DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De spanning in Europa.
Met speer en zwaard op den vijand los.
Het aftreden van Litwinow en de buitenlandsche
politiek van de Sowjetunie.
Te Moskou nauwelijks
opgemerkt.
Het lot der eskimo's.
Zullen zij uitsterven?
Bij de Chineesche guerrilla
krijgers in Sjansi.
Grieksche kunstschatten te
Delphi gevonden.
De algemeene toestand.
De Britsch—Turksche
besprekingen.
Nog deze week een over
eenkomst.
Deensch schrijver mag de
Duitsche grens niet
overschrijden.
Hij had een artikel geschreven
over de Wenden,
ALKMAARSCHE COURANT.
Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grcote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v/h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 110 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Woensdag 10 Mei 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA,
141e Jaargang
Het aftreden van Litwinow moge te
Londen en Parijs opschudding en te
Berlijn opluchting gebracht hebben, te
Moskou heeft men het nauwelijks op
gemerkt. Op de voorpagina van de Rus
sische bladen werd met groote letters
de oekaze afgedrukt, waarbij Molotow
tot volkscommissaris van buitenland
sche zaken werd benoemd (dat deze be
noeming een voorloopig karakter zou
dragen, blijkt daaruit niet) en op de
laatste bladzij werd in kleine lettertjes,
zonder opschrift vermeld, dat Litwinow
op verzoek van zijn functie ontheven
was. En dat was alles. Het was trou
wens precies evenveel, als men in den
laatsten tijd van mutaties in de Sowjet-
regeering pleegt te vernemen. Vroeger
zag men nog wel eens een portret van
den nieuwen functionnaris of kreeg zijn
biografie herhaald, maar dat is lang ge
leden.
Wat het heengaan van Litwinow betee-
kende, is dan ook nog altijd een geheim.
Slechts heeft men vernomen, dat het geen
wijziging in de door de Sowjetunie gevoerde
politiek beteekent.
Dat was ook niet waarschijnlijk, omdat
Litwinow in het sowjetregiment nimmer
een figuur geweest is van het formaat, dat
een eigen politiek kan voeren. Vlak na zijn
verdwijnen schreef de Moskousche corres
pondent van de Daily Telegraph aan zijn
blad, dat Stalin nimmer méér in hem ge
zien had dan een waardevol ondergeschikte,
dien hij in 1930 (na het aftreden van
Tsjitsjerin) met tegenzin volkscommissaris
gemaakt had. Litwinow, die wist, dat zijn
diensten gewaardeerd werden, maar zijn
persoonlijkheid niet, hield zich steeds op een
afstand van den intiemen kring van het
Kreml. HÜ vroeg gehoor, wanneer hij het
noodzakelijk achtte en men ontbood hem.
wanneer men inlichtingen van hem noodig
had.
Maar indien zijn buitengewone kennis en
technische vaardigheid in het diplomatieke
verkeer hem zelfs de groote zuivering van
de laatste twee jaar, waarin driekwart van
het onder hem dienende personeel vervan
ger is, hebben laten overleven, dan schijnt
hij voor kort een fout gemaakt te hebben,
die zijn nuttigheid opeens zoozeer liet afne-,
men, dat men hem thans het ontslag, waar
om hij, uit verstardige voorzorg klaarblijke
lijk, reeds vele maler eerder moet hebben
gevraagd, ook geredelijk gaf, zooals een
parlementair minister tenslotte over een
mctie van vertrouwen vallen kan.
Als we den correspondent van de Daily
Telegraph m-jgen gelooven, dan was zijn rol
in den laatsten tijd toch reeds beperkt tot
die van bemiddelaar in het diplomatieke
verkeer en stond het volkscommissariaat
reeds lang onder de directe leiding van
Potemkin, terwijl zijn eigen activiteit onder
voortdurende controle stond van Zjdanow.
een van Stalin's getrouwen in het Politieke
bureau.
De fout van Litwinow.
Wat kan nu de fout van Litwinow zijn ge
weest? In een van de telegrammen is de
aandacht gevestigd op een artikel in het
orgaan Bolsjewistische Pers, waarin aan het
Sowjettelegraafagentschap en aan de
Izwestija er een verwijt van gemaakt werd,
dat zij niet voldoende den nadruk waren
blijven leggen op het feit, dat het streven
om de agressieve hed^elingen van het
Duitsche rijk in de richting van de Sowjet-
Unie af te leiden, een verklaring is van den
geringen weerstand, welken Hitier en het
internationale fascisme totdusver bij hun
ondernemingen ontmoet hebben.
In dit verband is het opmerkelijk, te zien.
dat de buitenlandsche communistische pers,
waarvan mag worden aangenomen, dat zij
het standpunt van de Sowjetunie in de on
derhandelingen met de groote mogendheden
van het Westen tracht te ondersteunen, het
wantrouwen in Chamberlain weer de volle
maat geeft.
Zoo schreef het Volksdagblad dezer dagen
boven zijn desbetreffende telegrammen ..En
geland saboteert den vrede", de „Fransche
en Engelsche regeeringen gaan voort met hun
München-politiek". In een uit Londen geda
teerd telegram wordt gezegd: Allerlei be
schouwingen en geruchten blijven in de
wereldpers de ronde doen. Duidelijk is
evenwel, dat de Engelsche regeering, en
achter haar aanloopend, de Fransche regee
ring, met haar München-politiek voortgaat
en daarbij poogt een anti-Sowjetkoers in te
slaan. Chamberlain en Daladier probeeren
deze politiek, die een sabotage van het vre-
desfront is, door te drijven ondanks de ver
bittering van de openbare meening, die na
de bezetting van Bohemen en Moravië een
algemeen anti-agressiefront wilde en wil".
Uit de Humanité wordt een artikel van
Gabriel Péri aangehaald, waarin deze
schrijft, dat Chamberlain en zijn Parijsche
vrienden het plan hebben de Sowjet-Unie
alleen in een conflict met Duitschland te
verwikkelen, terwijl ze zelf bezig zijn een
nieuw „non-interventie-comité" in het leven
te roepen, dat Hitier even ijverige diensten
moet bewijzen, als het oude intertijd Franco
bewees. -
„Noemen wij de dingen bij hun namen"
schrijft Péri. „Frankrijk en Engeland heb
ben de politiek van den anti-bolsjewisti-
schen kruistocht niet opgegeven. Dat zal
velen verrassen en men zal zelfs zeggen:
Dat is overdreven. Neen, wij overdrijven
niet.
Het afwijzen van een EngelschFransch
Sowjet-Russische samenwerking, omdat
deze samenwerking niet naar genoegen van
Hitier is en in plaats van zulk een samen
werking, die alleen den fascistischen avon
turiers den weg versperren kan, een
systeem in het leven te roepen, dat ten doel
heeft de fascistische aanvallers tegen de
Sowjet-Unie te doen optreden, dat betee
kent niets anders dan dat men erkent nooit
de gedachte te hebben opgegeven om een
FranschEngelschHitleriaansch verbond
op den grondslag van den strijd tegen de
Sowjet-Unie te herstellen".
In denzelfden geest schrijft de diploma
tieke medewerker van de Daily Worker, het
orgaan van de Engelsche Communistische
partij.
Zoo op het oog lijken dergelijke uitingen
zich slecht te verdragen met de berichten,
dat Molotow de Engelsche regeering heeft
laten weten, dat de buitenlandsche politiek
van de Sowjetui ie geen wijziging heeft
ondergaan en da; men voortgaat te onder
handelen over samenwerking met Engeland
en Frankrijk. Maar het zijn twee verschil-
lerde dingen: dat de Sowjetunie tot samen
werking met de groote westersche mogend
heden bereid is om te komen tot afweer van
een eventueele Duitsche agressie of dat zij
vertrouwen zou uiten in de door de Engel
sche en Fransche regeering hiertoe gevoer
de politiek, een vertrouwen, waarvan men
tot voor kort althans sporen meende te kun
nen aanwijzen.
Er is geen reden om te betwijfelen, dat
de buitenlandsche politiek van de Sowjet-
Unie nog altijd steunt op de woorden, welke
Stalin op 10 Maart op het XVIIIde partij
congres gesproken heeft over de ondersteu
ning van de naties die het slachtoffer wor
den van agressie en vechten voor hun on
afhankelijkheid. Het is dan ook niet uitge
sloten, dat Reuter gelijk heeft, wanneer hij
uit Boekarest meldt, dat de Sowjet-Unie
bereid is om de kleine landen aan haar
westelijke grens garanties te geven, over
eenkomstig die, welke Engeland en Frank
rijk aan Roemenië en Griekenland gegeven
hebben.
Stalin heeft bij die gelegenheid echter ook
gezegd, dat de communisten behoedzaam
moesten zijn en niet gedoogen, dat het land
door „oorlogsaanstichters, die gewend zijn
andere menschen de kastanjes voor hen uit
het vuur te laten halen", in conflicten ge
wikkeld wordt. Dien argwaan schijnt de
Sowjet-Unie ook thans nog niet ten aanzien
van de regeeringen van Engeland en Frank
rijk te willen laten varen. Misschien is zij
inderdaad overtuigd, dat zij nog altijd aan
dergelijk gevaar vart dezen kant is bloot ge
steld. Misschien efrter is de grief jegens
Litwinow alleen geweest, dat hij, al was het
maar door een begin van bereidwilligheid te
toonen om deze houding op te geven, de
positie van de Sowjetunie bij de onderhan
delingen, welke nog gaande zijn, heeft ver
zwakt.
De Noordpoolreiziger Richard Finnie, die
vijfmaal een tocht gemaakt heeft naar het
Oostelijk deel van het Noordpoolgebied,
heeft in een lezing in Ontario verklaard, dat
de Eskimo, zooals héden ten dage bekend,
gedoemd is te verdwijnen. Spr. was van
meening, dat een nieuw ras zich in de
Poolstreken zal ontwikkelen uit een ver
menging van blank- en Eskimo-bloed, en
dat dit nieuwe ras een groote rol zal spelen
in de ontwikkeling van Canada's Pool
streken.
„De gebruiken en folklore van den Es
kimo zijn aan het uitsterven", aldus spreker.
„De voortschrijdende beschaving heeft een
revolutie teweeg gebracht in het leven van
den Eskimo. Zij dragen nog pelzen in den
winter, doch de pelsdieren sterven uit, voor
al de kariboe, welk dier tevens zijn trek-
paden wijzigt.
Tegenwoordig eten de Eskimo's geïmpor
teerde voedingswaren, welke afbreuk doen
aan hun gezondheid. Hun tanden b.v. zijn
minder goed dan vroeger. Ziekten, die zich
onder de blanken voordoen, doen ook on
der de Eskimo's hun intrede en zij hebben
hiertegen weinig weerstandsvermogen.
„De eenige redding is een kruising en de
inbrenging van blank bloed om hun weer
standsvermogen tegen deze ziekten te ver-
grooten. In het oostelijk Poolgebied heeft
thans 75 procent van de Eskimo's eenig
blank bloed. Dat is hun redding.
„Het ras zal voortbestaan, doch slechts
nadat het gewijzigd is. De Eskimo's als zoo
danig, met hun eigen bloed en eigen be
schaving, zullen verdwijnen. Zij zullen
vervangen worden door een kruising, welke
immuun zal worden voor onze ziekten. De
„blanke Eskimo" zal zich vermenigvuldigen
en met het blanke ras samenwerken in de
Poolstreken. Zij zullen van groot nut zijn
en de blanken kunnen helpen in het Verre
Noorden, waar zich een uitgestrekt gebied
van Delfstoffen bevindt. In de mijnen zal
de Eskimo zijn werk vinden".
Een speciale correspondent van Reuter,
die bij de Chineesche strijdkrachten in de
provincie Sjansi verblijft, meldt het vol
gende over zijn ervaringen:
Een typische guerrillabende, die juist
was teruggekeerd van een strooptocht in
't door de Japanners bezette gebied, lever
de een schouwspel op, dat tot de meest
interessante behoorde van mijn tocht door
Sjansi. De bende bestond uit ongeveer 60
man. De meesten waren gewapend met
geweren en droegen „aardappelstampers"
bij zich, terwijl de aanvoerders Mauser
pistolen hadden. Twee leden "an de bende
waren gewapend met lichte machinege
weren, van een type, dat vroeger in het
arsenaal van Taijoean werd gemaakt en
dat in de provincie Sjansi zeer populair
is. Men verzekerde me, dat deze geweren
op korten afstand zeer effectief waren.
Zes mannen hadden speren en verschei
dene andere droegen Chineesche zwaarden
met breede kling. Ik vroeg of ze deze spe
ren en zwaarden droegen, omdat er een
tekort aan wapens was, maar ze zeiden,
dat dit niet het geval was. Elke bende
droeg deze wapens. Bij een handgemeen
was een speer een effectief wapen tegen
een man, die met geweer en bajonet was
gewapend en de zwaarden werden gebruikt
om de Japansche schildwachten geluidloos
en snel om hals te brengen bij verrassende
overvallen.
De guerrillakrijgers droegen een tastbaar
blijk van hun jongste activiteit mee in den
vorm van een groot aantal laschplaten,
moeren en bouten van den Toengpoe-
spoorweg. Ze verontschuldigden zich voor
het feit geen rails meegebracht te hebben
en zeiden, dat deze te zwaar waren om te
kunnen dragen en dat ze daarom in de
heuvels verborgen waren. Men vertelde,
dat deze rails door Chineesche wapensme
den tot bajonetten zouden worden omge
smeed.
De aanvoerder van de bende zei in sa
menwerking met geregelde troepen en
andere guerrilla-eenheden dit jaar in zes
omvangrijke schermutselingen verwikkeld
te zijn geweest. Hierbij werden 1000 Ja
panners gedood, terwijl de verliezen der
Chineezen ongeveer 150 man bedroegen.
Dit verschil schreef de aanvoerder aan de
guerrillavechtwijze toe: onverwachte bom
aanvallen op den vijand bij handgemeen,
vooral bij nacht, indien de Japanners geen
voordeel kunnen trekken van hun wapens,
waardoor zware verliezen worden veroor
zaakt.
Meer dan 1000 guerrillakrijgers, zei hij,
nemen in 't algemeen aan dergelijke aan
vallen deel, welke worden verricht op last
van het geregelde leger, dat het toezicht
op de operaties heeft. Gewoonlijk vallen
de guerillakrijgers echter in geringer aan
tal aan. In Januari, verzekerde hij, toen de
Japanners terugtrokken van Tsjisjen, vie
len we een afdeeling van meer dan 1000
man aan en dooden er 200. De volgende
maand lokten de guerrillakrijgers op een
vlakte een groote Japansche legermacht in
een hinderlaag, waarbij een even groot
aantal werd gedood. Daarna volgden meer
schermutselingen, waarbij met de geregel
de troepen werd samengewerkt en op 11
Maart werd een Japansche bevoorradings
colonne in een hinderlaag gelokt, waarbij
200 met bommen werden gedood en voed
sel en munitie naar Linfeng werden mee
genomen.
Bij onze laatste schermutseling met den
vijand, aldus vervolgde de aanvoerder,
vielen we een groote Japansche legermacht
aan, die trachtte de bergen ten westen van
Linfeng binnen te dringen. We dreven hen
in een nauwen pas en doodden meer dan
100 man. Na deze détails gegeven te heb
ben, groetten de aanvoerder en zijn man
nen beleefd en verdwenen.
Leden der Fransche oudheidkundige
school te Athene hebben te Delphi, dat in
het Griekenland der oudheid zetel was van
het beroemde „Orakel", kunstschatten ge
vonden, welke van bijzondere beteekenis
zijn. Zij werpen een nieuw licht op de kunst
der oude Grieken, en bewijzen dat goud en
ivoor gebruikt werd voor beeldhouwwerk
voordat Phydias zijn beroemde beeld maak
te op de Acropolis. De voorwerpen werden
gevonden in een put onder den „Geheilg-
den weg welke naar den grooten tempel
van Apollo voert. Zij waren bedekt met
asch, hetgeen erop duidt, dat zij daar ge
plaatst zijn, nadat in een der talrijke hei
ligdommen brand was uitgebroken. Onder
de gevonden kunstschatten bevinden zich
vele fraaie gouden voorwerpen alsmede
ivoren onderdeelen van beeldhouwwerken,
gouden siervoorwerpen, enz. Men vertrouwt
hier nog meer voorwerpen uit het beste
Grieksche tijdperk te vinden.
De paus zou bemidde
laar zijn, maar
De „News Chronicle" kwam gisteren
met een zeker niet onbelangrijk bericht:
paus Pius XII zou het initiatief genomen
hebben, om een Euorpeesche conferentie
bijeen te roepen, om de kwestie-Dantzig te
regelen. Deze conferentie zou Engeland,
Frankrijk, Italië, Polen en Duitschland
vereenigen. Reeds zou de apostolische
nuntius te Londen, mgr. Godfrey, door lord
Halifax ontvangen zijn en zou deze aan den
minister van buitenlandsche zaken het
plan van den paus hebben voorgelegd.
Verder zou de nutius te Warschau, mgr.
Cortése, een bezoek gebracht hebben aan
minister Beek. teneinde dezen te polsen
over het plan van een vijfmogendheden-
conferentie.
Ongetwijfeld was dat een belangwek
kend bericht, maar daar komt uit Vati
caanstad een tegenspraak! Men hecht daar
geenszins geloof aan bovenbedoeld nieuws.
Ongetwijfeld, aldus zegt men, heeft de
Paus meer dan ooit belangstelling voor de
zaak van den vrede, maar deze belang
stelling en vooral de richtsnoeren voor de
vertegenwoordigers in het buitenland gaan
niet buiten het kader van de normale
diplomatieke bedrijvigheid van het Vati-
caan. Uitgaande van dit standpunt, hebben
1 deze vertegenwoordigers den regeeringen
medegedeeld, dat het de wensch van den
Paus is, dat de vraagstukken, welke Eu
ropa verdeelen, worden geregeld door
vreedzame middelen en in een geest van
wederkeerig begrip.
Ondanks deze ontkennende berichten
blijven verschillende bladen bijzonder
heden melden over het veronderstelde
Pauselijke initiatief. Suerwein verwacht in
Paris Soir, dat, indien de uitnoodigingen
aangenomen worden, de Paus zijn gasten
verwelkomen en zijn paleizen en ambtena
ren ter beschikking van de gevolmachtig
den zal stellen. Het is niet aan te nemen,
zoo zegt hij, dat de Kerkvorst persoonlijk
aan de discussies deelneemt, maar door
bemiddeling van den kardinaal-staats
secretaris kan Pius XII zijn goede diensten
als raadsman en verzoener aanbieden. Een
samenkomst op Italiaansch gebied zou
wegens de spanning tusschen beide
machtsgroepen, niet wel mogelijk zijn,
omdat zij te zeer op een herhaling van
München zou lijken. De correspondent van
Paris Soir is er van overtuigd, dat het
Italiaansche volk in geval van een oorlog
met Polen in hevige beroering zou komen.
Het kan met een militair pact met Duitsch
land des te gemakkelijker genoegen
nemen, daar het de mogelijkheid moet
openen kennis te nemen van wat Berlijn
in den zin heeft en daaromtrent zijn mee
ning kan laten hooren. Als het vraagstuk
van Polen is opgelost, kan Italië met zijn
eigen eischen op de proppen komen en een
conferentie in de Vaticaansche stad, in
feite te Rome, in theorie niet te Rome,
stemt overeen met de bekommering en
leidraden van de fascistische regeering.
Tenslotte meldt Reuter nog uit Londen:
Het initiatief van het Vaticaan tot rege
ling der bestaande vraagstukken heeft
sterk de aandacht getrokken.
De Pauselijke legaat in Engeland, mgr.
Godfrey, heeft gedurende het weekeinde
een bespreking met Halifax gehad, doch
over dat onderhoud kan geen mededeeling
verwacht worden. Men erkent, dat er
moeilijkheden zijn: Duitschland heeft ver
klaard. dat het 't probleem-Dantzig be
schouwt als een vraagstuk, dat slechts tus
schen Duitschland en Polen geregeld kan
worden en een dergelijk standpunt neemt
Frankrijk ten aanzien van de Middelland-
sche Zee in. Bovendien zouden in een con
ferentie volgens dit plan twee spilmogend-
heden met drie andere staten vereenigd
zijn.
Intusschen duurt het polsen in de ver
schillende hoofdsteden voort en men zegt,
dat de roomsch-katholieke wereld het
streven van het Vaticaan van ganscher
harte steunt.
Men ziet het, erg duidelijK is de situatie
niet. Aan den eenen kant ontkenningen,
aan de andere zijde toch doorborduren op
het nieuws. Dat laatste wijst er dan tóch
op. dat er iets gaande is. Vermoedelijk is
echter de tijd van publicatie der pauselijke
plannen nog niet gekomen.
De diplomatieke correspondent van
Reuter verneemt, dat de besprekingen
tusschen Groot-Britannië en Turkije
een meer actieve wending hebben ge
nomen en thans kan met zekerheid
worden voorspeld, dat vóór het einde
van deze week in beide landen een
verklaring zal worden gepubliceerd
over den stand van zaken.
De bekende schrijver op het gebied van
Noord-Sleeswijk, Claus Eskildsen, is de
vorige week, toen hij de Duitsche grens
wilde passeeren voor een van zijn gewone
bezoeken aan het gebied ten Z. van de
grens, door de Duitsche douane tegenge
houden. Zijn pas werd van een stempel
„Zurückgewiesen" voorzien en onverrich-
terzake keerde hij naar zijn woonplaats
Tonder terug. Hij vond evenwel geen
aanleiding naar de reden van dit optreden
van Duitsche zijde te vragen.
Het blad van de Duitsche minderheid
in Noord-Sleeswijk, de „Nordschleswig-
sche Zeitung" weet echter te vertellen
wat de reden was. Het betrof niet de
werkzaamheid van Eskildsen ten aanzien
van Deensch-Duitsche grenskwesties,
maar het feit, dat hij in een tijdschrift
een artikel had geschreven over de Wen
den (de Westslaven die zich in de Middel
eeuwen in Duitschland gevestigd hebben
en met de bevolking vermengd).
Men beschouwt dit van Duitsche zijde
als een binnenlandsche Duitsche aange
legenheid; in zijn artikel heeft de schrij
ver zich volgens het blad der Duitsche
minderheid schuldig gemaakt aan „onge
hoorde verdachtmakingen en uitvallen
tegen het Derde Rijk".
Het Deensche publiek krijgt intusschen
zelf gelegenheid te oordeelen, want het
artikel zal als brochure worden uitge
geven.
In verband met dit geval moge er aan
herinnerd worden, dat de Koning van
Denemarken blijkens zijn officieelen titel
Koning is van deWenden en de
Goten!