PAM'S WONDERLIJKE AVONTUREN.
J
Qemeetttecadett
Verhaal van het Abbekerker wijf.
WOGMEER
EGMOND AAN ZEE
OBDAM
OUDORP
Een opzienbarend proces in West Friesland.
>5^
DEEDE BLAD
Poldervergadering.
Woensdagochtend te tien uur kwam
het polderbestuur der Wogmeer, onder
voorzitterschap van den heer W. Oude-
jans, bijeen in het polderhuis.
De loonregeling met den heer A. Wijte
is vastgesteld op 260 salaris en de
huurwaarde van de woning op 150 (de
consumptievergoeding is hierbij niet in
gesloten).
De kosten der werkverschaffing bedra
gen 390.
Een wijziging ambtenarenreglement
werd goedgekeurd.
De pensioengrondslag van den machi
nist van den polder, den heei A. Wijte,
werd vastgesteld op 390 en de pensioen
grondslag van den opzichter op 410, zulks
met ingang van 1 Januari 1939.
Besloten werd het dagelijksch bestuur
vrijheid van handelen te geven een teer-
pad aan te laten leggen tot een kosten
van pl.m. 50 en indien de bewoners zelf
de werkzaamheden verrichten, zoo althans
een dergelijk verzoek door meerdere be
woners van 't Dijkje binnen zal komen.
Ingekomen was ook een schrijven van
den heer H. J. Corvage te Wogmeer, waar
in gemeld werd dat K. Weel door den op
zichter van den polder,toegang geweigerd
was over 't pad langs het polderhuis.
Voorts verwees adressant naar art. 141 en
151, 152 en 156 van 't Algemeen Water
schapsreglement.
Geconcludeerd werd door de vergade
ring dat het hier slechts een publiek voet
pad betreft en toegang anders niet ver
leend zal worden.
Voor het desbetreffende schrijven van
den heer K. Weel om verzoek voor over
pad met voertuigen over het rijpad langs
het polderhuis naar zijn aldaar gelegen
landerijen werd conform voorgaande alinea
besloten afwijzend te beschikken.
De rekening voor 1938 gaf aan ont
vangsten 13368.30 en aan uitgaven
10066.77, batig saldo 3301.53; overschot
1938 bedroeg 256.47
De begrooting 1939 luidde: ontvangsten
14584.78, uitgaven 10212.72, saldo
4372.06, met aan onvoorzien 34.30.
Uit de begrooting stippen wt aan onder
ontv.: achterstallige lasten 1066.23, de
omslag blijft 13 per H.A. en per brongas
installatie; uitgaven Uitwaterende Sluizen
226.95, Geestmerambacht 992.89,
stroom-, kracht- en smeermiddelen
3500, wegen 2000. De begrooting werd
z. h. st. goedgekeurd.
Vervolgens werd besloten het riethakken
in de wegslooten wederom aan den heer
Jn. de Wit te besteden. De ruigteschouw
werd bepaald op 1 Juni.
Bij de rondvraag merkte de heer Com
mandeur op, dat hij het teren van de wegen
wel graag gedaan zag door menschen die
niet voor werkverschaffing in aanmerking
komen, zoowel in Hensbroek als Obdam.
Dit voorstel werd toegejuicht door de ge-
heele vergadering.
De heer van Dam drong er op aan dat
de teerwegen die met warm weer erg
„los" laten, spoedig behandeld zullen wor
den zoodat dit niet meer voorkomt. Aldus
besloten.
De heer Kok klaagde over den lagen
waterstand in sommige slooten. Dit zal
door het dagelijksch bestuur nader onder
oogen worden gezien, evenals het planten
van boomen aan den Groenenweg op die
plaatsen welke opengevallen zijn door de
vanwege iepziekte gerooide boomen.
Naar aanleiding van de opmerking van
den heer van Baar over den slechten toe
stand waarin de oude molen verkeert,
werd restauratie toegezegd.
Doodelijk ongeval.
De 20-jarige Pronk (voorheen alhier
wonende) sinds twee jaren werkzaam te
Verdun (Frankrijk) is tengevolge van een
motorongeval om 't leven gekomen.
Woensdag bereikte de familie de droeve
tijding.
i
De regeering
visschers.
en de werklooze
Sinds eenigen tijd varen verscheidene
vlschers uit IJmuiden, Scheveningen, Kat
wijk en Egmond aan Zee op Duitsche
trawlers. Nog voortdurend is er vraag
naar deze werkkrachten en zoo zal in het
begin van Juni weder een contingent naar
Duitschland vertrekken
Nu is deze uitzending van werklooze
visschers op geheel anderen leest geschoeid
dan de uitzending van werklooze landar
beiders, die sinds kort plaats heeft. In
tegenstelling met deze laatsten zijn de
visschers nooit gedwongen om naar
Duitschland te gaan. Van uitsluiting van
steun of werkverschaffing bij weigering
om te varen is nooit sprake geweest. In
tegendeel heeft de regeering alles gedaan
Glimlachje
„Ik wil U even zeggen, dat het
evengoed mijn vloer is als Uw pla
fond en dat ik dans als ik er zin in
heb, begrepen?"
am het de visschers zoo aanlokkelijk
mogelijk te maken, vrijwillig te gaan. Hun
gezin krijgt nog steeds, als zij tenminste
voor het eerst naar Duitschland gaan, twee
weken steun doorbetaald, in de reiskosten
wordt een tegemoetkoming verleend, ter
wijl ook voor aanschaffing van uitrusting
middelen verschaft worden.
Het baart des te meer verwondering, dat
achteraf blijkt, dat de regeering op het
standpunt staat, dat werklooze visschers,
die eigener beweging uit Duitschland te
rug keeren, niet meer voor steun of werk
verschaffing in aanmerking mogen komen,
maar van alle hulp verstoken dienen te
blijven. De regeering blijkt namelijk de
meening toegedaan, dat dit geval volkomen
gelijk staat met het geval, dat een werk
looze arbeider zijri werk bij een werkgever
in Nederland vrijwillig opgeeft.
Handhaaft de regeering dit standpunt,
dan ziet het er voor betrokkenen somber
uit. Degenen, die gegaan zijn, gingen ge
heel vrijwillig. Zij behooren dus zeker niet
tot de slechtsten, het zijn geen beroeps-
werkloozen. Hoewel ver van huis en gehèel
vreemd, gaven zij er de voorkeur aan zelf
hun brood te verdienen. Hebben zij nu re
den om terug te keeren, dan wordt hen de
pas afgesneden. Zij staan voor consequen
ties, die zij niet voorzien hebben. Zij kun-,
nen practisch gedwongen zijn jarenlang
van hun gezin weg te blijven, daar zij bij
vrijwillige terugkomst, als zij geen ander
werk vinden, zonder eenige inkomsten
staan. Degenen daarentegen, die rustig
thuis gebleven zijn en niet zoo energiek
waren om naar Duitschland te trekken,
blijven in het genot van hun vollen steun.
Het werken in Duitschland brengt soms
voor betrokkenen eigenaardige bezwaren
mede, die vooraf niet te voorzien waren.
Vooral in dergelijke gevallen zouden de
menschen, die het wel eens wilden probee-
ren, maar die meenden vrij te zijn om te
rug te keeren wanneer zij wilden, door
uitsluiting van den steun wel zeer gedu
peerd worden. Vooral voor hen is dan ook
te hopen, dat de regeering haar standpunt
zal herien of althans verzachten.
Poldervergadering Berkmeer.
Woensdag werd een openbare verga
dering gehouden van den polder de
Berkmeer.
Alle leden waren aanwezig, terwijl de
heer P. Weel als gast aanwezig was, daar
hij wegens zijn leeftijd den polder gaat
verlaten.
Op voorstel van den voorzitter werd
besloten 5000 liter olie te koopen. Het
machinegebouw zal dit jaar geschilderd
worden.
Medegedeeld werd, dat de molen ver
huurd is voor 25,per jaar.
Het voorstel van het dagelijksch be
stuur, om den wegwerker een uurloon van
30 ct. te geven, werd aangenomen.
Vervolgens had het onderzoek der ge
loofsbrieven plaats van den heer C. Kui
per, lid van het dag. bestuur en van den
heer C. Weel, lid van het college van
hoofdingelanden. De bedoelde stukken
werden in orde bevonden.
Deze rekening gaf aan ontvangsten aan
5402,98 en aan uitgaven 5470,01, na-
deelig saldo 67.03 en werd goedgekeurd.
Bij de rondvraag sprak de secretaris,
de heer P. van Diepen, den heer Weel een
afscheidswoord toe. Spr. memoreerde dat
de heer Weel sinds 1912 lid van het col
lege van hoofdingelanden was en sinds
1914 als lid van het dagelijksch bestuur
zitting had. Spr. bracht namens het ge-
heele polderbestuur den heer Weel dank
voor het vele werk dat hij in dienst van
den polder verricht had.
Daarna dankte de heer Weel voor de
tot hem gesproken woorden en wenschte
polder en leden alle goeds toe.
Hierna volgde sluiting.
I
De raad dezer gemeente kwam in
voltallige vergadering bijeen onder voor
zitterschap van burgemeester W. Bos.
De heer H. Tauber verzocht zijn salaris
als opzichter aan de in aanbouw zijnde
openbare lagere school te verhoogen van
180 tot 200 per maand.
B. eri W. stelden voor dit verzoek af te
wijzen, aangezien het thans toegekende
salaris redelijk is te noemen.
Na eenige bespreking werd besloten
het salaris op het oorspronkelijk bedrag
te handhaven.
Aan J. de Goede alhier werd op zijn
verzoek 150 vergoeding verleend in de
kosten van verpleging van 2 doodfstomme
kinderen in het Doofstommeninstituut te
St. Michelsgestel.
Aangaande een verzoek van den heer
W. van Enoo alhier om gedeeltelijke ont
heffing van den opgelegden aanslag in de
hondenbelasting, werd besloten den aan
slag te handhaven, daar deze terecht is
opgelegd en de verordening geen gedeel
telijke ontheffing kent.
Besloten werd de verzekering van de
gemeente-eigendommen tegen brand
schade aan te gaan bij de fa. J. C. J.
Knegt en Zonen te Amsterdam.
De minister van financiën zond bericht,
dat de uitkeering uit het Gemeentefonds
over het tijdvak 1937/1938 voor deze ge
meente is vastgesteld op 8638,53, alzoo
een meevaller van 1659,17.
Ingekomen was een schrijven van den
minister van binnenl. zaken, houdende
aansporing tot het bestellen van gasmas
kers en chloorkalk ten behoeve van den
luchtbeschermingsdienst.
Medegedeeld werd dat B. en W., mede
in verband met den huidigen toestand,
reeds tot aanschaffing van diverse lucht
beschermingsartikelen, zooals gasmaskers,
electr. zaklantaarns en een voldoende
hoeveelheid chloorkalk zijn overgegaan.
Naar aanleiding van een opmerking van
Ged. Staten op de begrooting voor het
Burgerlijk Armbestuur, werd besloten het
reglement op het B. A. zoodanig te wijzi-
Op den 21 sten November 1658 werd in
Abbekerk ter aarde besteld het doodge
boren kind, waarvan de ouders waren
Claas Nijszoon en Aafcht Germonts. Het
was niet de eerste maal, dat bij het Abbe
kerker echtpaar zulk een droevig geval
plaats greep. Reeds driemaal was uit dat
gezin een doodgeboren kind begraven. En
driemaal waren er verdachte omstandig
heden geweest, waaronder deze gebeurte
nissen plaats vonden. De vrouw was name
lijk meerdere malen geholpen door een
geheimzinnige vroedvrouw, die haar vol
komen onbekend was, alleen kwam als de
toekomstige vader op het land werkte, en
bovendien geen enkele betaling wenschte
aan te nemen. Spoedig deden dan ook
vreemde verhalen de ronde: men sprak
zelfs van tooverij. Om aan al die praatjes
een einde te maken besloten de schepenen
van de stad, om het graf van het laatst
begraven kind te openen, en zoodoende de
zaak geheel aan het licht te brengen. Wie
schetst hun verbazing toen zij iets geheel
anders in het kistje vonden dan zij ver
wachtten. In hun rapport deelen de sche
penen mede „vinden in 't zelve kistje leg
gen een toegemaakt kind, gewonden in
schoon lijnwaat, en met een menichte van
spelden daar in vastgespelt; dewelke los-
speldende, was het lighaam van een Stok-
visch, de Armen van twee Beulingtjes, en
het Hoofdje van roode kool." De volgen
den dag werden ook de twee vroeger be
graven kinderen opgegraven en men trof
in het eene „een klop smeer of Reuzel",
en in het andere „waaren menichte van
Oude Lappen van diversche couleuren."
De ontsteltenis in heel West-Friesland
was niet gering. Wat was er met de drie
kinderen gebeurd? Waar was de geheim
zinnige vroedvrouw gebleven? Waarom
werden dergelijke voorwerpen begraven?
De man en de vrouw, buurvrouwen en
andere personen werden gehoord, maar
veel nieuw licht werd niet op de zaak ge
worpen. Als men deze vage uitspraken en
fantastischen onzin doorleest, kan men
moeilijk aannemen, dat op deze gronden
Aacht Germonts gevangen gezet werd, en
verder als beklaagde werd beschouwd. Als
gevangenbewaarder werd een tachtigjarige
grijsaard aangesteld, die het met zijn plich
ten niet zoo heel nauw nam. Zoo kreeg de
man toestemming „om naa zijn wil zijn
Wijff in de Kerker te vergheselschappen,
zelf geheele nachten over".
Intusschen liet haar man de zaak er niet
bij zitten, en diende een verzoekschrift in
tot invrijheidsstelling van zijn vrouw, wat
echter door de schepenen werd afgewezen.
Maar toch wisten deze heeren met de heele
kwestie ook geen raad, en, wat meer ge
beurde in dien tijd, richtten een verzoek
om advies aan verschillende rechtsgeleer
den; met de vraag of de beklaagde op de
pijnbank moest worden gelegd ja of te
neen. Het advies van de Amsterdamsche
heeren luidde, dat vrouw niet te pijnigen,
maar de Haagsche heeren meenden, dat
wel tot een „scherper examinatie" moest
worden overgegaan, en zoo waren de
schepenen nog geen stap verder gekomen.
Ook Godgeleerden, die nog om een advies
gevraagd werd, konden niet tot een een
stemmig antwoord komen.
Wekenlang had de gevangenschap reeds
geduurd, talrijke getuigen waren ver
hoord, rechts- en godgeleerden hadden
hun adviezen geschreven, schepenen had
den overleg en deliberatie gepleegd, maar
de zaak kreeg geen beslag. Aan dien toe
stand maakte de gevangene zelf een einde
door te ontvluchten. Het is vermakelijk,
hoe een schrijver uit dien tijd deze geschie
denis verhaalt. De man, die bij zijn vrouw
in de gevangenis was, had den ouden cipier
opgedragen voor hem brandewijn te halen,
die aan dat verzoek voldeed, en alleen de
buitendeur op slot deed.
Toen hij terug kwam „hadde voor 't
sluiten derzelver de man verzocht een kop
water voor zijn wijf te mogen halen, 't
welk hij hem toestondt; dat daarop met
dat de man zou uyt treden het Wijf met
hem was jytgesnapt en doorghegaan".
Goede raad was duur, en de schepenen be
gonnen maar weer advies te vragen, nu
aan Hoornsche rechtsgeleerden, en het ge
volg was, dat de man gevangen genomen
werd, en enkele dagen later hoorde hij
de: officier tegen hem eischen, dat hij ge
bracht zou worden „ter plaatse, daar men
gewoon is Justitie te doen, en aldaar aan
den lichame gestraft te worden dat er de
doodt naavolcht". Gelukkig konden de
rechters het niet meteen over deze zware
straf eens worden, en had de gevangene
nog gelegenheid, eieren voor zijn geld te
kiezen: hij beloofde dat zijn vrouw binnen
enkele dagen weer zou terugkeeren in de
gevangenis, en ziet, enkele dagen later
keerde de vrouw vrijwillig terug. Maar het
proces zelf was nog niets verder gekomen.
Moest de vrouw gepijnigd worden, ja of
neen? Na de Amsterdamsche en Haagsche
Rechtsgeleerden werd nu het oordeel ge
vraagd van juristen uit Hoorn, en dezen
verklaarden eenstemmig, Aacht Germonts
met een middelmatige torture te pijnigen
tot onderzoek van de waarheid in die heele
zaak. Eindelijk kwamen de heeren dan tot
een oplossing, en „gezien de informatiën en
andere stukken weerzijdts geëxhibeert,
mitsgaders de verscheyden advijsen van
Rechtsgeleerde Personen, en op alles in 't
langhe hebbende gedelibereert en geleth
op 't geene eenigszins te letten stonde",
besluiten over te gaan tot een middelmati
ge torture. Daarvoor werd de scherprech
ter uit Haarlem ontboden, die de arme
vrouw op de pijnbank legde. Maar de
vrouw bleef verklaren wat zij reeds ver
klaard had, dat zij drie kinderen ter
wereld had gebracht, waarvan de behan
delende vroedvrouw steeds verklaard had,
dat zij bij de geboorte reeds overleden
waren, en die dan ook op de gewone wijze
begraven waren.
Weer werden adviezen gevraagd. Men
scheen geen oplossing te kunnen vinden.
Eindelijk op 9 April 1659 werd de vrouw
veroordeeld „ghebracht te worden ter
plaatze daar men ghewoon is alhier voor
aan 't Stadhuys openbare Crimineele
Justitie te doen, en aldaar aan de Potboef
vast gestelt te werden, en ter,
takel van de ghemeente te m**
met dne toe-gnemaakte Porv„ JVu' st*
Armen den tydt van een hêJK\. W'
ter discretie van ehepenen ^lf
ordre" Precies een
vrouw uit haar kerker gehaau J
zijwat wijn te drinken had
net stadhuis vervoerd. Daar eSeh, r=
weldige menschenmenie-f
toen de vrouw zou geplaa' V 'arne^,
de gewone plaats waar ook v W°rd<!n
tepronkstellingen hadden r,l "°eger Mv?
bleek het dat bijna niemand g6v<Wöer'
de geweldige voit^rV
was toch ook
kon zien wegens de geweldige W-
executie was toch ook beX! Er
exempel", ten voorbeeld va?0* „te,
schouwers, die daaruit moesten 1 e
het hun zou vergaan, als zij eve??n' V
zouden schuldig maken aan zulk'!!?
drijf. En dat zou nu niet künnen\ ln
Practisch als de heeren recht ^Ur«r.
werd besloten oogenblikkelijk
te bouwen bij het venster'óp" d n ^'l*
verdieping van het Raadhuis
tw.
eed»
momenten later werd Aacht Ge
spot en hoon der toegestroomde Ü"01? tot
pronk gesteld. ^mgte
Van te voren was van de pui
stadhuis een verklaring afgelezen
op straffe van een geldoet verbode
met steenen of ijzer naar de vera« a
te gooien. Maar reeds spoedig k
de jonghens en naderhandt 'Ver,!?nnen
bejaarde en zelfs fatzoen] jke De yden
met Koemis en andere vuylicheyt i?11®11
naa haar te werpen; zooverre dat JSter
met een ongemeene ijver en lust V<*le
scheen uyt afkeer tot 'et wijf en opBe!? 'l
oordeel van dat de straffe te ghpHi,ü n
haar beste deden om met Steenen Was
met Koedrek bedekten 't Wijf 'en,26
voelijke ramp toe te brengen'' Geen i
der, dat de vrouw reeds na een kwart?"
aan het gezicht vrij ernstig gewond
Dat deed de rechters besluiten, de'exJIr'
maar voor gezien te houden, en de vto
werd van haar standplaats verwijdert
Nog was deze zaak hiermed" niet to
einde. De vruag werd namelijk opgev™
pen of de vrouw niet de onkosten van dl
verschillende adviezen die rechts -en god
geleerden hadden gegeven, zelve moest
betalen! En werkelijk, op de eerstvolgende
rechtsdag daagde de officier de veel ge
plaagde vrouw voor de rechtbank en ver"
oordeeld te worden in deze kosten van het
geding. Ook hier werd wederom over ge
sproken en geschreven, en het eind van het
liedje was, dat zij een gedeelte van de
kosten voor haar rekening nam.
Maar nooit is de volle waarheid aan het
licht gekomen. De vrouw leefde verder
met "haar man samen, maar terecht deelt
een schrijver uit dien tijd mede, dat de
wereld gedurig twijfelen blijft" wat van
de waare geschapenheyt haarer zaake zy;
totdat misschien Godt en de tijdt zul open-
baaren, zoo ze niet onder d'as van verge-
telheyt altoos begraven blijve". Onder de
asch der vergetelheid zal de zaak niet ra
ken door een klein boekje uit het jaar 1661,
geschreven door Jacob Landtman, secre
taris van Abbekerk, en uitgegeven door
den boekverkooper Marius op de Nieuwe
Straat in Hoorn, en getiteld Mis-geboorte
of Verhaal van 't Abbekerker Wijf. Maar
de volle waarheid is nooit aan het licht ge
komen.
Mr. J. M. FUCHS.
gen, dat aan den secretaris-penningmees
ter een jaarwedde van 100 zal worden
toegekend.
Thans kwam aan de orde een .schrijven
van de raadsleden Leering, Staa en v. d.
Post, waarin werd aangedrongen op in
stelling van een gemeentelijken lucht
beschermingsdienst.
De heer v. d. Post lichtte dit schrijven
nader toe. Hij achtte het onverantwoor
delijk wanneer in deze gemeente niets
voor de luchtbescherming zou worden
gedaan. Vooral voor het Ooievaarsnest,
hetwelk geheel tegen de gemeente Alk
maar is aangelegen, moeten maatregelen
worden getroffen.
De voorzitter deelde mede, dat Alkmaar
reeds heeft voorgesteld om het Ooievaars
door zijn luchtbeschermingsdienst te doen
verzorgen. Ook heeft Alkmaar een derge
lijk verzoek gedaan aan Heiloo. Spr. heeft
zich in principe reeds met dit voorstel
vereenigd, doch terzake de verdeeling der
kosten is nog geen overeenstemming be
reikt.
De heer v. d. Post vond deze handel
wijze niet in het belang van onze ge
meente. We moeten onze belangen zelf
behartigen,, maar niet aan anderen toe
vertrouwen. Indien Oudorp zelf niet voor
dat gedeelte kan zorgen, dan kunnen we
beter het Ooievaarsnest aan de gemeente
Alkmaar afstaan. Spr. verklaarde zich ten
sterkste tegen indeeling van dat gedeelte
bij den luchtbeschermingsdienst van
Alkmaar.
De heer Staa herinnerde aan de lucht
beschermingsoefeningen in de gemeente
Alkmaar. Spr. vroeg zich af, of we daar
aan onze belangen moeten toevertrouwen.
De voorzitter meende, dat het groote
moeilijkheden zal opleveren om zelf een
luchtbeschermingsdienst in te richten.
Doordat het Ooievaarsnest zoo ver van het
dorp verwijderd is, zal één dienst waar
schijnlijk niet voldoende zijn. Spr. zou
gaarne van deskundige zijde eerst eenige
voorlichting ontvangen.
Andere heeren konden dit standpunt
niet deelen. Ook in deze gemeente is het
heel goed mogelijk zulk een dienst te
organiseeren. Allereerst moet een kern
worden gevormd, welke daarna moet uit
groeien tot een goed georganiseerden
dienst.
Na eenige discussie werd tenslotte
z. h. s. besloten zoo spoedig mogelijk een
eigen luchtbeschermingsdienst op te
richten, welko ook het Ooievaarsnest zal
verzorgen.
Aangaande een schrijven van de
raadscommissie, bestaande uit de heeren
Leering, Staa en v. d. Post, inzake de
afwijzing van het verzoek om steunver-
hooging voor het dorpsgedeelte, werd be
sloten bij den minister nogmaals met klem
aan te dringen op een audiëntie.
De commissie der buitengemeenten
voor het Centraal Ziekenhuis 'te Alkmaar
deed het verzoek een jaarlijksche bijdrage
te verleenen in het tekort in de exploitatie
van genoemd ziekenhuis.
B. en W. stelden voor op dit verzoek
afwijzend te beschikken.
De heer v. d. Post oordeelde het ge
vraagde bedrag 115) niet te hoog en
voelde er wel iets voor om deze bijdrage
te verleenen.
Op voorstel van den heer Leering werd
evenwel besloten dit schrijven nader te
behandelen bij de gemeente-begrooting
1940.
Ten behoeve van de extra-hulp aan
werkloozen (steun B) werd besloten van
gemeentewege 2,per werklooze be
schikbaar te stellen, mits het Rijk de toe
gezegde 3,78 per werklooze beschikbaar
stelt. De uitkeering van dezen steun zal
weer plaats hebben in de maand De
cember.
Aan den heer H. Bleijendaal werd 50
vergoeding verleend wegens het beschik
baar stellen van bergruimte voor de t
goedkoope levensmiddelen en het bijhou
den van de daaraan verbonden adminis
tratie.
Ten behoeve van de uitbreiding van de
waterleiding naar de nieuwe openbare
school aan den Munnikenweg werd beslo
ten aan het P. W. N. een bedrag ineens te
betalen van 356, onder voorwaarde, dat
dit bedrag geheel of ten deele terug be
taald zal worden, wanneer binnen 10 jaar
nieuwe aansluitingen zullen komen.
Vastgesteld werd een suppletoire be
grooting voor den dienst 1938 en een voo
den dienst 1939. j I
Namens de commissie belast met ne
nazien der rekeningen van de R.K. scho
len over de jaren 1934 tot en 1937, deel»
de heer Schermerhorn mede, dat de
rekeningen in orde waren bevonden.
stelde voor deze als aangeboden vast
stellen. Aldus besloten.
276. „Ga hier aan het werk jongen", gebiedt de man.
„Je bent flink en je zal heel veel goud voor mij delven.
Ik kom een massa werkkrachten tekort, want nu die
kleine mensen weten wat hen te wachten staat, durven
zij niet meer in de nabijheid van de berg te komen",
277. Doch Pam antwoordt flink: „Ik denk er niet aaa
om anderman's goud voor U te gaan delven". „Dan maai
in de kerker", zegt de man en voegt de daad bij
woord.
het