meter was zy verwyderd van den heer Chitter wick, die thans haar snorken duidelijk kon hooren. Het was werkelijk uiterst veront rustend en storend. Wat Chitterwick nog het meest plaagde was de gedachte aan de schaamte, die de oude dame zou voelen, zoodra zy bemer ken zou, wat zy gedaan had. Reeds keken een paar menschen, die in haar buurt za ten nieuwsgierig in haar richting. MÜnheer Chitterwick hoorde ze gichelen en fluis terden en dat vond hij pijnlijk. Eigenlijk zou het beter zijn als iemand haar wakker maakte, zoodat zij zich niet langer belache- ïyk zou maken. Maar wie moest dat doen? Goed beschouwd kwam alleen Chitterwick hiervoor in aanmerking. Hy liet een paar minuten voorby gaan en pijnigde intus schen zyn hersenen met de vraag, hoe hij dit het beste aan zou leggen. Eindeiyk be sloot hy de oude dame zachtjes op den schouder te tikken en haar dan haar tasch te geven, met de opmerking erbü, dat die op den grond was gevallen. Dat was een aannemeiyk voorwendsel en niet erg ge zocht. Toen Chitterwick opstond, meende hy, dat het snorken van de oude dame al een beetje zachter geworden was. Terwyl hy naar haar toe ging, was hy er van over tuigd, en op het moment, dat hy naast haar stond, snorkte ze heelemaal niet meer. Maar volgens haar houding waa zy nog in diepen slaap verzonken. Zij lag eenvoudig in haar stoel; inderdaad, zy lag, daar was geen ander woord voor. Chitterwick tikte haar nerveus op den schouder, terwyl hy een groot aantal oogen op zich gericht voelde. Er gebeurde niets. Hij probeerde het nog eens; weer kreeg hy geen antwoord en nu verloor Ambrose Chitterwick ook omdat hij zich het mid delpunt voelde van de algemeene belang stelling, zyn geduld. Hij pakte de oude da me stevig vast en schudde haar. Het resultaat was verrassend. Haar hoofd zonk in een onnatuurlijke houding op haar schouder, haar handen gleden van haar schoot; zij scheen op haar stoel in elkaar te zakken. Chitterwick vergat alles om zich heen en tilde, heelemaal ontsteld, haar hoofd zachtjes omhoog. Een blik op haar gesloten oogen en de sterke lucht van amandelen zeiden hem genoeg. De oude dame was dood was onder zijn oogen gestorven. HOOFDSTUK II. Ooggetuigen. Naderhand was Chitterwick niet weinig tevreden over zich zelf, in verband met zijn handelwijze direct na de tragische ont dekking. In plaats van in een paniekstem ming aan allen, die het hooren konden, zyn ontdekking mee te deelen, nam hy rustig en volkomen beheerscht naast de overle dene plaats, ofschoon zyn hart van opwin ding te keer ging als een stoommachine en hy eigenlijk ten einde raad was. Hy tikte met het lepeltje tegen het leege koffiekop je, dat nog op het tafeltje voor de oude da me stond en hy dacht slechts aan twee dingen. Ten eerste geen opschudding te verwekken en ten tweede, dat het lijk door niemand mocht worden aangeroerd, vóór de politie de situatie had opgenomen. Op het nadrukkelijk tikken van den heer Chitterwick kwam een dienster, met een uitdrukking op haar gezicht alsof ze zeg gen wilde: „kun je me nu niet even met rust laten", direct aanloopen. Chitterwick had echter geen tijd om op haar gevoelens in te gaan. „Wilt u den directeur verzoeken een oogenblik hier te komen?" vroeg hy, vóór zy gelegenheid had iets te zeggen. „Als u betalen wilt", zei ze een beetje bedeesd, „ben ik „Er is geen sorake van betalen", onder brak Chitterwick haar kortaf. „Gaat u als 't u belieft direct den directeur halen". De juffrouw verdween, een oogenblik later kwam de chef. „Ik vrees, zei deze vlug, „dat de directeur „De directeur moet komen", was Chitter wick hem voor, „en direct". De chef liet zich niet uit het veld slaan. „Als u zoo vriendelijk zou willen zyn en mij uw bezwaren meedeelen, dan verzeker ik u. dat „Gaat u nu oogenblikkelyk den direc teur halen", siste Chitterwick. De chef verdween en eenigen tyd daarna kwam een piekfijne jongeman, die afkeurend op Chitterwick neerzag. „Bent u de directeur?" stootte Chitter wick uit, trillend van opwinding. „De directeur is zeer bezet", zei de jonge man koeltjes. „Maar als u zoo goed wilt zyn en mij de zaak even uitleggen „De zaak Uit'eggen? Het is een zaak op leven en dood!" „Als die dame ziek is", zei de jongeman, in het geheel niet van zyn stuk gebracht „dan is er wel een dokter in het hotel". Chitterwick stond op en keek hem vlak in het gezicht. „Haal dan den dokter en den directeur", zei hij heel vlug. Deze dame is dood!" De jongeman was ineens verdwenen. Ditmaal kwam de directeur werkelyk. Het was een intelligente man, die de si tuatie dadelijk begreep. Chitterwick ver klaarde hem en den dokter met een paar woorden, hoe hy de oude dame had hoo ren snurken, naar haar was toegegaan om haar wakker te maken en toen tot de. ont dekking was gekomen, dat zy dood was. De directeur maakte enkele gebaren en wenkte met de hand tegen iemand in de verte en als door toovery werd een barri cade van schermen om de plaats van de misdaad opgesteld. Aldus onzichtbaar ge worden voor het nog aanwezige publiek, stelde de dokter een oppervlakkig onder zoek in zonder het lichaam, meer dan strikt noodzakelijk, aan te raken. „Inderdaad, ze is dood", stelde hij vast. „En ik zou bijna kunnen zweren, dat zij blauwzuur of iets dergelijks heeft ingeno men. Jakijk eens even, is dat niet een fleschje, dat 2e in haar hand heeft?" Uit een van de handen van de dame kwam de hals van een klein fleschje juist even te voorschijn. Da dokter boog zich over het koffiekopje op de tafel en rook er aan. „Inderdaad, het is blauwzuur", zei hij, „Zij heeft het met de koffie ingenomen". „Zelfmoord?" vroeg de directeur lako- niek. „Het ziet er wel naar uit", stemde de dokter toe. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6