46'
Werkloosheidsorgcmisatie als staatsbedrijf.
E AMATEUR
DETECTIVE
Dertig millioen voor werkverruiming
gevraagd.
Blijvende werkverruiming
het doel.
f45.000 uit een safe
gestolen.
Gioningsche juffrouw de schuldige.
X rijwielëli, degelijk - snel - fraai -
Naar het Engelsch van
ANTHONY BERKELEY
TWEEDE BLAD.
Uit het statistische materiaal betref
fende het verloop der werkloosheid
eenerzijds in het geheele land, ander
zijds in de stedelijke centra, blijkt, dat
in de laatste jaren de daling in de ste
delijke centra, blijkt, dat in de laatste
jaren de daling in de stedelijke centra
geringer is dan in het overige deel des
lands, terwijl ook het verschil tusschen
zomer- en winterwerkloosheid in de
steden minder te beteekenen heeft. In
vergelijking tot de overige werkloos
heid is die in de steden derhalve zoo
wel hardnekkiger van aard als vooral
ook constanter van omvang. Aldus le
zen we aan de memorie van toelichting
bij het ontwerp tot verhooging van het
crediet voor werkverruiming met 30
millioen gulden.
Het is vooral met het oog op dit ver
schijnsel, dat voortzetting van de werk
zaamheden van het werkfonds 1934 voors
hands noodzakelijk blijft. Hierin ligt dan
ook de rechtvaardiging van het voorstel, om
het ten behoeve van het werkfonds toege-
stfne crediet, dat inmiddels geheel geblok
keerd is, wederom met f 30.000.000 te ver-
hoogen.
Werk verruimings-bed rijf.
In aansluiting aan hetgeen reeds in de
memorie van antwoord op hoofdstuk XI
der rijksbegrooting voor het dienstjaar 1939
aan de Tweede Kamer werd opgemerkt, zul
len, mede in verband met de voorgenomen,
en inmiddels tot een begin van uitvoering
gebrachte, karakter-verandering der oude
werkverschaffing, de bemoeiingen der rijks
overheid betreffende hetgeen thans nog tot
de werkverschaffing behoort en met betrek
king tot het werkfonds in één organisatie
worden samengetrokken.
Ten einde tot een noodzakelijk vlottere
wijze van afdoening van zaken te komen en
tevens een beter inzicht te verwerven in de
kosten van beide middelen van. werkloos
heidsbestrijding, heeft de regeering beslo
ten, de nieuwe orgenisatie te ontwerpen als
een staatsbedrijf. Daarin zal gestreefd wor
den naar een werkwijze, welke, met behoud
van de noodige bewegingsvrijheid, aan de
agrarische en nijverheidsbelangen, voor zoo
verre deze door de gestie van het bedrijf
kunnen wórden beïnvloed, volledig recht
doet Wedervaren. Een wetsontwerp is In
voorbereiding.
Intusschen behoeft de furictionneering van
de organisatie, zooals deze is gedacht, op de
totstandkoming der evenbedoelde wet niet
te wachten, al zal die organisatie dan voor-
loopig als rijksdienst moeten worden opge
zet.
Dezer dagen zal een koninklijk besluit
verschijnen, houdende nieuwe regelen be
treffende de organisatie der werkloosheids
bestrijding voor zoover deze plaats vindt,
door middel van de uitvoering van werken.
Zooals daaruit zal blijken, zal deze aangele
genheid ressorteeren onder den minister
van sociale zaken, terwijl voor de uitstip-
peling der groote lijnen de verschillende be
trokken departementen worden ingescha
keld in een overleg, waarvan de leiding be
rust bij den minister-president. Door de tot
standkoming der meerbedoelde wet zal de
rijksdienst, met behoud overigens der ont
worpen orgaflisatie, tot staatsbedrijf wor
den. De nieuwe organisatie zal naar een
vast jaarplan te werk gaan, met objecten
door de Staten-Generaal goed te keuren.
Cultuur-technische werken e.d.
Wat betreft het terrein, dat thans nog als
„werkverschaffing" wordt uitgeduid, wordt
verwacht, dat voor de groepen van objecten,
waarvan reeds thans redelijkerwijze mag
worden verwacht, dat zij in den loop van
doetje cjoed!
1939 en 1940 in uitvoering zullen kunnen
komen, zal worden verstrekt: aan loon
83.256.470, aan andere kosten 34.968.755,
en 79.043.825 als subsidie voor de loonen.
Tot de cultuurtechnische werken behooren:
ontginning, verbeteren van cultuurgrond,
ontwatering, boschaanleg, rioleeringswerken,
inpolderingswerken enz.
Productieve werken.
Wanneer de thans aangevraagde crediet-
verhooging zal zijn gevoteerd, zal alleen
voor het werkfonds, met inbegrip van de
bedragen voor de Amsterdamsche IJ-tunnel-
plannen en het nieuwe raadhuis in Amster
dam, een bedrag van bijna 212 millioen
zijn uitgetrokken.
Voor de blijvende werkverruiming
hebben deze gelden slechts zeer geringe
beteekenis. Met alle kracht moet daar
om ernaar worden gestreefd, de uitga
ven voor openbare werken meer en
meer te doen plaats maken voor uitga
ven, waaruit niet alleen tijdelijke
werkverruiming resulteert, maar waar
door daarnaast vooral blijvende werk
verruiming wordt verkregen.
Een belangrijk gedeelte van het bedrag
van 212 millioen is nog niet verwerkt.
Een onderzoek heeft der regeering de
overtuiging gegeven, dat aan het arsenaal
van middelen, waarover zij beschikt om de
ontwikkeling van het bedrijfsleven te be
vorderen, behoort te worden toegevoegd,
voor die gevallen waar de verkrijging van
blijvende werkverruiming bij onderzoek
van het betreffende project redelijkerwijze
te verwachten is, het middel van financiee-
len steun voor vestiging en verbetering van
het industrieele en verkeersapparaat, bin- I
nen de grenzen van het te besparen bedrag
aan werkloozenzorg. De regeering heeft
hierbij in het bijzonder op het oog objecten,
welke van groote beteekenis zijn voor de
industrieele en verkeersontwikkeling van
ons land, doch die wegens de bijzondere
moeilijkheden van de periode, waarin een
afzet moet worden opgebouwd, zonder
financieele tegemoetkomingen van over
heidswege niet tot stand komen; voorts
heeft zij op het oog objecten van industrie
vestiging en -verbetering in stérk door
werkloosheid getroffen gebieden; in de der
de plaats denkt zij aan de oprichting van
centrale werkplaatsgebouwen voor in
dustrieele kleinbedrijven in de groote ste
den. Voor wat betreft de verbetering van
het verkeersapparaat, heeft de regeering in
het bijzonder op het oog den scheepsbouw,
waar, blijkens ingestelde onderzoekingen,
door financieele medewerking van over
heidswege verdere blijvende werkverrui
ming zal zijn te bereiken.
Het departement van economische zaken
zal dan het centraal instituut van industria
lisatie in deze kwesties doen samenwerken
met het bedrijfsleven.
Krotopruiming en particuliere
objecten.
De resultaten van het onderzoek hoe de
werkloosheidsbestrijding dienstbaar ge
maakt kan worden aan de krotopruiming
zal zoo spoedig mogelijk worden gepubli
ceerd.
Daarnaast zullen naar de meening der re
geering ook voor uitvoering in aanmerking
kunnen worden gebracht, in sterkere mate
dan tot nog toe het geval was, bouw-projec-
ten van organisaties van algemeen maat
schappelijk nut, wanneer daardoor werkge
legenheid wordt verkregen, welke anders
achterwege zou blijven.
De regeering denkt zich een sterkere sti
muleering van de vervroegde totstandko
ming dezer werken door dezen vorm van
medewerking, dat allereerst in uitzicht ge
steld wordt subsidieering met een bedrag
fonds perdu van een deel der bouwkosten,
ongeveer gelijkstaande met de bespaarde
uitgaven op de werkloozenzorg.
Openbare werken.
Tenslotte wenscht de regeering nog voor
zieningen te treffen, welke de mogelijkheid
openen om ten aahzien van het verleenen
van finantieelen steun by de uitvoering van
openbare werken niet te volstaan met het
verstrekken van leeningen uit de aan het
werkfonds toegestane credieten, doch te
vens zoo noodig ten beloope van het be
spaarde bedrag aan werkloozenzorg sub
sidies fonds perdu toe te kennen.
Gisteren vervoegde zich op het politie
bureau aan den Singel een man, die buiten
Amsterdam woonachtig is en die aangifte
deed, dat een 30-jarige vrouw uit Gro
ningen, waarmede hg zeer bevriend was.,
uit zijn safe in een der banken hier ter
stede een bedrag van 45.000 aan bankpa
pier had weggenomen. De vrouw had
recht van toegang tot de safe, maar zij had
geen recht op het zich daarin bevindende
geld. De politie heeft gisteravond via de
politieradio haar opsporing, aanhouding en
voorgeleiding verzocht.
NEDERLANDSCH FABRIKAAT,
OOK VOOR DE LUCHTVAART.
Gisteren hebben, na-toestemming te heb
ben ontvangen van den minister van alge-
meene zaken, dr. H. Colijn, de arbeiders van
de N.V. Koolhovens Vliegtuigenfabriek en
de N.V. Nederlandsche Vliegtuigindustrie
(Fokker-fabriek) een deputatie gezonden
naar het departement van algemeene zaken
teneinde een adres te overhandigen, onder
teekend door alle in totaal 2500 arbei
ders van bovengenoemde fabrieken, met het
verzoek om, bij het plaatsen van vliegtuig-
ordors zooveel als mogelijk is rekening te
houden met de Nederlandsche vliegtuigin
dustrie, zoodat deze ruimschoots haar deel
krijgt.
De Nederlandsche vliegtuigindustrie toch
heeft een wereldreputatie en toont zich deze
waardig. Het is echter niet zoozeer een
direct persoonlijk belang der arbeiders om
de straf der werkloosheid trachten te ont
gaan, doch meer nog moet men dit adres be
zien als een stap in het algemeen economisch
belang daar met uitbreiding van werk voor
de Nederlandsche vliegtuigindustrie de vak
bekwaamheid der arbeiders gelijken tred
zal houden, hetgeen natuurlijk in omgekeer
den zin eveneens het geval zal zijn. M.a.w.
minder werk, slechtere vakbekwaamheid.
Men mag het h.i. niet zoover laten komen,
dat bij de snelle voortgaande ontwikkeling
der techniek de Nederlandsche arbeids
krachten door gebrek aan opdrachten
(waardoor de geschooldheid dezer krachten
geen gelijken tred kan hóuden met de snelle
technische ontwikkeling) zoodanig vermin
dert, dat over enkele jaren een bepaald pro
duct niet meer in eigen land gebouwd kan
worden.
's Ministers medewerking werd gevraagd
teneinde te bevorderen, dat de Nederland
sche luchtvaart zich verder zal ontwikkelen
met gebruikmaking van materiaal, gebouwd
in Nederland door Nederlandsche arbeids
krachten. Het adres werd in ontvangst ge
nomen door den heer Reyseger, secretaris
van dr, H. Colijn.
DOOR VRACHTWAGEN OVERREDEN.
In het begin van de Czaar Peterstraat
te Amsterdam wordt in verband met werk
zaamheden aan den rijweg het verkeer
langs één kant van den weg geleid. Gister
middag kwam hier op den hoek van de
Oosterburgergracht, de 42-jarige J. M. met
zijn fiets in aanraking met een andere
wielrijder. Hij viel en kwam terecht onder
een uit tegenovergestelde richting naderen
de vrachtauto. Het slachtoffer werd ernstig
gewond en in een ziekenhuis opgenomen.
MOTORFIETS IN VOLLE VAART TEGEN
EEN HANDKAR.
Gisteravond om zeven uur is nabij het
voormalige station BarneveldVoorthuizen
de motorfietsrijder J. Robbes uit Barneveld,
met een snelheid van 70 K.M. tegen een
rechts van den weg staande handkar gere
den. De man sloeg over den kop en kwam
met het hoofd op den straatweg terecht.
Per ziekenauto werd hij naar het Sint
Elisabethziekenhuis te Amersfoort overge
bracht, waar men een schedelbreuk con
stateerde. Voor het leven van den man
wordt gevreesd.
VOORZICHTIG RI.TDEN BIJ DE
PAASCHDRUKTE!
Hoewel de late bloei van de bollen waar-
schijhlgk een domper zal zetten op het
enthousiasme van vele liefhebbers om tij
dens de Paaschdagen een „bollentocht" te
gaan maken, zullen er niettemin nog ge
noeg personen zijn. die, een oude traditie
getrouw, de bloembollenvelden met een be
zoek zullen vereeren. zoo schrijft ons de
K. N A. C. Vandaar dat het aanbeveling
verdient tijdens de komende feestdagen in
het verkeer de uiterste voorzichtigheid in
acht te nemen, te meer daar dit verkeer
zich hoofdzakelijk oo de smalle binnenwe
gen zal concentreeren. Laat iedere wegge
bruiker er zich van bewust zijn. dat onder
deze omstandigheden het parool „veilig
heid vóór alles" in nog sterkere mate de
aandacht verdient dan gewoonlijk en dat
door het betrachten van de wel'evendheid
op den weg de verkeersveiligheid in hoogc
mate wordt gestimuleerd
MISDRIJF OF ONGELUK?
Waar is P. E. Iseger uit Utrecht?
Reeds eenige dagen tracht de Utrechtsche
politie de verblijfplaats te ontdekken van
den 50-jarigen P. E. Iseger.
Daar misdrijf niet uitgesloten wordt ge
acht, verzoekt de commissaris van politie
van de eerste afdeeling een ieder, die nadere
mededeelingen kan verstrekken of eenige
aanwijzingen zou kunnen geven, die even
tueel kunnen leiden tot het ontdekken van
de verblijfplaats van den vermiste, zich met
hem in verbinding te stellen.
De vermiste is boekhouder van beroeo
doch geruimen tijd werkloos. Momenteel
was hij wel werkzaam op het bureau V3n
een kantoorbediendenbcnd, waarvan hij lid
was. De man is ongehuwd en was op ka
mers in een pension aan de Oudegracht
nr. 50bis te Utrecht. Op 30 Maart j.1., des
middags drie uur, werd hij telefonisch ge
waarschuwd vcor een spoedeischends ver
gadering, zooals hij aan zijn hospita mede
deelde. Hij verliet ijlings zijn kosthuis en
begaf zich per rijwiel naar onbekende be
stemming. Sinsdien ïs de man niet meer. in
zijn kosthuis teruggekeerd. Men heeft hem
nog tegen half zes op dén Jutphaaschénweg
gezien, eerst rijdende in de richting Vrees
wijk, doch later wederom op den terugweg
naar Utrecht, doch verder ontbreekt ieder
spoor. Wel werd des avond zijn hospita
wederom opgebeld en haar medegedeeld, dat.
Iseger niet thuis kwam om te eten. Verdere
uitleg bleef evenwel achterwege.
De familieleden, o.a. een bejaarde moe
der, verkeeren thans in de grootste onge
rustheid. Zij hebben zich dan ook ten einde
raad met de politie in verbindng gesteld,
die thans deze mysterieuze verdwijning
tracht op te helderen.
Het signalement luidt: lang 1.80 m., don
kere oogen, blond haar, blauw colbert-
costuum met een fijn streepje, beige gabar
dine regenjas, beige hoed, zwarte schoenen,
wit overhemd met blauwe das en een rij
wiel met Terry-zadel en bagagedrager,
waaraan een tasch.
ZES verschillen le persen staan altijd klaar
voor
UW DRUKWERK.
DRUKKERIJ COSTER.
NOG GEEN BOLLEN-ZONDAG.
De K.N.A.C. schrijft ons:
Twee factoren hebben ertoe medegewerkt,
dat tijdens de Paaschdagen de bollenbloei
minder ver zal zijn gevorderd dan de bo -
lenliefhebbers wel zouden wenschen. Al-
lereerst valt de Paaschtijd ditmaal vroeg in
het jaar en ten tweede zijn de weersom
standigheden van dien aard geweest, dat
van een vlotten groei geen sprake was.
Hoewel een ,.bollen"-Zondag dus voorloopig
niet te verwachten is, lijdt het desondanks
geen twijfel of velen zullen van de komende
feestdagen gebruik maken om een pools-
hoogte te gaan nemen. Om hun een desillu
sie te besparen zij er hier op gewezen, dat
van de bollen slechts de narcissen hun volle
pracht ontplooid hebben, terwijl de hyacin
ten een schuchtere poging in die richting
wagen en dan nog alleen daar, waar de vel-
den tegen den guren wind beschermd zijn.
Van de tulpen zijn nog slechts de „neuzen"
zichtbaar, maar van eenige kleur valt aan
deze bij uitstek nationale bloem nog niet6
te bespeuren. En de crocussen? Helaas, zij
zijn veelal uitgebloeid! Stormen en - regen
hebben ze doen verwelken en van hun
kleurenrijkdom ontdaan. Op enkele be
schutte velden echter staan ze nog onbe
roerd in hun volle schoonheid. Met dat al
is het welhaast ondoenlijk om een „Paasch-
route" samen te stellen, zoodat zij, die
nochtans een bezoek aan de velden willen
brengen, verstandig zullen doen, zonder be
paald doel, de bollenstreek in verschillende
richtingen te doorkruisen. Al zal de legen
darische pracht ook niet te aanschouwen
zijn, toch zal de dwalende Paaschganger
dan tenminste een voorproefje deelachtig
worden. Ook dat heeft zijn charme!
Wat tenslotte de vruchtboomen aangaat,
zoo spreekt het welhaast vanzelf, dat hier
van eenige bloesemtooi nog geen sprake is.
Een tocht naar de bongerds kan dan ook
gevoegelijk nog eenigen tijd worden uitge
steld.
BESCHERMING TEGEN LUCHT
AANVALLEN.
Beveiliging van de burgerbevolking.
Bij het departement van binnenlandsche
zaken is een model samengesteld voor een
intercommunale samenwerking op het ge
bied van de bescherming van de burgerbe
volking tegen luchtaanvallen. Hierbij wordt
gergeld o.a. de gezamenlijke aanschaffing
van materialen en het uitwisselen van al
hetgeen van belang is ook voor de andere
gemeenten. Van het meeste belang is echter
de onderlinge hulpverleening in geval van
bom-inslag. Bij onderlinge hulpverleening
is niet alleen een geldelijk belang betrok
ken, omdat men in geval van nood kan
rekenen oppersoneele en materieele hulp
van zijn buien, maar daarnaast heeft zij
ook een moreel effect. De gemeenten moe
ten zich bij een dergelijke calamiteit niet
beschouwen als een eiland in een woedende
zee, maar weten dat zij heil en steun kun
nen vinden bij haar naburen. Op dit stuk
bevat het model uiteraard slechts een be
paling van zeer algemeene strekking. D#
bedoeling is, dat de burgemeesters van de
samenwerkende gemeenten, toegerust met
locale kennis, een regeling tot gedetailleer
de hulpverleening maken. De bedoeling
daarbij is, dat de gemeenten van de eerste
en tweede gevarenklasse, die zelf aanvals*
object zijn, haar personeel en materieel niet
uitstralen, maar zelf wel hulp van haar bu
ren ontvangen. In het bijzonder ten aanzien
van verzorging van zieken en gewonden en
van de brandweer is deze samenwerking
van belang.
In sommige gebieden, o.a. Walcheren, een
breede strook van Brabant, de Veluwe en
Voorne en Putten, heeft een der burge
meester (West-Kapelle, Breda, Apeldoorn
en Brielle) de leiding genomen voor een
nadere samenspreking. Het ligt in de bedoe
ling ook in andere streken een samenwer
king in dezen geest te bevorderen.
Voor de goede werking van de luchtbe
scherming is deze samenwerking van een
niet te miskennen beteekenis.
leuMetatt
D
11)
„Natuurlijk, maar ik zou denken", zei
Chitterwick schuchter, „dat de wijze waar
op zij 't fleschje in haar hand had en 't feit,
dat zij zich klaarblijkelijk gereed maakte
om op te stappen, in lijnrechte tegenspraak
hiermee zijn".
„Voor ons ja", stemde de hoofdinspec
teur toe. „Maar die kleine bewijzen, die
voor ons een geval ontwarren en tot klaar
heid brengen, zgn voor de rechtbank van
weinig beteekenis. Daar houdt men alleen
rekening met definitieve aanwijzingen zoo
als bij voorbeeld uw verklaringen".
„Ja, zeker, dat kan ik wel begrijpen. Men
mag iemand niet op grond van spitsvondig
heden veroordeelen".
„Dus, mijnheer Chitterwick, u begrijpt,
dat de verdediging zich uit alle macht te
gen u zal verzetten", -zei Moresby vriende
lijk. ,De advocaat weet, dat hier de draad
jes bij elkaar komen. Hij zal dan ook alle
mogelijke moeite doen om u in tegenstrij
digheden te doen vastloopen".
„Ik ben er van overtuigd, dat ik een erg
onaangenaam half uurtje voor den boes
heb", zuchtte Chitterwick.
„Dat is zeker, mijnheer Chitterwick en
ik zou u daarom het volgende willen zeg
gen. Indien u gelooft, dat er ergens een
gaatje is, waardoor hij ons zou kunnen ont
snappen, zeg het mij dan direct, want dan
komt er niets van terecht. Bent u nog altijd
nu u den tfid gehad hebt, de heele kwestie
nog eens na te gaan, er nog net zoo zeker
van. dat u de hand van den man boven 't'
kopie van de oude dame hebt gezien?"
„Ik kan toch mijn eigen oogen wel ver
trouwen, mijnheer Moresby". antwoordde
Chitterwick oo waardigen toon. „Ik kan
u de verzekering geven, dat net voor mij
geen genoeoen is een werktuig van de ge
rechtigheid te ziin. Het tegendeel is eerder
waar. Maar ik kan u ook verzekeren, dat ik
heelemaal niet twijfel aan hetgeen ik ge
zien heb en ik weet dan ook wat miln plicht
is en ik zal er niet voor terugschrikken".
„Nu, dan is het in orde", zei Moresby
voldaan. „Overigens hebt u mij toch opge
beld om uw bevindingen mee te deelen, is
het niet? En dat alleen bewiist al. dat u
niet o.p lossen grond bouwt. Dan zijn we
nu eigenlfik klaar en dus zullen we maar
verder gaan".
Chitterwick kwam tot de conclusie, dat
de overdreven vriendelijkheid van den
hoofdinspecteur een aanwendsel was, ge
baseerd op zijn jarenlange ondervinding.
Hij genoot van den rit van Scotland
Yard naar het politiebureau; dat was een
gebeurtenis voor hem, om tezamen met een
detective in een politieauto te rijden. Chit
terwick was daarentegen heelemaal niet
blij met hetgeen nu straks zou volgen. Er
hing zoo ontzettend veel van af. Zoodra hij
den man had aangewezen, zou de volle
zwaarte van de wet den onzalige treffen
Chitterwick moest zichzelf telkens voor
houden, dat niemand zijn lot meer verdien
de dan de roodharige.
Moresby stelde hem aan den commissaris
voor. Er was al een vrouw aanwezig; de
juffrouw van het Piccadilly-hotel, die den
roodharigen man koffie had geserveerd. De
commissaris deelde mee, dat alle menschen
reeds wachtten en zonder verdere formali
teiten gingen zg beiden, met de juffrouw
naar de zijkamer. Chitterwick, die met der,
Irigadier achter bleef, vond alles, waar he1
zoo'n gewichtige zaak betrof, lang niet of-
fic'eel genoeg. Twee minuten later kwam de
juffrouw terug en Chitterwick werd nu in
de kamer ernaast gebracht. Hij voelde zich
een beetje zwak in de knieën.
Het was een bont gezelschap, dat men te
gen den muur van de kale kamer op een
rij had laten plaats nemen. Armoede naast
luxe, glimmend geooetste schoenen naast
totaal verwaarloosde. De Engelsche wet
schrgft voor, dat in dergelijke gevallen
eenige willekeurige menschen worden aan
gehouden; zii moeten echter veel op den
verdachte lijken, maar in de practijk is het
niet zoo gemakkelijk om in 'n uur 'n dozijn
menschen te vinden, die veel ge
meen hebben met den grooten en knappen
roodharigen majoor, met een militaire en
aristocratische houding. Niettemin was men
dit bezwaar te boven gekomen. Van de
tien menschen kon er eigenlijk maar één
aansoraak maken op werkelijk rood haar,
en dat was dan nog voor het grootste deel
peoer en zout.
De taak van Chitterwick was maar van
formeelen aard.
De brigadier geleidde hem langs de rij
en Chitterwick, wiens hart hevig klopte,
keek in een dozijn paar oogen, waarvan de
uitdrukking varieerde tusschen ingehouden
pret en uitgesproken afkeer; hij nam de
roodharigen, ondanks alles, lang en nauw
keurig op voor hij tot een besluit kwam.
„Nu mijnheer!" drong de brigadier een
beetje ongeduldig aan; zoo iets was hij
blijkbaar niet gewend. „Kunt u één van
deze menschen identificeeren als dengene,
dien u vanmiddag tusschen half drie en
drié uur in Piccadilly Palace gezien hebt?"
Chitterwick gaf de laatste hoop op, dat
twijfel mogeHjk zou zijn en wees met weer
zin majoor Sinclair aan De brigadier leidde
hierop met behulo van een ondergeschikte,
kort en zakelijk, de overigen naar den uit
gang. Moresby slenterde als toevallig naar
den roodharige toe, wiens uiterlijk alleen
maar verontwaardigde verbazing uitdruk
te; hij wachtte klaarblijkelijk tot de kamer
leeg was. voordat hij met zijn verweer be
gon. Chitterwick sloop in een ongenblik van
lafhartigheid, tegelijk met den laatste van
de tien, de deur uit. Hij wilde de in hechte
nisneming niet meemaken.
Aan de welsprekendheid van den rood
harige moest wel direct een eind zijn ge
maakt, want er waren nauwelijks een paar
minuten verloopen, toen Moresby Chitter
wick met de mededeeling verraste, dat hij
goed en wel achter slot en grendel zat.
„O", zei Chitterwick, en hij zag er net
zoo ongelukkig uit als hij zich voelde. Ver
antwoordelijkheid is voor de meesten moei
lijk te dragen.
„Ik moet nu aan het werk, mijnheer
Chitterwick. Ik moet bij majoor Sinclair
een huiszoeking doen, ofschoon ik betwij
fel of ik er iets zal vinden. Maar allereerst
zou ik wel eens de kamer van de oude da
me in Aldridge willen zien; gaat u mee?"
Het gezicht van Chitterwick klaarde in
eens op. De politie van zoo nabij aan het
werk te zien! Voor het eerst van zijn leven
was hij zijn tante heelemaal vergeten. „O,
mijnheer, dat is werkelijk Dat zou ik
doleraag willen".
Zij gingen samen naar buiten naar de
wachtende politie-autö.
In het hotel aangekomen, verdween Mo
resby in het kantoor en liet Chitterwick in
de hall wachten. Moresby bezat tact en
vastberadenheid en toen .hjj weer te voor
schijn kwam, had hij den sleutel van de ka
mer van mejuffrouw Sinclair In de hand.
Een chasseur, als het ware met glimmende
knoopen bezaaid, bracht hen naar de ka
mer.
Moresby had geen vergrootglas, noch een
vingerafdruk-apparaat, noch iets anders,
dat tot de gewone uitrusting van een de
tective behoort. Hij opende snel en syste
matisch alle kastladen, die hij zag en keek
voornamelijk naar brieven of andere do
cumenten. Chitterwick, die een buitenge
wone sensatie verwacht had, zat op den
rand van het ledikant en verveelde zich
gruwelijk, terwijl Moresby zijn onderzoek
voortzette.
Plotseling werd een deur in den zijwand
geopend en er verscheen een slanke, jonge
vrouw en staarde hen aan.
Chitterwick staarde terug. Het was geen
erg aantrekkelijke jonge vrouw; zij droeg
een bril met schildpad-montuur, zij had
geen aardig kapsel en ze droeg een zeer
eenvoudige bruine japon; de degelijkheid
en zelfbewustheid straalden van haar af.
Chitterwick, die zich meteen weer detecti
ve voelde, zei zacht bij zich zelf: „de gezel
schapsjuffrouw". (Wordt vervolgd).