DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Duitschlarid overweegt geen aanval op onafhankelijke landen. Het telegram van Roosevelt. Duitsch-Poolsche verdrag is opgezegd Elke dusdanige ongegronde insinuatie ver stoort de rust en den wereldvrede. No. 100 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C KRAK. Vrijdag 28 April 1939 1*1 e Jaargang In zijn heden gehouden rede in den Duitschen rijksdag heeft Hitier o.m. aangekondigd, dat hij de Britsche regee ring zal berichten, dat aan het vlootverdrag de grond slag is ontnomen. Verder zeide hij, dat Polen Duitschland's voorstel, dat Danzig als vrije stad binnen de grenzen van het rijk terug zou keeren, heeft verworpen, waarna Hitier het Duitsch-Poolsche verdrag heeft opgezegd. „Roosevelt's telegram een handig document". hl itlers rede her uitgezonden. Vlootverdrag opgezegd. Punt voor punt besproken. Dantzig is een vrije Duitsche stad. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTENTIEN Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grcote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. Hitier richtte zich toen als 't ware tot Engeland en merkte op, dat in Enge land een oorlog tegen Ouitschland als vas.staand wordt aangenomen. „Ik betreur zulk een ontwikkeling diep aldus de Führer daar de eenige eisch, welke ik ooit gesteld neb en welke ik zal blijven stellen aan Engeland is: de teruggave van de koloniën. Ik heb het evenwel steeds zeer duidelijk gemaakt, dat dit nim—jr een reden voor een militairconflict zou kunnen zijn." Hitier zeide verder, dat indiea de Britsche regeering wederom met Duitschland zou willen onderhandelen over het vraagstuk der vloot, niemand gelukkiger zou zijn dan hij, in het vooruitzicht in staat te zrjn een eerlijke en duidelijke overeenkomst tot stand te brengen.. Vrijwel onmiddellijk na de opening van den rijksdag nam Hitier het woord, om zijn met spanning verbeide redevoe ring uit te spreken. De Führer begon al dadelijk met een bedekten aanval op Roosevelt en de de mocratische landen, want hij merkte terstond op, dat hij het telegram van Roosevelt pas in handen had gekregen nadat de overige wereld er reeds kennis van had genomen. De president der Vereenigde Staten, aldus begon Hitier, heeft tot mij een telegram ge richt, welks eigenaardige inhoud u bekend is. Aangezien wij uit taiiooze commentaren van de democratische wereldorganen de vriendelijke opheldering verkregen hadden, dat het bij dit telegram gaat om een zeer handig, tactisch document, dat bestemd is den „door het volk geregeerde staten" de verantwoording voor de oorlogzuchtige maatregelen der plutocratieën in de schoe nen te schuiven, heb iK besloten den Duit schen rijksdag te laten bijeenkomen, ten einde u, als de gekozen vertegenwoordigers van het Duitsche volk de mogelijkheid te geven, mijn antwoord het allereerst te vei- nemen, en dit ofwel te bevestigen of wel van de hand te wijzen. Bovendien echter achtte ik het doelmatig trouw te blijven aan den door den heer president Roosevelt ingeslagen weg, en mijnerzijds, en met onze middelen de overi ge wereld, in kennis te stellen van mijn ant woord. Ik wil deze gelegenheid echter ook gebruiken om uitdrukking te geven aan de gevoelens welke mij in verband met de ge weldige historische gebeurtenissen in de maand Maart van dit jr.ar vervullen. Hitier greep vervolgens in zijn betoog te rug tot het einde van den wereldoorlog en wees erop, dat de toen ontstane hoop op een duurzamen vrede, een vrede van verstand en gerechtigheid", in de sindsdien verloopen 21 jaren niet verwezenlijkt kor. worden. In levensruimten, waarin bijna 140 men- schen per vierkante kilometer hun bestaan moeten vinden, vernielde een troep onwe tende domooren een orde, welke zich m bijna tweeduizend jaren van historische ont wikkeling gevormd had. En toen deze nieu we wereldorde in haar gevolgen later een catastroph bleek te zijn. waren de democra tische vredesdictators van Amerikaansche en Europeesche afkomst zoo laf, dat niemand de verantwoording voor het gebeurde op zich durfde nemen. Ons volk stortte in donkersten tijd van zijn nationale ongeiuK. Hitiers rolitieke plannen. Wat ik thans duidelijk wü uiteenzetten zoo ging Hitier verder, is in de eerste plaats het doei van mijn politiek; plannen naar buiten en hun verwezenlijking. In het dictaat van Versailles werd noch rekening gehouden met het zelfbeschik kingsrecht der volken, noch met de staat kundige of zelfs economische behoeften. Ik heb er nimmer twijfel over gelaten, dat overal daar, waar de hoogere belangen van de Europeesche samenleving het ver- eischen, nationale belangen moeten worden achtergesteld. Om deze reden heb ik voor een groot aan tal van wellicht omstreden gebieden defi nitieve beslissingen getroffen en deze niet slechts naar buiten doch ook naar binnen bekend gemaakt. In deze opvatting van mij is geen wijziging gebracht en zal ook geen wijziging komen. De terugkeer van het Saargebied had alle territoriale vraagstukken tusschen Frankrijk en Duitschland in Europa uit de wereld geholpen. Wanneer er daarna toch een spanning ontstaan is, dan is dit, naar Hitier uitvoe rig betoogde, niet de schuld van Duitsch land, maar van die internationale krachten, die deze spanning stelselmatig veroorzaakt hebben, om hun kapitalistische belangen te kunnen dienen. Vervolgens verdedigde Hitier uitvoerig den terugkeer van de Ostmark en van Bo- hemen en Moravië. De cultuur van het Tsje chische volk, zoo sprak hij, is in een dui zendjarige gemeenschap essentieel door den Duitschen invloed gevormd. De hoofdstad van dit land, eens de Duitsche keizerstad, bezit de oudste Duitsche universiteit. Talrij ke kerken, raadhuizen, adellijke en burger lijk paleizen zijn getuigen van den Duit schen cultureelen invloed. Voortgaande zeide Hitier, dat alleen een politiek kind kon gelooven, dat het Duitsche volk voor eeuwig in den toestand van het jaar 1919 zou blijven. Sedert de overwin ning van het nationaal-socialisme was de oplossing van dit het Tsjechische vraagstuk slechts een kwestie van tijd. En het ging daarbij uitsluitend om een pro bleem der daarbij betrokken nationalitei ten, niet om een probleem van West-Europa. Het nationaal-socialistische Duitschland denkt er niet aan, de rasbeginselen waarop wij trotsch gaan ooit te verloochenen. De Siegfried-linie oer-sterk. In het verdere verloop van zijn rede deelde Hitier mede, dat de Siegfried- linie thans in hoofdzaak gereed is en dat ook de linies voor Aken en Saar— brücken, tot welker aanleg Hitier later opdracht had gegeven, reeds in aan zienlijke mate voor de defensie gereed zijn. In den toestand, waarin zich dit geweldigste vestingwerk thans bevindt, kan het Duitsche volk de geruststellende overtuiging vinden, dat bet geen macht ter wereld zal gelukken dit front ooit te doorbreken. De kritiek op München noemde Hitier het bewijs ervoor, dat den oorlogsophitsers de vreedzame oplossing van het vraagstuk het verderfelijkste toescheen, wat ooit geschied- De rede van Hitier werd door de volgende buitenlandsche zenders heruitgezonden: De Italiaansche, de Hongaarsche, de Joegoslavische en de Slowaak- sche radio, de Spaansche zender Teneriffa, waarop aangesloten het schip van „Kraft-Durch-Freude", de Robert Ley, de Bulgaarsche, Zweedsche, Belgische, Litausche, Portugeesche, Japansche en Austra lische radio, de zenders National Bi oadcasting-New York, Columbia Broadcasting System, Mutual Broad- casting System, Argentinië: Radio Splendid, Uruguay: Montevideo.de Chileensche Radio, Columbia: Bo- geta en de zender van de Canadian Broadcasting Corporation. de. Zij betreuren, dat er geen bloed ge vloeid heeft. Niet hun bloed natuurlijk, want die ophitsers staan niet daar, waar ge schoten, doch alleen daar, waar verdiend wordt. Hitier zette vervolgens uiteen, waarom het overgebleven deel van de Tsjecho-Slo- waaksche republiek ten doode was opge schreven, en vervolgde: Tsjecho-Slowakije werd ontbonden niet omdat Duitschland het wilde, maar omdat men aan de conferentie tafel op den duur geen kunstmatige staten kan opbouwen en in stand houden. Nogmaals bestreed Hitier de bewering, dat deze oplossing strijdig was met de over eenkomst van München. Deze overeenkomst betrof uitsluitend kwesties inzake de verhouding tusschen En geland en Duitschland. Wanneer nu Chamberlain de gevolgtrek king maakt, dat de overeenkomst van Mün chen vervallen is, omdat wij haar verbro ken zouden hebben, dan neem ik thans van deze opvatting nota en trek ik daaruit de consequenties. In het kader van mijn vriendschaps- politiek tegenover Engeland heb ik uit mij zelf een vrijwillige beperking der Duitsche bewapening ter zee voorgesteld, evenwel op voorwaarde, dat de wil en de overtuiging zal bestaan, dat tusschen Engeland en Duitschland nooit meer een oorlog meer mo gelijk zou zijn. Ik moet echter op het oogenblik vaststel len, dat de politiek van Engeland, inofficieel en officieel, er geen twijfel over laat be staan, dat men in Londen deze overtuiging niet meer deelt, doch integendeel van mee ning is, dat Groot-Britannië steeds tegen Duitschland stelling zou moeten nemen. Men ziet daar dus den oorlog tegen Duitschland als iets dat van zelf spreekt. Dit betreur ik diep, want de eenige eisch die ik Engeland stelde en altijd zal stellen, is de teruggave van onze koloniën. Wanneer Engeland thans in de pers en officieel het standpunt huldigt, dat men tegen Duitschland onder alle omstan digheden zou moeten optreden, en het dit bevestigt door de ons bekende poli tiek der omsingeling, dan is daarmede de voorwaarde voor het vlootverdrag weggenomen. Ik heb daarom besloten, dit nog vandaag aan de Britsche regee ring mede te deelen. Mocht de Britsche regeering het echter op prijs stellen met Duitschland over dit vraagstuk nog eens in onderhandeling te treden, dan zou niemand zich gelukkiger achten dan ik, om wellicht toch nog tot een duidelijke en onmiskenbare overeenstem ming te kunnen komen. Geen staat zal ooit door ons in zijn bezit beroofd worden. Alleen degene, die Duitschland meent te kunnen aan vallen, zal op een macht en een tegen stand stuiten, waar tegenover die van het jaar 1914 onbeteekenend is. Na herinnerd te hebben aan de oplossing van het Memelvraagstuk, besprak Hitier de betrekkingen met Polen, die we apart pu bliceer en. In scherpe bewoordingen brandmerkte Hitier vervolgens de internationale oorlogs ophitsers der laatste weken. Nogmaals verklaarde Hitier dat de band, welke Duitschland en Italië omsluit, onver brekelijk is. In de handhaving der vrijheid en onaf hankelijkheid van Duitschland, Italië en Japan zag Hitier het krachtigste element voor de naleving eener werkelijk mensche- lijke beschaving, eener practische civilisatie en eener meer gerechte ordening der wereld voor de toekomst. Hitier besprak vervolgens het telegram van Roosevelt, welk telegram de Führer punt voor punt uiteenzette en Duitschland's standpunt t.o.d. toelichtte. Dit telegram analyseerend, zeide Hitier, 0.m.: 1. Roosevelt is van meening, dat ook ik mij ervan bewust ben dat in de geheele wereld honderden millioenen menschen in een permanente vrees voor een nieuwen oorlog verkeeren. Welnu, deze vrees voor oorlogen heeft zonder twijfel de mensch- heid altijd en terecht vervuld. Sinds het Verdrag van Versailles zijn tot 1938 alleen Over de verhouding tot Polen was volgens Hitier weinig te zeggen. Het Verdrag van Versailles heeft hier, en natuurlijk opzettelijk, door de eigenaar dige instelling van den Poolschen cor ridor naar zee, voor altijd een accoord tusschen Polen en Duitschland willen verhinderen en daarbij Duitschland wellicht de smartelijkste wonden toe gebracht. Niettemin heb ik mij voortdurend op het standpunt gesteld, dat de noodzakelijkheid van een vrijen uitgang naar zee voor den Poolschen staat niet over het hoofd kan worden gezien en dat volkeren die elkan ders buren zijn, zich niet kunstmatig het leven moeten vergallen. Hitier herinnerde aan het met Pilsoedski gesloten accoord en merkte op, dat tus schen Duitschland en Polen nog één kwest'.e bestond, die volkomen natuurlijk vroeg of laat geregeld moest worden: Dantzig is een Duitsche stad, die naar Duitschland terug wiL Omgekeerd heeft deze stad in verdra gen vastgestelde overeenkomsten met Po len, die haar door de vredesdictator van Versailles waren opgedrongen. Hitier deelde vervolgens mede, dat hij, nadat het Dantziger vraagstuk reeds eenige maanden geleden enkele malen besproken was, aan de Poolsche regee ring het volgende concrete voorstel ge daan had: Ten eerste: Dantzig keert als vrije stad binnen de rijksgrenzen terug. Ten tweede: Duitschland krijgt door den corridor een weg en een spoorlijn, waarover het vrij kan beschikken en waar Duitschland dezelfde exterrito riale rechten geniet als Polen in den corridor. Als tegenprestatie is Duitschland bereid: 1. Alle economische rechten van Polen in Dantzig te erkennen. 2. Polen het recht van vrijhaven te ver- leenen in een door Polen te bepalen mate alsmede volledigen vrijen toegang. 3. Het erkennen en aanvaarden van de vastgestelde grenzen tusschen Polen en Duitschland als definitief. 4. Het sluiten van een non-agressiepact met Polen voor den tijd van vijf en twintig jaar, een verdrag derhalve dat, naar Hitier het uitdrukte, „langer duurt dan mijn eigen leven". 5. Polen en Hongarije te doen deelnemen aan de garantie der onafhankelijkheid van Slowakije, d.wz afzien van iedere Duit sche overheersehing in dit gebied. De Poolsche regeering, aldus Hitier, heeft mijn aanbod van de hand gewezen en zich slechts bereid verklaard om over de vervan ging van den Volkenbondscommissaris te onderhandelen en faciliteiten te verleenen voor het transito-verkeer door den corridor. Ik heb deze mij onbegijpelijke houding der Poolsche regeering oprecht betreurd. Het ergste is dat, evenals het Tsjecho-Slo wakije van een jaar geleden, thans ook Polen meent, onder den druk eener leugen propaganda troepen te moeten oproepen, hoewel Duitschland geen enkelen man heeft opgeroepen en er niet aan dacht op de een of andere wijze tegen Polen op te treden. Vervolgens betoogde Hitier, dat het door Polen met Engeland gesloten pact van wederzijdschen bijstand, in strijd is met het accoord, dat hij destijds met Pilsoedski had gesloten. Ik beschouw derhalve het door mij en maarschalk Pilsoedski destijds gesloten accoord als door Polen eenzijdig ge schonden en derhalve als niet meer be staande. Ik heb dit aan de Poolsche regeering medegedeeld. Ik herhaal echter, dat dit geen wijziging beteekent in mijn principieele houding tegenover de aan de orde zijnde vraagstuk ken. Mocht de Poolsche regeering er prijs cp stellen tot een nieuwe verdragsregeling der betrekkingen tot Duitschland te komen, dan zal ik dat slechts toejuichen, op voor waarde evenwel dat een dergelijke regeling op een volkomen duidelijke en beide par tijen gelijkelijk bindende verplichting be rust. reeds veertien oorlogen gevoerd, waaraan ook staten van het westelijk halfrond deel hadden. Daarbij kwamen nog in hetzelfde tijdperk 26 gewelddadige interventies, en met bloedig geweld toegepaste sancties. Duitschland had hieraan nooit deel en was er nooit de oorzaak van. De oorzaak voor de oorlogsvrees ligt uit sluitend in een onbeteugelde, leugenachtige en gemeene persophitsing en in het kunst matig scheppen eener paniekstemming. 2. Roosevelt spreekt in zijn telegram de meening uit, dat iedere groote oorlog zijn invloed op vele generaties uitoefent. Dit weet niemand beter dan het Duitsche volk, want in het vredesverdrag van Versailles werden den Duitschers lasten opgelegd, welke in geen honderd jaar te boven zouden zijn gekomen. 3. Roosevelt verklaart, dat hij zich reeds bij een vorige gelegenheid tot mij heeft ge richt, om de politieke, economische en so ciale vraagstukken op vreedzame wijze op te lossen. Antwoord: Ik heb zonder wapengeweld de noodige politieke, economische en sociale vraagstukken geregeld. 4. Roosevelt gelooft, dat de strooming van dezen tijd thans weer dreigend wapengeweld met zich mee brengt. Antwoord: Voor zoover Duitschland be treft is mij van een dergelijke bedreiging van andere volkeren niets bekend, wel ech ter lees ik in de democratische couranten eiken dag de leugenberichten over derge lijke bedreigingen. 5. Roosevelt gelooft verder, dat indien een oorlog uitbreekt alle volkeren hieronder zul len lijden. Antwoord: Doze overtuiging heb ik 20 jaar lang gehuldigd. 6. Roosevelt gelooft dat de leiders van groote landen het in hun hand hebben, hun volken van het dreigend onheil te redden. Antwoord: Wanneer dit zoo is, dan is het een strafbare lichtzinnigheid, wanneer de leiders van volken die over zulk een macht beschikken het niet klaar spelen hun tot oorlog ophitsende pers te beteugelen. 7. Roosevelt spreekt ten slotte van geruch ten volgens welke nog meer aanvalsdaden worden overwogen. Antwoord: Ik acht iedere door niets ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1