Jeuiiletw Financieel Overzicht. DE AMATEUR DETECTIVE De wereldtentoonstelling in New York. Sj Naar het Engelach van ANTHONY BERKELEY VHRDE BLAD Gebrek aan vertrouwen een remmen de factor voor het zakenleven. Een belangrijke uitspraak van het Ameri- kaansche hoogste gerechtshof. De valuta clausule in leeningscontracten van onwaarde verklaard. Inflatie tedenzen op de fondsenmark ten. Gedrukte stemming voor pandbrie ven: Rentestijging gunstig voor verzekeringsmijen. Meevallende dividenden. Goede verwachtingen voor het loopende jaar. Wanneer men de factoren nagaat, die een belemmering vormen voor een krachtige ontplooiing van het zakenleven, dan stuit men steeds weer op hetzelfde verschijnsel: gebrek aan vertrouwen. Gebrek aan ver trouwen in de politieke ontwikkeling, maar ook in den gang van zaken op financiëel en economisch gebied. Bij deze „vertrouwenscrisis", want al dus moet de tegenwoordige toestand betiteld worden heeft men niet te doen met een verschijnsel, dat van gisteren op vandaag is ingetreden. De oorsprong ervan ligt reeds in gebeurtenissen van jaren hèr: in den wereldoorlog en zijn directe gevolgen van ontwrichte staatsfinanciën en valütabederf, maar de ontwikkeling der laatste jaren heeft er stellig niet toe bijgedragen, het vertrouwen te herstellen. Integendeel, zij heeft telkens een nieuwe schok veroor zaakt, en dit heeft den toestand tenslotte volkomen ondermijnd. De politiek van recht boven macht, welke in de internationale verhoudingen hoogtij viert, het van onwaarde verklaren van ver dragen en overeenkomsten, zoodra deze den onderteekenaar minder passen, de wedstrijd in bewapening, aangeprezen als „vredesmid- del", dit alles en nog veel meer staat op de politieke debet-zijde. In het passief van het financieele en zakenleven paraisseeren: de geheele of gedeeltelijke annuleering van schulden door diverse staten, de waardever mindering van de meeste „goudvaluta's" en de mogelijkheid van verdere devaluaties, de belemmeringen in den internationalen han del en zeker niet in de laatste plaats de regeeringsbemoeiïngen in het bedrijfsleven, waardoor het zakenverkeer hier in meer dere, daar in minder sterke mate hoe langer hoe meer aan banden wordt gelegd Ben typisch voorbeeld van de lichtvaardige wijze, waarop contractueele bepalingen, zoodra zij hun beteekenis moeten gaan be wijzen, van nu en geener waarde worden beschouwd, vormt het standpunt, dat in alle landen, waar de valuta gedeprecieerd is, is ingenomen met betrekking tot de z.g. goud clausules in financieele overeenkomsten, leeningscontracten, hypotheek-acten e.d. Door nieuwe wettelijke regelingen, welke voor de gelegenheid in het leven werden geroepen, zijn de goudclausules, hoe duide lijk hun omschrijving ook geweest moge zijn, buiten werking gesteld; de crediteuren waren nolens volens wel gedwongen, ge noegen te nemen met terugbetaling hunner in gezonde munt versterkte bedragen in geld van lagere waarde. Iets nieuws op het gebied van het niet- nakomen van contractueele verplichtingen, gesanctionneerd door een gerechtelijke be slissing vormt echter de in de afgeloopen week gevallen uitspraak in het proces, dat de Vereeniging voor den Effectenhandel te Amsterdam tegen de Bethlehem Steel Cor poration heeft gevoerd, namens de houders van 5 obligatiën dezer Mij. en van de 5 obligatiën Lackawanna Steel Co. Het be treft hierbij obligatiën, die niet van een „goudclausule", doch van een „valuta-clau sule" zyn voorzien, op grond waarvan be taling van rente en aflossing verlangd kan worden in dollars of in guldens tegen den vasten koers van 2.49 per dollar. Niette min had de maatschappij (behalve voor de eigenaars, die konden bewijzen, sedert 6 maanden onafgebroken in een ander land dan de Ver. Staten te hebben gewoond en voorts, dat de obligatiën van 5 Juni 1933 tot Augustus 1934 onafgebroken in hun bezit, resp. van andere dergelijke eigenaars waren geweest) de obligatiën op 1 November 1937 op papierbasis aflosbaar gesteld, waartegen de Ver. voor den Effectenhandel namens de obligatiehouders, die niet aan de zoo even genoemde bepalingen konden voldoen, in verzet is gekomen. De uitspraak in hoogste instantie is thans afgewezen. Het Hoogste Gerechtshof heeft n.1. met 5 tegen 4 stemmen beslist, dat de Jcint Resolution van 5 Juni 1933 (ingevoeld na de dollar-devalutie), waarbij goudclau sules nietig werden verklaard, ook van toe passing is op obligatiën, die voorzien zijn van een valutaclausule. Wanneer men bedenkt, dat vaste omreke ningskoers van den dollar juist op de ob'i- gatiën was vermeld, om te voorkomen, dat door een eventueele dollar-devaluatie scha de zou worden geleden door den obligatie houder, dan begrijpt men, hoe ernstig het vertrouwen in contractueele bepalingen door de onderhavige beslissing geschokt moet worden. Men moet zich wel afvragen, hoe in dezen tyd rechtszekerheid bij het af sluiten van contracten te verkrijgen is, wanneer elke clausule, hoe duidelijk zijn bewoordingen ook zijn mogen, nietig kan worden verklaard juist op een tijdstip en onder de omstandigheden, waaronder hij in werking zou moeten treden. Zóó bezien, gaat de beteekenis van de be doelde beslissing van het Amerikaansche Hoogste Gerechtshof nog uit boven het di recte persoonlijke belang van de houders der onderhavige obligatiën en van verschil lende andere obligatiën, welke een derge lijke „valuta-clausule" bevatten. Eens te meer is het duidelijk geworden, dat het voor een geldgever vrijwel onmogelijk is, zich te beveiligen tegen de gevolgen van valuta depreciatie. Men zou kunnen meenen dat dit, onder de tegenwoordige omstandighe den, nu vrijwel alle valuta's reeds gedepre cieerd zijn, geen actueele beteekenis meer heeft. Wat thans niet actueel is, kan het evenwel tinnen afzienbaren tijd weer wor den. In dit verband behoeft men slechts te den ken aan de inflatie-mogelijkheden, welke de geweldige regeerings-uitgaven voor be wapening en steunverleening openen. De plotselinge opleving, die in het midden der week op de New Yorksche beurs is inge treden, is zeker niet in de laatste plaats toe te schryven aan nieuwe inflatie-verwach tingen, wegens de door President Roose- velt aangekondigde voortzetting van de uit gaven-politiek. Door „viering" van een „Nationale Schuldweek" werd het Ameri kaansche publiek opmerkzaam gemaakt op het gevaar, dat de sterke stijging van de Federale Schuld, tot 40 milliard, ter wijl de 45 milliard in zicht is, met zich medebrengt. Het feit, dat het initiatief voor deze „viering" werd genomen door de poli tieke tegenstanders van President Roose- velt, in de hoop, hieruit een politiek voor deel te slaan, doet niets af aan de juistheid van de naar voren gebrachte stellingen, die dan ook grooten indruk schijnen te hebben gemaakt. In Engeland slaat men eveneens niet zonder bezorgdheid de reusachtige uitgaven voor bewapening en de hieruit onmiddellijk voortspruitende crediet-politiek gade. Velen gevallen en de eisch van de Vereeniging is vreezen, dat de maatregelen, die tot uitbrei ding van het crediet-volume zuilen leiden, alsmede de voortzetting van de goedkoop- geld-politiek der regeering. in een infla- tionistische prijsbeweging tot uiting zullen komen die ook de valuta niet onbeïnvloed zou laten. Zelfs de Amsterdamsche beurs heeft sinds de vorige week Zaterdag een houding aan den dag gelegd, die als het begin van een inflatie-tendenz kan worden geken merkt. Aanleiding hiertoe vormde het af treden van Minister de Wilde, dat in ver band werd gebracht met verschil van mee ning over de financiering der uitgaven voor de landsverdediging. De beurs meende hier in een aanwijzing te kunnen zien van de mogelijkheid, dat de Nederlandsche staats financiën voortaan op een minder hechte basis zouden komen te berusten dan tot dus verre het geval is geweest en dat hieruit nieuwe gevaren voor onze valuta zouden kunnen onstaan. Zij beantwoordde het be doelde bericht derhalve met vraag naar aandeelen (die als „Sachwerte" geacht wor den een zekere beveiliging tegen valuta depreciatie te bieden) en met aanbod van obligatiën, die derhalve in koers teruglie pen. Weliswaar gaf men er zich al spoedig rekenschap van, dat de bovenstaande con clusies zeer voorbarig waren, maar toch is in de nieuwe week de stemming voor staats- leeningen en andere obligatiën en pand brieven gedrukt gebleven. Wat de pand- briefmarkt betreft, zoo oefende het besluit van de hypotheekbanken, om voortaan VII. „De wereld van morgen een kinder lijke poging, al is het een 155 millioen dol lar-poging. De wereld van morgen? Mis- shien de onmetelijk lange zoom van graf zerken, die het landschap markeeren aan de ééne zijde van de nieuwe baan der World's Fair-trein? De wereld van morgen? Misschien de chacs aan de andere zijde van de spoorbaan? De chaos van het „Merry go round"-Luna-park, zotte kermiskramen met misgeboorten der natuur, de dikste hagedis van de wereld, enz. Of de chaotische toe stand geschapen door de moderne vakver- eenigings-toestanden hier op de Fair? Toe standen, die, als zij inderdaad de wereld van morgen kenmerken, die wereld waard ma ken om in elkaar te storten. Waarin demon streert zich dan eigenlijk de „wereld van morgen" hier? Architectuur? Een ongeacci denteerd terrein, geen enkel karakteristiek element was aanwezig om juist d i t terrein te kiezen (alleen de.wensch een ongezond moeras droog te leggen). Men heeft het groot gemaakt; vijf maal zoo groot minstens als de Expo in Parijs 1937, maar hoe meer ik hier ronddool, hoe meer ik de Expo waardeer en dit tentoonstellingsveld een rommelig complex van meestal niet heel be langrijke bouwsels, vind. Techniek? Inder daad zijn er knappe staaltjes van bouwerij; de immense globe, perfect geïsoleerd tegen schal; electrische trappen (die we over de heele wereld al kennen tegenwoordig), fon teinen, en gros alles en gros. Maar het is alleen de kwantiteit die respect, tracht af te dwingen. En op technisch gebied heeft de stad zelf al veel meer te toonen dan op de tentoonstelling gemaakt kan worden; denk aan haar Empire State Building, waar de lift je in één zet honderd verdiepingen omhoog schiet; haar Radio City, waar de biscoopzaal alleen al door de tooneelinrich- ting voor de „show" je als Nederlandsche décor-ontwerper het water in den mond laat komen; het Rockefeller Centre, waar de vol maakte materialen-toepassing en feillooze afwerking, geleid door voornamen smaak en beheersching, op technisch gebied iets toont, waarbij een tijdelijk expositiegeval voor de massa het nooit halen kan. Er is op het verkeerde paard gewed. Diorama's (ook in ons Indisch paviljoen) bij honder den, alles precies-net-echt, maar noch echt genoeg en noch geestelijk bevrucht genoeg, om niet ijselijk te vervelen. Loopende ban den met foto's, schilderingen; loopend, hori zontaal, vertikaal, verborgen achter betim mering of open als een reusachtige sliert (zooals kranten ook door de machine glij den); draaiende gevallen, draaiend om lengte- of breedte-as of draaiend met drie facetten van wentelende prisma's och ja, er is alles wat op tooneel- en tentoon- stellingsgebied al vroeger bedacht is en alles vind je in veelvoud, maar er is ncoit bete: bewijs geleverd, dat de kwantiteit moor dend is en dat de eenige kracht toch maar alleen schuilt in den geest. Als je de dioroma's hebt gezien in de Globe, waar op kinder-naïeve manier ons de „wereld van morgen" wordt voorgezet, geënsceneerd met sterren, maan en gezang: als je de diorama's hebt gezien in de Gene ral Motors-building, waar je ruim een half uur in gemakkelijke fauteuils gezeten door de wereld van morgen autoot en ziet dat in die wereld autowegen kris-kras door bergen en meren zijn getrokken en die in het Britsch paviljoen, de Federation Building en vrijwel alle andere paviljoens, wel, dan kun je geen diorama's meer zien en dan vind je 't maar heel erg zonde, dat in ons paviljoen zooveel geld aan een (overigens voortreffelijke) diorama werd besteed. Men heeft, zooals gezegd, op het verkeerde paard gewed. Men heeft het, echt Amari- kaansch, gezocht in de veelheid; de massa moet, volgens hun theorie, geïmponeerd worden door massa, maar men weet hier nog niet voldoende, dat een massale wer king ook bereikt kan worden met heel wei nig middelen, als de stuwkracht maar de g e e s t is en niet het cijfer. Finland had geen geld om een paviljoen te bouwen; het heeft niet anders dan haar partje in de Hall of Nations; dezelfde ruimte die b.v. door ons land als „afval" is be schouwd en waar men bij ons zeer weinig karakteristieke bazars houdt. Maar kijk wat Aalto er (met zijn vrouw) van gemaakt heeft: een ruimte, één en al spirit, één en al spanning; interessant door de kracht van den geest, die elke uitbeelding levend heeft weten te houden. Ook in het paviljoen van Zwitserland is bewust gebroken met den knieval voor de massa! er zijn montages, die een „vondst" waren, foto's zwevend tus- schen touwen, vormen, die fascineeren, die imponeeren, niet door de afmetingen, maar door den inhoud. Van Ierland had niemand waarschijnlijk een zóó modern paviljoen verwacht: hier is de bewuste haat tegen het overweldigend- uitgestrekte reeds gemarkeerd door de merkwaardig smalle paadjes, die zich als één-riehtingverkeer door al het geëxpo seerde heen slingeren. Eén-richtingverkeer, een hoofdvereischte om dood-vermoeide tentoonstellingsgangers aangenaam te zijn en om het geëxposeerde een kans te geven, dat men er tenminste iets van in zich opneemt, is bijna nergens toegepast. Bijzonder verkeerd is het wel in het paviljoen van de Federation, waar men beslist nekkramp opdoet. Chul(3igen In ons paviljoen is het verkeer opgelost en de 0D]£°bl<*m Va is gebruikt om (de Nederig °P r" tenminste) een bepaald» u ch« I geven. Het interieurTl h houden. Tefe„ dc tergronden steken de bom «N boeiende) schilderingen PT dl*- teneur van het gebouw val ,g af- H« tengewoon in den smaak; voJ.>* en de open cour (welke V al e». prof. Rosse) maken ij kers buiten een even °P 4e J: - vloed als het vuurwerk is de ruimte met de schilderij «C Jurres (waarin het orgel k g v*n 5 meest dankbare geweest; wiif^ 0tj' gaand in het rhythme vin L en vlakken een zeer gastvrii»gen lfin d. adh«e„ijdc te, Unica s van Leerdam. In het n °n^-C viljoen (dat terwille van bt een „toren" noodig had, maar ?nU°n selyk geen pittoresk koos) is de groote binnenhal wL-**» tapijten ook zeer geslaagd van Jf *1* Elk interieur dat niet gedraeen den karakteristieken vorm (ontatT^4 spanning van een scheppend brein®? „een van de oneindig vele zal*? nes enz." Het is dan niet in staat «Ü*1 vk- achter te laten en het wa« daarom i"4** voor de exposanten als voor de h' beter achterwege gebleven. Wat is er in ons paviljoen over d» van morgen"? Het draaiende de K.L.M.? Maar heeft iemand w 2?» illusie gehad, dat het o n d e r w 4? een wereldtentoonstelling ooit mee?P VUl een handige trekpleister? By 'S 4jï wereldexposities, zonder profetische?8^ zalvery, kwam, geboren door de aa van den tyd, een nieuwe bouwwiizT experiment tot stand: denk aan den c-i? van het Crystal Palace, aan den Ei&* Hier wijst men nu op de Tryloon ?T Globe, twee requisieten voor een show geen enkel perspectief opent voor het ni we bouwen (zelfs al is de Globe een beeld voor het nieuwe isoleeren). De aandriften van onzen tijd gaan schien ondergrondsche wegen, die wij waarnemen kunnen, tot zij misschien a gens plotseling het wereld-wegdek on«' ryten en wij terugdeinzen voor haar mach tige manifestatie. Nu is het wereldbeeld echter geen andere manifestatie dan als vooruitzicht op de wereld van morgen' links de grkfzerken en rechts de kermis der ij delheid. Ongewild rijdt de World's Fair-trein ons langs deze symbolen binnen de hekken der grootste wereld-show, welke ooit heeft, plaats gehad. weer hypotheken te geven op erfpachts- gronden met verlaagde canon., eveneens een ongunstigen invloed op de stemming uit. Ook houdt men er blijkbaar, rekening mede, dat de stijging van den rentevoet den hypotheekbanken minder goed ter stade komt, omdat hierdoor een eind wordt ge maakt aan de conversie van pandbrieven in stuken met een lagere rente. In een onderhoud, dat de „Verzekerings bode" dezer dagen heeft gehad met den heer D. J. de Lange, directeur van de Rot- terdamsche Verzekering Sociëteit, hééft deze als zijn meening uitgesproken, dat er aan de rente-daling definitief een einde is gekomen, hetgeen, van het standpunt der verzekeringsmaatschappij, als een verheu gend verschijnsel wordt beschouwd. Een stijging van de rente, aldus de heer de Lange, zal ons in het geheel niet kunnen bezwaren. Weliswaar leidt dit tot koersver lies op de effectenportefeuille, maar daar tegenover staat een groote extra-reserve van ruim 9 millioen. De koersdaling van obligaties is voor het overige iets tijdelijks, want tenslotte worden ze toch a pari afge lost en voor wat de R.V.S. aangaat, deze heeft zich steeds toegelegd op obligatie-bezit met een betrekkelijk korten looptijd. Dit ging wel eens ten koste van de rente-op brengst, maar wanneer de rente stijgt, dan wordt de koersdaling door den korten looptijd belemmerd. Voor het overige wordt een stijging van de rente toegejuicht, om dat dit een vermeerdering van inkomsten tengevolge heeft voor alle nieuw te beleg gen gelden, zooals die komen uit premie ontvangsten, aflossingen enz.; het is dan ook heel wat gemakkelijker, een tyd van stij gende dan van dalende rente te beleven. Het percentage, hetwelk het obligatie-bezit van het totaal belegde vermogen uitmaakt, is overigens betrekkelijk gering; het is on geveer 7 alleen dit gedeelte van de be leggingen is aan koersdaling als gevolg van stijgende rente onderhevig. Wat voor de Rotterdamsche Verzekering Sociëteit geldt, is zeker ook van toepassing op de andere goede Nederlandsche verze keringmaatschappijen; vrees, dat voor deze eenige moeilijkheid als gevolg van een stijging van den rentevoet zal voortvloeien, behoeft dan ook niet te worden gekoesterd. Veeleer is, naar uit het bovenstaande blijkt, het tegendeel het geval. De aandeelenmarkt leed in de eerste helft der week nog onder gebrek aan handel, maar later sloot zij zich bij de vastere stem ming der New Yorksche beurs aan. Aan deelen Koninklijke konden aanmerkelijk in koersstijgen, op vraag van Engelsche zijde, welke gepaard ging met inmiddels on juist gebleken geruchten volgens welke de declaratie van het slot-dividend ad 3 gepaard zou gaan met de aankondiging van een bonusuitkeering. Geruchten over een te verwachten divi dend-voorstel van de Aku zijn in zooverre bevestigd, dat niet, zooals verluidde, een dividend van 2 yt doch van 2 is aan gekondigd. Ook deze uitkeering wordt ech ter, gezien de omstandigheden waaronder de Aku werkt en de verhoudingen op de kunst zijde-markt, alleszins bevredigend geacht en de aandeelen konden dan ook een koers- verbetering boeken. De dividenden van in- dustriëele ondernemingen zijn trouwens over het algemeen meegevallen en blijkens mededeeling in jaarvergaderingen van vel schillende maatschappijen laten de reeds ontvangen orders gunstige conclusies toe ten aanzien van de resultaten over het loo pende jaar. In de jaarvergadering der Nederlandsche Ford Mij. werd b.v. medegedeeld, dat de resultaten, welke behaald werden in de eelste vier maanden van dit jaar, ongeveer gelijk zijn aan die in de overeenkomstige periode van 1938. De directie der Neder landsche Scheepsbouw Mij. deelde ten aan zien van de bedrijfsbezetting mede, dat men dit jaar den bouw van 4 schepen had aan genomen, zoodat mij in 1939 volop van werk voorzien is, terwijl de bezetting voor de toekomst beter is, dan in normale om standigheden het geval pleegt te zijn. De Ned. Scheepsbouw Mij. behoeft dus thans niet meer, zooals in voorgaande jaren vaak het geval is geweest, orders tegen verlies gevende prijzen aan te nemen, alleen maar om stopzetting van het bedrijf, die M grootere verliezen met zich dreigde te bren gen, te voorkomen. De Vliegtuigenfabriek Fokker, die natuurlijk onder de huidige om standigheden wel een zeer uitzonderlijke positie inneemt, deelde reeds in het jaar verslag mede, dat het bedrag aan onuitge voerde orders niet onaanzienlijk hooger was dan verleden jaar om denzelfden tijd. De uitkeeringen van verschillende Wf sche maatschappijen zijn ook eerder mee- dan tegengevallen. In de afgeloopen kondigde de Deli Batavia Rubber MÜ- 0'a' een dividend aan van 8 tegen 12 vorig 53) „Houd op, ik zal het jullie zeggen". Greggs hield hem in de gaten. „In den ijskelder", zei Benson. „Leeft ze nog?" „Natuurlijk". „In den ijskelder?" vroeg Mouse. „Ik geloof, dat ik weet, wat hij bedoelt", zei Greggs. „Het is een ruimte onder den grond, waar ze vroeger in den zomer ijs bewaarden, maar dat is in jaren al niet meer gebeurd. Het is niet ver weg. Zal ik u den weg wijzen. Hoogheid?" „Dat is goed, maar dien kerel zullen wij meenemen. Als zij er niet is, zullen wij ons bedienen van de gebruiken van zijn vader land en een klein lynchfeest aanrichten. Ik zou hem heusch graag aan een boom zien bengelen". Maar zulke maatregelen bleken niet noodig. Juffrouw Goole was in den ijskel der en toonde zich heelemaal niet verrukt met haar bevrijding. Zij was uitgesproken ondankbaar. En Chitterwick schold zij zonder aarzelen uit voor Jan Hen en pot kijker. Een paar vragen deden haar houding echter veranderen. Zij was bang geweest, dat men haar in hechtenis wilde nemen en die vriendelijke heer Benson had haar voor zooiets willen behoeden, hoewel ze toegaf, dat Jimmy, zooals ze hem noemde, anders niet om zijn hulpvaardigheid bekend stond. „Dus u kent elkaar?" vroeg Chitterwick. „Of ik robijnen-Jimmy ken? Dat zou ik denk«n. Wij hebben toch indertijd samen gewerkt". „Zoo", zei Chitterwick, alsof die mede deeling hem niet erg verbaasde. „Maar met deze zaak heb ik niets te ma ken", zei juffrouw Goole, weer volkomen beheerscht. ,Jou verd... leugenaarster!" merkte Ben son onhoffelijk op. „Jij weet heel goed, dat je „Breng hem daarin en sluit hem op, Greggs", zei Chitterwick. „Ik zal later wel met hem spreken". Met een goed gerichten opstopper duwde Greggs Benson in de aangeduide richting en knalde de deur achter hem dicht. „Jimmy was altijd een lafaard", merkte juffrouw Goole met verachting op. Zij keek nieuwsgierig naar Chitterwick. „Heeft hy gekletst?" „Nog niet, maar dat zal hij nog doen", zei Chitterwick grimmig. „En u ook". „Ik?" zei juffrouw Goole, uiterst ver baasd. „Wat bedoelt u? Ik weet van het heele geval niets af. Het was my te doen om de sieraden van de oude dame. dat is alles. Dat andere gaat mij niet aan". „En wat zegt u dan van uw brief van vanmorgen?" zei Mouse met gefronst voor hoofd. „Brief?" echode juffrouw Goole. „Welke brief? Ik weet van geen brief'. „Wilt u dat misschien liever aan mij overlaten?" sloeg Chitterwick zoo bedeesd voor, dat Mouse zich schaamde. Chitterwick wendde zich tot juffrouw Goole en sprak: „U hebt laatst geprobeerd een beetje chantage te plegen?" Een uitdrukking van groote verwarring kwam even over het gezicht van juffrouw Goole. „Waar wilt u eigenlijk heen?" zei ze een beetje te schril. „Dat alles is Spaansch voor my „O, ik dacht het", merkte Chitterwick met genoegdoening op, alsof ze zyn vraag reeds beantwoord had. „Luistert u eens goed naar me. Voor dien Benson heb ik geen andere mogelijkheid, dan hem een voudig aan de politie over te leveren. Voor u zie ik, geloof, ik nog een kansje. Tenmin ste, als u me nu heel nauwkeurig de waar heid zegt op alle vragen, die ik u stellen zal. Dus neem ik het. op mijn verantwoor ding dat in mijn verslag aan Scotland Yard uw naam niet genoemd wordt. Het kan verkeerd van mij zijn, maar ik beloof het u". Juffrouw Goole keek hem onzeker aan. „Wie bent u dan eigenlijk? U ziet er toch niet uit als een stille". „Dat doet er minder toe", antwoordde Chitterwick streng. „Ik geef u vijf minuten bedenktijd. Greggs, let op dat zy er niet tusschen uit knijpt". Hij nam Mouse even apart nagestaard door juffrouw Goole. „Ziezoo, die hebben we" zei Mouse te vreden, toen zij op voldoencLen afstand wa ren, om niet meer gehoord te kunnen wor den. Vriend Benson is dus een beroeps misdadiger. Erg prettig voor de Sinclairs". „Ik dacht wel, dat het op zooiets uit zou draaien", bromde Chitterwick, die nu de spanning voorbij was, weer in een afwezi gen gemoedstoestand terugviel. „Robijnen-Jimmy", meende Mouse, „is een prachtnaam voor hem, vindt u niet? En dan zijn optreden, toen hij gisteren aan kwam. Hij heeft wel erg overdreven". „Ja", gaf Chitterwick toe. „Alles is bij die misdaad aldoor erg overdreven geweest en dat was hun fout". „Ja, en toch leek het eenvoudig genoeg, totdat u de zaak grondig onderzocht. Maar toch, Chitterwick, geloof ik, hoewel het mij niet aangaat, dat die Goole ook aan de po litie uitgeleverd moest worden, wegens me deplichtigheid en zoo". „Ja, inderdaad was ze mede schuldig", gaf Chitterwick toe, „maar alleen door een toeval. Ik bedoel, dat zij er niet veel van afgeweten heeft". Mouse keek verwonderd op; wat was er nu weer? „Maar als ze toch de medeplichtige van den moordenaar geweest is?" „Dat was zij niet". Mouse staarde hem aan. „Was zij dat niet? Maar „Er was heelemaal geen medeplichtige". Mouse was een oogenblik heelemaal in de war. Dan klaarde zijn gezicht op. „Ach zoo, er was geen medeplichtige. Al uw knappe theorieën met die kelinerin zijn dus in het water gevallen? Dat maakt het geval veel eenvoudiger, nu we den moor denaar hebben". „Bedoelt u Benson?" vroeg Chitterwick» niet erg op zijn gemak. „Ja, natuurlijk". Chitterwick kuchte eens. „Hij is de moordenaar niet", zei »v heesch. „Hé daar", liet juffrouw Goole zich n°°' ren. „Ik zal jullie alles, wat ik weet, ver tellen". SI Geen van de twee bekommerde zich 8* haar. „Niet de moordenaar?" stamelde MM* „Neen". Chitterwick scheen met groöt® tegenzin te spreken, alsof ieder woo:ra uitgehaald moest worden. Hij was maar het niets vermoedende werktuig den echten misdadiger, ofschoon hij I' wel geweten moet hebben, dat er een begaan werd". „Ja maar wie is de eigenlijke denaar? Niet Lynn, of toch?" Chitterwick schudde zijn hoofd; hU naar den grond. „Neen, niet Lynn' schopte tegen een boomstronk. „Mouse, ben bang, dat het heel pijnlijk voor J* Maar ik vind het toch beter, dat je maar meteen hoort". Mouse was »oow bleek geworden. „Groote hemel", hij... „Je meent toch niet... Je kunt nieth(e „Toch wel", zei Chitterwick met zj>® stem, terwijl hy een anderen kant op» „Toch wel, het is Judith Sinclair". (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 14