Gebroeders Kluitman jubileeren.
Alkmaar en zijn vreemdelingen,
In 75 jaar van een kleinen boekhandel tot een
der meest bekende uitgeverszaken.
Een paradijsje voor
de jeugd.
Er is méér te zien dan de
kaasmarkt.
TWEEDE BLAD.
In 1838 werd het gezin van den Goud-
schen hoofdonderwijzer M. H. Kluitman
verblijd met de geboorte van een zoon, die
men Pieter doopte.
Vader en moeder waren godvruchtige
menschen, die niet alleen in de kleine on
derwijzerswereld van die dagen, maar ook
in de groote maatschappij daarbuiten aller
achting en vriendschap genoten. Pieter was
de eenige van de zeven kinderen, die in den
waren zin des woords volwassen is gewor
den en, zooals het zoo vaak gaat, eerst veel
later zou blijken, dat hij juist het kind zou
zijn, dat den familienaam in heel den lande
algemeene bekendheid zou geven. Zijn
vader was hoofd van de opleiding voor on
derwijzers en dus was het vanzelfsprekend,
dat Pieter op den cursus geplaatst werd en
daarna examen deed waarna hij als onder
wijzer 3e klas op de toenmalige jeugd werd
losgelaten.
Evenwel, Pieter gevoelde niet veel voor
het hem blijkbaar al te waardige onderwij
zersambt en hij kreeg met veel moeite van
zijn vader gedaan, dat hij het onderwijs den
rug mocht toekeeren om een geheel andere
levensrichting te gaan volgen. Op dat oogen-
blik verloor de Goudsche jeugd een onder
wijzer, die waarschijnlijk een plichtsge
trouw paedagoog zou zijn geworden en er
was niemand, die destijds kon voorspellen,
dat juist die verandering van levensrich
ting in de toekomst niet alleen een zegen
voor de jeugd van Gouda maar voor die van
geheel ons land zou blijken.
In den boekhandel.
Pietér Kluitman ging als bediende in den
boekhandel op het kantoor van den Goud-
schen uitgever G. B. van Goor, waar men
destijds o.a. een prachtigen bijbel maakte
met buitenlandsche illustraties. Alles werd
daar nog gedrukt op handpersen en er kwam
later een extra moderne pers, die met de
hand gedraaid moest worden. Daar leerde
Pieter Kluitman de geheimen van de druk
kerij uit die dagen, hij heeft er met volle
ambitie gewerkt en om zijn kennis te ver-
grooten trad hij daarna in dienst bij den
boekhandelaar Visser in Den Haag, waar
hij in het familieleven werd opgenomen en
als een zoon des huizes beschouwd werd.
In dien tijd toonde hij zich al een goed
verkooper en verbaasde zijn patroon door
op een aanbiedingsreis een serie reeds af
geschreven oude jaargangen van een gods
dienstig magazijn te verkoopen. Later
trad hij in dienst bij de firma Thieme in
P. Kluitman
1838—1913
Nijmegen en bedacht toen, dat hij volleerd
genoeg was om een eigen zaak te begin
nen.
De boekhandel-Kluitman wordt in
Alkmaar gesticht.
Omdat Alkmaar goede bootverbindingen
met Amsterdam had en omdat de plaats
hem voor vestiging bijzonder geschikt leek,
besloot Pieter Kluitman een zaak in Alk
maar te stichten.
Op 26 Maart 1864 kocht hij het hoekhuis
op het Verdronkenoord op den hoek van de
Kapelsteeg, dat oorspronkelijk op naam van
zijn vader werd geschreven. Op 20 April,
dus de volgende week 75 j^ar geleden, liet
hij zich hier ter stede inschrijven en weldra
opende hij zijn winkel. In de Alkmaarsche
Courant van 24 Juni 1864 deelde de heer P.
Kluitman de bevolking mede, dat hij de vrij
heid nam zijn nieuwe zaak in de algemeene
attentie aan te bevelen.
Al zijn vroegere patroons bevalen hem bij
hun confrères aan en gaven hun den goe
den raad zijn naam op de verzendingslijst
te plaatsen.
De eerste moeilijke jaren.
Behalve een boekhandel had de heer
Kluitman een drukkerij en de daarvoor be-
noodige handpers en verdere materialen
had hij van een drukker uit Oosterhout
overgenomen. Hij ging met een knecht en
een leerjongen aan het werk op de boven
kamer van zijn winkel en hij wist aldra zoo
veel vertrouwen te winnen, dat hij in 1868
elf menschen in zijn dienst had.
Het perceel Verdronkenoord hoek Kapelsteeg waarin de zaak werd gevestigd.
Hij gaf werken uit van den bekenden
althans destijds bekenden polemist P. van
Bemmelen over de afschaffing van de dood
straf en van den baanbreker van de moder
ne theologie ds. J. C. Zaalberg uit Den
Haag, die hem de uitgave van al zijn bro
chures toevertrouwde. Ook verscheen er
een kinderboek van Elise Pclke, dat den
destijds veel bewonderden naam droeg
,.Het vrouwenleven van Moeders schoot tot
Eigen Haard" en waarvoor de bekende ds.
E. Laurillard een voorwoord had geschre
ven.
Weldra was de bovenkamer te klein voor
de steeds groeiende werkzaamheden en in
1867 werd in de Kapelsteeg van de familie
Kraakman een voormalig café aangekocht,
dat den naam „De hoek van elven" had ge
dragen.
In dat jaar werd door den heer Kluitman
een weekblad, „De meuwe Alkmaarsche
Courant" opgericht, welke uitgave hij even
wel in 1875 weer staakte omdat er aan het
blad geen behoefte bleek te bestaan. Wel
werd hij drukker van „De Nieuwe Courant"
van den heer W. Appel Jr„ welk blad tot in
1907 door hem gedrukt werd.
Er wordt een g«ên gesticht.
Op 24 October 1867 stapte de heer Kluit
man in het huwelijksbootje met mej. Lise
van Santen, die hij in zijn Haagschen tijd
had leeren kennen en die van welgestelde
familie was, waardoor hij gelegenheid kreeg
zijn zaken uit te breiden en waardoor hij
o.a. voor Alkmaar het agentschap van „Het
Nieuws van den Dag" kreeg. Helaas was het
huiselijk geluk van korten duur, de moeder
stierf bij de geboorte van een dochtertje en
de kleine heeft haar moeder niet lang over
leefd. Om niet aan zijn verdriet toe te ge
ven, pakte de heer Kluitman de zaken met
nog grooter energie aan en achtereenvol
gens verschenen in zijn uitgeverij verschil
lende romans en schooluitgaven.
In 1874 hertrouwde hij met een jeugd
vriendinnetje, een dochter van den hoofd
onderwijzer Van der Brugge uit Lekker -
kerk, die een jeugdvriend van zijn vader
was en in verloop van tijd werden er drie
kinderen geboren, Martinus Hendrik,
Hendrik Pieter en Willem Karei.
Een lang tijdperk van gelukkig familie
leven en voorspoed in zaken is daarop ge
volgd. In deze jaren vallen de uitgaven van
Samarov, een serie veel gelezen romans, de
leerboeken van Waleson voor het handwerk-
onderwijs en de populaire bruiloftsboekjes.
De drukkerij had een heeteluchtmachine
gekregen en een snelpers voor het maken
van de couranten.
In 1882 overleed zijn vader en twee jaren
later een tante, die hem een legaat naliet,
waardoor hij in staat was zijn onderneming
op breedere basis te vestigen. Hij deed
groote aankoopen op de fondsveilingen,
kocht een pakhuis in de Kapelsteeg, een
pakhuis op de Groenmarkt, vergrootte zijn
drukkerij en kocht een winkelhuis op het
Verdronkenoord, waar later het woonhuis
werd gevestigd.
Een gezien Alkpiaarsch burger.
Door zijn eenvoud, zijn enerigeken arbeid
en zijn belangstelling voor de publieke zaak
is de heer Kluitman een zeer gezien Alk-
maarsch burger geweest. Hij was voor zijn
ondergeschikten een welwillend patroon,
hij was een man van groote geestkracht en
een liefhebbend echtgenoot en vader. Hij
werkte hard en deed vele succesvolle zaken
reizen. Hij was Provinciaal correspondent
van de Vereeniging tot bevordering van de
belangen des boekhandels en heeft zich zeer
beijverd als lid van een commissie om ver
slag uit te brengen inzake de toetreding
van Nederland tot de Berner Conventie. In
1889 werd het zilveren feest van de zaak
gevierd en in 1904 volgde de feestelijke
herdenking van het veertig jarig bestaan,
bij welke gelegenheden de patroon het per
soneel aan een feestdisch vereenigde.
En intusschen was er een verandering
merkbaar in het fonds van dezen uitgever,
daar hij zich steeds meer ging toeleggen op
het uitgeven van kinderboeken. Hij bedacht,
dat kleine kinderen eigenlijk geen boeken
kunnen hebben, omdat zij de bladen stuk
scheuren en dat bracht hem op het denk
beeld de prenteboeken voor de jeugd niet
op papier maar op linnen te drukken. De
manufacturier Theissling uit de Langestraat
leverde het benoodigde linnen en de .uit
gave bleek weldra een groot svieces te zullen
worden.
De imw neuten de zaak over.
Zijn vergevorderden leeftijd was oorzaak,
dat de heer Kluitman het reizen moest op
geven en veel ander werk door groote ver
moeidheid aan anderen moest overlaten.
Weldra zag hij verlangend uit naar den tijd,
dat zijn jongens de zaak van hem zouden
overnemen. De oudste thans overleden
was medicus in Den Haag, maar de
beide anderen hadden zich voor de taak
welke hen wachtte reeds voorbereid. Zij
H. P. Kluitman
hadden beiden de Alkmaarsche H.B.S. door-
loopen. En toen de vader zich na zijn veer
tig jarig jubileum uit de zaken terugtrok en
als ambteloos burger vol belangstelling
bleef voor zijn bedrijf, togen de zonen met
ambitie aan den arbeid. De oude zaak was
verkocht aan den heer O. de WaaL Er was
een nieuw, een groot pand gebouwd in de
Tesselschadestraat, een gebouw met een
moderne drukkerij en een groot pakh&is,
waarin het fonds kon worden geborgen.
In 1911 overleed mevrouw Kluitman en de
oude heer, door dit sterfgeval diep getrof
fen, volgde haar reeds in 1913 op 75-jarigen
leeftijd in den dood. Uit de zeer vele harte
lijke brieven, welke de gebroeders Kluit
man toen van alle zijden hebben ontvangen
blijkt ten duidelijkste hoe de vader als een
persoonlijkheid en daarnaast als een ener
gieke figuur, een weldadig en beminnelijk
mensch in breeden kring gewaardeerd is
geworden.
De zaak neemt een groote vlucht.
De zoon H. P. Kluitman had een volon-
tairsperiode doorgemaakt bij een drukkerij
in Amsterdam en bij een boekhandel in
Den Haag. Hij interesseerde zich in het bij
zonder voor het administratieve deel van de
zaak en nam de leiding daarvan op zich.
De zoon W. K. Kluitman voelde meer voor
den technischen kant van het bedrijf. Hij
had zijn opleiding genoten bij een chem:-
grafische inrichting in Amsterdam, volgde
te Leipzig een jaar het Technikum fiir
Buchdrucker en drie jaren de Akademie für
Grafische Künste und Buchgewerbe, waar
na hij verscheidene bedrijven in Noord
Amerika heeft bekeken. Zijn technische op
leiding en studies van kleurenfotografie en
kleurprojectie maakten hem in het bedrijf
weldra tot een onmisbaren leider.
In 1936 is als adjunct-directeur en procu
ratiehouder de heer P. Kluitman, de zoon
van den directeur H. P. Kluitman, in de
zaak opgenomen.
Gebroeders Kluitman, de meest
bekende uitgevers van kinderboeken.
Alkmaar mag trotsch zijn op het feit, dat
Gebroeders Kluitman te dezer stede
de meest bekende uitgeverij van jeugdlec
tuur hebben.
Want steeds meer is de uitgave van kin
derboeken op den voorgrond getreden, tot
dat men zich daarmede uitsluitend heeft
bezig te behouden.
Wie aan jeugdlectuur denkt, die heeft
tegelijkertijd den naam Kluitman voor
oogen en al zijn er in ons land vele uitge
vers, die boeken voor kinderen leveren, de
uitgaven van Gebr. Kluitman nemen c.,
vooraanstaande plaats in. Er is iets bijzoT1
der frisch in deze uitgaven, zij trekken
aandacht door een zachte en harmonieeren
de kleurencombinatie en een uiterst Ver*
zorgde afwerking. „Boeken van Kluitm
zijn papieren juweeltjes", hebben wij bij T
beoordeeling wel eens geschreven en z0o
het inderdaad.
Zij zijn als jeugdboekwerken, voor Wel
ken leeftijd men ze ook kiezen wil, teeh"
nisch volmaakt.
En niet alleen technisch, want een Kluit
man-boek heeft nog andere goede eigen
schappen. De manuscripten worden door dl
firmanten zelf gelezen en met de uiterst!
zorg gekeurd. Wie een Kluitman-boet
koopt weet, dat hij zich niet bezorgd be.
hoeft te maken, dat zijn kind in den leef*
tijd waarvoor het boek bestemd is, Ver"
keerde lectuur in handen zal krijgen. j
Alle boeken en elk jaar vermeldt <u
catalogus weer een serie nieuwe ^n.
stemd voor Nederland, voor Indië of voor
Zuid-Afrika worden in de werkplaatsen in
de Tesselschadestraat vervaardigd. Daar
wordt het zetwerk daor zetmachines geie.
verd, daar worden uit karton de pracht
banden gemaakt, daar wordt de kleuren!
druk vervaardigd, daar verzorgen inge.
nieuze machines het bindwerk en wordt
met een enkele stalen greep de rug van 'n
boek in ronden vorm gebogen.
Een uitgebreid personeel is dagelijks aan
het werk om van blanco papier de kleurige
en fleurige prachtbanden te maken, die bij
duizendtallen in het groote magazijn wor
den opgestapeld, gereed voor de expeditie.
De omzet vertienvoudigd.
Herhaaldelijk is in verloop van jaren het
bedrijf uitgebreid en de omzet is, bij vroe
ger vergeleken, vertienvoudigd. Een enorm
magazijn van steen en ijzer is bijgebouwd
waarin de plano-vellen zijn opgeborgen en
men staat verbaasd over de onoverzienbare
collectie. Hier in de breede wandkasten is
een archief geborgen en men vindt er van
elke uitgaven, hoe lang geleden ook, de
eerste van de oorspronkelijke en her-
drukte exemplaren vanaf de prentenboe
ken tot de kostbare uitgaven als b.v. Napo-
leon van Overste Chappius. Daarbij zijn
vele goede bekenden, boeken, die ouderen
in hun jeugd als „verslonden" hebben, als
Dik Trom van C. Joh. Kievit, waarvan de
27e druk is verschenen, Afke's Tiental van
N. van Hichtum van wier werken juist
dezer dagen een tentoonstelling in Den
Haag wordt gehouden boeken van Chr.
van Abkoude en vele andere.
Het zijn niet meer de bloedige Indianen
verhalen van Aimard die onze jongens
harten eens sneller deden kloppen het
zijn geen geschiedenissen meer waar op el
ke bladzijde minstens een moord of een po
ging tot moord wordt beschreven. Wat te
genwoordig voor de jeugd bestemd is, dat
is lectuur waarin de spanning niet ont
breekt maar waarin daarnaast ten volle
aandacht is geschonken aan het opvoedend
en ontwikkelend element.
Doordat goede schrijvers en bekwame
teekenaars hebben geschapen, wat hier
technisch volmaakt in den handel gebracht
wordt, door dat alles is de naam Kluitman
onverbrekenlijk verbonden aan de jeugd
lectuur van dezen tijd en daarom kan er in
Alkmaar belangstelling bestaan voor het
jubileum van een onderneming, die den
naam van onze gemeente overal waar Hol-
landsche kinderen wonen een goeden klank
heeft gegeven.
Een receptie in Hotel Proot.
De directeuren hebben het voornemen,
ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan,
met het voltallig personeel een papierfa
briek te bezichtigen en een gezellig uit
stapje naar Amsterdam te maken.
Donderdag 20 April a.s. zal de directie in
hotel Proot des morgens door den heer
Langenberg namens het personeel worden
toegesproken en wat er verder gebeuren
zal is op het oogenblik nog niet rijp voor
publicatie.
Des middags van 3 tot 5 uur wordt er in
dat hotel een receptie gehouden en wij
twijfelen er niet aan of zeer velen zullen
gaarne gebruik maken van de gelegenheid
om Gebroeders Kluitman te toonen hoe
zeer de groei van hun bedrijf hen geïnte
resseerd heeft en hoe groote waardeering
zij hebben voor een Alkmaarsche onderne
ming, waar men door energieken en zorg-
vollen arbeid de reputatie heeft gekregen
de beste in den lande te zijn.
W. K. Kluitman
Men zal zich herinneren, dat op de
jongste vergadering der V.V.V. Alcmaria
Victrix het bestuurslid, de heer Schef-
fel, gelegenheid kreeg, om zeer in 't kort
eenige nieuwe plannen uiteen te zetten.
Hoe die plannen waren, wat de heer
Scheffel precies dacht, dat hoorden wij
op die vergadering niet. En zie hier de
reden, waarom wij een dezer dagen den
secretaris der K. v. K. opzochten en
tijdens een onderhoud het volgende no
teerden.
De zoo dikwijls gestelde vraag: Hoe hou
den wij de vreemdelingen des Vrijdags lan
ger in Alkmaar?, is moeilijk te beantwoor
den, doch de heer Scheffel meent, dat elke
poging, om die puzzle op te lossen, waard is
bestudeerd te worden.
Hoe houden wij de vreemdelingen hier?
Wel aldus het jonge V.V.V.-bestuurslid
laten wij van dit standpunt uitgaan, dat
de huidige toerist niet bepaald verlangend
is naar financiëele verrassingen. Hij wil
weten, waar hij aan toe is. En daarom zal
hij, nadat hij bijvoorbeeld den Waagtoren
beklommen heeft, niet gauw naar het Stad
huis gaan, om dat te bezichtigen, of naar
het museum of naar de Groote kerk. Want
wat kost hem dat allemaal? Dat weet hij
niet vooruit.
En al gauw zien we het bekende ver
schijnsel, dat de kaasmarkt tot 12 uur over
bevolkt is, dat er van 11 tot 12 in verschil
lende lunchrooms en café's een druk bezoek
is, maarom half een herneemt Alk
maar al weer zijn normalen aanblik.
En ziet, nu heeft de heer Scheffel gedacht
aan een „middagvulling". Hij zou de vreem
delingen zoo graag ook na 12 uur nog wil
len bezig houden en denkende aan de ver
rassingen waarvan deze niet houden,
meende de heer Scheffel, dat hij het ieder
een zoo gemakkelijk mogelijk, zoo goedkoop
mogelijk en zoo eerlijk mogelijk moet ma
ken.
Een passe-partout, een boekje met cou
pons! Dat was wat. Een klein, handig en
duidelijk foldertje! Dat was nog wat.
Echter, eerst moest met de Alkmaarsche
caféhouders gepraat worden. Zij moeten
niet het onderste uit de kan willen hebben.
Zij moeten bijvoorbeeld kunnen zien, dat de
toerist zijn meegenomen lunch-pakket ver
orbert met het bij hen gekocht kopje koffie.
En onze caféhouders willen gelukkig niet
alles hebben en zij bleken ten volle bereid,
in dezen zin mee te werken.
Toen kon de heer Scheffel verder werken.
Natuurlijk dacht hij allereerst aan de vele
bezienswaardigheden van onze stad, maar
daarnaast reikte zijn blik verder naar den
Langendijk, naar het „rijk der duizend
eilandjes". Er moet, dunkt hem, belang
stelling bestaan bij den toerist voor deze
tuinbouwstreek.
Welnu, wanneer men tegen een civielen
prijs den vreemdeling zou kunnen aan
bieden een retourtje AlkmaarHeerhugo-
waard, wanneer hij dan na een korte wan
deling een boottocht van een uur, anderhalf
uur, zou kunnen maken door het kool-
gebied, wanneer men zou zien, hoe de tuin
bouwproducten geveild worden, dan zou
zoo'n uitstapje naar den Langendijk zeker
interessant blijken.
Welnu, dat alles kan! De plannen zijn aJ
bijna geheel uitgewerkt en zelfs het moei-
lijkhedenprobleem: een veiling in werking,
werd opgelost, omdat de veilingbesturen
genegen waren, des middags proefveilingen
te houden. Want ook zij begrijpen, dat de
beste reclame voor hun product is, het te
zien en te weten, hoe het op de veiling komt
en daar verkocht wordt.
Ziedaar in groote trekken het plan-
Scheffel, dat dan bedoeld is voor die toe
risten, die „verzorgd" willen zijn. Er zijn
natuurlijk ook vele anderen, die per autobus
of fiets een tochtje zouden willen maken.
Ook zij moeten dan weten, waar wat te
zien is en hoé men het zien kan.
En de alles beheerschende factor „het
moet niet duur zijn", blijkt bovendien
mogelijk te zijn.
Op de kaasmarkt.
Duizenden vreemdelingen komen des
Vrijdags naar Alkmaar. Ze zien een kleur
rijk tafreel, dat eenig is in de wereld. Maar
weten zij, wat ze zien?
De praktijk leert, dat de „inlichtingsdienst"
verre van voldoende is, omdat al te vaak
blijkt, dat de vragers geen afdoend ant
woord kunnen krijgen, omdat hun metgezel
de finesses van den kaashandel niet kent.
De heer Scheffel heeft ook over deze
kwestie zijn gedachten laten gaan en kwam
tot de volgende conclusie: we moeten een
corps amateur-gidsen hebben en die werke
lijk opleiden. Met andere woorden: ze
moeten een soort cursus volgen. Want z®
dienen te weten, hoe de kaas gemaal»
wordt, welk verschil er is in de verschille11"
de soorten kaas, hoe de handel verloopt,
enz., enz. En zij moeten allerlei vragen
kunnen beantwoorden in de vreemde talen-
Natuurlijk geldt dit alles ook voor onze
andere bezienswaardigheden.
Nu moet zoo'n cursus niet afschrikken,
want de opzet is en blijft heel eenvoudig-
En een paar „lessen" moeten voldoende
zyn.
Het resultaat zal zijn, dat een tweeledig
doel bereikt wordt. In de eerste plaats dat
het peil der uiteenzettingen heel wa
hooger komt te liggen, zoodat de toeris
inderdaad op onderhoudende wijze wat ver
teld wordt van hetgeen hij ziet, en in d®
tweede plaats, dat de amateur-gidsen zel1
hun talenkennis verrijken, een zekere vlot
heid in optreden krijgen en zelfs relaties
kunnen maken.
De heer Scheffel heeft ons een en ander
natuurlijk uitvoeriger uiteengezet, dan viJ
hier weergeven. We gelooven, dat het boven
staande voldoende is, en besluiten daarom
met dat, wat de heer Scheffel als numfflf
één stelde: men geve den toerist service!