DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. GEHEIME ANNEXEN IN HET „DEFENSIEF" VERDRAG? Verovering van levensruimte een natuurlijke verdediging". Dinsdag 23 Mei 1939 141e Jaargang INDRUKKEN TE LONDEN. Chineesch generaal optimistisch over den afloop van den strijd. „Japan heeft zijn kans voorbij iaten gaan". De algemeene toestand. De incidenten bij Dantzig. Officieel communiqué van den senaat. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon* en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENT1EN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, grrote contractea rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek* en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 120 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA, Onmiddellijk na de onderteekening van het Duitsch-Italiaansche alliantie- verdrag heeft de Fiihrer met den ko ning-keizer en den duce telegrammen gewisseld, waarin met uitbundige vol doening de bezegeling wordt gevierd der onverbrekelijke vriendschap der twee volken en de verbondenheid van beider lot. Aan Ciano verleende Hitier de hoog ste onderscheiding, die Duitschland ge ven kan: het grootkruis van de orde van den Duitschen adelaar in goud. Von Ribbentrop werd door den koning- keizer met de verheven orde dell'An- nunciata onderscheiden. Intusschen onthult Gayda in de „Giornale d'Italia", „dat er nog geheime annexen zijn op het vandaag te Berlijn onderteekende Italiaansch-Duitsche ver drag". Na afloop van de plechtigheden; waar mede de onderteekening van het pact ge paard ging, hebben Ciano en von Ribben trop de pers ontvangen. Hun verklaringen kwamen grootendeels overeen met hetgeen zijkort te voren reeds voor de radio had den gezegd. Ciano betoogde zeer nadrukkelijk, dat de grens tusschen Italië en Duitschland voor altijd is afgebakend, dat het thans tot stand gekomen bondgenootschap beide landen tot een onoverwinlijk blok samensmeedt en dat het doel dezer Duitsch-Italiaansche alliantie is den vrede te bewaren. „Ik behoef niet te herhalen, aldus Ciano wat Mussolini reeds zoo vaak gezegd heeft, nl. dat Italië voor alles wil voortgaan met zijn arbeid en zijn cultureel werk. Er zijn in Europa geen vraagstukken, die niet met goeden wil en in den geest van rechtvaar digheid kunnen worden opgelost. Evenmin zijn er redenen, die een oorlog zouden kun nen rechtvaardigen, welke noodzakelijk in een wereldbrand zou kunnen overslaan. Zoo denkt Italië en zoo denkt Duitschland. Onze beide landen zijn in dezen gemeen- schappelyken wensch naar den vrede eens gezind. Maar zij zijn evenzeer eensgezind in het besluit, te verlangen, dat de knoopen ontward worden, die het leven van Europa nog steeds omknellen." Von Ribbentrop wees er vervolgen op dat de as Rome-Berlijn herhaaldelijk den vuurproef heeft doorstaan. De onderteeke ning van het verdrag beteekent geen nieuw tijdvak in de politiek van Duitschland en Italië de regeeringen van beide landen zet ten slechts de logische slotstreep onder een volkomen natuurlijke ontwikkeling. Het verdrag beoogt dam ook slechts in een do cument voor de wereld vast te leggen, wat reeds lang levende politieke werkelijkheid was. De democratische landen hebben steeds weer getracht, Italië en Duitschland weer afhankelijk te maken en te omsinge len. ZÜ hebben ook geprobeerd, de asge- nooten tegen elkaar uit te spelen, ja zelfs de as te doen breken. Terwijl de omsingelingspolitiek der de mocratische staten bedekt of openlijk tegen Duitschland en Italië gericht is, bedreigt het verdrag Rome-Berlijn niemand. Beide regeeringen zijn er vast van overtuigd, dat er in Europa geen enkel politiek vraagstuk bestaat, dat bij goeden wil niet langs vreed- zamen weg geregeld kan worden. Tegen over iederen aanslag op de Duitsche of Italiaansche rechten zal voortaan de kracht van beide landen staan. Iedere duim gronds in Italië en Duitschland zal gemeenschap pelijk door Duitsche en Italiaansche solda ten verdedigd worden. Duitschland en Italië vormen tezamen met hun machtige en trouwe vrienden in de geheele wereld een geweldig en onover winlijk blok van 300 millioen menschen, die bereid zijn, iedereen de hand der vriend schap te reiken, doch ook vastbesloten, iederen vijand te verpletteren. Japan stuurt gelukwenschen. Van welingelichte Japansche zijde wordt gemeld, dat de geheime besluiten inzake de politiek van Japan ten aanzien van Europa aan de Duitsche regeering werden medege deeld, vóór het verdrag tusschen Duitsch land en Italië werd onderteekend. De Japansche regeering heeft een tele gram gezonden aan de Duitsche regeering, waarin wordt gezegd, dat de Japansche re geering vast overtuigd is, dat het sluiten van een verdrag tusschen Italië en Duitsch land, de beide met Japan bevriende mo gendheden, een waardevolle bijdrage is voor het behoud van de vrede. De Japan sche regeering wenscht beide landen hier mede hartelijk geluk. De woordvoerder van het Japansche mi nisterie heeft, naar aanleiding van de on derteekening van het pact Rome-Berlijn, verklaard, dat het Japans onwrikbare poli tiek zal zijn, nauw samen te werken met Duitschland en Italië in den geest van het anti-Komintern pact. „Levensruimte". Een speciale verslaggever van de „Messa- gero" te Berlijn schrijft over de sluiting van het Italiaansch-Duitsche bondgenootschap: Italië en Duitschland wenschen vrede, doch zouden niet aarzelen oorlog te voeren voor de verwezenlijking van hun eischen, indien men voort zou gaan, te hunnen op zichte blijk te geven van onredelijkheid. Na het karakter van het verdrag te heb ben geprezen schrijft hij, dat 't Italiaansch- Duitsche bondgenootschap van de beide volken één enkel organisme en één enkel lichaam zal maken. De schrijver betoogt, dat het tijd wordt, een einde te maken aan de gewoonte, alle verdragen van bijstand aan te dienen als verdragen, die een zuiver defensief karak ter hebben. „Deze formule is een conven- tioneele leugen en moet worden uitgeban nen, tenzij de definitie van offensief wordt herzien. „Wanneer twee volken, sterk door hun getal en door hun vastberadenheid, zooals de volken van Italië en Duitschland, gebrek hebben aan levensruimte, wordt hun strijd voor de verovering van deze levensruimte een doeltreffende natuurlijke verdediging van hun bestaan, van hun recht en van hun toekomst. Wie dit recht ontkent en deze verovering weigert, welke niet kan worden vertraagd, is een vijand, die moet worden neergesla gen. Het Italiaansch-Duitsche verdrag vormt een defensief instrument in de meest juiste heteekenis van het woord, ingegeven door deze hoogste noodzaak, een instrument, dat Italië en Duitschland de ruimte zal ver schaffen, waaraan zij behoefte hebben en een heerschappij, die in overeenstemming is met hun macht". Wat Londen er van denkt. Het voornaamste kenmerk van het zoo juist onderteekende DuitschItaliaansche verbond is volgens vooraanstaande diplo maten te Londen het „offensieve" karakter ervan, dat het defensieve blok, dat Cham- berlain en Daladier aan het vormen zijn opnieuw rechtvaardigt. Ofschoon de Britsche regeering het nieuws van de onderteekening kalm heeft ontvan gen, wordt toch bijzondere aandacht be steed aan de onthulling van Gayda, dat een van de geheime overeenkomsten, die bij het verbond behooren, de verdeeling van Europa, het Middellandsche Zeegebied en Afrika in Duitsche en Italiaansche invloed- zönes behelst. In diplomatieke kringen meent men dat dit beteekent, dat Itajië Duitschland de vrije hand laat in Hongarije, Roemenië, Turkije en Marokko, terwijl Duitschland daartegenover hét „recht" van Italië zal er kennen, om zijn invloed uit te breiden in Joego-Slavië, Griekenland en Bulgarije. Beiden zouden er in toestemmen, dat Spanje en het nabije Oosten, in het bijzon der de Arabische landen, het gemeenschap pelijk belang zouden dienen. Bovendien zou Italië de Duitsche voor rechten in Noord-Oost Europa, waarbij in begrepen de Baltische Staten, erkennen. De diplomaten in Londen zijn het er ech ter over eens, dat Italië alle Duitsche vraagstukken, die oorlogskansen in zich bergen, zal tegenhouden. Aanslagen van Iersche terroristen. - De Engelsche politie heeft alle hotelhouders in de kustplaatsen aangezegd, dat zü speciale voorzorgsmaatregelen moeten nemen, aan gezien te Eastbourne, Margate, Morecambe, Blackpool en Southport branden zijn ont staan, welke, naar men veronderstelt, ver oorzaakt zijn door aanhangers van het Ier sche republikeinsche leger. In al deze geval len is Zaterdagmorgen vroeg, bijna overai tegelijk, brand ontstaan in kamers, welke gisteravond waren besproken door mannen die valsche namen hadden opgegeven en sindsdien verdwenen zijn. Wij hopen niet den oorlog dit of het vol gende jaar te winnen, doch al duurt het drie of vijf jaar, den oorlog zullen wij win nen, aldus heeft generaal Tsjen Tsjen, een van Tsjiang Kai-sjek's bekwaamste leger aanvoerders, die thans de operaties aan het front in Hoenan en Kiangsi leidt, verklaard. Japan heeft verzuimd te Nanking en Han- kou, toen de toestand voor China hoogst critiek was, een beslissende nederlaag toe te brengen en die gelegenheid zal niet terugkeeren. Tsjen Tsjen voegde hieraan toe, dat de Japanners thans zelfs niet alleen geen nieuwe vorderingen kunnen maken, doch dat de toestand zelfs in de onder hun controle staande gebieden verre van veilig is Behalve de mobiele guerrilla-eenheden, die in de Japansche achterhoede opereeren, zyn thans achter de Japansche linies zestig divisies geregelde Chineesche troepen sa mengetrokken. Ten aanzien van de gevechten in Noord- Hoepei zeide Tsjen Tsjen, dat de Japansche omsingelingsplannen na vijf dagen en nachten van verwoeden strijd, ten noorden van Tsaojang, volkomen verijdeld zijn. Tsaojang door de Chineezen hernomen. Volgens een Chineesch bericht uit Itsjang, zouden de Chineezen hun positie in het noorden van de provincie Hoepei hebben verbeterd door het veroveren van Tsaojang, een belangrijk strategisch punt, ten N.W. van Sjiangjang. Verliezen der Japanners. Ongeveer 10.000 Japanners zijn volgens berichten van Chineesche militaire zijde in de laatste twintig dagen bij gevechten in den centralen sector gedood of gewond. Tot de gesneuvelden behooren drie hoofdoffi cieren. De kwestie der internationale nederzettingen. Domei meldt, dat de meening, dat de voorloopige regeering van Peking de buiten- landsche nederzetting van Tientsin over moet nemen, aangezien deze dient tot basis van anti-Japansche aanslagen, steeds meer veld wint. Ook dringt men aan op een Ja pansche controle van de gemeenteraden der internationale nederzettingen. MacDonald verdedigt de politiek inzake Palestina. Bij de indiening van een motie, waarin de politiek der Engelsche regeering ten aanzien van Palestina werd goedgekeurd, heeft minister MacDonald in het Lagerhuis verklaard, dat de toestand in Palestina in oorlogstumult was geboren. Hoofdzakelijk naar aanleiding van door de Britsche re geering afgelegde beloften hebben zoowel de Joden als de Arabieren in den oorlog een zekere rol vervuld en daarbij voor de zaak der geallieerden zekere risico's ge- loopen. Deze kwestie noemde MacDonald een eerezaak. De regeering wees de beschuldiging van de hand. dat zij haar belofte verbroken heeft en herinnerde eraan, dat de Balfour- verklaring de toezegging behelsde, al het mogelijke te doen voor de vestiging van een Nationaal Tehuis voor het Joodsche volk in Palestina. Deze zinsnede kon be- teekenen een Joodschen staat in Palestina of veel minder. Na er op gewezen te hebben, dat in 1918 in Palestina reeds 600.000 Arabieren wa ren, die daar reeds tallooze geslachten lang woonden, verklaarde MacDonald, dat de Engelschen physiek gesproken ongetwijfeld den Arabieren ieder soort van Joodsch Nationaal Tehuis zouden kunnen opdrin gen, doch zij zou dit niet met eenige mo- reele rechtvaardiging kunnen doen. De regeering handelde volkomen in overeen stemming met dc in den oorlog aan de Joden en Arabieren gedane beloften. MacDonald herinnerde eraan, dat de Joodsche bevolking in twintig jaar was toegenomen van 80.000 tot 450.000, terwijl de Arabieren van 600.000 waren vermeer derd tot meer dan een millioen. Niet ont kend kon worden, dat de Joodsche immi granten Palestina groote materieele voor- deelen hadden gebracht. De regeering hoopte, dat de Arabieren, aangezien ook zij de vruchten plukten van den grooteren voorspoed, verzoend zouden geraken met den toestand en dat het tenslotte tusschen de Arabieren en Joden vrede zou worden. In deze hoop is zij teleurgesteld. De mate rieele verbeteringen werden in de scha duw gesteld door de vrees, dat de ener gieke, schrandere en welgestelde Joden hen in het land hunner geboorte in num- meriek, economisch en politiek opzicht zouden overheerschen. De Joodsche immigratie was de directe oorzaak van het wantrouwen en den haat, doch niettemin had de regeering den eisch, dat de immigratie geheel zou worden afge zet, verworpen en voorgesteld, dat de toe lating der Joden nog vyf jaar zou voort gaan, zelfs zonder rekening te houden met de wenschen der Arabieren. Dit, omdat de regeering van oordeel was, dat Palestina nog een aanzienlijke bijdrage behoorde te leveren tot verlichting van de ellende der Joodsche vluchtelingen uit Midden-Europa. MacDonald wees er nog op, dat gedurende de periode van overgang naar de vesti ging van een onafhankelyken Palestyn- schen staat het Joodsche nationale tehuis op behoorlijke wijze beschermd diende te worden tegen een mogelijke vijandige meerderheid. Als eerste spreker in het debat, zeide Tom Williams, arbeidersparty, dat de voorstellen van de regeering niet in over eenstemming waren met de opdracht, welke Engeland als mandataris van den Volkenbond had ontvangen. Deze voor stellen zouden niet leiden tot vrede tus schen Joden en Arabieren en zjj zouden de welvaart van het land dus niet kunnen bevorderen. Spr. verzocht het Huis de voorstellen niet te aanvaarden voor zij besproken waren door de mandaatscom missie van den Volkenbord en tot zoolang iedere beslissing op te schorten. Spr. had voorts dei. indruk dat de regeering te veel gezwicht was voor den aandrang der ex tremistische elementen onder de Arabie ren, die door Engelands vijanden nog dagelijks werden opgestookt, en dat zij te weinig aandacht had geschonken aan de groote massa gematigde Arabische bevol king, die het met de Joden heel goed kon vinden. Er waren nu vyf kostbare jaren met commissies en besprekingen en plan nen verloren gegaan; de toestand van dit oogenblik is er een van volkomen stagna tie. De voorstellen der regeering zouden de onzekerheid nog ten minste tien volgende jaren doen voortduren zonder eenig rede lijk uitzicht op verbetering. Spr. waar schuwde ten slotte tegen de verslechting der betrekkingen met de Vereenigde Sta ten, die van deze voorstellen het gevolg konden zyn, omdat aan gene zijde van den Oceaan de algemeene opinie was dat de Engelsche regeering haar belofte, neerge legd in de declaratie met Balfour, niet was nagekomen. De conservatief Crossby, heeft daarna het Arabische standpunt verdedigd en baron de Rothschild heeft de z.i. gerecht vaardigde verlangens der Joden op de be kende gronden nader toegelicht. Butler heeft in het Lagerhuis nog mede gedeeld, dat de Britsche regeering de regeering der Vereenigde Staten volledig op de hoogte heeft gehouden van haar voorstellen betreffende den toekomstigen status van Palestina. Zij zal Washington zeer zeker in kennis stellen met de voor waarden, welke eventueel voor den afloop van het mandaat aan den Volkenbonds raad worden voorgelegd. Hij verklaarde overigens, dat in het witr boek geen directe wijziging in de bepalin gen van het mandaat wordt voorgesteld. Baron Rothschild vroeg tenslotte of er geen mogelijkheid was dat Palestina een Britsche kolonie zou worden. De arb. afgevaardigde, overste Wedg wood noemde de politiek der regeering een wijken voor het bruut geweld der terroris ten en hij kreeg steun van den conserva tieven oud-minister van koloniën Amery, die het witboek een bekentenis van Enge lands zwakte en een verbreking of ontken ning noemde van alle beloften aan beide zijden in den oorlog gegeven. Spr. zou ditmaal met volle overtuiging voor de mo tie der labour-partij stemmen. Latere conservatieve sprekers steunden de regeering in het algemeen en de afge vaardigde Wickham spoorde d regeering aan onbevreesd voor de gevolgen op dezen weg voort te gaan. want dit was de eenige die tot een uiteindelijke oplosing kon lei den. Het debat wordt vandaag voortgezet. De senaat van Dantzig heeft gister middag in alle kranten van de Vrije Stad een officieel communiqué gepubli ceerd, waarin wordt gezegd, dat de incidenten, welke zich Zaterdag en Zon dag op het gebied van de Vrije Stad hebben voorgedaan, eens te meer be wijzen, dat het statuut, dat door het verdrag van Versailles hier is opge legd, op den duur niet gehandhaafd kan blijven. De senaat vraagt verder, dat de controle van de douane door Poolsche inspecteurs zal worden afgeschaft. Deze inspecteurs worden een uiting van het Poolsche wan trouwen genoemd. Hieraan wordt toege voegd, dat deze inspecteurs de khaki-uni- form van de Poolsche grenswacht dragen, in plaats van de groene uniform van de douane van Dantzig en men geeft te ver staan, dat de activiteit dezer inspecteurs zich verder uitstrekt, dan alleen het con troleeren van de douane. Ten aanzien van de incidenten by Dantzig schrijft de „Deutsche Diplomatisch-politi- sche Korrespondenz" dat, terwijl van Pool sche zijde weinig waarde werd gehecht aan het eigendom en het leven van Duitschers, van Duitsche zijde tot nu toe terughoudend heid is betracht. De incidenten bij Kalthof zijn, volgens de Diplo een gevolg van het optreden der Poolsche douaniers zelf. Het Duitsche orgaan verwondert zich erover, dat men van Fransche en Britsche zijde, zonder zich nader op de hoogte te stellen, de onjuiste Poolsche berichten publiceert en dat men zelfs het slachtoffer, dat geheel onschuldig is, een „berucht pleger van aan slagen" noemt. De Diplo noemt dit 'n symptoom van het werkelijk karakter van het „vredesfront" van de „omsingelings- mogendheden". De pers van Dantzig toont zich vooral verontwaardigd over de „moord op Grüb- ner, een burger van Dantzig". De Poolsche regeeringspers daarentegen legt vooral den nadruk op de aanvallen op de kantoren van de Poolsche douane-in specteurs en wijst erop, dat deze aanvallen zich juist te Kalthof voordeden, het dorp. dat ligt by de eenige spoorbrug van de eeni ge spoorlijn, welke de Vrije Stad verbindt met Oost-Pruisen. Het regeerings-orgaan „Kurjer Czerwone" schrijft, dat de Poolsche douane-inspecteurs het smokkelen van wapenen en menschen van Oost-Pruisen naar Dantzig bemoeilij ken. Dit smokkelen is den laatsten tijd aan merkelijk toegenomen. Dit verklaart de aanvallen op deze inspecteurs. Het blad herinnert er verder aan, dat het verdrag van Versailles Dantzig binnen het Poolsche douane-systeem heeft gebracht en dat later verdragen zijn gesloten tusschen de Vrije Stad en Polen, waarbij de onmiddellijke be waking van de douaneposten werd overge laten aan de beambten van de Vrije Stad onder oppertoezicht van Poolsche inspec teurs. Incidenten nog slechts een begin? De laatste officieele inlichtingen uit Dantzig hebben Londen gerustgesteld, wat betreft het gevaar van onmiddellijke conse quenties van de incidenten te Kalthof en PieckeL De Poolsche aifleriteiten echter gelooven. dat deze incidenten het begin vormen van een reeks van botsingen, waarvan het einde niet te overzien is. De Polen beschouwen deze methode inhaerent aan de politiek van de as, om de hoogst mogelijke spanning in Europa te verwekken en te handhaven. S.A. naar Dantzig. Op 9 Juli a.s. zullen 20.000 man S.A. te Dantzig aankomen, om deel te nemen aan de sportfeesten van de S.A. van het geheele district Dantzig en Oost-Pruisen. By deze gelegenheid zullen de chef van den staf van de S. A., Lutze en de leider van de nationaal-socialisten van Dantzig, Föster, het woord voeren. Maatregelen tegen den Duitsch-Ameri- kaanschen bond. - Het congres van den staat New York heeft eenstemmig een wets ontwerp aangenomen, waarbij het dragen van uniformen gelijkend op die der mili taire of semi-militaire macht van andere landen verboden wordt. In het ontwerp wordt de Duitsch-Amerikaansche „Bund" niet genoemd, maar verscheidene senatoren gaven te kennen, dat de maatregel recht streeks tegen deze organisatie is bedoeld. Nazi's nemen kloosterbezitting over. - Na langdurige onderhandelingen heeft de natonaal-socialistische party het landgoed van Kloster Neuburg, de beroemde abdij der Augustijnen, nabij Weenen, overgenomen. Men zegt, dat de 9.000 bewoner van het landgoed hun pacht met de helft vermin derd krijgen. De bezitting ligt aan beide zij den van de Donau en bestaat uit bosschen, wijngaarden en laag land. De abdij, welk? ruim acht eeuwen geleden is gesticht, is één der belangrijkste van Oostenrijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1