VOOR ONZE KINDEREN. DamaibdeJk Verhaaltjes van kinderen voor kinderen. De verjaardag van den Kapitein. 1ERDE BLAD. j€er ondernemend gespeeld, maar ie Damevleugel wordt hierdoor te zeer *ZWakt. 4. b2b3? Beter was c2c4. 4Rc8b7 5. c2—c4 b5Xc4 6. \>3Xc4 e7e6 7. Ddlb3 Dd8—c7 Sier staat de Dame niet best. Db6 ver 'eöde o. i. de voorkeur. 8. Pblc3 e€Xd5 9. Tal—bl dö—d4 *deze positie wel de beste voortzetting. f10. Rel—f4!? d7d6 -v 11. Pc3—b5 Dc7—a5t i 12. Rf4d2 Da5b6 13. Db3a4 Rb7—c6! De stelling wo: dt nu zoo langzamerhand #J>eperd. 14. Rd2a5 Rc6X<b5? Met één zet vergooit Zwart zijn partij, met Db6b7 wel te redden was ge- *«est. 15. TblXb5 Pb8d7 De dame is nu niet meer te redden, doch zwart dacht voldoende compensatie te verkrijgen. 16. Ra5Xb6 En nu gaf Zwart het op, want hij krijgt jyelemaal niets voor zijn Dame. Aan de Dammers! In onze vorige rubriek gaven wij ter oplossing probleem 1586. Stand. Zw. 12 sch. op: 4, 6, 9, 12, 14, 18, 19, 22, 23, 24, 28, 29. W. 12 sch. op: 16, 22, 25, 30, 31, 32, 36, 37, 38, 40, 48, 50. 1 Opiossing. 1. 31—27 1. 22 33 3 2. 36—31 2. 28 17 3. 16—11 3. 24 44 4. 11 24 4. 29 20 5. 50 10 5. 415 6. 25 3!! Combinaties. In den volgenden st^nd: Zw. 11 sch. op: 1, 4, 6, 8, 11, 12, 13, 17, 19 21 26. W. 11 sch. op: 22, 24, 28, 29, 32, 33, 37, 38, 41, 44, 50. wint wit door: 1. 37—31 1. 26:46 2. 32—27 2. 46 32 3. 27 9 3. 17 39 4. 24: 2 4. 4:13 5. 2 16 Wel een bijzondere slagwending! Ook in de volgende positie is voor wit een slagzet mogelijk, die echter niet zoo gemakkelijk te zien is. Zw. 13 sch. op: 2, 5, 7, 8, 11, 13, 15, 16, 17, 20, 25, 26, 35. W. 15 sch. op: 19, 23, 27, 28, 34, 36, 38, 39. 40, 41, 44, 47, 48. Wit speelt n.1. 1. 19—14 1. 20: 9 2. 27—21 2. 16 27 3. 38—32 3. 27 38 4. 28—22 4. 17 18 5. 39—33 5. 38 29 6. 34 1! Ter oplossing voor deze week een mooi probleem van den Rotterdamschen mees- ter-darnmer P. H. Idzerda, een probleem, dat wij aantroffen in de rubriek van .Duizend en één" en dat ons verraste door stand en ontleding. Probleem 1587 van P. H. Idzerda, Rot terdam. Zw. 11 sch. op: 10, 11, 12, 13, 14, 18, 19, 21, 24, 30, 35. W. 11 sch. op: 25, 28, 32, 34, 36, 37, 38, 39, 43, 44, 50. Men verzuime niet de oplossing te zoeken. Inonze volgende rubriek vermelden wij deaJfefcAlrvccincr „Moeder wat was het toch een heerlijke dag". DE BOKS-POP SLAAT TERUG. TOEN MEN NOG NIET IN HN ZAKDOEK MOCHT SNUITEN. We weten allemaal hoe vervelend het is, als we onze zakdoek vergeten hebben, en toch zijn er tijden geweest, dat de zakdoek nog onbekend was en ook dat het gebruik ervan zelfs verboden was! Toch waren dat heus geen onbeschaafde tijdperken. Uit de oudheid is door verschillende schrijvers wel eens over de zakdoek ge schreven. Men nam het een wijsgeer zeer kwalijk, dat hij in de tempel zijn neus durfde te snuiten. Wie zijn neus moest snuiten, moest daarvoor maar in een apart kamertje gaan om het daar te doen. Hoe hij het wilde doen en waarmee, dat was zijn eigen zaak, daar hadden de anderen niets mee te maken. In ieder geval kwam het niet te pas. het in het openbaar te doen! Dan wordt er pas weer over de zakdoek geschreven in de vroege middel-eeuwen en hij was toen een onderdeel van het pries tergewaad. Maar het schijnt, dat ook toen de zakdoek niet voor dagelijks gebruik diende en zeker niet om je neus mee te snuiten want in elk klooster waren altijd meer een paar zakdoeken, die zorgvuldig bewaard werden. Ze waren met gouddraad bestikt en in de oude kronieken wordt er met zoveel eerbied over gesproken, dat we wel moeten aannemen, dat het een bijzon der voornaam sierstuk was. Zo vertelt een geschiedschrijver uit een klooster in Grau- bünden, vol trots, dat het gelukt was om de 24 zakdoeken, die in het bezit van het klooster waren, in veiligheid te brengen, toen vijandige troepen naderden. Later scheen het gebruik van de zakdoek met het tegenwoordig gebruik overeen te komen. Zo schreef Erasn\ps toen hij voor den prins van Bourgondië moest schrijven, hoe deze zich orecies hoorde te gedragen: „Elfde vraag: Mag men de neus snuiten met zijn pet of met zijn jas?" Antwoord: „Nee, dit behoort men met een zakdoek te doen. Indien veel mensen aanwezig zijn, moet men zich omdraaien en het dan pas doen!" Meer en meer kwam de zakdoek in ge bruik in de loop van de 17de eeuw. toen de tabak over heel Eurona werd versnreid. Maar ook toen .vond men het nog niet he lemaal zooals het hoorde om de zakdoek in het openbaar te tone". Men mocht een zak doek bijvoorbeeld niet zichtbaar dragen. Het ging zelfs zover, dat den tonee's^e'er<! verboden werd om het woord „zakdoek" op het toneel te gebruiken. En dat was heel moeilijk, omdat de zakdoek in sommige toneelstukken een vrij belangrijke rol SDeeide. Pas in 1800 werd dit verbod door het Franse toneel opgeheven. De eerste vrouw van Nanoleon. Josenhine, was de eerste, die elegant met de zakdoek wuifde en het daardoor meteen tot een heel sierlijk onderdeel van haar toilet maakte. Sindsdien kwamen de zakdoeken in allerlei vormen en dienden tot allerlei gebruik, zoals we ook op het ogenblik nog zakdoeken hebben om in te snuiten en heel fijne „lefzakdoekjes". DE VERJAARDAG door ANNIE ECKHARDT. Het was erg stil in de school; alle kin deren waren aan het rekenen, maar Willy kon haast niet stilzitten. Als de school uit was, dan mocht ze naar Miesje, die was jarig vandaag. „Hé", dacht Willy, „ik wou dat het 4 uur was" en Miesje kon ook haast niet stil zit ten. Ze moest steeds maar denken aan wat ze straks zouden gaan spelen. Hé, Miesje schrok op. De juffrouw zei: „Meisjes opruimen. Nu nog een versje zingen en dan mogen jullie naar huis". Nu was de school uit. Miesje stond buiten al te wachten op haar vriendinnetjes. Daar kwam Willy al aan en Toosje, Riekje en Nansje. „We gaan hard lopen, dan kunnen we nog heel lang spelen". In de verte zag Miesje moeder al staan. Toen liepen ze nog harder, want wie stond er bij moeder? Tante Loes met Wim, haar zoontje. Mies vloog tante Loes zo in de armen en kuste haar zo erg, dat tante er rode wangen van had. „Kom maar gauw naar binnen", zei moe der, „daar is een verrassing. Ga maar eens met tante Loes mee naar de zolder". Toen ze er kwamen, hing daar een mooie schommel, een rekstel en ringen. „G, tante, wat heerlijk, wat vind ik dat ijn. U bent een snoes hoor". „Fijn hé?" zei Miesje tegen haar vrien dinnetjes, „nu kunnen we hier fijn gaan spelen". „Ja", zei tante, „maar eerst moeten jullie mee naar beneden, want daar is ook een verrassing". Op de tafel stond een heerlijke taart. Ieder kreeg een stukje taart en een glaasje limonade. Was dat even heerlijk! „O", zei tante, „wat wordt Miesje toch verwend". Moeder zei: „Dat mag ook wel, want Miesje is maar eens in het jaar jarig". Toen gingen ze weer spelen. O, wat ging de tijd vlug. Een poosje later riep moeder: (i „kinderen jullie moeten komen eten". Het was alles heel lekker en heel leuk. Toen ze klaar waren mochten ze weer spe len. Toen de vriendinnetjes weg waren en moeder Miesje naar bed bracht, zei Miesje: je later kans, dat het, als je het al gebor duurd hebt, uitrafelt. Ieder blikje op de afbeelding telt voor twee gaatjes, of, als je heel fijn stramien hebt genomen, wat natuurlijk mooier staat, voor vier gaatjes. Je kunt de bloem in één kleur maken, maar als je het al meer ge daan hebt, kan je wel direct proheren om met verschillende kleuren te borduren. Jammer genoeg kunnen we het plaatje niet in kleuren afdrukken, dus je moet zelf maar zien, welke kruisjes je van één kleur wilt maken. Als je eenmaal aan de gang bent, zal het vanzelf wel gaan. Natuurlijk moet je er aan denken, dat je alle kruisjes de zelfde kant op maakt, dus dat je bij alle maal dezelfde draad boven laat liggen. Ook moet je niet te strak aantrekken, zodat je het goed samentrekt want daardoor ont staan gaten in het stramien en dat staat na tuurlijk niet mooi. Als je één bloem af hebt, kan je meteen verder gaan en er weer een bloem aan vastmaken. Je zult zien, dat het onderan precies goed uitkomt. Wel komen de bloe men dicht op elkaar te staan, zodat het nog leuker is, als je eerst alleen bij de blaadjes een klein stukje recht borduurt, dus ge woon een nieuwe bloem maakt. Probeer 't maar eens, je zult het prettig werk vinden en je kunt de mooiste kleuren voor de bloem bedenken. RAADSELS. 1. De naam van een dier bestaat uit 5 lettrs. Uit twee of meer van deze letters kan men woorden maken met de vol gende betekenis: Iets, dat op een korenveld staat. een voertuig. een deel van een wagen. een familielid. iets dat men gaarne geeft. iemands karakter. waarover men in het bosch loopt. een stel, dat bij elkaar behoort. een deel van het scheepstuig. een eigenschap, die vlugheid aanduidt. een wintergroente. Hoe heet dat dier? 2. Van het volgende eenvoudige sommetje zijn de cijfers 3 en 1 op de juiste plaat sen gesteld. Welke cijfers staan er op de andere plaatsen? 1 3 3 1 1 3. De naam van een bepaald dier bestaat uit twee lettergrepen. Het twede deel is een dier, dat het eerste deel beschermt. Hoe heet het twee lettergrepige dier? OPLOSSINGEN. De oplossingen van de raadsels in ons vorig nummer zijn als volgt: 1. stal, staal, stel, stil, stoel, stijl. 2. sergeant, korporaal, luitenant, recruut, kapitein, generaal, 3. De alligator. LENTEBLOEMEN. „Dus jullie moeten van middag naar den ouden meester Kelk toe om hem met zijn 70ste verjaardag te feliciteren?" vroeg vader. „Ja, dat is ook wel een bij zondere dag. Hij was altijd een beste man, meester Kelk en ik heb het altijd een leuk idee gevonden, dat de twee groten nog van denzelfden onderwijzer les hebben ge had, als ikzelf. Hij schijnt niet meer zo erg sterk te zijn. Ach ja, 70 jaar is een mooie leeftijd." Vader stak zijn pijp aan en zei toen: „Dat herinnert me eraan, dat wij den ouden kapitein gehuldigd hebben, toen hij 70 jaar werd. Jullie weet wel, die kapitein, die vroeger op kamers heeft gewoond bij oma en opa in huis, toen ik nog een kleine jon gen was. Ik heb jullie vaak van hem ver teld. Dat was toch zo'n aardige man. Hij had altijd tijd voor ons en luisterde naar onze verhalen en als we eens niet wisten, wat we moesten doen of als we in moeilijk heden waren, de oude kapitein Harksen wist altijd raad. Ja, ja, die goede, oude Harksen. Die heeft wat met ons gelachen. Het was toen opa en oma nog in het huis aan de Lange Gracht woonden. De kapitein woonde op twee kamers in de bovenver dieping. Altijd als wij uit school kwamen, gingen we naar hem toe en vertelden, wat we die dag beleefd hadden. Het scheen hem nooit te vervelen. We konden allemaal goed met hem opschieten. Niet alleen de ooms en tante Koosje, maar ook onze vrien den en vriendinnen. We brachten altijd, wie we maar wilden, de kapitein vond het altijd leuk om weer een nieuw vriendje te leren kennen. Hij had vroeger gevaren en was bijna in alle landen van de wereld geweest! Hij kon prachtig vertellen en je begrijpt, hoe fijn we het altijd vonden om naar die avonturen te luisteren. Hij had ook eens schipbreuk geleden, toen zijn boot in een hevige storm tegen de rotsen was geslagen. Maar die verhalen heb ik jullie wel eens verteld. Toen hij 70 jaar zou worden, besloten we om hem te huldigen. Maar niemand mocht er iets van weten, het moest een verrassing blijven. We spraken met een paar vrienden af om de morgen van zijn verjaardag alle maal om 7 uur bij ons huis te zijn. De school begon om half 9, dus we hadden nog tijd genoeg voor een huldiging. Hoe we het zouden doen, moesten we nog precies af spreken en ook, hoe we het zouden klaar spelen, om zoo vroeg uit huis te gaan. Maar dat viel nogal mee. De vrienden zeiden, dat we allemaal een uur vroeger op school moesten komen. Natuurlijk vonden hun ouders het wel een beetje gek, maar ze dachten, dat dg jongens stout waren ge weest en dat ze nu een strafuur moesten terugkomen. En zo stonden we op de verjaardag van den kapitein met ons achten 's morgens vroeg bij ons voor de deur. We waren alle maal in een erg vrolijke stemming en moesten er telkens aan denken om zacht te spreken, anders hadden we de hele straat wakker gemaakt. We hadden voor alles gezorgd. Jaap, een van de vrienden, had een grote ladder meegenomen. We hadden van onze laatste centen een geweldige bos bloemen gekocht allemaal papieren mutsen opgezet in verschillende kleuren en we hadden een mandoline en een viool bij ons, want twee jongens konden spelen. We wachten nog even, want we vonden, dat we den kapitein niet eerder dan half 8 uit zijn bed konden halen, maar zodra we de kerkklok in het dorp half 8 hoorden slaan, begonnen we „Lang zal hij leven!" te zingen met de begeleiding van de mandoline en de viool. En het duurde niet lang of overal in de buurt gingen vensters open en keken de mensen naar buiten. Het laatst van alles ging het raam van den kapitein open en met zijn pijp in zijn mond, leunde hij eruit, om te kijken, wat er te doen was. We riepen heel hard „Hoera!" toen we hem zagen en- meteen klom oom Kees naar boven langs de ladder, die we tegen de muur aan hadden gezet. Oom Kees was de oudste van ons en hij mocht de bloemen aanbieden". Vader lachte nog bij de herinnering. „Jullie hadden dat gezicht van den kapitein moeten zien! Je kon echt merken, dat hij daar helemaal niet op gereKend had. „We zongen steeds weer opnieuw en de mensen uit de buurt klapten in hun handen, bij elk lied. De kapitein leunde nog steeds uit het raam met de bloemen in zijn hand. Hij was te verbaasd om te spreken. Hij knikte maar naar ons allen. Maar toen werd het lang zamerhand tijd om naar school te gaan. We zwaaiden nog eens en riepen: „Dag kapitein, we moeten naar school. Een prettige dag!" Jullie weten wel, dat wij hem nog altijd „kapitein" noemden. Maar toen riep hij: „Komen jullie allemaal nog eens bedanken!" Je begrijpt, dat we dat graag deden en toen we om vier uur bij hem kwamen zei hij: „Ik heb al veel mensen op bezoek gehad, maar het meest blij van alles was ik met jullie verjaarsgroet vanmorgen!" Maar nu moeten jullie maken, dat je weg komt, want anders komen jullie nog te laat bij meester Kelk. Doe hem vooral de groeten van me en zingen jullie vanmiddag maar eens voor hem, dat zal hij leuk vinden! Denk maar aan den kapitein!" Even later gingen de kinderen weg en ze besloten om straks met hun vrienden ook allemaal „Lang zal hij leven!" te zingen, al waren er misschien ook veel mensen in de kamer. Het liefst zouden ze den ouden meester nu ook gehuldigd hebben, maar dan hadden ze eerder moeten opstaan! VOOR ONZE MEISJES. Een aardig kruissteekmotief. Op dit plaatje zien jullie een bloem afge beeld en je zult wel meteen begrijpen, waarvoor deze bloem dient. Het is een mo tief om te borduren. Je kunt één bloem borduren, maar je kunt er ook een hele rand van maken, bijvoorbeeld voor een lo per. Laten we eens een aardige buffetloper maken. We hebben daar stramien voor no dig en dat stramien moet iets langer en iets breder zijn, dan de loper eigenlijk wordt, want er moet natuurlijk nog een zoom aan gemaakt worden. Het is het beste om het stramien eerst te zomen, want anders heb

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 14