DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Eischen van Polen met klem afgewezen Dantzig antwoordt. Donderdag 25 Mei 1939 Nieuw grensincident. Groote brand in Estland. Een halve stad in vlammen opgegaan. Om de hegemonie op Koe Lang Soe. Japansche landingstroepen zullen verstrekt worden. De algemeene toestand. Koning George tot Empire. „Niet in macht en rijkdom alleen, noch in heerschappij over andere volken ligt de ware grootheid van het rijk".... Spoorwegongeluk in Spanje. Zeven dooden. MAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt EL KEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTENT IEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 122 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 141e Jaargang De persdienst van den senaat publi ceert de volgende mededeeling: De regeering van Dantzig heeft gis terochtend aan de diplomatieke verte genwoordiging van de republiek twee nota's overhandigd in antwoord op de Zondagavond ontvangen Foolsche nota's. In de nota's van de regeering van Dantzig worden, aan de hand van de politierapporten over de gebeurtenis sen te Kalthoff, de van Poolsche zijde gegeven lezing van het incident, zoo mede de daaruit geconcludeerde reac tie en de eischen van Polen, aan de re geering van Dantzig gesteld, met kracht afgewezen. Daarenboven wordt uitdruking gegeven aan de verwachting, dat „legatieraad Per- korwski, de Poolsche hoofdinspecteur der douane Swida en dr. Sziller, die door den moord op den burger van Dantzig, Grueb- nau, ernstig zijn gecompromitteerd, van hun functies worden ontheven, daar van de regeering van Dantzig niet kan verwacht worden, dat zij verder met deze heeren zal samenwerken". „Zooals bekend", aldus verder de mede deeling, „hadden de drie genoemde heeren die diplomatieke voorrechten genieten, zich Zaterdagavond zonder eenige aanleiding zwaar gewapend met legerpistolen paar Kalthof begeven. Zij hebben een dezer le gerpistolen aan hun chauffeur gegeven en Zich aldus tot medeplichtige gemaakt van da-misdaad. Het zou hun natuurlijke plicht zijn ge weest, zich na de daad om den gewonde te bekommeren en den dader te laten arres teeren. In plaats daarvan zijn zij niet alleen op de vlucht gegaan, doch hebben zij zich zelfs schuldig gemaakt aan de begunstiging van de misdaad, doordat zij den dader op een uit Dirschau aangekomen locomotief medenamen en op Poolsch gebied in veilig heid brachten". Nieuw grensincident. Volgens te Dantzig verstrekte mededee- lingen heeft zich gistermorgen (zooals in kort reeds gemeld) een nieuw grensincident voorgedaan. Een chauffeur van een autobus uit El- bing, die van Oos-Pruissen door het Pant- ziggebied naar het rijk onderweg was werd by Dirschau zonder reden door de Poolsche grensambtenaren meermalen beschoten. Nadat de chauffeur de Dantziger-grens- formaliteiten in orde had gebracht, begaf hij zich te voet van de zijde der Dantziger grens naar het Poolsche gebied. Terwijl hu zich op Dantzigergebied bevond, werd hij door de Poolsche grenswachten, zonder dat er zich een woordenwisseling had voorge daan, beschoten. De chauffeur wierp zich echter direct op den grond, zoodat de scho ten het doel misten. De senaat van Dantzig heeft omtrent dit voorval bij den diplomatieken vertegen woordiger van Polen scherp geprotesteerd. Scherpe protestnota aan Warschau. De president van den senaat te Dantzig heeft opnieuw een scherpe protestnota aan Warschau doen toekomen over schendingen van het gebied der Vrije Stad door Polen. De nota signaleert de volgende feiten. 1. De laatste dagen zijn wandelaars aan de Lissau-grens op Dantzigsch gebied door Poolsche soldaten beschoten. 2. Een officieele enquête-commissie, door Dantzig belast met een onderzoek, werd op het gebied der Vrije Stad door Poolsche soldaten met het geweer in den aanslag bij haar onderzoek gehinderd. 3. Poolsche soldaten overschrijden op hun patrouille-tochten de grens van Dant zig. 4. Poolsche militaire vliegers maken vluchten boven het gebied van Dantzig. 5. Bij Kalthof is ene ongewapende, on schuldige Duitscher, die terugkeerde van een uitstapje, door den chauffeur van den vertegenwoordiger van den diplomatieken representant van de republiek Polen ver moord. 6. De dader werd door ambtenaren van den Poolschen diplomatieken vertegen woordiger over de Poolsche grens in vei ligheid gebracht. De president van den senaat wijst er ver der in zijn nota op, dat het uitsluitend aan de straffe discipline van de beambten der Vrije Stad en van de bevolking te danken is. dat dergelijke provocaties van offieele persoonlijkheden der republiek Polen geen funeste gevolgen hebben. Tenslotte wordt in de nota het verlangen dat de Poolsche regeering ein delijk maatregelen zal treffen, om rust en orde aan de grens te herstellen en dat zij baar ambtenaren tot de orde zal roepen, vóór de gevaarlijke, aan hysterie grenzende gedragingen dezer lieden een onheil aange richt, waarvan de gevolgen niet te overzien zijn. Teraardebesteling van Grübner. Gouwleider Forster heeft gisteren, spe ciaal voor deze gelegenheid per vliegtuig uit Berlijn overgekomen, namens Adolf Hitier een krans gelegd op de lijkkist van den in den nacht van Zaterdag op Zondag doodge schoten nationaal-socialist Grübner uit Dantzig. Aan de krans was lint bevestigd met de woorden: „Adolf Hitier". Na deze plechtigheid werd de kist van Dantzig naar Marienburg overgebracht, waar de bijzetting geschiedde. Duizenden nationaal-socialisten uit Dantzig woonden de begrafenis bij. Vor de overbrenging sprak de president van den Dantziger senaat Greiser aan de baar een kort woord. Hij noemde Grübner een trouwen strijder voor de nationaal- socialistische zaak. In Marienburg waren ten teeken van rouw de winkels en kantoren vandaag gesloten. De stad Petschur, in het Zuid-Oosten van Estland, is door een geweldigen brand voor de helft verwoest. Onder andere werden het stadhuis, twee banken, de stedelijke apotheek, twee hotels, de bioscoop en tal rijke pakhuizen een prooi der vlammen. Door de'S feilen wind werden de vonken ongeveer anderhalven kilometer meege voerd, waardoor in twee dorpen onder den rook der stad eveneens groote branden ontstonden. Men vreest, dat van deze dor pen niet veel meer te redden is. De oorzaak van den brand is nog niet bekend, alleen weet men, dat deze is uitge broken in een houten loods, welke dienst deed als lompenpakhuis. Een klooster, dat uit de vijftiende eeuw stamt en waardoor de stad Petschur buiten de grenzen van Estland bekend is, is met zijn kunstschatten door het vuur gespaard. De „Asahi Sjimboen" bericht, dat de Japansche landingstroepen te Koe Lang Soe vermoedelijk versterkt zullen wor den, aangezien de spanning hier is toe genomen sedert de Fi-ansche, Britsche en Amerikaansche mariniers aan land zijn gezet. Het blad voegt hieraan toe, dat de Japansche mariniers teruggetrokken zouden worden na het onderdrukken van de jongste terroristische uitbarsting, doch de toestand maakt dit thans onmo gelijk. De rust kan slechts hersteld wor den door het terugtrekken van de Fransche, Britsche en Amerikaansche mariniers. Uit Amoy wordt gemeld, dat de opper bevelhebber van de Fransche vloot in de Aziatische wateren, vice-admiraal Decoux, gister een bezoek zou brengen aan Koe Lang Soe. Hij heeft niet deelgenomen aan de besprekingen van de Engelsche, Ameri kaansche en Japansche opperbevelhebbers inzake Koe Lang Soe. Goro Oesjida, de Japansche consul-gene raal te Amoy, heeft aan het corps consulair en den gemeenteraad der internationale nederzetting van Koe Lang Soe een nota doen overhandigen, waarin hij mededeelt, dat de Japansche marine het verkeer met jonken tusschen Koe Lang Soe en het vaste land heeft verboden. Overtreding wordt bedreigd met zware straffen. Deze maatregel is genomen om anti-Ja- pansche elementen te beletten, zich naar Koe Lang Soe te begeven en om de Chinee- sche kustvaart te belemmeren. De Japansche consul-generaal Yoshiaki Mioera, die Dinsdag uit Tokio naar Shang hai is teruggekeerd, na de Japansche regee ring te hebben geraadpleegd, zal de bespre kingen tot wijziging vap den gemeenteraad van Shanghai voortzetten. De woordvoerder van het ministerie van buitenlandsche zaken heeft verklaard, dat deze gemeenteraad noodzakelijk gewijzigd moet worden. De internationale nederzet tingen zijn geen buitenlandsch gebied, doch stonden onder Chineesche souvereiniteit. Nu Japan de door haar troepen bezette ge bieden onder haar controle heeft genomen, is het geen wonder, dat Japan ook de con trole wil uitoefenen in deze nederzettingen, vooral wanneer zij gebruikt worden als basis voor anti-Japansche actie. Britsche mariniers geland. Gisteren zijn dertig Britsche mariniers aan land gezet te Poe Toeng. ter bescher ming van de Britsche bewoners van dit ge bied en de Britsche katoenspinnerijen al daar in verband met een staking onder he' personeel van deze spinnerijen sedert 20 Mei j.1. De Jppansche militaire autoriteiten heb ben hiertegen geprotesteerd en nadat zü beloofd hadden, zorg te zullen dragen voor de Engelschen en den Britschen eigendom, zijn de Britsche mariniers teruggetrokken. De Japansche autoriteiten voegen hieraan toe, dat zij zich niet zullen mengen in het abeidsconflict en slechts zorg zullen dra gen voor het handhaven van de orde. Memorandum aan Tsjang Kai Sjek. Een bericht uit Hongkong aan de „Nitsji Nitstji"-dagbladen meldt, dat de Britsche ambassadeur niet alleen in zijn kwaliteit van Britsch vertegenwoordiger, maar ook als niet-officieel vertegenwoordiger Van Frank rijk en Amerika een memorandum heeft overhandigd aan Tsjang Kai Sjek tijdens zijn recent onderhoud met den Chineeschen maarschalk. Dit memorandum zou de volgende punten behelzen: 1. Engeland. Frankrijk en Amerika verlee- nen Tsjang Kai Sjek positieven bijstand ten behoeve van den economischen opbouw der Zuid-Westelijke provincies van China. 2. De mogendheden zullen geen moeite sparen, om bemiddeling tot stand te bren gen tusschen Japan en China in het licht van het beginsel der resolutie, die is aange nomen door den volkenbond en zij zullen zich niet verzetten, wanneer vredesonder handelingen rechtstreeks zouden worden gevoerd tusschen Japan en China, welk nuo- dig zijn voor den vrede in Oost-Azië, tenzij het gevolg daarvan in conflict zou zijn met de buitenlandsche belangen in China. Bovendien zijn de drie mogendheden be reid, hun bemiddeling te verleenen, om tot vrede te komen tusschen Japan en China, wanneer China zulks wenscht. Fransch schip door Japanschen torpedojager aangehouden. Van Fransche zijde wordt verromen, dat een Japansche torpedojager 't Fransche s.s. Aramis op 17 mijl van Hongkong gedwon gen heeft te stoppen. Een aantal opvarenden van het oorlogsschip begaf zich aan boord van de Fransche boot, om na inzage van de scheepspapieren weer te vertrekken. De Aramis heeft daarop haar reis naar Shang hai voortgezet. Italiaansche pers toornt op de Fransche bladen. Italië herdacht gisteren de Romeinsche N.R.C.-correspondent herinnert er aan! den dag, waarop het 24 jaar geleden was, dat het land aan de zijde van Frankrijk en Engeland deel ging nemen aan den wereld oorlog. Deze herinneringsdag doet den correspon dent beseffen, hoeveel er veranderd is, nu een paar dagen geleden datzelfde Italië een zoo alomvattende bondgenootschap heeft afgesloten met den overwonnen vijand van vroeger, een bondgenootschap, dat gericht is tegen de politiek der vroegere vrienden! Natuurlijk is het herdenkingsfeest eenigs- zins beperkt en men heeft er lang niet zoo veel van gemaakt als in vroeger jaren. Ge heel afschaffen kan men dat feest ook weer niet, daar het voor het Italiaansche leger toch een zeer belangrijke dag is. Reeds had men in de laatste jaren, toen de betrekkin gen tot het Oostenrijk van Dolfuss en Schuschnigg zeer vriendschappelijk waren geworden, en men geen Oostenrijksche ge voeligheden wilde krenken, aan de herden king een bepaald karakter gegeven, door er op te wijzen, dat ook het fascisme uit den wereldoorlog is voortgekomen en dat dus de dag van de oorlogsverklaring in zekeren zin als het begin van het fascistische tijd perk kan worden beschouwd. Dit jaar, nu er geen Oostenrijk meer be staat en nu het aangrenzende Duitschland de bondgenoot is geworden, dien mén niet met een al te luidruchtige feestviering kwet sen wil, geeft men aan de herdenking een nog anderen vorm. De oorlog, zoo schrijft men, werd niet gevoerd tegen Duitschland, doch vooral tegen de Habsburgers. In wezen heeft tusschen Italië en Duitschland, voor al tusschen Italië en Pruisen, steeds een ge voel van wederzijdsche vriendschap en bewondering bestaan, doch de anachronisti sche Donau-monarchie hield de beide be vriende naties van elkander gescheiden en door dit OostenrijkHongarije te bevech ten en te vernietigen heeft Italië de tegen woordige broederlijke vriendschap mogelijk gemaakt. De kranten vijzen er bovendien nog op, dat men voor de Hongaren nooit vijandige gevoelens heeft gekoesterd en dat deze in de loopgraven zich steeds als ridderlijke tegenstanders hebben betoond. De reactie der democratische landen op het ItaliaanschDuitsche pact blijft de Italiaansche pers in hooge mate bezig hou den en het is vooral de wijze waarop men in Frankrijk reageert, welke hier kwaad bloed zet. Sedert vele weken hebben wij niet zoo heftige artikelen gelezen als er in deze dagen ten aanzien van Frankrijk ge schreven worden, Vooral de door de Fran sche bladen tot uiting gebrachte meening, dat Italië in zekeren zin onder Duitschen druk en toezicht zou staan, wordt in Rome als uiterst beleedigend en vooral als on juist beschouwd. Men wijst er op. dat het verdrag aan beide partijen dezelfde ver plichtingen oplegt en dat men dus evengoed zou kunnen zeggen dat Duitschland zich onder Italiaansch toezicht heeft gesteld. Wij willen nog daarbij voegen, dat men te Rome in diplomatieke kringen ook van meening is, dat de voorstelling van zaken alsof Italië in het verdrag de rol van bril- lante tweeede spelen zou, niet met de waar heid strookt. Veeleer moet men verwachten, dat Italië een remmenden invloed op Duitschland zal uitoefenen, in het bijzonder wat betreft de houding van het Duitsche rijk tegenover Polen. n Alle Italiaansche bladen hebben hun hoofdartikelen gewijd aan de wijze waarop Frankrijk op het pact van Berlijn reageert Gayda schrijft daarover, dat de Fran- schen beter zouden doen eens na te denken over de positie van hun eigen land, dat sedert 1935, het jaar waarin Parijs het ver raad der sancties tegen Italië pleegde, niets anders doet dan achter Engeland aan- loopen. De steeds inniger samenwerking tusschen Italië en Duitschland vindt haar oorsprong in een reactie tegen de onduld bare knechting, waarin Frankrijk en Enge land sedert den vrede van Versailles gepro beerd hebben Duitschland en Italië te houden. Naarmate de Fransch-Engelsche dwang toenam, groeide ook de samenwerking tus schen Italië en Duitschland en toen na de overeenkomst van München de democrati sche landen tot een offensief overgingen en hun hegemonie wilden bestendigen door op de eerste daden van Duitschland en Italië, die tot inleiding moesten dienen voor een werkelijk autonome politiek, te reageer en door middel van de omsingeling, kon daarop niet anders volgen dan een hechte aaneen sluiting van de twee door die omsingeling bedreigde mogendheden. Het pact is, zoo zegt Gayda, een laatste waarschuwing aan Londen en Parijs om tot besprekingen te komen en tot de stich ting van een nieuwe orde in Europa. Het pact is dus ook niet aggressief en het is slechts ter wille van hun oorlogszuchtige propaganda, dat men te Parijs en te Londen aanmerking maakt op de uitdrukking „Lebensraum", die in de inleiding van het pact voorkomt. Met die uitdrukking bedoelt men tweeërlei. In Europa duidt men daar mee aan die gebieden, welke economisch ten nauwste op samenwerking met Italië of met Duitschland zijn aangewezen. Ten aanzien van die gebieden wenschen de totalitaire staten een politiek van samenwerking te voeren, wat niets met aggressie te maken heeft. Buiten Europa moet men onder Lebens raum verstaan die gebieden, waar Duitsch land en Italië grondstoffen en arbeidsmoge lijkheden kunnen vinden, waarop zij even veel recht hebben als de imperialistische democratieën. Het koloniale vraagstuk heeft voor het grootste deel van Europa geen belang. Het is een kwestie, die alleen de vier groote West-Europeesche mogendheden aangaat Duitschland en Italië bedreigen ook op koloniaal gebied niemand, daar de beide democratische mogendheden over oneindig uitgestrekter gebieden beschikken, meer dan zij met mogelijkheid ooit zullen kunnen exploiteeren. Ook dit is dus een vraagstuk dat zonder oorlogJkan worden opgelost. De conclusie van het artikel van Gayda is deze, dat de democratieën, indien zij niet het initiatief nemen tot besprekingen, een groote verantwoordelijkheid op zich laden. Vee' heftiger is de toon van sommige an dere bladen, met name van de Tribuna. Dit blad schrijft naar aanleiding van de Fran sche opmerking over de ondergeschikte rol, welke Italië in het Berlijnsche pact zou spelen: „Het dolste is dat dit argument door de Franse hen naar voren wordt gebracht in een oogenblik waarop zij zelf als staljongens, als schoenpoetsers, als kwispelstaartende hondjes, bedelen om de hulp van Engeland. Frankrijk bestaat zelfs niet eens meer. De Fransche regeering zetelt te Londen. De Fransche belangen liggen in Amerika en de Fransche ideeën zijn de ideeën van Moskou". Dit zeer heftige artikel draagt den titel: de critiek der staljongens. Koning George heeft gisteravond te Winnipeg zijn aangekondigde radiorede gehouden tot het Britsche rijk, waarin hij verklaarde, dat de oude wereld thans wellicht een voorbeeld kan nemen aan de Nieuwe en dat niemand meer op de gedachte zal komen, een regeling tus schen de volken van zijn rijk en de volken der Vereenigde Staten tot stand te brengen door middel van geweld of bedreiging. „De reis, welke de koningin en ik in Ca nada maken, aldus ving de koning zijn rede aan, is een diep ontroerend evenement voor ons en ik verheug mij over deze gelegen heid, mijn onderdanen in alle deelen van de wereld deelgenooten te maken van som mige gedachten en gevoelens, welke deze reis bij mij heeft opgewekt. Wij spreken dikwijls aldus koning George van de oude en de nieuwe we reld en het is een van de grootste ver diensten van het Britsche rijk, dat het als schakel optreedt, om de twee met elkaar in overeenstemming te brengen. Gedurende langen tijd in de geschiedenis was het de geest van Europa, die leiding gaf en de doeleinden van den vooruitgang in de wereld vaststelde, doch dit getij van inspirate loopt niet mee zooals in voorbije dagen. De christelijke beschaving van Europa wordt thans ernstig aangetast en van binnen uit belaagd. Wij trachten de maatstaven ervan te doen herleven, ofschoon deze taak lang is en moeilijk. Ook Azië verandert snel en zijn geest is diep geschokt. Is dit niet het oogenblik, waarop de oude wereld op haar beurt voor hoop en leiding moet opzien naar hetgeen de nieuwe wereld heeft tot stand gebracht? Eén voorbeeld in het bijzonder kan Noord-Amerika den anderen deelen der wereld geven. Het rassenbewustzijn kan 'n gevaarlijke en ontbindende kracht zijn, doch in Canada hebben de Engelschen en Franschen getoond dat zij den trots en de kenmerkende cultuur, waartoe het inspi reert, weten te handhaven, terwijl zy zich nochthans aaneensluiten voor het tot stand brengen van grootere vrijheid en veiligheid dan elk hunner afzonderlijk zou kunnen hebben bereikt. Canada en de Vereenigde Staten, aldus vervolgde de koning, hebben in de afge- loopen honderd jaren diepgaande verschil len van doelstelling en belang moeten over bruggen, doch nooit is een van die geschil len door geweld of door bedreiging opge lost. Niemand zal, God zy dank, ooit weer op de gedachte komen van zulk een opge- dwongen regeling tusschen de volken van myn rijk en de volken der Vereenigde Sta ten. Niet in macht en rijkdom alleen noch in heerschappij over andere volken ligt de ware grootheid van een rijk. Deze zaken zyn slechts het werktuig, niet het einde of het ideaal. Het einde is vrijheid, recht vaardigheid en vrede in gelijke mate voor allen, veiligheid tegen een aanval van bui ten of van binnen. De koning besloot met een specialen groet aan de jongeren onder zyn toehoor ders. Houdt vast, zoo zeide hy. aan alles wat rechtvaardig is en goed is in het erf deel, dat uw vaderen u hebben nagelaten, doch streeft er ook naar dit erfdeel in de komende jaren te verbeteren en voor alle mannen en vrouwen gelijk te maken. Her innert u steeds, dat de sleutel van allen waren vooruitgang gelegen is in het ge loof, de hoop en de liefde. Moge God u van die deugden den steun geven en moge God te in de wereld doen overheerschen. Gistermorgen, by het aanbreken van den dag, zijn in de nabijheid van Campannillas de expeditietrein MalagaSe villa en de expresse-Malaga met elkander in botsing gekomen ten gevolge van een verkeerden wisselstand. Er waren zeven dooden en veertig ge wonden. Zie verder Buitenland peg. 1 3e

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1