DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Een speurtocht naar Danzig.
Engeland, de Sovjets en de crisis
om Danzig.
Bevolking der Vrije Stad in rustige
afwachting.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE AD VERTENT 1EN
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grcote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 109 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 9 Mei 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
Vragen fn het Lagerhuis.
Moskou bestudeert het Britsche
antwoord.
'Tn het Engelsche lagerhuis is intusschen
gisteren de bezorgdheid over het verloop der
Britsch-Russische onderhandelingen weder
om in tal van vragen tot uiting gekomen
terwijl, in dit verband, andere afgevaar
digden nadere bijzonderheden wenschten
over de garantie, die Engeland aan Polen
heeft verstrekt.
Tokio ingelicht door
Engeland.
Over de Engelsch-Russische
onderhandelingen.
Toekomstig Gibraltar der
Oostzee
De algemeene toestand.
Zie verder Boitenlagd pag. 1, 3e blad.
ALKMAARSCHE COURANT.
Het feit, dat de Britsche ambassadeur
te Moskou gisteren een bezoek gebracht
heeft aan Molotoff, den nieuwen Rus-
sischen volkscommissaris van buiten-
landsche zaken en hem den tekst der
Britsche voorstellen heeft overhandigd,
bewijst, aldus de diplomatieke corres
pondent van Reuter, in de eerste plaats,
dat de Britsche autoriteiten bevredi
gende verzekeringen hebben ontvangen,
dat het aftreden van Litwinoff geen
verandering in de buitenlandsche poli
tiek van Rusland beteekent en ten
tweede, dat zij de hoop koesteren dat de
Britsche tegenvoorstellen als basis
zullen kunnen dienen voor een over
eenkomst.
Ofschoon het Britsche aanbod geen aan
vaarding beteekent van het Russische voor
stel, dat practisch neerkwam op het sluiten
van een bondgenootschap, is er reden om
aan te nemen, dat het gebaseerd is op samen
werking op den grondslag van wederkee-
righeid, ingeval van een aanval op de aan
de Sovjet-Unie grenzende midden- of Zuid-
Europeesche staten.
Het zou voorzien in overleg en uitwisse
ling van inlichtingen, doch op het oogenblik
schijnt er nog geen sprake te zyn van
nader omschreven voorstellen omtrent den
vorm van samenwerking tusschen beide
landen.
Chamberlain antwoordde, dat de Britsche
regeering door bemiddeling van haar am
bassadeur te Moskou haar zienswijze ander
maal aan de sovjet-autoriteiten had kenbaar
gemaakt, dat thans de diplomatieke gedach-
tenwisseling nog voortduurde en dat het
hem dus, zooals hij overigens reeds her
haaldelijk had betoogd, onmogelijk was op
de vragen der afgevaardigden te antwoorden.
De conservatief Boothby insisteerde en
vroeg of Chamberlain zich er wel reken
schap van gaf, dat de groote meerderheid in
Engeland voorstander is van een pact van
wederkeerigen bijstand tusschen Engeland
en Rusland. (Toejuichingen).
En mag ik den eersten minister vragen,
vervolgde Boothby, of hij, gezien de ga
ranties die wij aan Polen en Roemenië heb
ben gegeven en de stijgende onrust bij het
Britsche volk over het volkomen uitblijven
van maatregelen die ons in staat zouden
stellen, die verplichtingen ten uitvoer te
brengen, ons de verzekering wil geven, dat
hij al het mogelijke zal doen, om zoo
spoedig mogelijk een FranschEngelsch
Russisch pact te sluiten?
Naar verluidt, aldus de parlementaire re
dacteur van Reuter, heeft Chamberlain
Boothby het volgende antwoord gegeven:
„Ik wist niet, dat de openbare meening in
Engeland gelegenheid heeft gehad, een
opinie tot uiting te brengen, als de interpel-
lant zoo juist signaleerde en evenmin denk
ik, dat Boothby redenen heeft, om een der
gelijke verklaring af te leggen".
Henderson van de labourpartij stelde de
vraag of men nu als zeker mag aannemen,
dat de Britsche regeering er naar streeft, den
grootst mogelijken graad van samenwerking
met de sovjet-unie te verkrijgen door een
stelsel, dat gebaseerd is op wederkeerige
garantie en verzet tegen welke agressie ook
ten doel heeft.
Chamberlain antwoordde, dat het 't doel
der politiek, welke de Britsche regeering
volgt, inderdaad is tot de grootst mogelijke
samenwerking met Rusland te komen.
De andere in het lagerhuis gestelde vragen
betroffen voornamelijk Danzig. Butler ant
woordde dezen interpellanten, dat de
De arbeidersafgevaardigde Johnston
vroeg, of de Britsche regeering bij het ver-
leenen van haar garantie de Poolsche regee
ring eenig advies heeft gegeven omtrent de
wenschelijkheid van onmiddellijke onder
handelingen met Duitschland over een min
nelijke schikking voor den status van Dan
zig en redelijke verbindingen tusschen
Duitschland en Oost-Pruisen. En verder, of
de minister-president, met het oog op moge
lijk oorlogsgevaar, de Poolsche regeering er
van kon overtuigen, dat de Britsche open
bare meening tevredengesteld moet worden
door het vertrouwen, dat ieder redelijk voor
stel voor een regeling gunstig ontvangen
jou worden.
Chamberlain antwoordde: „de afgevaar
digde heeft ongetwijfeld kennis genomen
van de rede van Beek, waaruit is gebleken,
dat deze kwesties reeds door de regeerin
gen van Duitschland en Polen besproken
zijn, alvorens Engeland zijn garanties gaf.
De Poolsche regeering beseft natuurlijk,
dat de Britsche regeering een minnelijke
schikking zou toejuichen en ik heb geen
reden om te betwijfelen, dat zij zich bewust
is van het belang der overweging, vervat in
het tweede gedeelte van deze vraag".
Toen Morgan vroeg, of Chamberlain bereid
is, zijn bemiddeling aan te bieden voor het
geval dat onderhandelingen mislukken,
verwees Chamberlain naar de verklaring
van Butler. Tenslotte verklaarde de mi
nister, dat de regeering voldaan is over den
krachtigen en tegelijk verzoenenden, toon
van de rede van Beek (toejuichingen) en
kennis heeft genomen van de daarin gedane
voorstellen.
gelegenheid van de direct betrokken par
tijen is. Echter is herhaaldelijk uiteengezet,
dat de Britsche regeering voorstandster is
van regeling van internationale geschillen
door middel van vriendschappelijke onder
handelingen, arbitrage of andere vreedzame
middelen en dat zij te allen tijde bereid is,
haar goede diensten te verleenen op ver
zoek van een der belanghebbende partijen.
Indien wij een dergelijk verzoek zouden
krijgen, zouden wij hebben na te gaan op
welke wijze wij onze bemiddeling het best
zouden kunnen verieenen.
Engeland heeft Japan volledig inge
licht over den huidigen stand der
EngelschRussische onderhandelingen.
Men hoopt nu, dat Japan deze be
leefdheid zal beantwoorden door Enge
land mede te deelen, wat er precies
aan de hand is met de levendige poli
tieke en militaire besprekingen van
Japan met Duitschland en Italië.
Lord Halifax, de minister van buitenland
sche zaken, die gisteravond de gast was van
den Japanschen ambassadeur Sjigemitsoe,
heeft dezen diplomaat kort geleden op het
ministerie ontboden en met hem een lang
gesprek gevoerd, waarin beide staatslieden
uiting gaven aan hun wederzij dsche grie
ven.
Sjigemitsoe zou zich ernstig beklaagd heb
ben over den Engelschen steun aan China.
Hij betoogde, dat de regeering van Tsjoeng-
king, die door Engeland financiëel gesteund
wordt, onder den invloed staat van Sovjet-
Rusland. Hij zou zelfs, naar men vertelt, de
staking van den Britschen steun aan China
gevraagd hebben. Dit zou dan den weg vrij
moeten maken voor een verbetering van de
EngelschJapansche betrekkingen.
Arita, de Japansche minister van buiten-
(Van onzen specialen verslaggever.)
Daar zit men dan in de stad, die
eens niemand meer of minder dan
Fahrenheit en Schopenhauer onder
haar inwoners heeft mogen tellen, en
staat er rond te kijken als de bekende
kat in het onbekende pakhuis. Ik ben
nog nooit in Danzig geweest zeker,
ik ken het beroemde Danziger Gold-
wasser maar verder heeft mijn
kennis zich niet uitgestrekt. En toch
toch is het alsof ik ben in een stad
die mij niet gansch en al vreemd is,
want er is veel dat mij doet denken
aan steden die ik wèl ken ik noem
Hamburg en Bremen en met eenige
fantasie noem ik er Amsterdam nog
bij.
Een oude stad, vergis ik mij niet, dan
moet zij reeds omstreeks het jaar duizend
hebben bestaan en haar naam had een
klank die klonk als een klok, toen zij zich
ongeveer 1400 bij de Hanze aansloot en
een groot aandeel nam in de verschillende
oorlogen, die werden gevoerd tegen de
Noorsche rijken en de zeeroovende elemen
ten, die destijds hun groots .e triomfen
vierden.
En thans waarom zou ik in een tijd,
waarin alles zich zoo razend snel afspeelt,
ook maar niet met zevenmijlslaarzen door
de geschiedenis rennen thans is het een
Vrije Stad en dat niet voor de eerste maal.
Danzig n Polen staan om nu maar eens
een gloednieuwe expressie te mogen ge
bruiken in het teeken der algemeene
belangstelling. De Vrije Stad Danzig is
een schepping van het verdrag van Ver-
sailles en als zoodanig de bron van veel
ellende. Is er eigenlijk wel iemand, die nu
precies weet wat er staat te gebeuren en
of het om nu maar eens een zeer voor
landsche zaken, heeft inmiddels te Tokio
een rede gehouden, waarin hij zeide, dat
Japan de Britsche onderhandelingen met
Rusland niet kan negeeren, ondanks de uit
sluiting van het Verre Oosten daarbij. Hij
voegde er aan toe dat de anti-kominterr.
versterking behoeft, omdat Japan het hoofd
moet kunnen bieden aan de komende inter
nationale ontwikkelingen, ofschoon een on
middellijke verslechtering van de Europee-
sche situatie onmogelijk is.
Roosevelts boodschap was naar Arita's
meening bestemd voor binnenlandsch ge
bruik in Amerika, doch tevens om de we
reld op te zetten tegen Duitschland en
Italië. Een direct effect tegen de anti-
kominternstaten was echter niet bedoeld.
de hand liggend woordspel te gebruiken
niet bij .,Be(c)k-vechten" zal blijven?
Naar wat men zoo hoort zal ook hier als
het er op aan komt de soep wel niet zoo
heet worden gegeten als zij wordt opge
diend, want deed men dat, inderdaad, dan
zou men zich op hopelooze wijze het keel
gat verbranden. De Polen zijn momenteel
natibnaler dan ooit te voren en ik sprak
velen die my wisten te vertellen, dat de
regeering die den euvelen moed zou heb
ben aar. de Duitsche wenschen men kan
het misschien beter en juister „eischen"
noemen tegemoet te komen, haar eigen
graf zou delven.
Wat is een van de allergrootste strijd
punten tusschen Duitschers en Polen? Een
dér allergrootste strijdpunten is de weg
door den corridor, de corridor die men
Polen heeft gegeven om het land zoodoen
de een weg naar de zee te openen. Deze
corridor is om en bij de veertig kilometer
breed en in die veelbesproken corridor
wonen hoofdzakelijk Polen. Die Polen zijn
zeer achterdochtig en gezien hetgeen er
met Tsjecho-Slowakije is gebeurd, is deze
achterdocht alleszins te begrijpen.
De Polen zeggen: „die corridor is
Poolsch". Er is inderdaad ook veel voor
dit standpunt en deze opvatting te zeggen.
De bevolking was verduitscht, maar
tegenwoordig is zy Poolsch zij is
grootendeels katholiek men spreekt
Poolsch en er zijn Duitsche minderheden.
En de Polen nu zijn bang of zij dat te
recht of niet terecht zijn is onze zaak niet
dat wanneer de door de Duitschers ge-
wenschte exterritoriale weg er zou komen,
dit voor Duitschland een strategisch voor
deel zou zijn, véél' grooter dan men zou
kunnen dulden. Dus géén exterritoriale
weg aldus de redeneering der Polen
geen weg waarop de Polen geen controle
zouden hebben of kunnen uitoefenen. Er
kan bovendien over een weg gepraat en
onderhandeld worden, goed, maar men
wenscht te onderhandelen op voet van
gelijkheid. Het draait ook hier pre
cies als bij zooveel wat in Duitschland ge
beurt, uit op de manier waarop.
Polen heeft zich ten koste van
zéér veel geldelijke opofferingen in
Gdynia een haven verschaft die van
groote beteekenis is. Fransch kapitaal
speelde daarbij een rol van gewicht.
Deze haven maakt een Ameri-
kaanschen indruk; wie de stad be
zoekt en wanneer men er vanuit
Danzig heen wil, dient men een
visum te hebben ontdekt breede
straten en hooge gebouwen. Er
heerscht groote bedrijvigheid, maar
Polen heeft toch voor zijn in- en uit
voer aan dit Gdynia niet genoeg, het
heeft óók Danzig noodig.
Het pact van Milaan.
In hun commentaren op het pact van
Milaan schryven de Roemeensche bladen,
dat deze alliantie de permanente vornyng
beteekent van een blad van volkeren, dat
zich uitstrekt van de Oostzee tot de
kusten van Noord-Afrika, bestaande uit
130 millioen menschen, waarbij men nog
kan voegen de tien millioen burgers van
Hongarije en de tien millioen van het
Italiaansche koloniale rijk; zoodat het
totaal 150 millioen menschen bedragt.
Met dit formidabele blok moeten de an
dere mogendheden rekening houden, zoo
wel in vredes- als in oorlogstijd.
Weer staat men, schrijft Gayda, voor een
kw«tie-Danzig"in Eerste'instantie een aan- J-politiek van verdragen maar de verant
- ur/\rtrW in (T hiarxTAAr Izftmt nooi» on
woording hiervoor komt neer op Engeland
en Frankrijk, die er mede begonnen zijn.
De Engelsch-Fransche omsingelingspolitiek
wil het evenwicht der Europeesche krach
ten verbreken en een superioriteit vestigen
tegen Duitschland en Italië. De Italiaansch-
Duitsche alliantie herstelt dat evenwicht
en verhoogt tevens de waarschijnlijkheid
van den vrede, aangezien een initiatief
voor een offensief hierdoor wordt afge
schrikt. Voor alle in Milaan bestudeerde
vraagstukken en vooral voor d» netelige
kwesties der Duitsche en Italiaansche
eischen, is een handelwijze overeenge
komen, welke geïnspireerd wordt door een
sterken wil naar vrede en samenwerking.
Daarom is behalve de alliantie van Milaan,
geen enkel nieuw uitzonderlijk feit aange
kondigd dat de rust in Europa zou kunnen
verstoren.
Echter zouden de verschillende verant
woordelijke regeeringen zich sterk vergis
sen. wanneer zij die politieke rust van
Italië en Duitschland uitlegden als een
uitnoodiging om de vraagstukken welke
een oplossing vereischen in het archief te
bergen, of als een aanmoediging tot provo
caties.
De Duitsche rijksminister van buiten
landsche zaken, von Ribbentrop, heeft in
een onderhoud met den vertegenwoordiger
van het Duitsche Nieuws Bureau uitdruk
king geven aan zijn groote voldoening
over de enthousiaste ontvangst, welke hem
te Milaan is deelachtig geworden.
Graaf Ciano heeft hem mededeeling ge
daan van de belachelijke uitlatingen van
eenige Fransche bladen over een z.g. vy-
andige houding der bevolking van Milaan
tegenover de Duitsch-Italiaansche vriend
schap. Toen hij vervolgens door Milaan
reed en met eigen oogen gezien heeft hoe
de geheele bevolking hem met jubel heeft
ontvangen, heeft hij, von Ribbentrop, ge
voeld hoe treurig en fnuikend het is, dat
onverbeterlijke ophitsers steeds weer pro
beeren de volken met leugens te vergif
tigen.
Deze leugens zijn te betreuren, doch de
asmogendheden hebben er de les uit ge
trokken. In het bijzonder is von Ribben
trop de hartelijkheid opgevallen, waar
mede de arbeiders van Milaan hem heb
ben ontvangen. Hy heeft een overzicht ge
kregen van de productiekracht der bevol
king van Milaan, die hij als een bloeiend
modern centrum van Noord-Italië heeft
aanschouwd.
Duitschland en Italië kunnen rustig de
toekomst tegemoet zien. Het verdrag van
bondgenootschap is slechts het logische
besluit voor een toestand, welke reeds
sinds jaren werkelijkheid is.
Voor die juridische woordbrekers, penne-
likkers en de steeds weer orakelende op
hitsers hebben de asmogendheden nu ook
een punt gezet, ten einde het de wereld
definitief duidelijk te maken van welken
aard onze bettrekkingen zijn en dat niets
de solidariteit der beide naties kan be-
invlceden.
De democratische wereld .aldus de mi
nister, moge er kinnis van nemen, dat de
vriendschap tusschen Mussolini en Hitier
niet te verstoren is en dat hun beide vol
ken in gelijke gevoelens gesloten achter
hen staan.
Deze twee mannen en hun beide volkan
willen den vrede. Zij zijn evenwel precies
zoo bereid dezen vrede en hun onafhanke
lijkheid gemeenschappelijk te verdedigen.
Duitschland en Italië, aidus besloot von
Ribbentrop, zijn tegen iederen aanval ge
wapend en onoverwinnelijk.
En nu wenschen de Duitschers dat
Danzig typisch Duitsche stad in het
kader van het Derde Rijk zal terugkeeren.
Zij beloven den Polen de noodige maatre
gelen die hun rechten zullen handhaven.
Het klinkt heel mooi: De vrije stad Danzig
terug in het kader van het Derde Rijk,
maar wat beteekent dat nu precies? Daar
komt het nu net op aan en dat weet men
eigenlijk niet. De strategische waarde van
Danzig speelt ook hier een niet geringe
rol, en het is wel heel fraai gezegd wat ik
van een Pool hoorde, die zich aldus uit
drukte: „Zullen de Duitschers van Danzig
niet het Gibraltar der Oostzee maken?"
Men moet niet vergeten dat er in Dan
zig twee voortreffelijk geoutilleerde wer
ven zijn. Dat de Polen er bitter weinig
voor voelen dat deze werven in Duitsche
handen zouden vallen kan men hen moei
lijk kwalijk nemen. Zij willen wat er
ook gebeuren zal de garantie hebben
(het is zoo langzamerhand er niet gemak
kelijker op geworden een garantie te krij
gen, die meer waard is dan het aantal
letters waaruit dit woord bestaat) dat
Danzig voor de Duitschers niet een mari
tiem standpunt zal worden.
Wanneer het gebeurde met Tsjecho-
Slowakije niet zou hebben plaats ge
grepen, dan zou de toestand zonder
twijfel heel wat minder moeilijk zijn.
Want een oplossing zal er moeten
worden gevonden en men gelooft dan
ook dat het alles niet zoo'n vaart zal
loopen als verschillende bladen
wereld wel willen doen gelooven
de
Toep.j£ jnet hot vliegtuig op zeshonderd
meter hoogte naar Danzig vlo:g, zag ik
onder my een weinig opwekkend land
schap liggen. De avond was gevallen en.
hoog aan den hemel stond de maan in vol
len glans het deed mij denken aan de
versregel van den Franséhen dichter dat
zij stond aan den hemel „eomme un point
sur un i". Zij zilverde over de vleugels van
het vliegtuig en zij zilverde óók over de
ontelbare plassen en moerassige plekken
van het verlaten landschap, dat mij her
innerde aan afbeeldingen in de Nederland-
sche bladen van onze veenstreken, die zoo
een kostbaar verdedigingsmiddel bieden en
waar ook degeen die erin raakt, niet weer
uitkomt.
Wy vlogen dus over Poolsch gebied.
Toen wij landden in Danzig, dat er uit de
verte uitzag als een geweldige taart met
ettelijke duizenden kaarsjes versierd,
waren wij op Duitschen grond. De stad
volkomen Duitsch, de winkels Duitsch, de
hotels en restaurants Duitsch, d i menschen
Duitsch en de S.A.-mannen, die ik tegen
kwam, niet minder Duitsch. Ook de hou
ding tegenover de Joden was Duitsch, maar
naar men mij vertelde hebben zij het hier
dan toch nog altrd minder moeilijk dan
in het Derde Rijk. Zeer veien zijn weg
zij ihijnen ook meer geld mee te kunnen
nemen dan in het Alt-rech het geval is en
van de drie synagogen staat ei. nog één,
die overigens niet meer in gebruik is. Zij
bevat groote kunstschatten, kunstschatten
van enorme waarde en deze kunstschatten
mogen worden meegenomen. Het plan be
staat van deze zeer bezienswaardige en
hoogst interessante schatten een tentoon
stelling in ons land te houden, in verschil
lende steden hoopt men ze te kunnen ex-
poseeren.
Gelijk men weet wordt het oppertoe
zicht over Danzig uitgeoefend door den
Zwitserschen professor Burckard die den
Volkenbond vertegenwoordigt en wiens
invloed niet overschat dient te worden.
Zijn laatste optreden was eigenlijk een
protest tegen de toepassing der Neuren-
berger wetten na de bekende progrom van
den twaalfden November. De Volkenbond
nam het protest aan en stelde het in han
den van het „Comité des Trois", Frankrijk,
Zweden en Engeland, welk comité een
rapport zal uitbrengen. Of het veel zal
helpen, dat is een andere vraag
Hoe is de stemming hier nu eigenlijk?
Anders dan men waarschijnlijk in Neder
land denkt rustig. Wie zijn gedachten
over dit alles laat gaan, weet hoe het is:
men wil gaarne naar het Derde Rijk terug.
Uit de verte lijkt alles vaak mooier en
beter dan het in werkelijkheid is, en ik
denk ook aan hetgeen ik meemaakte in het
Saargebied. Ik zal u zeggen in welken zin.
Het Saargebied wilde ook naar Duitsch
land terug, bloed verloochent zich niet,
maar dat wil nog niet zeggen, dat men
daarom honderd procent „hitleriaansch ge
zind" is. Dat is een groot deel, maar lang
niet iedereen. En zooals meer voorkomt,
de jongen zijn het meer dan de ouden.
Tenslotte nog een aardige bijzonderheid.
Toen ik in Berlijn informeerde of de de-
viezenbepalingen voor Danzig dezelfde
waren als die golden voor het overige bui
tenland, anttwoordde de door mij gevraag
de met en lachje:
„Bis jetzt, ja".
Bis jetzt....