VOOR ONZE KINDEREN. Jhizzleu&tiek Verhaaltjes van kinderen voor kinderen. DE HEKS UIT HET TUINHUISJE RAADSELS. vi :rde blad (- een flink meisje kunnen dieren lachen? oplossingen. Onze Tweede Mei-Opgave. Optellen en aftrekken. De twee bedoelde sommen zagen er in cijfers als volgt uit: 4807935261 4807935261 3285649386 3285649386 8093584647 1522285875 Tal van goede oplossingen kwamen dit maal binnen. Onze Nieuwe Opgave. (No. 3 der Mei serie). 40 lettergrepen en 10 woorden. Uit de hieronder in alphabetische volg orde gegeven 40 lettergrepen kunnen 10 woorden van vier lettergrepen worden ge vormd. Er zijn ook eenige plaatsnamen en eigennamen bij. Lettergrepen. a ar be ble bo de del» do dy eind ex fel fre gan han ka kar ke la lang lid ma men op po pro ri ro ser si spel ta tie tie tiek val ven vies y zen. Welke zijn de 10 bedoelde woorden? Oplossingen (2 p.) liefst zoo vroegtijdig mogelijk doch uiterlijk tot Vrijdag 26 Mei 12 uur aan den Puzzle-Redacteur van de Alkmaarsche Courant. IN BOSCH EN HElOE Z'JTGU AAST VOOli BEANDGEVAAfi' DUè OP6ECW5T NE Cf Cu- HfrlfEMY °j/'\ lol 1 HET ZOONTJE VAN DEN ENORM RIJKEN MAN. WELKE IS DIEPER? De Stille Oceaan wint bet nog. De Atlantische Oceaan is meer dan 1000 meter dieper geworden! Dat wil zeggen, hij was natuurlijk altijd al zo diep, maa' door de laatste metingen heeft men ontdekt, dat hy toch nog 1000 meter dieper was dan men dacht. Deze metingen worden door het Amerikaansche schip „Milwaukee" gedaan. Op dit schip kwam men tot een diepte van 9560 meter, terwijl men tot nu toe niet beter wist of de diepste plek was 8526 meter. Het is heel goed mogelijk, dat er nog ergens in de Oceaan een plaats is, die nog dieper is. Ongeveer 100 jaar geleden, dacht men, dat de diepste plaats in de zee ongeveer 2000 meter moest zijn. Er werden toen nog geen metingen gedaan. Maar 20 jaar later slaagde men er al in om tussen Brazilië en het eiland St Helena een diepte van meer dan 8000 meter te „ontdekken". Tien jaar geleden dacht men, dat een plaats in de Atlantische Oceaan ten Noorden van St. Thomas met een diepte van 8381 meter de diepste plaats w&s. Maar de Stille Oceaan is toch nog dieper. Het Duitsche schip „Planet" mat hier in 1912 een diepte van 9788 meter. Later kwam men tot nog groter resultaten In 1927 mat de kruiser Emden een diepte van 10430 meter in de z.g. Philippijnentrog. Het is in de laatste jaren heel wat gemak kelijker geworden om grote diepten te bepalen dan vroeger. Vroeger werd er een schietlood aan een hele lange kabel naar beneden gelaten en op die manier wist men hoe diep het lood was gekomen. Tegen woordig doet men deze metingen met behulp van een „echolood". Aan boord van het schip, dat de opmetingen doet. wordt ge schoten (niet een gewone kogel natuurlijk, maar een bepaald knalsignaal) en die knal schiet met een bepaalde snelheid naar be neden. Uit de tijd, die het geluid nodig heeft om weer aan de oppervlakte terug te komen dus te weerkaatsen, maakt men op. hoe diep de zee op dat punt is. Temperatuur, zout gehalte en waterdruk worden natuurlijk by de berekeningen in aanmerking genomen. Op deze manier is het mogelijk een veel groter aantal metingen te doen. door LIES HELGERS. Aan een wollen kous breit Elsje Steeds maar door de hele dag Zeg eens of je ooit tevoren Wel zo'n vlijtig meisje zag! Elsje vindt het niet vervelend Nee, ze vindt het juist erg fijn! Want zo kan ze moeder helpen En een flinke dochter zijn. Kijk het meisje daar nu zitten Op het bankje in de wei.... Helpen jullie ook je moeder Wel zo lief en flink als zij? WASDAG IN HET POPPENHUIS. HOE MILLIE TOCH MEEDEED AAN HET BLOEMENFEEST door CORRV. Het was 4 uur geweest en ai de meisjes praatten over het a.s. bloemenfeest. „Weet jy al wat voor Jurk je krygt?" „Ja, ik ga als bloemenmeisje". „En ik als Japanner". „Ik als zigeunerin". „Ach, ach", zuchtte Millie, „allemaal hebben ze een jurk en ik niet". „Het was waar, Millie kwam uit een arm gezin en ze moesten erg zuinig zyn. Millie ging maar gauw naar huis. Toen ze thuis was ging ze naar Frank, die bdven aan 't schilderen was. „Zeg Frank", vroeg ze, „weet jy ook hoe ik aan een feestjurk kan komen?" „Ga als Assepoester, dan houd je je ouwe plunje aan". Maar daar wou Millie niets van weten. Ze keek eens naar buiten, en opeens zei ze: „Ik weet het Frank. Ik ga „de Herfst" voor stellen. Zou het niet leuk staan met al die slingers". „Ja, en dan er iets groens onder". Ja, maar dat hadden ze niet. Ze dacht even na. Toen, zo vlug ze kon ging ze naar beneden. Even daarna kwam ze triomfantelijk met een paar rollen groen crêpe-papier. Ze nam een schort als model. Toen ze klaar was met knippen werd ze geroepen, om tafel te dekken. Ze ging gauw naar beneden, gauw eten en toen meteen het huiswerk doen. Millie moest gauw naar haar bed. Zodra ze boven was haalde moeder alles voor de dag. Ze begon alles aan elkaar te naaien. Er zaten nog wel een paar foutjes in, die moeder moest verbeteren. Zaterdag moest alles klaar zyn. Frank was al vroeg naar het bos gegaan om mooie herfstbladeren en takjes te zoeken. Hy wees Millie hoe ze dat allemaal op haar jurk moest doen. Kleine broer was beukenootjes gaan zoeken om die aan mekaar vast te rygen. Een halsband en armband. Eindelyk was alles klaar Voorzichtig trok Millie het jurkje aan. „Het staat snoezig", zei vader. En hij plukte een roos af en deed die in Millie's haar. Frank zou met haar meegaan. De klas van haar school was kleedkamer. Toen Millie die andere meisjes zag, vond ze het toch een beetje gek van haar. Maar gauw waren haar gedachten weg, want de piano in de speeltuin begon een lustig wysje te spelen. Frank nam afscheid van haar. En weldra dansten boerinnetjes, prinsesjes, Japanners alles door elkaar. Millie vond dat het al gauw was afgelopen. Maar een meneer had gezegd: „Als jullie straks naar huis gaan, zal ik één van jullie er uit zoeken, die het mooiste ec uit ziet. En die krygt een mooi boek. Het duurde heel lang voor hy er eentje had. Eindelijk zag hy er een. En dat was het meisje, dat „de Herfst" moest voorstellen. Millie moest op het podium verschynen. Allen klapten hard in hun handen. Ver baasd nam Millie het boek in ontvangst. Vol vreugde kwam ze er mee thuis. Vela meisjes waren even jaloers geweest. Maar Millie was bly dat ze zo op de gedachte was gekomen om „de Herfst" voor te stellen. ELK PORCELEINEN' BEELDJE EEN ERESTUK. Iedereen heeft wel eens een porceleinen beeldje gezien en het bewonderd. We kun nen ons bijna niet indenken, dat er een stof bestaat, die zo blank en fyn is als porcelein en dat de mensen daar dan nog zulke prachtige dingen van kunnen maken. De genen, die dat maken, zyn ook echte kun stenaars. Er zyn verschillende plaatsen, die bekend zyn geworden door de porcelein- fabricage. In Frankrijk is Sèvres het meest bekend en in Duitschland is het Meissen met het beroemde Meissner porcelein. Al heel vroeg, honderden jaren voor Christus, verstonden de mensen de kunst van pottenbakken. In China, Griekenland, Egypte en waar we maar stukken van over hebben, werden toen al dikwijls heel mooie dingen gemaakt. In de loop der eeuwen is deze industrie steeds meer uitgebreid, na tuurlyk ook doordat men meer op de hoogte geraakte van de grondstoffen, die ervoor gebruikt moesten worden. Het eerste por celein dat in Europa kwam werd al in de 13de eeuw uit het Verre Oosten ingevoerd, maar pas in de 17de eeuw, begon de in dustrie ook hier op te komen. In Frankrijk, Duitschland en ons land kwam de industrie ongeveer gelyktydig op. Ons Delft's aarde werk en porcelein heeft een wereldbe roemdheid gekregen. In Sèvres wordt nog steeds het bekende „zachte" porcelein ge- Een beeldje van Marie Antoinette in porcelein. Al dikwyis hebben de mensen zich afge vraagd of dieren kunnen lachen. Sommige mensen geloven, dat dieren helemaal geen verstand hebben, maar ieder, die veel met dieren omgaat weet, dat dat wel zo is. Of ze kunnen lachen is weer iets anders. Er zijn al heel vaak grote dierenvrienden ge weest, die vertelden, dat ze zeker wisten, dat hun hond of hun poes toen en toen lachte. Dat kuhnen we natuurlyk niet pre cies nagaan, maar wel staat het vast, dat onze viervoetige vrienden vaak plezier in hun leven hebben. Denk maar eens aan het vergenoegde gebaar, waarmee een poes haar nagels kromt, als je haar streelt of onder haar kopje strykt En wat kan een hond plezierig kwispelstaarten! Zyn ogen stralen dan van de pret! Op dit plaatje zie je nu een paard, dat lacht, zullen jullie toch ook direct zeggen. Dit paard ziet er net uit, of het juist een grap heeft gehoord, waar het om moet lachen of misschien lacht het alleen maar uit biydschap, dat het zyn baas weer ziet. We zullen er wel nooit achter komen! maakt, dat heel bijzonder fyn gekleurd kan worden en voor fyne beeldjes uitstekend geschikt is. Het spreekt vanzelf, dat er voor porcelein veel zuiverder grondstoffen nodig zijn dan voor aardewerk. Er moet heel wat met deze grondstoffen gebeuren voor ze geschikt zyn om tot beeldjes en borden omgevormd te worden. Het hoofdbestanddeel van porce lein is kaolin, dat echter helemaal gereinigd moet worden en dan tenslotte vermengd met veldspaat en kwarts een jaar lang in de kelder moet bly ven liggen. In de grote zalen zitten nu de kunste naars, die met voorzichtige bewegingen een vorm geven aan de vormloze massa, die ze voor zich hebben liggen. Heel zacht pakken de mensen het porcelein aan en maken eerst de afzonderlijke deeltjes, als hoofd, armen, lichaam enz. Die deeltjes moeten daarna on zichtbaar aan elkaar gezet worden. In andere zalen zitten vrouwen, die heel kleine bloemknoppen maken en andere fyne onderdelen, die nodig zijn voor het beeldje. Maar ook dan is het porceleinen beeldje nog niet klaar. Het moet nog een paar maal gebrand worden, sommige kleuren moeten op het beeldje worden aangebracht vóór het geglazuurd wordt en andere erna. De schilders vei ven in hun atelier heel fijne takjes en bloemen op de vazen en beeldjes en eindelyk, na zoveel handen te zijn ge passeerd en na met zoveel zorg en liefde bewerkt te zyn is het beeldje, het bord of het kopje klaar. Want liefde hebben al deze mensen voor hun werk en het is ook net of een porceleinfabriek een op zichzelf staande wereld is. Er heerst een heel speciale sfeer en alle voorwerpen, die eruit gaan zyn met zoveel zorg behandeld alsof het een erestuk is. Dat is het geheim, waardoor de porce leinen beeldjes altyd zo heel fyn en smaak vol zyn. door JAN VAN LEEUWEN. Een heel eind buiten het dorp stond een klein huisje. Het leek meer op een prieel dan op een huis. Er was een tuin omheen, die door een hekje vol gaten van de weg werd afgescheiden. Die tuin was één grote wildernis. Bomen en struiken groeiden door elkaar heen. Hier en daar bloeiden een paar bloemen, maar het onkruid groeide erover heen en het was duidelyk te zien, dat er in jaren niet meer in de tuin was gewerkt. Ook het huisje zag er erg vervallen uit. Er zat byna geen verf meer op de ramen en deuren en niemand zou vermoeden, dat er werkeiyk nog iemand woonde. Toch was dat zo. Vrouw Wester woonde daar, of „de heks", zoals ze overal in het dorp werd ge noemd. Vooral onder de dorpsjeugd stond ze als een heks bekend. Ze bemoeide zich nooit met de kinderen. Ze werd nooit boos op hen en ze praatte nooit met hen. Niemand had haar ooit iets horen zeggen. Ze scheen bovendien doof te zijn, want al maakten de jongens nog zoveel lawaai by haar huis en al slopen ze langs het hekje, nooit kwam ze te voorschyn om hen te verbieden. Dat was het nu juist, wat de jongens nog meer de overtuiging gaf. dat vrouw Wester een heks moest zyn. Waarom zei ze nooit iets van het lawaai? Waarom vertoonde ze zich nooit in het dorp? Natuurlyk omdat ze niets goeds in de zin had. Ze was een gemeen mens! De heks kreeg van alles de schuld- De kinderen dachten op zijn minst, dat ze kon toveren. Jan had een keer zijn hand geschramd aan haar hek. Een dag later kreeg hy een vreemde uitslag op zyn hand en toen beweerde hij, dat hy al plot seling een vreselijke pyn had gevoeld in zijn hand, toen hy die scharmde en dat de uitslag natuurlijk van het hek van de heks kwam! Al die dingen maakten dat de haat tegen deze oude, zonderlinge vrouw steeds groter werd. Alles wat er gebeurde was de schuld van de heks. Als een van de jongens straf werk kreeg had de heks dat gedaan. Als er iemand school moest bly ven was dat de schuld van de heks. Als iemand een schrift of iets anders verloor, had de heks gemaakt, dat het zoek raakte. Daarom besloten de jongens om wraak te nemen. Ze wisten niet hoe, maar ze wachtten de gelegenheid af. Op een keer was die gelegenheid er. Jan, Kees en Gerrit speelden in de buurt van het tuinhuis, zoals het kleine huisje altijd werd genoemd. Wonder boven wonder was de heks die middag uitgegaan en ze wisten dus, dat het huisje leeg stond. En toen besloten ze om de heks te plagen. Ze namen een paar stenen en gooiden daarmee naar het huis. Ze wisten zelf niet precies wat ze ermee wilden, maar ze wilden hun woede koelen door stenen te gooien. En toen, kletterde er plotseling een raam en vielen er tientallen scherven op de grond. Een groot donker gat zat er in een van de ramen. De jongens schrokken er zelf van. Ze keken elkaar aan en zetten het toen alle drie op een lopen. Ze liepen urenlang rond en durfden niet naar huis te gaan want hun geweten fluisterde hun steeds in, dat ze iets heel erg verkeerds hadden gedaan. Tegen elkaar spraken ze er helemaal niet over, want ieder dacht van den ander, dat hij het niet erg vond. Die nacht sliepen ze niet erg goed. De heks was nu wel een gemeen mens, maar daar mochten zij toch nog geen ramen by haar ingooien. En zo kwam het, dat Jan de volgende morgen voor hij naar school ging, zyn spaarpot omdraaide en al het geld in zyn zak stak. Ze hadden die middag vrij en Jan ging vlug naar den glazenmaker. „Ik wou graag een raam hebben", zei hy onverschillig. „Zo? Hoe groot moet het zyn?" „Oongeveer zóJan maakte een vage beweging met zyn handen. „Ach juist", zei de glazenmaker toen. „Is het misschien voor het tuinhuis?" Jan gaf geen antwoord. Hy vond het niet eens gek, dat de andere het had geraden, want hy had het gevoel,alsof iedereen het nu wel zou weten. Hy kreeg een raam en hoefde er maar heel weinig voor te betalen. De glazenmaker keek hem lachend na. Jan liep heel voorzichtig, voetje voor voetje, want hy was steeds bang, dat het raam zou vallen. Hy wist zelf niet meer, hoe hy by het tuinhuisje aankwam, want telkens moest hy weer even stil staan om het grote raam anders vast te houden. Hij ontweek elk steentje, dat op de weg lag. Hy had een knalrode kleur van inspanning en ook een beetje van angst wat de heks zou doen. Maar het eerste wat hy zag, toen hy aan kwam, was een grote tafel midden in de tuin en daar tegenaan twee grote glasplaten. Op tafel stonden een paar koppen. En toen ontdekte hy opzy van het huis zyn twee vrienden Gerrit en Kees. Ze begonnen te lachen, toen ze Jan zagen en holden gauw naar hem toe. „Kom hier, jö! Wat grappig, dat jy er ook bent. We wisten het helemaal niet van elkaar. Vooruit, kom erin!" „Sst, zacht toch", zei Jan angstig. „De heks „De heks is helemaal geen heks. Ze is reuze aardig en we krijgen thee en koekjes van haar. Ze was niet eens boos!" Jan kon zyn oren en ogen niet geloven. Hy ging nog steeds aarzelend, het hekje binnen en togn kwam vrouw Wester achter het huis te voorschyn. Ze begon te lachen en liep naar Jan toe. „Ach, daar is nog een zondaar met een nieuw raam! Kom je op de koekjes af?" Het werd een erg leuke middag. De jon gens konden maar niet begrijpen, dat ze ge dacht hadden, dat die aardige oude vrouw een heks was! Wat kon je je toch erg ver gissen! Sinds die middag gingen de jongens ge regeld naar haar toe om haar over school te vertellen. Het duurde niet lang of ze was de vriendin van alle kinderen uit het dorp. „Eigenlyk moeten we bly zyn, dat we het raam hebben ingegooid", zeiden de jongens wel eens tegen elkaar, „anders hadden we nooit geweten, dat onze heks zó aardig isl" 1. mids ratelames insacreesred kerkrud Welk beroep hebben deze vier menschen? Wanneer men de beroepen in deze volg orde onder elkaar zet, vormen de eerste letters, van boven naar beneden gelezen het beroep van den eerst- genoemden ambachtsman. 2. 1 3 .3.1 Vul bij deze opstelling de ontbrekende cijfers in. De cyfers 1 en 3, welke in deze som voorkomen, zyn alle aange geven. De som van beide getallen is een getal van vier gelijke cyfers be neden de 7777. 3. Welke stok draagt vruchten? 1. De oplossingen van de raadsels uit de vorige kindercourant zyn: Altijd lodewijk kocht marie alles altijd rijpe stoofperen en cocosnoten of uit rekende appels nam tante 2. Vlinderverzameling. 3. Een kluwen wol.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 15