SPIERPIJNEN
KLOQSTERBALSEM
Financieel Overzicht.
DE AMATEUR
DETECTIVE
JeuiUetoH
Voor kleine tuinen.
AKKER'S
Naar het Engelsch van
ANTHONY BERKELEY
tot demping van een oud haventje tusschen
de perceelen van de heeren G. Jonker en
J- Bakker, alhier, zulks in verband met de
hooge kosten, die het Waterschap „de Uit-
waterende Sluizen" als recognitie eischte.
en W. stelden zich voor nu gebruik te
tnaKen van artikel 14 der Bouwverordening,
t Rlf t1 de e'8enaar van het water (het Wa-
„de Schermeer") een aanschrijving
1 ontvangen om de noodig geachte ver-
Tgr«ringen in het belangen van de Volks-
^poodheid aan te brengen. Op gelijke
zal geschieden met den eigenaar van
p-loot te Rustenburg, die aanvankelijk
.^de gemeente gedempt zou worden.
JH "1'gt de moeilijkheid in de gronden, ge-
?en achter de bewuste sloot. B. en W. wil
don deze gronden aankoopen, maar de eige-
y13®, de heer W. Overboom, verleende hier-
03 geen medewerking.
öe voorzitter polste hierbij het gevoelen
den raad om een uitbreidingsplan vast
«Itellen, waarin mede begrepen zijn de
bovenbedoelde gronden. Daardoor zou men
oi'entueel kunnen overgaan tot onteigening
ervan. De raad voelde hiervoor echter niet
'O veel.
Op voorstel van B. en W. werd de ver-
ordening op de Vermakelijkheidsbelasting
ongewijzigd gelaten. Door de afd. Staats-
v, P®rtij, alhier, was het verzoek gedaan een
n entrée-heffing van minder dan 21 cents be-
lastingvrij te laten. De raad schrok echter
terug voor de consequentie's en achtte het
,e onverantwoord in dezen tijd van financiëele
j moeilijkheid voor de gemeente over te gaan
tot belastingverlaging op vermakelijkheden,
p De Oudercommissie van de Openbare La-
gere School had een adres ingezonden, hou-
j dende verzoek om toekenning van een
I kleine vergoeding uit de gemeentekas voor
noodzakelijk te maken kosten. De raad be-
sloot een jaarlijks bedrag van 25 voor dit
doel uit te trekken.
De L.T.B. afd. Ursem heeft de rattenbe-
strijding alhier grondig ter hand genomen
en aan verschillende corporaties het verzoek
l< gericht om in de kosten hiervan bij te dra-
gen. De raad besloot hiervoor maximaal
10 te verstrekken.
Van Ged. Staten was bericht ingekomen,
1 dat bezwaar bestond tegen een bijdrage van
n gemeentewege in het tekort van de geliqui-
e deerde N.V. „de Overhaal" te Rustenburg.
s De raad wilde nogmaals pogingen in het.
1 werk stellen om het tekort af te wentelen
n van één der bestuursleden, die aan de liqui-
0 datie een strop heeft.
Ingekomen was een adres van den heer K.
3 Langendijk om door verstrekking uit dé
gemeentekas van f 2450 medewerking te
s verkrijgen ter bekoming van een landarbei-
1 dersplaatsje. Aldus besloten.
Een adres van P. van der Linden van
Sprankhuizen behelsde van gemeentewege
een vergoeding te krijgen voor vervoer van
zijn kinderen, die hij voornemens was van
de O.L. school alhier te verwijderen om ze
de School met den Bijbel in Schermerhorn
te doen bezoeken. Op formeele gronden be-
t sloot de raad afwijzend op dit adres te be-
3 schikken.
Na vaststelling van een suppletoire be-
s grooting 1938 besloot de raad nog de win
kelsluiting voor kapperszaken des Woens-
1 dag op 10 uur in den namiddag te brengen
i ('s zomers: 11 uur). Hierop zal koninklijke
l goedkeuring worden gevraagd.
Na de rondvraag, die weinig bijzonders
opleverde, sloot de voorzitter de vergade
ring.
DE NATUURLIJKE BEGRENZING
VAN EEN TUIN.
Er zullen niet veel menschen zijn, die met
voorliefde kijken op den achtergevel van
hun buren, en ais er geen natuurlijke be
grenzing bestaat, ir den vorm van struik
gewas of boomgroepen, trachten we er een
te maken. Met een kale schutting, of wat
paaltjes met ijzerdraad kan de echte tuin-
liefhebber zich niet tevreden stellen. Zijn
planten vragen een groenen achtergrond,
waartegen zij in Ion bloeitijd 't voordeelig-
ste uitkomen.
Heestergroepen of Coniferen zijn voor dat
doel prachtig geschikt, hoewel zij in een
kleinen tuin wel eers wat veel ruimte inne
men, en dan zijn hagen wel het aangewezen
materiaal
Voor we met een haag beginnen moeten
we echter goed bedenken dat zij onderhou
den dient te worden. Twee of drie keer per
jaar wordt de haag zorgvuldig bijgeknipt,
om te voorkomen dat zij van onderen kaal
wordt, en om haar tevens goed dicht te
houden, niet alleen voor het inkijken, doch
ook als bescherming tegen den wind.
Als we 's winters ook tegen een groene
haag willen aankijken, kiezen we Taxis,
Hulst, Thuya, Ligustrum, Laurocerasus of
Chamaecyparis, en als het ons begonnen is
om alleen 's zomers een goede beschutting
en fraaien achtergrond te hebben, houden
we ons aan Beuk, Haagbeuk, Meidoorn,
Vlier, Lycium, Prun'*ssoorten, als ook Klim
rozen, niet zoozeer als achtergrond, doch
wel ter versiering van het hek langs de
straat, waarvoor 7ij wel de fraaiste begren
zing genoemd mogen worden.
In vele tuinen zijn dezen winter de hagen
bevroren en moet er dus vernieuwing plaats
hebben, waarbij we ons rekenschap dienen
te geven van de ligging en de grondsoort,
omdat niet alle haagsoorten dezelfde eischen
stellen. De minste eischen stellen wel de
Vlier, de Meidoorn, de Haagbeuk, de gewone
Beuk en de Lycium of Boksdoorn, maar
deze worden nogal zwaar, hetgeen vooral
voor kleine tuinen minder geschikt is.
De groen blij ven de Ligusterhagen zijn beel
prettig in onderhoud, alleen onttrekken ze
wel veel voedsel aan den bodem zoodat we
er onze vaste planten als tusschenruimte
achter vrij houden.
Hoewel Taxishagen een ietwat somberen
indruk maken, komt een bloeiende border
er schitterend tegen uit en het materiaal is
sterk.
Wanneer we er toe over gaan, thans een
haag te planten, werken we den grond goed
diep om, graven een geul, waar we wat
mest inwerken en als de haagplanten een
maal zijn aangekomen, planter we ze zorg
vuldig in de geul waarna we de aarde stevig
sanstampen. Als we dan maar verder zor
gen voor goed nat houden, niet alleen de
wortels, maar ook het loof, dan zal onze
haag des te eerder aanslaan, zoodat we er
van den zomer al iets aan kunnen hebben.
A. C. MULLER—IDZERDA.
Gebrek aan vertrouwen. Na de
rede van Daladier blijft er onzeker
heid bestaan. Hoe zal zich het
overheidscrediet ontwikkelen?
Vrij belangrijke goudafvloeiing-
winstcijfers van Amerikaansche on
dernemingen. Lagere bankwin-
sten. Jaarverslag Stoommeel-
fabriek Holland, Werkspoor, Mij.
Zeevaart, van Nievelt Goudriaan.
Weinig gunstige vooruitzichten voor
tabak en rubber.
Van de eene week in de andere blijft de
toestand op politiek gebied even onrustig.
Men heeft een tijdlang in afwachting ge
leefd van de verklaring, die te Londen zou
worden opgemaakt en die ten doel zou heb
ben een barrière op te werpen tegen de
agressieve bedoelingen van de totalitaire
staten, maar deze verklaring is tot nu toe
uitgebleven. De gebiedsuitbreidingen van
Duitschland en de jongste economische vor
deringen van dit land in Roemenië worden
blijkbaar door Engeland en Frankrijk als
voldongen feiten aanvaard en indien er
alsnog een verklaring mocht worden afge
geven, dan zal deze uitsluitend betrekking
hebben op eventueele toekomstige aspiraties
en niet een eisch inhouden om de reeds
verkregen expansie ongedaan te maken,
hoewel dit laatste ten opzichte van Tsjecho-
Slowakije wel door verschillende leden van
het Hooger- en Lagerhuis werd verlangd.
Intusschen heeft de belangstelling zich
de laatste dagen geheel geconcentreerd op
de verhouding FrankrijkItalië en de rede
van Daladier werd dan ook met groote
spanning tegemoet gezien. De rede op zich
zelf heeft een zeer goeden indruk gemaakt
en getuigt van toenemende kracht van
Frankrijk. Maar aan den anderen kant
blijft de oplossing van de kwesties, die door
Italië aanhangig zijn gemaakt nog even on
zeker als voorheen. We zullen ons hier
niet in allerlei mogelijkheden verdiepen,
temeer omdat de ontwikkeling van den po-
worden veroorzaakt door scherpe ver
giftige stoffen, die zich in Uw spieren
hebben vastgezet en daar ontsteking,
pijn, zwelling en stijfheid veroorzaken.
Laat dadelijk een groote pot Akker's
Kloosterbalsem halen en laat U drie
marl per dag flink daarmede wrijven.
Kloosterbalsem bevat geneeskrachtige
aromatische stoffen, die diep in de
weefsels doordringen en daar hun gene
zende en afleidende werking uitoefenen
op de ontstoken pijnlijke spieren. De
vergiftige stoffen, die zich in Uw spie
ren hebben vastgezet, worden opgelost.
Ge ruikt als 't ware de geneeskracht en
na elke wrijving voelt Ge de werking.
Ongeëvenaard als wrijfmidde! bij spit,
rheumatiek. spierverrekkingen. stram
heid, kneuzingen, ischias, pijnlijke spieren
.z- ST 1,
Per pot van 25 Gram f 0.621 /2, pot van 50 Gram f 1.04
litieken toestand even wisselvallig is ge
worden als het weder. Wat ons hier bij
zonder interesseert is de houding van den
belegger tegenover het wereldgebeuren en
dan moeten wij helaas constateeren, dat
deze hoe langer hoe meer het vertrouwen
in den toestand begint.jte verliezen.
Alleen reeds het verschijnsel, dat er na
genoeg geen nieuwe investeering is, althans
niet uitgaande van particuliere maatschap
pijen vormt een aanwijzing, dat nieuwe pro
ductie op welk gebied ook, geen voldoende
winstmogelijkheden biedt. Bovendien zijn
de risico's voor zoodanige investeering te
groot geworden. Het ligt voor de hand, dat
dit gebrek aan vertrouwen, dat zich bij de
ondernemers openbaart, zich ook voort
plant naar de houders van aandeelen, in
het algemeen dus naar de klasse bezitters,
die in goede tijden het kapitaal voor de on
dernemingen plegen te fourneeren. Dit ge
brek aan vertrouwen vormt dan ook de
voornaamste verklaring van den lagen
stand der beurskoersen. Die lage koers-
stand beteekent een betrekkelijk groot ren
dement op basis van de dividenden, die
over 1938 werden uitgekeerd of alsnog te
verwachten zijn. Maar dit hooge rendement
houdt juist een premie in voor het risico,
dat men met het bezit van aandeelen aan
vaardt.
De vraag wordt den laatsten- tijd zelfs
gesteld of men ook met het obligatiebezit
thans geen grootere risico's loopt dan in
het algemeen wordt aangenomen. Die vraag
is uiterst moeilijk te beantwoorden. Zij
hangt er in de eerste plaats van af of er al
cf niet een wereldconflict zal uitbreken. Is
dit wel het geval, dan is de kans op een
volslagen ontwrichting van de overheids
financiën, evenals dit in den tijd van den
grooten wereldoorlog het geval was, zeer
groot. Breekt er geen oorlog uit, dan kan de
toestand althans wat Nederland betreft,
waarschijnlijk nog meevallen. Maar met dit
al blijft ook dan nog de mogelijkheid be
staan, dat aan de overheidsuitgaven in de
komende jaren nog zeer zware eischen zul
len worden gesteld. Tot nu toe heeft de
Schatkist haar loopende behoefte kunnen
dekken uit belastinginkomsten en het Rijk
onderhield zelfs een vrij groot saldo bij de
Nederlandsche Bank. Dit saldo bedroeg
einde Januari van dit jaar nog 190 mil
lioen, waarmede afgezien van de opgave
van 15 Augustus van het vorige jaar, toen
dit bedrag nog even werd overschreden,
het hoogste punt werd bereikt. In korten
tijd is dit saldo echter verminderd en thans
bedraagt het nog 41 millioen. Men dieni
bovendien te bedenken, dat het Rijk de
laatste maanden telkens schatkistpapier
heeft afgelost, zonder dat daartegenover
een uitgifte van nieuw schatkistpapier
stond. Het bedrag in omloop is thans nog
109 millioen tegen 221 millioen aan het
einde van het vorige jaar. Daar staat tegen
over, dat verschillende Rijksinstellingen
zeer groote bedragen bij de Schatkist heb
ben gedeponeerd, waarmede loopende uit
gaven konden worden gefinancierd. Gaat
men bijv. terug tot het midden van 1937
dan is de schuld van de Schatkist aan de
verschillende staatsbedrijven waaronder de
P.T.T. (o.a. Postchequé en Girodienst) ge
stegen van f 273 millioen tot 512 millioen,
derhalve een stijging van rond f 240 mil
lioen. Den laatsten tijd vertoont dit cijfer
geen accres meer, integendeel is het te ver
wachten dat deze schuld zal afnemen we
gens het terugtrekken van middelen door
particulieren by de verschillende staatsbe
drijven. De Schatkist zal dan in de nood
zakelijkheid komen om de loopende uitga
ven weder te gaan financieren met de uit
gifte van schatkistpapier. Over eenigen tijd
zal men dan weder tot een consolidatie
moeten overgaan, een noodzakelijkheid,
waarvoor de gemeenten feitelijk reeds lan
gen tijd gesteld zijn, doch waarvan deze
slechts in zeer beperkte mate gebruik heb
ben gemaakt, daar door deze overheden
de voorkeur wordt gegeven aan de finan
ciering met kasgeldmiddelen. Hiervoor be
hoeft men immers belangrijk minder rente
te betalen (ongeveer y, pCt.) terwijl voor
leeningen met langen looptijd toch nog al-
tyd 3J4 pCt. moet worden betaald. Het be
hoeft echter geen betoog, dat deze finan
cieringsmethode sterk te veroordeelen is,
voor zoover het uitgaven betreft die neer
komen op voor onbepaalden tijd vastleg
gen van kapitalen. Voor dergelijke uitga
ven is het aangaan van consolidatieleenin-
gen de aangewezen weg en het gevaar
blijft bestaan, dat men op een gegeven mo
ment de consolidatie slechts zal kunnen
doorvoeren op belangrijk ongunstiger voor
waarden. Dit moment zou kunnen aanbre-
ke, zoodra de particuliere belegger in ver
band met toekomstige risico's hoogere
eischen zou gaan stellen aan de rente voor
overheidscrediet. Een zekere kentering
valt den laatsten tijd al reeds te bespeuren.
Er is n.1. geen sprake van, dat ondanks den
overvloed van geldmiddelen, die nog altijd
heet te bestaan, de rentevoet neiging tot
verdere daling zou vertoonen. Geen ge
meente zou op het oogenblik meer een ren
te van minder dan 3 y, pCt. met succes op
de markt kunnen brengen.
De afvloeiing van goud, die den laatsten
tijd heeft plaats gehad en die sinds het
begin van het jaar op 230 millioen kan
worden geraamd, is waarschijnlijk ook als
de voornaamste oorzaak aan te wijzen van
het lichte aantrekken van de geldkoersen
op korten termijn. Dikwijls is dit een voor
bode van stijgende rente, ook voor leenin
gen op langen termijn. Positieve voorspel
lingen op dit punt blijven echter uiterst
speculatief en wij zullen ons ook daaraan
niet wagen, doch wy willen slechts de aan
dacht vestigen op enkele verschijnselen,
waarmede men als belegger terdege reke
ning moet houden.
Wat de aandeelenmarkt betreft, valt er
zeer weinig belangstelling te constateeren,
zoowel voor locale waarden, als voor Ame
rikaansche fondsen. De berichten over den
bedrijfstoestand in Amerika zijn betrekke
lijk bevredigend, maar voor de beurs is
deze factor reeds op het tweede plan terug
gedrongen, daar ook Wallstreet geheel door
de politiek in Europa wordt beheerscht.
Gedurende eenigen tyd heeft men de
vooruitzichten van de petroleummaatschap-
pijen tamelijk ongunstig beoordeeld, in
verband met het overschot aan productie
in Amerika, waaronder de markt nog altijd
te lijden heeft. Deze toestand is tijdelijk
verergerd door het besluit om in Texas ook
op Zaterdagen te laten werken, een maat
regel waardoor spoedig een grooten over
vloed ontstond, die de pijpleidingen niet
meer konden verwerken. De Texas Railroad
Commission, die over deze zaken te beslis
sen heeft, zag ook spoedig de noodzakelijk
heid in om de productie weer op den ouden
voet terug te brengen. Met dit al is het de
vraag of de reeds sterk gedaalde petro-
lumprijzen thans een herstel te zien zullen
geven. Aandeelen Koninklijke blijven intus
schen als internationaal beleggingsaandeel
nog altyd in trek, temeer omdat het bedrijf
van deze maatschappij zelfs bij het uitbre
ken van een gewapend conflict, waarschijn
lijk in veel mindere mate te lijden zou heb
ben dan menige locale onderneming, die
uit den aard der zaak al haar eieren in één
mandje heeft. Deze overweging heeft wel
eens gegolden voor het bedrijf van Philips,
dat ondanks de decentralisatie en haar be
langen in andere landen haar zwaartepunt
toch nog altijd in Nederland heeft en dat
bij een oorlog, waarin Nederland zou wor
den betrokken, juist een open ligging zou
hebben. A
Om nog even op den toestand in Amerika
terug te komen, mag worden geconstateerd,
dat de ontvangsten van de spoorwegen m
Februari een vrij belangrijken vooruitgang
hebben te zien gegeven. Toch werkten de
spoorwegen klasse I in die maand nog altijd
met een verlies en wel van tesamen 20
millioen, hetgeen echter belangrijk minder
was dan verleden jaar, toen het verlies 44
millioen bedroeg. Voor de maand Maart
wordt een verbetering verwacht en men
hoopt, dat de inkomsten en uitgaven dan
in evenwicht zullen zijn.
Een aanwijzing voor de hooge belastin
gen in Amerika geeft het verslag van de
North American Company. Deze maat
schappij had een totaal bedrag aan belas
tingen te betalen van 18.3 millioen, terwijl
er na aftrek daarvan een nettowinst over
bleef van S 15.7 millioen. Het kapitaal
krijgt hier dus een lagere belooning dan de
overheid, een verschijnsel, dat vermoede
lijk bij vele andere ondernemingen zal
voorkomen. In werkelijkheid is de beloo
ning van het kapitaal nog geringer, omdat
er van deze nettowinst nog enkele reservee
ringen moeten worden afgetrokken.
De winst van de Anaconda bedroeg over
1938 9.54 millioen dollar, zijnde 1.10 dollar
per aandeel (v.j. resp. 31.38 millioen en
3.62 dollar per aandeel). Van de Kennecott
Copper vfcis de nettowinst 22,68 millioen
dollar, uitkomende op 2.10 dollar tegen vorig
jaar 49,82 millioen dollar uitkomende op
4,60 dollar per aandeel. Ook de Colgate
Palmolive publiceerde haar winstcijfer, be
dragende 492 millioen dollar tegen vorig
jaar slechts 782.000 dollar. Hier was dus een
belangrijke vooruitgang te boeken. Per
aandeel komt de winst uit op 1.77 dollar
tegen vorig jaar nihil.
Ten onzent zit men eveneens midden in den
jaarverslagentijd. Nadat reeds in het begin
van het jaar de Rotterdamsche Bankvereeni-
ging haar jaarverslag had gepubliceerd,
dient thans ook de Amsterdamsche Bank
zich aan en zooals te verwachten was geven
ook de uitkomsten van deze bank een ach
teruitgang te zien vergeleken met verleden
jaar. Zulks is onder de hudige omstandig
heden niet te vermijden, daar het geheele
bankbedrijf naar aard en omvang is inge
richt op levendigheid van zaken en vrijheid
van particulier initiatief. Noch van het een,
noch van het andere is tegenwoordig
sprake. De internationale handel is sterk
beknot, de wisselhandel is tot een carica-
tuur gemaakt, de valutazaken komen neer
op wat speculatie met een tegenspeler, die
er gemerkte kaarten op na houdt (Egali
satiefonds). Alles bijeengenomen is het
geheele bankapparaat voor de tegenwoor
dige verhoudingen te groot geworden en
men moet zich er over verwonderen, dat de
winstbronnen nog geen grootere ineen-
schrompeling te zien geven dan in werke
lijkheid het geval is. De brutowinst van de
Amsterdamsche Bank daalde van 12.9 tot
10.5 millioen. Na aftrek van onkosten en
dotatie van het Pensioen- en Ondersteu
ningsfonds kan toch nog een dividend van
5 tegen vorig jaar 6 worden uitge
keerd, hetgeen mogelijk is geworden, door
dat de toevoeging aan de reserve voor debi
teuren die de laatste jaren tusschen 2 en
2 XA heeft geschommeld, dit jaar tot
500.000 beperkt blyft. Door aandeelhou
ders was reeds sinds eenige jaren achtereen
critiek uitgeoefend op die sterke debiteuren-
reserveering en terecht of ten onrechte
had men er uit geconcludeerd, dat er bij de
bank nog verschillende slechte posten za
ten. Indien men echter bedenkt, dat de ge
wone reserve 48 millioen bedraagt bij een
aandeelkapitaal van f 55 millioen, dan be
hoeft er geen twijfel te rijzen aan de groote
soliditeit van de bank en blijft alleen nog
de vraag over of het aandeelenkapitaal op
den duur nog rendeerend kan worden ge
maakt. Feitelijk is dit op het oogenblik al
niet meer het geval, daar het werkkapitaal
in verband met de groote reserve aanzien
lijk grooter is dan het aandeelenkapitaal,
waarover dividend kan worden betaald.
Ook een van de Indische banken, n.1. de
Ned. Ind. Escompto Mij. heeft haar jaarver
slag gepubliceerd. Deze bank moest haar
dividend verlagen van 4 V, op 4 daartoe
genoodzaakt door de lagere winst van
f 609.164 tegen vorig jaar f 729.141. Men is
er in geslaagd de deposito's voor een deel
6)
Chitterwick keek aandachtig naar de
wenkbrauwen van den inspecteur, die bijna
onder diens haar verdwenen.
„Mijn hemel, u denkt toch niet, mijnheer
Moresbydat er hier sprake is van
Matthews was de vinger-afdrukkenexpert
en stond aan het hoofd van een afdeeling
van Scotland Yard, iets wat Chitterwick
niet wist.
Moresby zag zijn ondergeschikte door
dringend aan.
„Bekijk de hand eens voor dat je weg
gaat, Parker".
Parker bekeek de hand aandachtig. „Hm"
zei hy.
„Zie je dan niet, dat de vingers reeds
stijf waren, toen zij het fleschje omvat
ten?"
„Ja, het is waar", zei Parker en wendde
zich beschaamd af.
Nu hy met Moresby alleen was, waagde
Chitterwick het om ook eens de hand goed
te bekijken. De vingers waren losjes om 't
fleschje gebogen. Het lag in de doode hand
zonder door haar omsloten te zijn.
„Och, mijn lieve hemel", zuchtte Chit-
Toen kwam de dokter ook eens kijken.
„Ja, waarachtig, mijnheer Moresby", be
vestigde hij. „Ik zou erom durven wedden,
dat de vrouw al bewusteloos was, toen dat
fleschje in haar hand gestopt werd. Ik moet
zeggen, dat wordt een beetje te bar. Moord
met den schijn van zelfmoord. Dat is het
toppunt!"
„Dat zal het gerecht hebben uit te ma
ken", onderbrak Moresby hem. „Intusschen
is het onze taak om alle mogelijke bewijs
materiaal te verzamelen. Dé inspecteur
heeft zijn bevindingen al genoteerd en u
kunnen we hier te allen tijde bereiken, zoo-
dra we u noodig hebben, nietwaar dok
ter?"
„Met andere woorden, u kunt mij op het
oogenblik wel missen?" lachte de dokter.
„Ja, zoo is het"
„Ook al goed, dan ga ik maar. U zult wel
een lijkschouwing laten verrichten, omdat
het een vergiftigingsgeval is. Ik zou er dan
graag bij tegenwoordig zijn. Ziet u, het is
mijn eerste moordgeval. Mijn kamernum
mer is 724, in geval u mij noodig mocht
hebben. Ik heb er natuurlijk ook telefoon".
En hij ging heen.
Chitterwick, die een hekel had aan zach
te wenken, maakte toebereidselen om hem
te volgen.
„U hoeft toch niet te gaan, mijnheer Chit
terwick", zei Moresby, „als u tenminste
blijven wilt".
„Ik zou heel graag nog blijven", zei Chit
terwick dankbaar. „Ik vind het heele geval
verbazend interessant". Hij keek een beetje
schuldbewust naar de doode vrouw, net
alsof hij zich verontschuldigen wilde, dat
hij het feit, dat zij dood was, interessant
vond. „Tenminste, als ik niet in den weg
loop".
„Maak u daarover maar geen zorgen. Als
u ons maar niet stoort als wij de foto's ma
ken en het verdere doen. Eerlijk gezegd
zijn we u veel verschuldigd, omdat u direct
met uw bewijsmateriaal gekomen bent".
„Bent u er zelf van overtuigd, dat het
moord is?" vroeg Chitterwick en het was
hem op dat moment niet duidelijk, welk
antwoord hij eigenlijk verlangde.
„Het heeft er hoe langer hoe meer van",
zei Moresby.
„En als ik mijn verdenking voor mij ge
houden zou hebben, zou dan de moorde
naar ontkomen zijn?"
„Nu, mijnheer Chitterwick, dat wil ik er
nu ook niet mee zeggen. Parker is geen
sufferd, al heeft hij dan op het oogenblik
dat geval met dat fleschje niet opgemerkt.
Er wordt toch gezegd, dat iedere moorde
naar een grove fout maakt. Ziet u die van
uw roodharigen vriend al?"
Chitterwick keek naar het lijk, daarna
naar de tafel, den grond en de stoelen en
schudde ten laatste zijn hoofd.
„Neen. ik moet toegeven, ik zie niets".
„Maar", zei Moresby, niet weinig voldaan,
„bekijkt u de linkerhand eens, niet die met
het fleschje, maar de andere. Zij heeft een
handschoen aan, nietwaar? De andere hand
is echter onbedekt. Waar is nu de tweede
handschoen? En waar is haar tasch? Niet
op de tafel en ook niet op haar schoot, maar
op den grond. Ziet u dan niet wat dat be
teekent?"
„Ach", zei Chitterwick en hij maakte nu
een intelligenten indruk. „Zeer zeker, u
meent dat zy zich gereed maakte om weg
te gaan?"
„Ja, natuurlijk! Zij maakte zich klaar
om op te stappen; nu, en zoo iets doet men
niet, als men juist een zoo snel werkend
vergif als blauwzuur heeft ingenomen.
Niet als men zelfmoord pleegt, nietwaar?
Ik geloof mijnheer Chitterwick, dat uw
roodharige vriend op het laatst zijn geduld
heeft verloren. Hij had de koffie vergiftigd
maar schoot niet op en hij wilde toch weg.
En daardoor wordt hij, als de meeste moor
denaars, in zijn eigen strikken gevangen.
..Maak toch wat voort", zei hij, ,,'t is meer
dan tijd, dat wij weg gaan, drink toch je
koffie uit". Maar in plaats van haar koffie
op te drinken, begon zij haar handschoen
aan te trekken. Nu, wat dunkt er er van?
Heb ik gelijk?"
„Buitengewoon!" zei Chitterwick. „Er
valt niet aan te twijfelen! En dan wachtte
hij nog geruimen tijd, nadat zij gedron
ken had en maake zich uit de voeten, zoo
dra de eerste symptomen zichtbaar wer
den".
Zij stonden een poosje stilzwijgend voor
zich heen te kijken en reconstrueerden in
hun gedachten de laatste minuten.
„Toch is er iets, wat mij nog te denken
geeft", merkte Chitterwick schuchter op.
„Waarom is er maar één koffiekopje? Wat
is er met zijn kopje gebeurd?"
,Bent u er heel zeker van, dat hy ook
koffie dronk?"
Chitterwick was daarvan overtuigd.
„Dan kunnen we gerust aannemen, dat
hij het heeft laten verdwijnen. Waarschijn
lijk heeft hij het door de juffrouw laten
wegnemen. Dat is ook wel te verklaren. De
aanwezigheid van twee kopjes wijst op twel
menschen en de politie zou dan uitgezocht
hebben, wie de tweede persoon was ge
weest".
„Ja, natuurlijk. Wat dom van mij". Chit
terwick schaamde zich over zijn onhandig
heid. „Dat had ik ook zelf wel kunnen be
denken".
Moresby negeerde totaal de domheid van
zijn vriend. Tenslotte zijn amateurs maar
amateurs; wat kan men eigenlijk voor groo
te dingen van hen verwachten.
„Maar ja, dat kunnen we gauw te weten
komen en misschien hoe eerder hoe beter!
Wilt u even hier blijven en vooral geen on
bevoegden hier binnen laten? Dan zal ik
intusschen de juffrouw, die hier bediende,
ondervragen".
Moresby knikte Chitterwick geruststel
lend toe, toen hij weer binnen kwam.
,Het klopt. De juffrouw wist alles nog
precies. Zij hadden beiden koffie, juist als
u gezegd hebt, en niet veel later wenkte
onze roodharige vriend de juffrouw en gaf
haar zijn kopje. Het kopje van de oude da
me was toen nog niet leeg".
„Dat is dus net, zooals u het al van te
voren heeft gezegd", zei Chitterwick be
wonderend.
De hoofdinspecteur accepteerde Chitter-
wick's bewondering met gepaste beschei
denheid.
„Ik dacht zoo bij mezelf dat het zich
zoo moest hebben afgespeeld. Gelukkig
het een pientere juffrouw, die haar oogei
niet in haar zak heeft. Als het er op »a
komt, zal zij ook den man kunnen herkei1
nen".
„Gelooft u dan, dat u hem te pakkn
zult krijgen?"
(Wordt vervolgd'