DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
VICTOR EMANUEL KONING
VAN ALBANIË.
Besluiten der constitueerende
vergadering te Tirana.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 87 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK,
Donderdag 13 April 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Italië zal Zondag de Unie
vieren.
Opkomst herhalings
oefeningen.
Heden korte verklaring
van Daladier.
De vergadering van den Franschen
ministerraad.
De algemeene toestand.
Vrijstelling van port
voor militairen.
Voor briefkaarten en kranten.
Geen Duitsche actie tegen
Nederland.
„New Chronicle" fantaseerde.
ALKMAARSCHE COURANT
De constitueerende vergadering van
Albanië beeft gi middag eenstemmig
de volgende motie aangenomen:
Het bestaande regime wordt afge
schaft en de daarop berustende grond
wet ingetrokken. De vergadering be
noemt een regeering, die de beschikking
over volmachten heeft.
De constitueerende vergadering ver
tolkt den ecnsgezinden hernieuwings-
wil van het Albaneesche volk en be
sluit, als plechtig pand daarvoor, de
kroon van Albanië in den vorm van een
personeele unie aan te bieden aan Vic-
tor Emanuel, koning van Italië en
keizer van Abessinië, voor hem en zijn
koninklijke afstammelingen.
Victor Emanuel
De constitueerende vergadering verklaart,
dat alle Albaneezen erkentelijk zijn voor
het opbouwende werk van den duce en het
fascistische Italië voor de ontwikkeling en
het welzijn van Albanië en besluit het leven
en het lot van Albanië nauwer te binden
aan het leven en het lot van het fascistische
Italië door banden van de grootste solidari
teit Tusschen beide landen zullen in dezen
geest van solidariteit overeenkomsten wor
den gesloten".
De vergadering heeft verder de samen
stelling van het nieuwe Albaneesche kabi
net welks vorming zij had opgedragen aan
Verlaci, die premier en minister van onder
wijs is, goedgekeurd.
De leden van het nieuwe kabinet zijn on
middellijk na de vergadering in het Ita-
liaansche gezantschapsgebouw ontvangen
door den Italiaanschen minister van buiten-
landsche zaken, Ciano, die per vliegtuig van
morgen te Tirana was aangekomen. Deze
verscheen daarna op het balkon en noodig-
de het publiek uit den koning-keizer en den
duce te huldigen.
Aan de constitueerende vergadering, die
vanmiddag in Tirana gehouden is, namen
120 gedelegeerden uit alle deelen van Al
banië deel onder voorzitterschap van den
chef van het voorloopig bestuurscomité.
Pjater Ypi, die een akte van beschuldiging
voorlas aan het adres van het vorige regi
me, waaruit bleek, dat Albanië niet in staat
was, zichzelf te besturen.
„Geheel Albanië, aldus vervolgde Ypi.
wachtte reeds sinds lang met open armen
op zijn bevrijder, het Italiaansche leger en
behalve eenige struikroovers bood niemand
weerstand. De beste oplossing voor deze
crisis van het land is de kroon van Albanië
aan te bieden aan koning Victor Emanuel
UI" (Toejuichingen).
Andere sprekers, met name de vroegere
leider der orthodoxe kerk, Vissarion, hiel
den redevoeringen in denzelfden geest.
Het nieuwe Albaneesch kabinet is als
volgt samengesteld:
Sjefket Verlace: premier en openbare
werken;
Pjater Ypi: justitie;
Hemi Dino: buitenlandsche zaken;
Feizi Alizoti: financiën;
Andon Beca: econonkche zaken;
Ernst Koliqui: openbaar onderwijs.
Zondag feest!
Mussolini heeft bepaald, dat ter viering
van de unie tusschen Italië en Albanië Zon
dag 16 April van zonsopkomst tot zonson
dergang de vlaggen van beide landen moe
ten worden uitgestoken.
Naar aanleiding van het besluit der con
stitueerende Albaneesche vergadering is de
groote fascistische raad bijeengeroepen voor
heden 22 uur, de ministerraad voor Vrijdag
10 uur, de kamer van fasces en corporaties
voor Zaterdag 16 uur en de senaat voor Za
terdag 18 uur.
Albanië blijft zelfstandig.
In de „Giornale d'Italia" schrijft Gayda,
dat het besluit van de constitueerende ver
gadering in Albanië, om de Albaneesche
kropn aan te bieden aan den koning van
Italië de itegriteit en de nationale indivi
dualiteit van Albanië niet aantast en het
mogelijk maakt, de vereeniging van beide
landen te verwezenlijken, welke reeds
sedert eenigen tijd door het Albaneesche
volk werd gewenscht.
De Regeeringspersdienst meldt:
De inlijving van de tot gewoon dienst
plichtige bestemde personen, alsmede
de opkomst van dienstplichtigen voor
eerste oefening en herhalingsoefeningen,
gaat op de gewone wijze door, althans
voor zoover de dienstplichtigen zich niet
reeds wegens de buitengewone oproe
ping in werkelijken dienst bevinden.
De opkomst van de ploeg dienstplich
tigen die op 20 April 1939 (de onder
officieren op 13 April 1939) bij de
wielrijders voor herhalingsoefeningen
moeten opkomen, wordt echter tot een
naderen datum verschoven.
In den gister gehouden Franschen
ministerraad heeft minister-president
Daladier een overzicht gegeven van den
algemeenen toestand en van de militaire
maatregelen, welke getroffen zijn.
De minister van buitenlandsche zaken,
Bonnet, gaf een overzicht van de diplo
matieke actie van Frankrijk tijdens de
jongste crisis en toonde aan, dat de
Fransche diplomatie voortdurend nauw
samenwerkte met de Britsche.
De minister van binnenlandsche zaken,
Sarraut, heeft den ministerraad een drietal
decreten inzake de controle op vreemdelin
gen voorgelegd, welke werden aangenomen.
Voor het overige wordt omtrent de verga
dering van den ministerraad de grootste ge
heimhouding in acht genomen, niet alleen
wat betreft de militaire maatregelen, waar
over gesproken is, doch ook omtrent de bui
tenlandsche politiek, vermoedelijk omdat
Daladier vandaag zijn uiteenzetting zal
geven.
Na het verlaten van het ministerie van
oorlog, waar de vergadering werd gehou
den, zeide de minister-president tot de pers,
dat de rede niet per radio zal worden uitge
zonden, de verklaring zal slechts kort zijn
en de houding van Frankrijk jegens de bui
tenlandsche problemen uiteenzetten.
De minister-president voegde hieraan toe,
dat de verklaring aan de Britsche regeering
zal worden bekend gemaakt, alvorens zij
aan de pers zal worden medegedeeld.
De Fransche regeering heeft verder be
sloten, de regeeringen van Roemenië en
Brazilië het agrement voor nieuwe diplo
matieke vertegenwoordigers te verzoeken.
Het schijnt, dat de vroegere Fransche am
bassadeur te Barcelona, Jules Henry, be
noemd zal worden tot Fransch ambassadeur
te Rio de Janeiro, terwijl de huidige Fran
sche gezant te Boekarest, Thierry, tot am
bassadeur zal worden bevorderd.
In verband met de omstandigheden zal
de minister van buitenlandsche zaken,
Bonnet, niet tegenwoordig kunnen zijn bij
de onthulling van het borstbeeld van konin
gin Victoria te Biarritz. Een hoog ambtenaar
van den Quai d'Orsay zal hem vertegen
woordigen en zijn rede voorlezen.
Frankrijk is vastbesloten.
De .Journal des Débats" schrijft in een
hoofdartikel: „Duitschland, evenals Italië,
dat het heeft nagevolgd, heeft alles tot
stand gebracht, wat tot stand gebracht kon
worden zonder onmiddellijk risico. Duitsch
land kan nu zijn werk van wereldoverheer-
sching niet voortzetten zonder een oorlog uit
te lokken, waarin het geenszins zeker is de
overhand te houden en waarin het zich
zelfs kan blootstellen aan een onherstelbare
nederlaag. Daarom moet het vredelievende,
het redelijke Europa, dat onafhankelijk in
vrede wil leven, de gebeurtenissen met
koelbloedigheid bezien. Opwinding en ze
nuwachtigheid en binnenlandsche oneenig-
heden moeten vermeden worden. Er bestaat
geen enkele behoefte aan een voorbarig
bijeenroepen van de kamers. Er bestaat
geen enkele behoefte aan langdurige rede
voeringen. De landbestuurders moeten ener
giek aan den arbeid zijn en de natie doen
weten, zooals Chamberlain dat gedaan heeft,
wat zij weten moet om de moreele kracht te
hebben, die in deze omstandigheden noodig
is".
Een communiqué.
Na de bijeenkomst van de kamercommis
sie voor buitenlandsche zaken, die duurde
van 4 tot 7 uur, is gistermiddag een commu
niqué gepubliceerd, waarin medegedeeld
wordt, dat de commissie haar voorzitter op
dracht heeft gegeven, om de regeering te
verzoeken, energieke stappen te doen bij de
Spaansche regeering om eerbiediging te ver
krijgen van de prerogatieven van den Fran
schen consul te Alicante en de invrijheids-
stelling van afgevaardigde Tillon, die zon'
der motiveering vastgehouden wordt op
Spaansch gebied.
Mistler, de voorzitter der commissie, aldus
vervolgt het communiqué, gaf vervolgens
een zeer gedetailleerde uiteenzetting van
den Europeeschen toestand en van de on
derhandelingen ten behoeve van de afslui
ting van garantiepacten in Oost-Europa en
den Balkan.
Hij gaf o.m. talrijke bijzonderheden over
de Albaneesche aangelegenheid. In zijn con
clusie duidde hij aan, dat wij staan tegen
over ondernemingen, welke niet meer den
aard hebben van „diplomatieke operaties",
maar van het werkelijk innemen van strate
gische posities. Hij wees op de gevarieerd
heid en de macht van de materieele en mo
reele middelen, die in dienst van die poli
tiek worden gesteld door .de totalitaire lan
den en gaf uitdrukking aan de overtuiging,
dat wanneer Frankrijk en Groot-Britannië
met gelijke wapenen willen strijden, hun in
spanning tot materiëele en moreele organi
satie tot het uiterste moet worden opge
voerd met de grootste activiteit.
Na een gedachtenwisseling besloot de
commissie, Bonnet te verzoeken, zoo spoedig
mogelijk een uiteenzetting te komen geven
van de richtlijnen der diplomatieke regee-
ringsactie.
Toenemende antipathie
tegen de totalitaire
staten.
Weer is een dag voorbij gegaan, waarvan
wy moeten zeggen, dat er niets gebeurd is.
Misschien is dit hoopvol te noemen, mis
schien ook moet het de stilte voor den
storm zijn. Maar evenals gisteren bevalt
ons die stilte niet.
De anders zoo actieve Telex ratelt slechts
bjj tusschenpoozen en wat het hyper
moderne apparaat brengt is alweer geen
positief nieuws. Slechts perscommentaren
uit diverse landen bereiken ons en het
eenige belangwekkende, dat we daaruit
kunnen lezen, is een toenemende anti
pathie tegen de totalitaire staten.
Daar is bijvoorbeeld Amerika. Een door
president Roosevelt geïnspireerd artikel in
de „Washington Post", waarin betoogd
werd, dat een nieuwe oorlog zou kunnen
worden voorkomen, indien de vrije naties
bereid zouden zijn te laten zien, dat zjj
zich schrap willen zetten, vóór het te laat
is, wordt in politieke kringen beschouwd
als een aanwijzing temeer, dat de president
tramt, de publieke opinie te beinvloeden,
cm steun te verleenen aan Engeland en
Frankrijk tegen de totalitaire staten. Tege-
lijk ziet men in het artikel een poging om
een oorlog te voorkomen.
Men is evenwel van meening, dat deze
poging meer effect gesorteerd zou hebben,
indien zij gedaan was in den vorm van een
presidentieele verklaring in plaats van in
den vorm van een krantenartikel.
Men geeft in gezaghebbende kringen
toe, dat de stemming in Amerika sterk
anti-nationaal-socialistische en anti-fas
cistisch is, maar het is de vraag, in hoe
verre men geneigd is, steun te verleenen
aan Engeland en Frankrijk.
De actie van den president acht men
een poging, om de totalitaire staten van
verdere plotselinge veroveringen af te
houden.
Tot dusverre heeft de politiek van Roo
sevelt slechts weinig oppositie ontmoet.
Men keurt de snelle herbewapening goed
en men is tevreden, dat de Europeesche
democratieën in de gelegenheid worden
gesteld, in Amerika vliegtuigen te koopen.
De antipathie tegen de totalitaire staten
is zeer groot. Zelfs zou 75 percent van de
bevolking een boycot van Duitsche goede
ren goedkeuren.
Nu de Europeesche crisis echter acuter
schijnt te worden, is het teekenend, dat 25
leden en oud-leden van het congres een
comité in het leven hebben geroepen, om
J „Amerika buiten een oorlog te houden."
I Dit comité wil een openlijke en actieve
campagne gaan voeren, om de Vereenigde
Staten uit buitenlandsche oorlogen te hou
den, tenzij zij worden aangevallen.
Beide huizen van het congres bestudee-
ren thans de neutraliteitswetgeving en bij
de behandeling daarvan zal kunnen blij
ken of het congres Roosevelt grootere vol
macht zal toekennen, om Engeland en
Frankrijk bij te staan door middel van de
„cash and carry"-clausule, die in het bij
zonder voordeelig is voor maritieme
mogendheden.
De voorstanders van strikte neutraliteit
beschuldigen Roosevelt er intusschen van,
dat hij de Vereenigde Staten uitnoodigt,
om deel te nemen aan een Europeeschen
oorlog, voordat die oorlog er is. Bennet
Clark heeft verklaard: „Dit voortdurende
praten over de mogelijkheid, dat Amerika
in een oorlog zal worden betrokken, levert
meer gevaar op dan alles wat er zou
kunnen gebeuren."
Andere senatoren dringen er bij de
commissie voor buitenlandsche aangele
genheden op aan, de neutraliteit te ver
sterken, om te voorkomen, dat Amerika
wordt meegesleept in een Europeeschen
oorlog. Dr. Thomas Healy, deken van de
Georgetown-universiteit is van meening,
dat „wij slachtoffers zijn van een hysteri
sche oorlogspropaganda".
De publieke meening schijnt, op het
oogenblik nog niet voldoende gevestigd te
zyn, om uit te maken, of het volk geneigd
is, den Europeeschen democratieën steun
te verleenen buiten de gewone handels
transacties in oorlogstijd.
Over den algemeenen toestand zelf valt
weinig te schrijven.. Het lijkt er veel op,
dat iedereen de verklaringen van Cham
berlain en Daladier afwacht. Maar wat
zullen deze beide staatslieden zeggen.
Waarschijnlijk alleen dit, dat men op alles
voorbereid is, dat men de noodige voor
zorgsmaatregelen heeft getroffen en dat
men de Italiaansche daad t. a. v .Albanië
veroordeelt.
Meer mag men niet verwachten.
In een commentaar op den toestand
schrijft de Temps in zijn Bulletin du jour:
„Frankrijk, dat zoovele bewijzen heeft ge
geven van zijn gehechtheid aan den vrede,
is thans vastbesloten, zonder grootspraak,
maar ook zonder in gebreke te blijven, het
hoofd te bieden aan het ergste, wanneer
het ergste wordt opgelegd. Maar men
moet, in Engeland evenals in ons land,
weten, dat de moderne oorlog aan den
eenen kant niet wordt geïmproviseerd en
aan den anderen kant slechts doorgevoerd
kan worden met behulp van de totaliteit
der nationale krachten en hulpbronnen
Onder de huidige omstandigheden moet
oorlog beschouwd worden als een moge
lijkheid en moet alles in het werk worden
gesteld, opdat hij de vreedzame volkeren
niet verrast. Maar dat beteekent geens
zins, dat hij onvermijdelijk is en dat de
diplomatieën zich slechts moeten laten
gaan. Een zoodanige berusting schijnt noch
in Londen, noch in Parijs onder oogen te
worden gezien. De Britsche regeering met
name, die voorloopig de stelling van
Rome betreffende het Engelsch-Italiaan-
sche accoord heeft aanvaard, streeft er naar
van de fascistische regeering de uitvoering
te verkrijgen van de aanvullende belofte
van dit accoord: snelle evacuatie van
Spanje door de Italiaansche vrijwilligers."
Bij kon. besluit van 12 April
(Stbld. No. 385) is het volgende
bepaald:
Met ingang van 12 April 1939
wordt, tot nadere beschikking,
vrijstelling van port verleend voor
de verzending, door en aan
in werkelijken dienst zijnde vrij
willig dienenden en dienstplich
tigen, beneden den rang van
tweeden luitenant (luitenant ter
zee der 3e klas) en de met hen in
rang gelijk gestelden, van:
a. briefkaarten, met uitzonde
ring van die, welke berichten om
trent handelszaken of bestellingen
of aanbiedingen van handels- of
fabrieksgoederen bevatten;
b. nieuwsbladen en bijvoegsels,
welke voldoen aan de in artikel
1 van de Postwe-t (Staatsblad
1919, No. 543) voor deze stukken
gegeven omschrijving, niet zwaar
der dan 100 gram.
Het Duitsche nieuwsbureau bericht,
dat de Duitsche pers zich fel keert te
gen het bericht van het Londensche
blad „News Chronicle", waarin gezegd
wordt, dat Duitschland voorbereidende
maatregelen trof voor een aanval op
Nederland.
De „Völkische Beobachter" verlangt
van het Londensche blad, dat het den
naam zal noemen van de „officieel#
Duitsche instantie", welke deze berich
ten heeft medegedeeld.
Indien het blad hiertoe niet in staat is,
dan zal het voor de geheele wereld ge
brandmerkt zijn als een gemeene leugenaar
en met het blad zijn opdrachtgevers in
Londen. Een regeeringssysteem evenwel,
dat een dergelijke schandaalpers rustig
laat voortgaan, mag zich er niet over ver
wonderen, wanneer men het dit bewust be
vorderen van de ophitsing van het volk
door de journalistiek, kwalijk neemt.
Tenslotte merkt de „Völkische Beobach
ter" op, dat het niet noodig is te zeggen,
dat Duitschland geen enkele soldaat gereed
heeft staan tegen het bevriende Neder
land.
De „Berliner Boersenzeitung" schrijft,
dat de vraag zich opdringt of de bewering
dat Duitschland een inval zou willen doen
in Nederland, niet is ingegeven door het
verlangen Nederland tegen Duitschland op
te hitsen in het kader van de omsingelings-
politiek. Kort geleden heeft men iets der
gelijks getracht met Griekenland.
Het blad noemt het opmerkelijk, dat de
militaire voorzorgsmaatregelen van de Ne-
derlandsche regeering niet alleen zijn ge
nomen aan de landgrenzen van Nederland,
doch ook aan de kust, waar de havens niet
liggen in de richting van Duitschland, doch
in de richting, waar men thans zoo ontzag
lijk bezorgd is voor de onaantastbaarheid
van Nederland en 't blad vraagt zich af, of de
Nederlanders zelf niet hun eigen meening
hebben over het „onbaatzuchtige" aanbod
van Engeland tot bescherming, welke mee
ning sterk afwijkt van die van de „News
Chronicle".
De Berlijnsche correspondent van het
Hamburger Fremdenblatt" schrijft, dat er
voldoende redenen zijn om te gelooven, dat
de ongegronde bezorgdheid van de Neder-
landsche regeering is opgewekt door die
Britsche kringen, die niettegenstaande alle
tot nu toe gemaakte fouten, hun hoogste
wijsheid zoeken in de omsingeling van
Duitschland. Hier moet men ook de bron
van de onwaarheden zoeken, welke steeds
weer door de „News Chronicle" worden ver
spreid, zoolang niet in Engeland autoritei
ten komen, die een einde maken aan deze
ophitsing tot oorlog.
Zie vervolg Buitenland pag. 2, 3e blad.