46' Werkloosheidsorgcmisatie als staatsbedrijf. E AMATEUR DETECTIVE Dertig millioen voor werkverruiming gevraagd. Blijvende werkverruiming het doel. f45.000 uit een safe gestolen. Gioningsche juffrouw de schuldige. X rijwielëli, degelijk - snel - fraai - Naar het Engelsch van ANTHONY BERKELEY TWEEDE BLAD. Uit het statistische materiaal betref fende het verloop der werkloosheid eenerzijds in het geheele land, ander zijds in de stedelijke centra, blijkt, dat in de laatste jaren de daling in de ste delijke centra, blijkt, dat in de laatste jaren de daling in de stedelijke centra geringer is dan in het overige deel des lands, terwijl ook het verschil tusschen zomer- en winterwerkloosheid in de steden minder te beteekenen heeft. In vergelijking tot de overige werkloos heid is die in de steden derhalve zoo wel hardnekkiger van aard als vooral ook constanter van omvang. Aldus le zen we aan de memorie van toelichting bij het ontwerp tot verhooging van het crediet voor werkverruiming met 30 millioen gulden. Het is vooral met het oog op dit ver schijnsel, dat voortzetting van de werk zaamheden van het werkfonds 1934 voors hands noodzakelijk blijft. Hierin ligt dan ook de rechtvaardiging van het voorstel, om het ten behoeve van het werkfonds toege- stfne crediet, dat inmiddels geheel geblok keerd is, wederom met f 30.000.000 te ver- hoogen. Werk verruimings-bed rijf. In aansluiting aan hetgeen reeds in de memorie van antwoord op hoofdstuk XI der rijksbegrooting voor het dienstjaar 1939 aan de Tweede Kamer werd opgemerkt, zul len, mede in verband met de voorgenomen, en inmiddels tot een begin van uitvoering gebrachte, karakter-verandering der oude werkverschaffing, de bemoeiingen der rijks overheid betreffende hetgeen thans nog tot de werkverschaffing behoort en met betrek king tot het werkfonds in één organisatie worden samengetrokken. Ten einde tot een noodzakelijk vlottere wijze van afdoening van zaken te komen en tevens een beter inzicht te verwerven in de kosten van beide middelen van. werkloos heidsbestrijding, heeft de regeering beslo ten, de nieuwe orgenisatie te ontwerpen als een staatsbedrijf. Daarin zal gestreefd wor den naar een werkwijze, welke, met behoud van de noodige bewegingsvrijheid, aan de agrarische en nijverheidsbelangen, voor zoo verre deze door de gestie van het bedrijf kunnen wórden beïnvloed, volledig recht doet Wedervaren. Een wetsontwerp is In voorbereiding. Intusschen behoeft de furictionneering van de organisatie, zooals deze is gedacht, op de totstandkoming der evenbedoelde wet niet te wachten, al zal die organisatie dan voor- loopig als rijksdienst moeten worden opge zet. Dezer dagen zal een koninklijk besluit verschijnen, houdende nieuwe regelen be treffende de organisatie der werkloosheids bestrijding voor zoover deze plaats vindt, door middel van de uitvoering van werken. Zooals daaruit zal blijken, zal deze aangele genheid ressorteeren onder den minister van sociale zaken, terwijl voor de uitstip- peling der groote lijnen de verschillende be trokken departementen worden ingescha keld in een overleg, waarvan de leiding be rust bij den minister-president. Door de tot standkoming der meerbedoelde wet zal de rijksdienst, met behoud overigens der ont worpen orgaflisatie, tot staatsbedrijf wor den. De nieuwe organisatie zal naar een vast jaarplan te werk gaan, met objecten door de Staten-Generaal goed te keuren. Cultuur-technische werken e.d. Wat betreft het terrein, dat thans nog als „werkverschaffing" wordt uitgeduid, wordt verwacht, dat voor de groepen van objecten, waarvan reeds thans redelijkerwijze mag worden verwacht, dat zij in den loop van doetje cjoed! 1939 en 1940 in uitvoering zullen kunnen komen, zal worden verstrekt: aan loon 83.256.470, aan andere kosten 34.968.755, en 79.043.825 als subsidie voor de loonen. Tot de cultuurtechnische werken behooren: ontginning, verbeteren van cultuurgrond, ontwatering, boschaanleg, rioleeringswerken, inpolderingswerken enz. Productieve werken. Wanneer de thans aangevraagde crediet- verhooging zal zijn gevoteerd, zal alleen voor het werkfonds, met inbegrip van de bedragen voor de Amsterdamsche IJ-tunnel- plannen en het nieuwe raadhuis in Amster dam, een bedrag van bijna 212 millioen zijn uitgetrokken. Voor de blijvende werkverruiming hebben deze gelden slechts zeer geringe beteekenis. Met alle kracht moet daar om ernaar worden gestreefd, de uitga ven voor openbare werken meer en meer te doen plaats maken voor uitga ven, waaruit niet alleen tijdelijke werkverruiming resulteert, maar waar door daarnaast vooral blijvende werk verruiming wordt verkregen. Een belangrijk gedeelte van het bedrag van 212 millioen is nog niet verwerkt. Een onderzoek heeft der regeering de overtuiging gegeven, dat aan het arsenaal van middelen, waarover zij beschikt om de ontwikkeling van het bedrijfsleven te be vorderen, behoort te worden toegevoegd, voor die gevallen waar de verkrijging van blijvende werkverruiming bij onderzoek van het betreffende project redelijkerwijze te verwachten is, het middel van financiee- len steun voor vestiging en verbetering van het industrieele en verkeersapparaat, bin- I nen de grenzen van het te besparen bedrag aan werkloozenzorg. De regeering heeft hierbij in het bijzonder op het oog objecten, welke van groote beteekenis zijn voor de industrieele en verkeersontwikkeling van ons land, doch die wegens de bijzondere moeilijkheden van de periode, waarin een afzet moet worden opgebouwd, zonder financieele tegemoetkomingen van over heidswege niet tot stand komen; voorts heeft zij op het oog objecten van industrie vestiging en -verbetering in stérk door werkloosheid getroffen gebieden; in de der de plaats denkt zij aan de oprichting van centrale werkplaatsgebouwen voor in dustrieele kleinbedrijven in de groote ste den. Voor wat betreft de verbetering van het verkeersapparaat, heeft de regeering in het bijzonder op het oog den scheepsbouw, waar, blijkens ingestelde onderzoekingen, door financieele medewerking van over heidswege verdere blijvende werkverrui ming zal zijn te bereiken. Het departement van economische zaken zal dan het centraal instituut van industria lisatie in deze kwesties doen samenwerken met het bedrijfsleven. Krotopruiming en particuliere objecten. De resultaten van het onderzoek hoe de werkloosheidsbestrijding dienstbaar ge maakt kan worden aan de krotopruiming zal zoo spoedig mogelijk worden gepubli ceerd. Daarnaast zullen naar de meening der re geering ook voor uitvoering in aanmerking kunnen worden gebracht, in sterkere mate dan tot nog toe het geval was, bouw-projec- ten van organisaties van algemeen maat schappelijk nut, wanneer daardoor werkge legenheid wordt verkregen, welke anders achterwege zou blijven. De regeering denkt zich een sterkere sti muleering van de vervroegde totstandko ming dezer werken door dezen vorm van medewerking, dat allereerst in uitzicht ge steld wordt subsidieering met een bedrag fonds perdu van een deel der bouwkosten, ongeveer gelijkstaande met de bespaarde uitgaven op de werkloozenzorg. Openbare werken. Tenslotte wenscht de regeering nog voor zieningen te treffen, welke de mogelijkheid openen om ten aahzien van het verleenen van finantieelen steun by de uitvoering van openbare werken niet te volstaan met het verstrekken van leeningen uit de aan het werkfonds toegestane credieten, doch te vens zoo noodig ten beloope van het be spaarde bedrag aan werkloozenzorg sub sidies fonds perdu toe te kennen. Gisteren vervoegde zich op het politie bureau aan den Singel een man, die buiten Amsterdam woonachtig is en die aangifte deed, dat een 30-jarige vrouw uit Gro ningen, waarmede hg zeer bevriend was., uit zijn safe in een der banken hier ter stede een bedrag van 45.000 aan bankpa pier had weggenomen. De vrouw had recht van toegang tot de safe, maar zij had geen recht op het zich daarin bevindende geld. De politie heeft gisteravond via de politieradio haar opsporing, aanhouding en voorgeleiding verzocht. NEDERLANDSCH FABRIKAAT, OOK VOOR DE LUCHTVAART. Gisteren hebben, na-toestemming te heb ben ontvangen van den minister van alge- meene zaken, dr. H. Colijn, de arbeiders van de N.V. Koolhovens Vliegtuigenfabriek en de N.V. Nederlandsche Vliegtuigindustrie (Fokker-fabriek) een deputatie gezonden naar het departement van algemeene zaken teneinde een adres te overhandigen, onder teekend door alle in totaal 2500 arbei ders van bovengenoemde fabrieken, met het verzoek om, bij het plaatsen van vliegtuig- ordors zooveel als mogelijk is rekening te houden met de Nederlandsche vliegtuigin dustrie, zoodat deze ruimschoots haar deel krijgt. De Nederlandsche vliegtuigindustrie toch heeft een wereldreputatie en toont zich deze waardig. Het is echter niet zoozeer een direct persoonlijk belang der arbeiders om de straf der werkloosheid trachten te ont gaan, doch meer nog moet men dit adres be zien als een stap in het algemeen economisch belang daar met uitbreiding van werk voor de Nederlandsche vliegtuigindustrie de vak bekwaamheid der arbeiders gelijken tred zal houden, hetgeen natuurlijk in omgekeer den zin eveneens het geval zal zijn. M.a.w. minder werk, slechtere vakbekwaamheid. Men mag het h.i. niet zoover laten komen, dat bij de snelle voortgaande ontwikkeling der techniek de Nederlandsche arbeids krachten door gebrek aan opdrachten (waardoor de geschooldheid dezer krachten geen gelijken tred kan hóuden met de snelle technische ontwikkeling) zoodanig vermin dert, dat over enkele jaren een bepaald pro duct niet meer in eigen land gebouwd kan worden. 's Ministers medewerking werd gevraagd teneinde te bevorderen, dat de Nederland sche luchtvaart zich verder zal ontwikkelen met gebruikmaking van materiaal, gebouwd in Nederland door Nederlandsche arbeids krachten. Het adres werd in ontvangst ge nomen door den heer Reyseger, secretaris van dr, H. Colijn. DOOR VRACHTWAGEN OVERREDEN. In het begin van de Czaar Peterstraat te Amsterdam wordt in verband met werk zaamheden aan den rijweg het verkeer langs één kant van den weg geleid. Gister middag kwam hier op den hoek van de Oosterburgergracht, de 42-jarige J. M. met zijn fiets in aanraking met een andere wielrijder. Hij viel en kwam terecht onder een uit tegenovergestelde richting naderen de vrachtauto. Het slachtoffer werd ernstig gewond en in een ziekenhuis opgenomen. MOTORFIETS IN VOLLE VAART TEGEN EEN HANDKAR. Gisteravond om zeven uur is nabij het voormalige station BarneveldVoorthuizen de motorfietsrijder J. Robbes uit Barneveld, met een snelheid van 70 K.M. tegen een rechts van den weg staande handkar gere den. De man sloeg over den kop en kwam met het hoofd op den straatweg terecht. Per ziekenauto werd hij naar het Sint Elisabethziekenhuis te Amersfoort overge bracht, waar men een schedelbreuk con stateerde. Voor het leven van den man wordt gevreesd. VOORZICHTIG RI.TDEN BIJ DE PAASCHDRUKTE! Hoewel de late bloei van de bollen waar- schijhlgk een domper zal zetten op het enthousiasme van vele liefhebbers om tij dens de Paaschdagen een „bollentocht" te gaan maken, zullen er niettemin nog ge noeg personen zijn. die, een oude traditie getrouw, de bloembollenvelden met een be zoek zullen vereeren. zoo schrijft ons de K. N A. C. Vandaar dat het aanbeveling verdient tijdens de komende feestdagen in het verkeer de uiterste voorzichtigheid in acht te nemen, te meer daar dit verkeer zich hoofdzakelijk oo de smalle binnenwe gen zal concentreeren. Laat iedere wegge bruiker er zich van bewust zijn. dat onder deze omstandigheden het parool „veilig heid vóór alles" in nog sterkere mate de aandacht verdient dan gewoonlijk en dat door het betrachten van de wel'evendheid op den weg de verkeersveiligheid in hoogc mate wordt gestimuleerd MISDRIJF OF ONGELUK? Waar is P. E. Iseger uit Utrecht? Reeds eenige dagen tracht de Utrechtsche politie de verblijfplaats te ontdekken van den 50-jarigen P. E. Iseger. Daar misdrijf niet uitgesloten wordt ge acht, verzoekt de commissaris van politie van de eerste afdeeling een ieder, die nadere mededeelingen kan verstrekken of eenige aanwijzingen zou kunnen geven, die even tueel kunnen leiden tot het ontdekken van de verblijfplaats van den vermiste, zich met hem in verbinding te stellen. De vermiste is boekhouder van beroeo doch geruimen tijd werkloos. Momenteel was hij wel werkzaam op het bureau V3n een kantoorbediendenbcnd, waarvan hij lid was. De man is ongehuwd en was op ka mers in een pension aan de Oudegracht nr. 50bis te Utrecht. Op 30 Maart j.1., des middags drie uur, werd hij telefonisch ge waarschuwd vcor een spoedeischends ver gadering, zooals hij aan zijn hospita mede deelde. Hij verliet ijlings zijn kosthuis en begaf zich per rijwiel naar onbekende be stemming. Sinsdien ïs de man niet meer. in zijn kosthuis teruggekeerd. Men heeft hem nog tegen half zes op dén Jutphaaschénweg gezien, eerst rijdende in de richting Vrees wijk, doch later wederom op den terugweg naar Utrecht, doch verder ontbreekt ieder spoor. Wel werd des avond zijn hospita wederom opgebeld en haar medegedeeld, dat. Iseger niet thuis kwam om te eten. Verdere uitleg bleef evenwel achterwege. De familieleden, o.a. een bejaarde moe der, verkeeren thans in de grootste onge rustheid. Zij hebben zich dan ook ten einde raad met de politie in verbindng gesteld, die thans deze mysterieuze verdwijning tracht op te helderen. Het signalement luidt: lang 1.80 m., don kere oogen, blond haar, blauw colbert- costuum met een fijn streepje, beige gabar dine regenjas, beige hoed, zwarte schoenen, wit overhemd met blauwe das en een rij wiel met Terry-zadel en bagagedrager, waaraan een tasch. ZES verschillen le persen staan altijd klaar voor UW DRUKWERK. DRUKKERIJ COSTER. NOG GEEN BOLLEN-ZONDAG. De K.N.A.C. schrijft ons: Twee factoren hebben ertoe medegewerkt, dat tijdens de Paaschdagen de bollenbloei minder ver zal zijn gevorderd dan de bo - lenliefhebbers wel zouden wenschen. Al- lereerst valt de Paaschtijd ditmaal vroeg in het jaar en ten tweede zijn de weersom standigheden van dien aard geweest, dat van een vlotten groei geen sprake was. Hoewel een ,.bollen"-Zondag dus voorloopig niet te verwachten is, lijdt het desondanks geen twijfel of velen zullen van de komende feestdagen gebruik maken om een pools- hoogte te gaan nemen. Om hun een desillu sie te besparen zij er hier op gewezen, dat van de bollen slechts de narcissen hun volle pracht ontplooid hebben, terwijl de hyacin ten een schuchtere poging in die richting wagen en dan nog alleen daar, waar de vel- den tegen den guren wind beschermd zijn. Van de tulpen zijn nog slechts de „neuzen" zichtbaar, maar van eenige kleur valt aan deze bij uitstek nationale bloem nog niet6 te bespeuren. En de crocussen? Helaas, zij zijn veelal uitgebloeid! Stormen en - regen hebben ze doen verwelken en van hun kleurenrijkdom ontdaan. Op enkele be schutte velden echter staan ze nog onbe roerd in hun volle schoonheid. Met dat al is het welhaast ondoenlijk om een „Paasch- route" samen te stellen, zoodat zij, die nochtans een bezoek aan de velden willen brengen, verstandig zullen doen, zonder be paald doel, de bollenstreek in verschillende richtingen te doorkruisen. Al zal de legen darische pracht ook niet te aanschouwen zijn, toch zal de dwalende Paaschganger dan tenminste een voorproefje deelachtig worden. Ook dat heeft zijn charme! Wat tenslotte de vruchtboomen aangaat, zoo spreekt het welhaast vanzelf, dat hier van eenige bloesemtooi nog geen sprake is. Een tocht naar de bongerds kan dan ook gevoegelijk nog eenigen tijd worden uitge steld. BESCHERMING TEGEN LUCHT AANVALLEN. Beveiliging van de burgerbevolking. Bij het departement van binnenlandsche zaken is een model samengesteld voor een intercommunale samenwerking op het ge bied van de bescherming van de burgerbe volking tegen luchtaanvallen. Hierbij wordt gergeld o.a. de gezamenlijke aanschaffing van materialen en het uitwisselen van al hetgeen van belang is ook voor de andere gemeenten. Van het meeste belang is echter de onderlinge hulpverleening in geval van bom-inslag. Bij onderlinge hulpverleening is niet alleen een geldelijk belang betrok ken, omdat men in geval van nood kan rekenen oppersoneele en materieele hulp van zijn buien, maar daarnaast heeft zij ook een moreel effect. De gemeenten moe ten zich bij een dergelijke calamiteit niet beschouwen als een eiland in een woedende zee, maar weten dat zij heil en steun kun nen vinden bij haar naburen. Op dit stuk bevat het model uiteraard slechts een be paling van zeer algemeene strekking. D# bedoeling is, dat de burgemeesters van de samenwerkende gemeenten, toegerust met locale kennis, een regeling tot gedetailleer de hulpverleening maken. De bedoeling daarbij is, dat de gemeenten van de eerste en tweede gevarenklasse, die zelf aanvals* object zijn, haar personeel en materieel niet uitstralen, maar zelf wel hulp van haar bu ren ontvangen. In het bijzonder ten aanzien van verzorging van zieken en gewonden en van de brandweer is deze samenwerking van belang. In sommige gebieden, o.a. Walcheren, een breede strook van Brabant, de Veluwe en Voorne en Putten, heeft een der burge meester (West-Kapelle, Breda, Apeldoorn en Brielle) de leiding genomen voor een nadere samenspreking. Het ligt in de bedoe ling ook in andere streken een samenwer king in dezen geest te bevorderen. Voor de goede werking van de luchtbe scherming is deze samenwerking van een niet te miskennen beteekenis. leuMetatt D 11) „Natuurlijk, maar ik zou denken", zei Chitterwick schuchter, „dat de wijze waar op zij 't fleschje in haar hand had en 't feit, dat zij zich klaarblijkelijk gereed maakte om op te stappen, in lijnrechte tegenspraak hiermee zijn". „Voor ons ja", stemde de hoofdinspec teur toe. „Maar die kleine bewijzen, die voor ons een geval ontwarren en tot klaar heid brengen, zgn voor de rechtbank van weinig beteekenis. Daar houdt men alleen rekening met definitieve aanwijzingen zoo als bij voorbeeld uw verklaringen". „Ja, zeker, dat kan ik wel begrijpen. Men mag iemand niet op grond van spitsvondig heden veroordeelen". „Dus, mijnheer Chitterwick, u begrijpt, dat de verdediging zich uit alle macht te gen u zal verzetten", -zei Moresby vriende lijk. ,De advocaat weet, dat hier de draad jes bij elkaar komen. Hij zal dan ook alle mogelijke moeite doen om u in tegenstrij digheden te doen vastloopen". „Ik ben er van overtuigd, dat ik een erg onaangenaam half uurtje voor den boes heb", zuchtte Chitterwick. „Dat is zeker, mijnheer Chitterwick en ik zou u daarom het volgende willen zeg gen. Indien u gelooft, dat er ergens een gaatje is, waardoor hij ons zou kunnen ont snappen, zeg het mij dan direct, want dan komt er niets van terecht. Bent u nog altijd nu u den tfid gehad hebt, de heele kwestie nog eens na te gaan, er nog net zoo zeker van. dat u de hand van den man boven 't' kopie van de oude dame hebt gezien?" „Ik kan toch mijn eigen oogen wel ver trouwen, mijnheer Moresby". antwoordde Chitterwick oo waardigen toon. „Ik kan u de verzekering geven, dat net voor mij geen genoeoen is een werktuig van de ge rechtigheid te ziin. Het tegendeel is eerder waar. Maar ik kan u ook verzekeren, dat ik heelemaal niet twijfel aan hetgeen ik ge zien heb en ik weet dan ook wat miln plicht is en ik zal er niet voor terugschrikken". „Nu, dan is het in orde", zei Moresby voldaan. „Overigens hebt u mij toch opge beld om uw bevindingen mee te deelen, is het niet? En dat alleen bewiist al. dat u niet o.p lossen grond bouwt. Dan zijn we nu eigenlfik klaar en dus zullen we maar verder gaan". Chitterwick kwam tot de conclusie, dat de overdreven vriendelijkheid van den hoofdinspecteur een aanwendsel was, ge baseerd op zijn jarenlange ondervinding. Hij genoot van den rit van Scotland Yard naar het politiebureau; dat was een gebeurtenis voor hem, om tezamen met een detective in een politieauto te rijden. Chit terwick was daarentegen heelemaal niet blij met hetgeen nu straks zou volgen. Er hing zoo ontzettend veel van af. Zoodra hij den man had aangewezen, zou de volle zwaarte van de wet den onzalige treffen Chitterwick moest zichzelf telkens voor houden, dat niemand zijn lot meer verdien de dan de roodharige. Moresby stelde hem aan den commissaris voor. Er was al een vrouw aanwezig; de juffrouw van het Piccadilly-hotel, die den roodharigen man koffie had geserveerd. De commissaris deelde mee, dat alle menschen reeds wachtten en zonder verdere formali teiten gingen zg beiden, met de juffrouw naar de zijkamer. Chitterwick, die met der, Irigadier achter bleef, vond alles, waar he1 zoo'n gewichtige zaak betrof, lang niet of- fic'eel genoeg. Twee minuten later kwam de juffrouw terug en Chitterwick werd nu in de kamer ernaast gebracht. Hij voelde zich een beetje zwak in de knieën. Het was een bont gezelschap, dat men te gen den muur van de kale kamer op een rij had laten plaats nemen. Armoede naast luxe, glimmend geooetste schoenen naast totaal verwaarloosde. De Engelsche wet schrgft voor, dat in dergelijke gevallen eenige willekeurige menschen worden aan gehouden; zii moeten echter veel op den verdachte lijken, maar in de practijk is het niet zoo gemakkelijk om in 'n uur 'n dozijn menschen te vinden, die veel ge meen hebben met den grooten en knappen roodharigen majoor, met een militaire en aristocratische houding. Niettemin was men dit bezwaar te boven gekomen. Van de tien menschen kon er eigenlijk maar één aansoraak maken op werkelijk rood haar, en dat was dan nog voor het grootste deel peoer en zout. De taak van Chitterwick was maar van formeelen aard. De brigadier geleidde hem langs de rij en Chitterwick, wiens hart hevig klopte, keek in een dozijn paar oogen, waarvan de uitdrukking varieerde tusschen ingehouden pret en uitgesproken afkeer; hij nam de roodharigen, ondanks alles, lang en nauw keurig op voor hij tot een besluit kwam. „Nu mijnheer!" drong de brigadier een beetje ongeduldig aan; zoo iets was hij blijkbaar niet gewend. „Kunt u één van deze menschen identificeeren als dengene, dien u vanmiddag tusschen half drie en drié uur in Piccadilly Palace gezien hebt?" Chitterwick gaf de laatste hoop op, dat twijfel mogeHjk zou zijn en wees met weer zin majoor Sinclair aan De brigadier leidde hierop met behulo van een ondergeschikte, kort en zakelijk, de overigen naar den uit gang. Moresby slenterde als toevallig naar den roodharige toe, wiens uiterlijk alleen maar verontwaardigde verbazing uitdruk te; hij wachtte klaarblijkelijk tot de kamer leeg was. voordat hij met zijn verweer be gon. Chitterwick sloop in een ongenblik van lafhartigheid, tegelijk met den laatste van de tien, de deur uit. Hij wilde de in hechte nisneming niet meemaken. Aan de welsprekendheid van den rood harige moest wel direct een eind zijn ge maakt, want er waren nauwelijks een paar minuten verloopen, toen Moresby Chitter wick met de mededeeling verraste, dat hij goed en wel achter slot en grendel zat. „O", zei Chitterwick, en hij zag er net zoo ongelukkig uit als hij zich voelde. Ver antwoordelijkheid is voor de meesten moei lijk te dragen. „Ik moet nu aan het werk, mijnheer Chitterwick. Ik moet bij majoor Sinclair een huiszoeking doen, ofschoon ik betwij fel of ik er iets zal vinden. Maar allereerst zou ik wel eens de kamer van de oude da me in Aldridge willen zien; gaat u mee?" Het gezicht van Chitterwick klaarde in eens op. De politie van zoo nabij aan het werk te zien! Voor het eerst van zijn leven was hij zijn tante heelemaal vergeten. „O, mijnheer, dat is werkelijk Dat zou ik doleraag willen". Zij gingen samen naar buiten naar de wachtende politie-autö. In het hotel aangekomen, verdween Mo resby in het kantoor en liet Chitterwick in de hall wachten. Moresby bezat tact en vastberadenheid en toen .hjj weer te voor schijn kwam, had hij den sleutel van de ka mer van mejuffrouw Sinclair In de hand. Een chasseur, als het ware met glimmende knoopen bezaaid, bracht hen naar de ka mer. Moresby had geen vergrootglas, noch een vingerafdruk-apparaat, noch iets anders, dat tot de gewone uitrusting van een de tective behoort. Hij opende snel en syste matisch alle kastladen, die hij zag en keek voornamelijk naar brieven of andere do cumenten. Chitterwick, die een buitenge wone sensatie verwacht had, zat op den rand van het ledikant en verveelde zich gruwelijk, terwijl Moresby zijn onderzoek voortzette. Plotseling werd een deur in den zijwand geopend en er verscheen een slanke, jonge vrouw en staarde hen aan. Chitterwick staarde terug. Het was geen erg aantrekkelijke jonge vrouw; zij droeg een bril met schildpad-montuur, zij had geen aardig kapsel en ze droeg een zeer eenvoudige bruine japon; de degelijkheid en zelfbewustheid straalden van haar af. Chitterwick, die zich meteen weer detecti ve voelde, zei zacht bij zich zelf: „de gezel schapsjuffrouw". (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 6