THEE doet je goed!
SANOSTOL
feuilleton
Tien jaar Nederlandsche jeugdherbergen.
E AMATEUR
DETECTIVE
r
v Meer dan een millioen
overnachtingen.
Een vonk viel op celluloid.
Dolle koe zet een dorp
op stelten.
Na een felle jacht doodgeschoten.
Regeling van den invoer
van paarden.
Werkput stortte in.
GEMENGD NIEUWS.
Naar het Engelsch van
ANTHONY BERKELEY
TWEEDE BLAD.
til
V.
co
de
hs
d<
w
di
at
g'
d
zi
e<
ti
Op 5 April a.s. herdenkt de Neder
landsche Jeugdherbergcentrale haar
tweede lustrum en het is met tevre
denheid, dat zij kan terugzien op een
periode van voortdurenden bloei.
Immers in verrassend korten tijd wist
zij haar bestaansrecht te veroveren
en een instituut te scheppen van
waarlijke nationale beteekenis.
Ontstaan en groei.
Tien jaar is het geleden, dat een groepje
geestdriftige jongeren, die de waarde be
seften van het contact met de vrije natuur
en vooral daarbij de behoefte voelden aan
plaatsen, waar men na een dag van trek
ken bijeen kon zijn in eigen, kameraad
schappelijke sfeer, de hand aan den ploeg
sloegen en het aanzien ga^en aan de eerste
jeugdherbergen in ons land. Als padden
stoelen verrezen ze op de mooiste plekjes
van ons land, de vriendelijke, gastvrije
tehuizen, die de tochten-makende jeugd
een veilige en billijke overnaclxtingsgele-
genheid boden. De N. J. H. C. reeg ze
aaneen tot een dicht net, dat nu o^ er alle
provincies ligt uitgespreid. Men raakte
spoedig vertrouwd met dit nieuwe element
in het jeugdleven, dat nu zonder twijfel
een vaste plaats heeft gekregen. Ook de
vroolijke en fleurige troepjes treksters en
trekkers, wandelend, fietsend of peddelend,
werden bekende verschijningen langs de
velden en wegen. De jeugd van Nederland
heeft, toen de mogelijkheid er eenmaal
was, in een ommezien de ideale manier
geleerd om met land en volk kennis te
maken.
Cijfers.
Bij een jubileum behooren cijfers en
statistieken. In den zomer van 1929 werden
reeds twaalf jeugdherbergen in gebruik
genomen, die in het eerste jaar reeds 8575
overnachtingen boekten. In 1934, toen het
aantal jeugdherbergen reeds aanzienlijk
was toegenomen, steeg het aantal over
nachtingen met een reuzensprong tot
168.790.
De groei zette door en op het
oogenblik heeft men de beschikking
over niet minder dan 65 jeugdherber-
ri-fgen met een totaal aantal ovërnachtin-
gen, sinds de oprichting, van ruim een
i millioen!
Hiermede is de enorme beteekenis van
dit werk wel duidelijk geaccentueerd. De
jeugdherbergen zijn een bron van gezond
heid en levensvreugde en hun invloed op
de jongeren kan, vooral in tijden als deze,
niet anders dan weldadig genoemd worden.
Dr. v. Poelje over het J. H. werk.
Hët jeugdherbergwerk heeft vele facet
ten en daarop heeft de voorzitter der
centrale, de directeur-generaal van het
ónderwijs, prof. dr. G. A. van Poelje, in
een dezer dagen gehouden bijeenkomst
nog eens het licht laten vallen. Zoowel
geestelijk als materiëel staat de N. J. H. C.
er uitstekend voor.
Met de meesten dergenen, die afzijdig
tegenover het jeugdherbergenwerk ston
den, werd overeenstemming bereikt. Toch
zijn er natuurlijk sommigen, die bezwaren
blijven maken, doch deze richten zich veel
meer tegen het alleen er op uit trekken
van de jeugd, dan tegen de jeugdherberg
zelf, waar de jongeren onder goede leiding
een goed dak vinden. In dit verband is
het interessant te constateeren, dat de
laatste jaren de gemiddelde trekkersleeftijd
is bepaald tot zestien jaar, volgens de
voorzitter een bewijs, dat de jongeren
sneller zelfstandig worden dan voorheen.
Belangrijk is de taak, die de jeugdher
bergen in internationaal opzicht vervullen,
omdat ze leiden tot een zoozeer gewenschte
uitwisseling van de jeugd van vele landen.
In 1938 kwamen er niet minder dan 16,000
buitenlanders op bezoek, of 8K pet. van
het totaal aantal trekkers van dat jaar.
Een nieuwe waarborg, dat het werk
zal beantwoorden aan de eischen, die
men het in ons land met zijn diver-
geerende inzichten mag stellen, vormt
het besluit, dat voortaan de centrale
jeugdraad het recht zal hebben een
vertegenwoordiger in het bestuur aan
te wijzen.
De klacht van sommige hotelhouders,
dat zij nadeel zouden ondervinden van de
jeugdherbergen, achtte prof. van Poelje
op grond van de feiten ongegrond.
In de jeugdherbergen komen in de
practijk alleen die ouderen, die als leider
van jeugdige trekkers optreden, of die zich
voor een door jongeman te maken trektocht
van tevoren komen oriënteeren en nu en
dan reünisten".
De samenwerking met de scholen is zeer
nauw. Hoe langer hoe-meer wint de idee
veld, de jeugdherbergen te gebruiken als
schoolbuitenhuizen.
Verder staat de N. J. H. C. in relatie met'
verschillende groote bedrijven, met het
doel om de jeugdherbergen in dienst te
stellen van de jonge werkieden, die er
eenige vacantiedagen zullen kunnen door
brengen. In dit verband noemde prof.
van Poelje ook de „weekend"-jeugdher-
bergen bij de groote steden, die van veel
beteekenis zijn voor de stadsjeugd.
Voor de werklooze jeugd is met vele
gemeenten een regeling getroffen, waarbij
vrijheid van stempelen wordt verleend,
wanneer kan worden aangetoond, dat een
trektocht wordt gemaakt. Het jeugdher
bergstempel vervangt dan dat van den
dienst der werkloosheidsuitkeering.
Zoo gaat de N. J. H. C. een nieuwe pe
riode tegemoet met veelszins nieuwe op
gaven en zeker niet kleinere moeilijkheden
dan in het begin.
Wil men de taak van de jeugdherbergen
omschrijven, aldus besloot prof. van Poelje,
dan zal men moeten zeggen, dat zij hebben
mee te werken om de wel eigengereide,
maar sterke en tot offers en soberheid be
reide jeugd van thans te vormen tot de
toegewijde burgers van een nieuwe samen
leving, waarin het licht achter de zwart
ste wolken glanst.
Voorloopige schade ruim
20 mille.
Gistermiddag is te Den Haag op het
Caiandplein brand ontstaan in een loods
van 10*60 M2. oppervlakte, waarin geves
tigd is de firma Jac. van der Veen, die
electrische artikelen maakt.
Vermoedelijk is de brand ontstaan door
een vonk, die op een ballonnetje van cel
luloid is gevallen Het vuur breidde zich
snel uit. De brandweer werd gealarmeerd
en verscheen met twee spuiten spoedig
ter plaatse. In een half uur was het voor
naamste blusschingswerk geschied. Korten
tijd later was ook de na-blussching achter
den rug.
Deze loods heeft geruimen tijd leeg ge
staan. Zij was vroeger de fabriek van
Koolhoven, die zooals men weet thans
op Waalhaven is gevestigd. De firma Jac.
van der Veen was er sinds eenige weken
in getrokken. Een groot aantal ballon
netjes, die op oranjefeestdagen voor de
illuminiatie dienen, waren er opgeslagen.
Ook lagen er onderdeden van marktkra
men. Men was gistermiddag bezig met het
in elkaar zetten van een installatie, waar
aan zeilen, die voor deze marktkiamen
dienst doen, bevestigd zou kunnen worden.
Tijdens dit werk zou de vonk ont
staan zijn, waardoor één van de ba-
lonnen vlam vatte met ■•et desastreu-
se gevolg van 'n flinken binnenbrand.
De eigenaar schatte de schade op
het eerste gezicht op minstens
20.000 gulden.
Een dol geworden koe heeft gistermid
dag het Zuidhollandsche dorp De Lier
gedurende eenigen tijd danig in rep en roer
gebracht. Het beest was met een veewagen
van de markt te Rotterdam overgebracht
naar De Lier en bestemd voor den slager
De Bruin aldaar.
Zoodra de koe uit den wagen was ge
haald, bevrijdde zij zich van haar begelei
der en rende de buurtschap „De Nieuwe
Tuinen" in. Eenige omstanders, die van de
vlucht getuige waren, zetten het op een
loopen om het beest te vatten, doch zij
mochten hierin niet slagen. Nabij de woning
van den heer van Harmeien wilde een 20-
jarige jongeman de koe grijpen, doch de
vluchteling bleek hier in het geheel niet
op gesteld te zijn en beloonde haar belager
met een stevigen stoot van de horens
tegen het been. Met hevigen pijn ging de
jongen het huis van den heer vin Harme-
len binnen. De koe vervolgde haar weg in
de richting van het z.g. achterlaantje. Hier
bezocht het beest de woning van den heer
Voskamp, waar het groote schade aan
richtte. In de groote broeikas achter het
huis waren twee zestienjarige jongens aan
het werk, die, zoodra zij de koe zagen
aankomen, het verstandigst m enden te
doen, zich zoodanig te verbergen, dat het
beest hen niet in de gaten kreeg. Zij gin
gen daartoe achter in het z.g. warenhuis
languit op den grond liggen. Een van hen,
H. de Bruin, wist echter niet aan het
waakzaam oog van de koe te ontsnappen.
De woesteling rende pardoes op den jon
gen af, nam hem op de horens en wierp
haar prooi hoog tegen het dak van de
broeikas. Gelukkig kwam de >ngen tegen
het houtwerk en niet tegen het glazen
deel van het dak terecht. Doch nauwelijks
was het slachtoffer op den grond terecht
gekomen, of de koe stormde wederom op
den jongen af en duwde hem tegen den
zijkant van de kas. Op dat oogenblik even
wel werd het beest doodelijk getroffen
door een schot van een der inwoners van
de Lier, die het dier had gevolgd en de
Bruin, die in dóbdsangst verkeerde, op
deze wijze wist te verlossen. De jongen is
er vrij goed afgekomen.
Aan het voorloopig verslag over het
ontwerp van wet tot bekrachtiging van het
koninklijk besluit van 27 October 1938, no.
35, tot regeling van den invoer van paarden
en slachtpaarden wordt: óntleend:
Bij de overweging van dit wetsontwerp
in de afdeelingen merkten enkele leden op,
dat zij, aangezien huns inzien in Neder
land een voldoend aantal paarden aanwezig
is de prijzen zeer laag zijn en uitvoer op
zeer geringe schaal plaats "heeft, welke uit
voer zich dari 'nog béperkt tot een zeker
aantal koudbloedpaarden en kruislingen en
zich- niet over warmblöedpaarden uitstrekt
(waarin zij overigens een eenzijdige en
onbillijke bevoórdeeling zagen), het op
prijs zouden stellen, indien aan den invoer
een zoo groot mogelijke beperking werd
opgelegd. Indien, aldus verder deze leden,
een bepaald aantal pohy's met een kleinere
schofthoogte dan 1.45 m. voor groenten -
venters e.a. moet worden ingevoerd, zou
den zij gaarne zien bepaald, dat alleen rui
nen mogen worden geïmporteerd, aange
zien het hun bekend is, dat onder deze po
ny's vaak drachtige merries voorkomen,
welke aan de inlandsche fokkerij concur
rentie bezorgen.
Voorts zouden deze leden gaarne verne
men hoe en door wie de meting der pony's
wordt verricht.
Ten aanzien van slachtpaarden wezen
dezelfde leden op de wenschelijkheid van
verlaging van de contingenteering en zelfs
van een algeheel invoerverbod.
Arbeider om het leven gekomen.
Gisteravond omstreeks zè's uur is te
Gouderak tengevolge van een grondstor-
ting in een put, welke was gegraven in
verband met werkzaamheden voor de
normaliseering van den Hollandschen
IJsel de gehuwde grondwerker K. Anker
om het leven gekomen.
In de put waren drie arbeiders, onder
wie A. aan het graven, toen een der zij
wanden instortte, waardoor de drie man
nen werden bedolven. Twee van hen kon
den gered worden. A. werd levenloos op
gehaald. Hy laat een vrouw en vier kin
deren achter.
ONDERWIJSVERNIEUWING OP
CHRISTELIJKE ULO-SCHOLEN.
In de heden te Utrecht gehouden verga
dering van den bond van besturen van
christelijke (m)ulo-scholen beeft prof. dr.
J. Waterink, hoogleeraar aan de vrije uni
versiteit te Amsterdam, een referaat ge
houden over het onderwerp: „Onderwijs
vernieuwing op de christelijke (m) ulo
school".
Spr. wees er o.m. op, dat er z.i. een niet
gering gevaar ligt in de structuur van ons
Nederlandsche onderwijs, dat wij kunnen
omschrijven als de tei denz van de oriën
teering omhoog. Voortdurend heeft men
de neiging, om een schoolorganisatie, die de
bedoeling heeft de practijk te dienen en op
het leven gericht te zijn, om te vormen tot
en schoolorganisatie, die voorbereidt voor
verdere studie. Spr. is overtuigd, dat in
deze oriënteering naar boven de kiem ligt
van een denatureering van onze onderwijs
structuur en een gevaar voor het werkelijk
cultuurpeil van ons volk.
Het doel van het (m)ulo-onderwijs moet
primair blijven opleiden voor de levens-
practijk in dien zin, dat abituriënten van
de (m)ulo-school algemeen erkend kunnen
worden als menschen met een behoorlijk
cultuurbezit. Daarin moet de doelstelling
van het (m)ulo-onderwijs blijven liggen.
Wanneer het zoover komt, dat de (m)ulo
school vrijwel over de geheele linie wordt
opleidingsschool voor nieuwe (hoogere) in
stanties, dan zal ons volk moeten zoeken
naar een nieuwe school, die enkel ten doel
heeft cultureele ontwikkeling bij te bren
gen.
Voorts pleitte prof. Waterink voor het
leggen van het zwaartepunt op het gods
dienstonderwijs, talen en geschiedenis en
het handhaven van den klasse-onderwijzer
tégen coïnstructie van jongens en meis
je* in de puberteitsjaren.
8000 MANDEN DOOR BRAND
VERWOEST.
Pakhuis te Ammerzoden in lichter
laaie.
Gisteravond is door nog niet bekende
oorzaak brand ontstaan in het pakhuis
van den mandenfabrikant J. van Door
malen te Ammerzoden.
Het vuur werd eerst ontdekt toen de
vlammen uit het gebouw sloege.i en in êen
minimum van tijd stond het pakhuis in
lichter laaie. De brandweer kon niet ver
hinderen, dat het pakhuis met den grond
gelijk werd gemaakt. Een vonkenregen
daalde neer op een drietal huizen aan de
Ho /gvsteeg, die slechts met moeite behou
den konden worden. In het pakhuis be
vond zich een partij van achtduizend
groote manden, alsmede een voorraad
steenhout. Dit alles is eveneens een prooi
der vlammen geworden. De eigenaar was
laag verzekerd.
Majoor-generaal overleden. - Gisteren
is in den ouderdom van 71 jaar te Wies-
baden overleden de generaal-majoor der
cavalerie buiten dienst F. L. S. Neder-
meijer ridder van Rosenthal.
Maar Dokter heeft gezegd, dat 3
theelepeltjes per dag voldoende
voor hem zijn. Dus hoe heerlijk
Sanostol ook smaakt, de kurk gaat
erop! Sanostol is een volwaardig
levertraan-product, smakelijk ge
maakt met het sap van zonrUpe
sinaasappelen en nóg waardevoller
gemaakt door toevoeging van mout,
dat veel diastase bevat. Een schat
van vitaminen A, D, C en B is in
Sanostol vereenigd. Per flacon
f. 1.40. In de extra-voordeelige „fa
milieverpakking" (2'/i X zooveel)
slechts f 2.75.
Sanostol is óók voor volwassenen
het aangenaamste, natuurlijke
tonicum.
„Het lekkere levertraan-product
BROCADES STHEEMAN 8. PHARMACIA
Verkeersongeluk met doodelijken af
loop. - Gisteravond is nabij het paleis Soest-
dijk de wielrijder Berveling uit Baarn, die
den weg wilde oversteken, door een per
sonenauto uit Zeist aangereden. Hij liep een
hersenschudding en verwondingen aan ge
laat en lichaam op. Per Soester ziekenauto
werd het slachtoffer naar het ziekenhuis te
Baarn overgebracht, waar hij vanochtend is
overleden.
Tentoonstelling schilderijen C. Boen
dermaker. - In de Galerie „Robert", Kei
zersgracht 527, bij de Spiegelstraat, te Am
sterdam, zal gedurende de maand April een
expositie worden gehouden van schilderijen
door C. Boendermaker. De opening ge
schiedt Zaterdagmiddag 1 April te 3 uur
door den heer C. W. H. Haard, oud-direc
teur van het Stedelijk Museum.
Spoorwegrevue in de maak. - Naar wij
vernemen, heeft de directie der Nederland
sche Spoorwegen aan Kommer Kleyn op
dracht gegeven, een groote revue te ensce-
neeren ter gelegenheid van het in Septem
ber te vieren eeuwfeest der Spoorwegen.
Deze revue zal worden opgevoerd voor der
tigduizend employé's, die met hun vrouwen,
in ty/intig groepen van. drieduizend.-, peri
sonen, een feestdag in Utrecht zullen-door-»
brengén, u. -
Hoewel nog met enkele prominente ac
teurs en actrices onderhandeld wordt, kan
wel reeds worden medegedeeld, dat o.a.
Louis Davids, Corrie Vonk en Wim Kan
erin zullen optreden. Het wordt een, zoowel
wat tekst als ensceneering betreft, volko
men nieuwe revue, die van het begin tot heb
einde op de Spoorwegen betrekking zal
hebben.
Demonstratie E. d. D. - De Nederland
sche beweging voor Eenheid door Democra
tie zal morgenavond om 8.15 uur in het
R.A.I.-gebouw te Amsterdam een groote
nationale demonstratie houden ter toelich
ting van het belang van handhaving der
democratie in Nederland. Op deze bijeen
komst, die onder leiding zal staan van den
vice-voorzitter van Eenheid door Democra
tie, dr. H. Faber, zullen het woord voeren
mr. J. J. R. Schmal, Koos Vorrink, mevr.
W. A. L. RosVrijman en mr. Wendelaar.
Aalsmeer vraagt steun aan bloemisterij-
bedrijven. - De gemeenteraad van Aalsmeer
heeft gisteren een telegram gezonden aan
den minister van economische zaken, waar
in het college volkomen de wenschen der
tuinbouworganisaties onderschrijft inzake
hulpverleening bij vorstschade aan de bloe
misterij -bedrij ven.
D
3)
„Dat weet ik niet", zei ze, „dat moet u
aan mijn collega vragen, die u bediend
heeft".
Verward en verlegen sloop Chitterwick
naar zijn plaats terug. Zijn dienster was
natuurlijk in geen velden of wegen te zien.
Chitterwick was nog zoo in de war, dat
hy nauwelijks bemerkte, dat de roodharige
tijdens zijn afwezigheid verdwenen was.
Na een vluggen blik op de klok stelde hij
vast, dat er bijna een kwatier verstreken
was. Intusschen waren veel menschen al
opgestapt en zat er niemand meer aan de
twee of drie tafeltjes, die Chitterwick van
de oude dame, die nog gebleven was, schei
den.
Zy leunde achterover in haar stoel met
het hoofd tegen de zuil aan. Het leek wel
óf zy sliep. Haar mond stond een beetje
open en zag eruit alsof zy op een gegeven
oogenblik zou beginnen te snorken.
Chitterwick was werkelyk ontdaan. Het
zien van een vreemde, die in het openbaar
slaapt is altijd een beetje stootend, maar
deze dame hier ,was toch wel de laatste
van wie men een dergeiyk vergrijp tegen
de goede zeden verwacht zou hebben. Dat
liet geen twijfel. Slechts een paar meter
was zy verwyderd van den heer Chitter
wick, die thans haar snorken duidelijk kon
hooren. Het was werkelijk uiterst veront
rustend en storend.
Wat Chitterwick nog het meest plaagde
was de gedachte aan de schaamte, die de
oude dame zou voelen, zoodra zy bemer
ken zou, wat zy gedaan had. Reeds keken
een paar menschen, die in haar buurt za
ten nieuwsgierig in haar richting. MÜnheer
Chitterwick hoorde ze gichelen en fluis
terden en dat vond hij pijnlijk. Eigenlijk
zou het beter zijn als iemand haar wakker
maakte, zoodat zij zich niet langer belache-
ïyk zou maken. Maar wie moest dat doen?
Goed beschouwd kwam alleen Chitterwick
hiervoor in aanmerking. Hy liet een paar
minuten voorby gaan en pijnigde intus
schen zyn hersenen met de vraag, hoe hij
dit het beste aan zou leggen. Eindeiyk be
sloot hy de oude dame zachtjes op den
schouder te tikken en haar dan haar tasch
te geven, met de opmerking erbü, dat die
op den grond was gevallen. Dat was een
aannemeiyk voorwendsel en niet erg ge
zocht.
Toen Chitterwick opstond, meende hy,
dat het snorken van de oude dame al een
beetje zachter geworden was. Terwyl hy
naar haar toe ging, was hy er van over
tuigd, en op het moment, dat hy naast
haar stond, snorkte ze heelemaal niet meer.
Maar volgens haar houding waa zy nog in
diepen slaap verzonken. Zij lag eenvoudig
in haar stoel; inderdaad, zy lag, daar was
geen ander woord voor.
Chitterwick tikte haar nerveus op den
schouder, terwyl hy een groot aantal oogen
op zich gericht voelde. Er gebeurde niets.
Hij probeerde het nog eens; weer kreeg hy
geen antwoord en nu verloor Ambrose
Chitterwick ook omdat hij zich het mid
delpunt voelde van de algemeene belang
stelling, zyn geduld. Hij pakte de oude da
me stevig vast en schudde haar.
Het resultaat was verrassend. Haar hoofd
zonk in een onnatuurlijke houding op haar
schouder, haar handen gleden van haar
schoot; zij scheen op haar stoel in elkaar te
zakken.
Chitterwick vergat alles om zich heen
en tilde, heelemaal ontsteld, haar hoofd
zachtjes omhoog.
Een blik op haar gesloten oogen en de
sterke lucht van amandelen zeiden hem
genoeg. De oude dame was dood was
onder zijn oogen gestorven.
HOOFDSTUK II.
Ooggetuigen.
Naderhand was Chitterwick niet weinig
tevreden over zich zelf, in verband met
zijn handelwijze direct na de tragische ont
dekking. In plaats van in een paniekstem
ming aan allen, die het hooren konden, zyn
ontdekking mee te deelen, nam hy rustig
en volkomen beheerscht naast de overle
dene plaats, ofschoon zyn hart van opwin
ding te keer ging als een stoommachine en
hy eigenlijk ten einde raad was. Hy tikte
met het lepeltje tegen het leege koffiekop
je, dat nog op het tafeltje voor de oude da
me stond en hy dacht slechts aan twee
dingen. Ten eerste geen opschudding te
verwekken en ten tweede, dat het lijk
door niemand mocht worden aangeroerd,
vóór de politie de situatie had opgenomen.
Op het nadrukkelijk tikken van den heer
Chitterwick kwam een dienster, met een
uitdrukking op haar gezicht alsof ze zeg
gen wilde: „kun je me nu niet even met
rust laten", direct aanloopen. Chitterwick
had echter geen tijd om op haar gevoelens
in te gaan.
„Wilt u den directeur verzoeken een
oogenblik hier te komen?" vroeg hy, vóór
zy gelegenheid had iets te zeggen.
„Als u betalen wilt", zei ze een beetje
bedeesd, „ben ik
„Er is geen sorake van betalen", onder
brak Chitterwick haar kortaf. „Gaat u als
't u belieft direct den directeur halen".
De juffrouw verdween, een oogenblik
later kwam de chef. „Ik vrees, zei deze
vlug, „dat de directeur
„De directeur moet komen", was Chitter
wick hem voor, „en direct".
De chef liet zich niet uit het veld slaan.
„Als u zoo vriendelijk zou willen zyn en
mij uw bezwaren meedeelen, dan verzeker
ik u. dat
„Gaat u nu oogenblikkelyk den direc
teur halen", siste Chitterwick. De chef
verdween en eenigen tyd daarna kwam
een piekfijne jongeman, die afkeurend op
Chitterwick neerzag.
„Bent u de directeur?" stootte Chitter
wick uit, trillend van opwinding.
„De directeur is zeer bezet", zei de jonge
man koeltjes. „Maar als u zoo goed wilt
zyn en mij de zaak even uitleggen
„De zaak Uit'eggen? Het is een zaak op
leven en dood!"
„Als die dame ziek is", zei de jongeman,
in het geheel niet van zyn stuk gebracht
„dan is er wel een dokter in het hotel".
Chitterwick stond op en keek hem vlak
in het gezicht.
„Haal dan den dokter en den directeur",
zei hij heel vlug. Deze dame is dood!"
De jongeman was ineens verdwenen.
Ditmaal kwam de directeur werkelyk.
Het was een intelligente man, die de si
tuatie dadelijk begreep. Chitterwick ver
klaarde hem en den dokter met een paar
woorden, hoe hy de oude dame had hoo
ren snurken, naar haar was toegegaan om
haar wakker te maken en toen tot de. ont
dekking was gekomen, dat zy dood was.
De directeur maakte enkele gebaren en
wenkte met de hand tegen iemand in de
verte en als door toovery werd een barri
cade van schermen om de plaats van de
misdaad opgesteld. Aldus onzichtbaar ge
worden voor het nog aanwezige publiek,
stelde de dokter een oppervlakkig onder
zoek in zonder het lichaam, meer dan strikt
noodzakelijk, aan te raken.
„Inderdaad, ze is dood", stelde hij vast.
„En ik zou bijna kunnen zweren, dat zij
blauwzuur of iets dergelijks heeft ingeno
men. Jakijk eens even, is dat niet een
fleschje, dat 2e in haar hand heeft?"
Uit een van de handen van de dame
kwam de hals van een klein fleschje juist
even te voorschijn. Da dokter boog zich
over het koffiekopje op de tafel en rook
er aan.
„Inderdaad, het is blauwzuur", zei hij,
„Zij heeft het met de koffie ingenomen".
„Zelfmoord?" vroeg de directeur lako-
niek.
„Het ziet er wel naar uit", stemde de
dokter toe.
(Wordt vervolgd).