DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Huil wil wijziging der neutraliteitswet.
Deze Courant wordt EL KEN AVOND, behaJve Zon
en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per
3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.
franco door het geheele Rijk 2.50.
Losse nummers 5 cents.
PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN:
Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote
contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte.
Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk
kerij v h. HERMS. COS TER ZOON, Voordam C 9,
postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330.
No. 125 Dit nummer bestaat uit drie bladen.
Directeur: C. KRAK.
Dinsdag 30 Mei 1939
Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA.
141e Jaargang
„Isolatie politiek der Ver. Staten een
rampspoedige illusie".
„Wapenembargo moet
worden afgeschaft".
Saradjogloe en Inönu
spreken.
Turkije tegen het Duitsche gevaar.
Inönu: Principieel accoord
met Parijs bereikt.
De algemeen® toestand.
De cirkel sluit zich.
Bommen in Palestijnsche
bioscoop
Terrorisme herleeft
Moskou bestudeert de Britsch
Fransche voorstellen.
Molotot spreekt morgen.
Japanners houden Duitsch
schip aan
Japansch offensief mislukt.
Monsterproces te Dantzig
tegen „bijbelonderzoekers
Prohala uitgeweken naar
Polen
Hij wil Tsjechisch Legioen in
Polen oprichten.
ALKMAARSCHE COURANT.
De Amerikaansche minister van buitenlandsche zaken. Huil, heeft het
bureau van het congres een program voorgelegd voor de herziening van de
neutraliteitswet. Huil stelt het volgende voor:
1. een verbod voor Amerikaansche schepen om, ongeacht hetgeen zjj ver
voeren, in oorlogsgebieden te komen.
2. Beperking van het reizen in oorlogsgebied door Amerikaansche staats
burgers.
3. Export van goederen, bestemd voor oorlogvoerende mogendheden moet
worden voorafgegaan door overdracht van het eigendomsrecht aan den
buitenlandschen kooper.
4. Het handhaven van de bestaande wetgeving inzake leeningen en cre-
dieten aan naties, die in oorlog zijn.
Regeling van het aanvragen en inzamelen in de Vereenigde Staten van
fondsen voor oorlogvoerende naties.
Handhaven van het nationaal bureau voor controle op de munitie en
van het systeem van vergunningen voor in- en uitvoer van wapens.
6
Huil heeft hieraan o.m. het volgende
toegevoegd: „Deze wijzigingen zouden het
mogelyk maken, de handhaving van de
vrede voor de Vereenigde Staten te ver
zekeren en het voeren van een neutrali
teitspolitiek te vergemakkelijken." Huil
herinnerde aan de besprekingen, die hij
met congres-leden heeft gevoerd om „de
vrede in de wereld te verzekeren binnen
de grenzen van onze traditioneele politiek
van niet-inmeriging in de overzeesche za
ken". Huil voegde hieraan toe, dat de door
de Vereenigde Staten aanvaarde beginse
len ook andere landen beïnvloeden.
„Het vraagstuk is niet, te weten, of wij
een of ander land moeten helpen of ons
moeten uitspreken in de geschillen tus-
schen de volkeren. Het vraagstuk is, ons
de grootste veiligheid te verzekeren, opdat
wij in deze geschillen niet worden meege
sleurd en onze houding en onze stappen
de andere volkeren zullen aanmoedigen,
dergelijke geschillen liever te vermijden
dan te zoeken".
„Ik geloof, dat het belangrijk is", aldus
vervolgde Huil, „dat de nieuwe wetgeving
wordt aangepast bij de traditoneele opvat
tingen van het Internationale recht, die
door onze regeering worden aanvaard. Dit
recht verlangt, dat de maatregelen, die
door een neutrale staat worden genomen,
onpartijdig worden toegpast op alle partijen
in een conflict. Het verlangt niet, dat de
neutrale staten een uitvoerverbod leggen
op producten, bestemd voor ooiogvoeren
den. Wy slaan de weg in van een embargo
op uitvoer, indien dit het doel, de Ver
eenigde Staten buiten een oorlog te hou
den, zou kunnen bevorderen".
Huil zeide vervolgens, dat de moderne
oorlog alle krachten der naties omvat. Op
de lijst van contrabande-producten voor
geval van oorlog sttaan dan ook bijna alle
artikelen, die voor het leven der volkeren
noodig zyn. „Ik twijfel eraan, of wij bui
ten een oorlog zouden kunnen blijven door
verschil te maken tusschen de verschillen
de uitvoerartikelen. Een algemeen uitvoer
verbod zou fataal zijn voor ons economi
sche leven. Het blijkt dus, dat wij op geen
enkele categorie van uitvoer een algemeen,
automatisch, onbuigzaam en strak embar
go moeten leggen.'
Huil eindigde: „Ik wil niet, dat men
meent, dat ik het opgeven verlang van
eenig neutraliteitsrecht of van eenig
recht der neutralen, maar er zijn re
denen om de uitoefeningen van deze
rechten onder de huidige omstandig
heden te beperken. Om deze redenen
geloof ik stellig, dat de bestaande be
paling inzake het wapenembargo
moet worden afgeschaft."
Toespraak te Chicago.
Cordell Huil heeft het woord gevoerd in
de „Sunday Evening" club te Chicago. Bij
deze gelegenheid noemde hij de politiek van
isoleering een rampspoedige illusie voor de
Vereenigde Staten. Sprekende over de
mogelijkheid van een nieuw groot conflict
zoo spoedig na den groot enoorlog. zeide
Huil, dat een oorlog thans een onverge
lijkbaar groote bedreiging voor den voor
uitgang vormt dna hij in het verleden ooit
is geweesta. „Daarom rust een weergalooze
verantwoordelijkheid op die nationale lei
ders, die de naties welke bedreigd worden
door hun acties, dwingen tot een tragische
keuze: zich over te geven of zich met de
wapenen te verdedigen. Zelfs indien een
oorlog zou kunnen worden voorkomen, zou
volgens Huil de wapenfabrikatie op de
huidige schaal economisch en maatschap
pelijk ontzettend drukken op de geheele
wereld."
In een onderhoud met den correspondent
van de „Paris Soir" heeft de Turksche mi
nister van buitenlandsche zaken, Sa
radjogloe o.m. gesproken over de voorzorgs
maatregelen, welke Turkije begon te nemen,
„toen een zekere mogendheid het verlangen
ging toonen de gevestigde orde te veran
deren". „Kemal sloot het Balkanverdrag en
haalde de banden met Rusland aan. Toen
Italië in Abessinië doordrong, sloot Kemal
zich zonder aarzelen bij de sancties aan.
Toen Engeland hem vroeg, of Turkije auto
matisch zou opmarcheeren in geval van
oorlog, antwoordde hij: ja. Sedert 1918 heeft
de Turksche regeering de gewoonte gehad
niets te doen, dat de Duitsche neiging tot
overheersching zou kunnen bevorderen.
Kemal gaf de voorkeur aan neutraliteit.
Maar als hij van meening was geweest, dat
zijn neutraliteit Duitschland zou bevoordee-
len. zou hij oogenblikkelijk gereageerd heb
ben. Dat ziet men nu gebeuren. Toen
Duitschland Roemenië zijn handelsultima
tum oplegde, heb ik Gafencu te Istanboel
de verzekering gegeven, dat Turkije in over
eenstemming met het Balkanverdrag steun
verleende".
Het onderhoud met von Papen.
Saradjogloe vertelde vervolgens van zijn
eerste onderhoud met von Papen. Deze zei
de: „wij hebben ten aanzien van Roemenië
een zeer redelijke politiek gevolgd. We heb
ben slechts de opbrengst verhoogd en de
inwoners hebben er niet van te lijden".
„Mijnheer de ambassadeur" aldus had
Saradjogloe geantwoord „als men in een
Afrikaansche kolonie komt, heeft men er
ook geen belang bij de inwoners te dooden.
Men verhoogt liever de opbrengst om de
koloniseerende mogendheid te verrijken.
Gij wilde in Roemenië een koloniale politiek
voeren. Wel, ik zeg u: ik zou het ernstig
vinden, als u op zekeren dag Turkije een
dergelijke politiek kwam aanbieden".
„Wij Turken" zeide Saradjogloe
verder „zijn vast besloten. Wij zullen
het Duitsche gevaar het hoofd bieden.
Wij hebben ons accoord met Engeland
gesloten en zullen ons binnenkort met
Frankrijk verstaan". Ten aanzien van
Rusland zeide de minister: „Wij zijn
beslist anti-communistisch en de Rus
sen weten dat. Dat heeft ons nooit ver
hinderd op het gebied der buitenland
sche politiek samen te werken".
De Turksche president, Ismet Inönu, heeft
bij de opening van het vijfde congres van
de republikeinsche volkspartij o.m. gezegd:
„wij zullen nooit het recht erkennen van
groote coalities van mogendheden om klei
nere naties omver te werpen. Elk heeft het
recht zijn eigen, onafhankelijk leven te
leven. Daarom hebben wij de Balkanentente
in het leven geroepen.
Voortgaande zeide hij: „inziende, dat van
daag de slag kan neerkomen op onze na
buren en morgen op ons zelve, nemen wij
tijdig maatregelen om het hoofd te bieden
aan de gevaren, die ons bedreigen. De En
gelsch-Turksche overeenkomst is niet uit
gedacht in eenigerlei agressieven geest, doch
heeft ten doel een bijdrage te vormen voor
het behoud der humanitaire idealen. Tur-
„Quo Vadis Polonia?" vraagt de te Rome
verschijnende „Telegrafo", het blad der
familie Ciano. Het orgaan zelf weet daar
waarschijnlijk wel het antwoord op: Polen
zal door de garanties der groote mogend
heden bereid en in staat zijn om op doel
treffende wijze tegenstand te bieden tegen
de as. Maar dit antwoord geeft het niet.
Het probeert aan te toonen, dat Polen
zich met de as-mogendheden dient te
verstaan: dat Duitschland groot belang heeft
bij het bezit van Dantzig en de Corridor;
dat Polens strategische positie niet van
dien aard is, dat het met succes weerstand
zou kunnen bieden aan een Duitschen aan
val; dat het niet al te veel kan vertrouwen
op de hulp van Engeland en de Sowjet-
Unie.
Veel indruk zullen deze argumenten op
het oogenblik te Warschau niet kunnen
maken.
Warschau weet bovendien, dat Italië zich
nooit enthousiast zal toonen voor een
Duitsche expeditie tegen Dantzig en de
Corridor, en het weet daarom Rome's ar
gumenten te dezer zake naar waarde te
schatten.
Een dergelyk artikel is dus niet zeer be
langrijk, wel interessant. Interessant, omdat
het bewijst, dat er te Rome en Berlijn een
veel grooter ongerustheid bestaat over een
gunstigen afloop van de onderhandelingen
met Moskou, dan de bladen in Italië en
Duitschland wel durven bekennen.
Er is dan ook inderdaad aue ituen om
een goeden afloop van de besprekingen
over een anti-agressiepact te verwachten.
Erg vlot is het niet gegaan, maar veel ge
vaar voor een afbreken der onderhandelin
gen heeft er niet bestaan.
Het feit, dat zoowel Londen als Moskou
van de noodzaak van een optreden tegen
de agressiepolitiek waren overtuigd, was er
voldoende waarborg voor, dat ernstig naar
een overeenkomst zou worden gestreefd.
Moskou heeft voor een belangrijk deel zijn
zin gekregen en het is daarom waarschijn
lijk, dat de overeenkomst in kannen en
kruiken is.
En wanneer inderdaad morgen de rede
van Moiotof bevredigend zal zijn, danis
de hoop op een iets rustiger nabije toekomst
gewettigd. Al is zij gevaarlijk, deze
rust, dit evenwicht tusschen de twee groote
statencombinaties: „as" en „anti-agressie
front".
Wanneer ooit dit evenwicht zal worden
verstoord, dan komt dit. doordat een van de
asmogendheden een nieuwe poging waagt,
haar wenschen te verwezenlijken. En dan
beteekent het: oorlog.
Juist dit feit zal hopelijk voor Duitschland
en Italië een rem zijn. De asstaten zullen
moeten beseffen, dat zelfs de as niet on
overwinnelijk is. Dat is voor dynamische
volken met een „heroïsche" levensbeschou
wing echter moeilijk te aanvaarden. De
Italiaansche en Duitsche bladen geven dan
ook nog steeds te kennen, dat de „as" bij
een conflict niet te verslaan zal blijken.
„Tegenover het DuitschItaliaansche blok
kan men op papier het EngelschFransch
Russische blok plaatsen, doch in werkelijk
heid niet" schrijft de „Relazione inter-
nazionali„Tegen het doel der omsinge
laars: de „verstikking" der autoritaire sta
ten, zal zich een blok van 150 millioen men
sehen verzetten" vertelt ons Göbbels. Zoo
lang nog dergelijke uitspraken hun gevaar
lijke invloed kunnen doen gelden, is het
evenwicht tusschen „as" en „anti-agressie
front" niet verzekerd. Het woord „vrede"
zullen we in dit verband maar niet eens
gebruiken. Daar is het evenwicht te labiel
en de spanning te groot voor.
kije was bereid verplichtingen op zich te
nemen jegens ieder land, dat den vrede
diende. Ik kan u openhartig verklaren, dat
onze betrekkingen met de U.S.S.R. thans
warmer zijn dan zij ooit te voren geweest
zijn en dat zij zijn gebaseerd op weder-
zijdsch vertrouwen.
Sprekende over de Fransch-Turksche
onderhandelingen over een pact, gelijk
aan het Engelsch-Turksche, zeide spr.,
dat een principieele overeenkomst t.a.v.
de kwestie-Alexandrette bereikt is en
dat na de oplossing hiervan geen mo
gendheid in staat zal zijn het accoord
tusschen de beide naties te compro-
mitteeren of te vernielen.
Gisteravond zijn in een bioscoop te Je
ruzalem, welke Arabisch eigendom is, twee
bommen tot ontploffing gekomen, tenge
volge waarvan achttien personen werden
gewond. De aanwezigen drongen in paniek
stemming naar buiten.
De gewonden waren: tien Arabieren,
een Joodsche jongen en een Joodsche
vrouw, drie Engelschen en drie Joodsche
agenten. Een der Britsche agenten werd 'n
been afgerukt.
Voorts is in het centrum van Jeruzalem
een Jood doorgeschoten en een andere
Jood ernstig gewond.
Bij Jaffa is een aanslag gepleegd, die
volgens sommigen aan Joden, volgens an
deren aan Arabieren moet worden toege
schreven. Terroristen hebben door de ven
sters van de huizen op de slapende bewo
ners geschoten. Vijf Arabieren werden ge
dood, vijf, onder wier vier vrouwen, ge
wond;
Melding wordt gemaakt van pogingen
der Arabische opstandelingen om de ge
wapende benden opnieuw te formeeren.
Afgezanten van de opstandleiders zouden
reeds 1500 boeren te Samaria bijeen heb
ben gebracht hebben als in de zuidelijke
districten. Daarentegen gaat de gematigde
Arabische partij voort op te wekken tot
kalmte. De raad, waarin 150 leiders van de
verdedigingspartij" bijeen zijn, is gister
middag bijeen geweest onder voorzitter
schap van Nasji Sjibi en heef een resolutie
aangenomen, waarin formeel het Witboek
aanvaard wordt en waarin wordt verklaard
dat het terrorisme wordt afgekeurd, om
dat ,„het in strijd is met de wil van de meer
derheid der Arabieren in het land". Het
terrorisme wordt volgens hun gefinan-
cieerd door zekere mogendheden, die in
verbinding met de party van den Groot-
Moefti staan.
Clandestine landingspoging.
Een poging van een Grieksch schip,
meer dan 400 immigranten clandestien aan
land te zetten aan de kust van Palestina is
verijdeld door den Britschen mijnveger
..Sutton", die het schip naar Haifa heeft
opgebracht.
De immigranten hebben hun vrijheid van
beweging herkregen. Hun aantal zal even
wel van het immigratie-contingent worden
afgetrokken.
De Britsche ambassadeur en de
Fransche zaakgelastigde hebben Zater
dagmiddag Moiotof de Britsch-Franschs
voorstellen voor samenwerking tegen
agressie overhandigd.
Moiotof ontving de diplomaten niet op
het commissariaat van buitenlandsche za
ken, maar in ht paleis van den Raad van
Volkscommissarissen op het Kremlin. Men
ziet hierin, dat hij de heeren heeft ont
vangen in zijn dubbele kwaliteit, als voor
zitter van den raad van volkscommissaris
sen en als volkscommissaris van buiten
landsche zaken. Tevoren had hij slechts in
de tweede functie met de diplomaten ge
sproken. Het onderhoud duurde een uur.
De Sovjet-regering bestudeert thans de
Britsch-Fransche voorstellen en reeds zeer
spoedig kan antwoord verwacht worden.
Als overeenstemming is bereikt zal, naar
men meent te weten, het pact te Moskou
geteekend worden.
Moiotof kondigt rede aan.
Moiotof heeft gisteren bij het sluiten van
de avondvergadering van den hoogsten
Sovjet volgens het D. N. B. aangekondigd,
dat hy voor de vergadering van 31 Mei een
standpunt zal bepalen ten aanzien van de
hangende problemen der buitenlandsche
politiek.
Een Japansche oorlogsschip heeft het
Duitsche stoomschip Saurland, dat op weg
was naar Sjanghai, gedwongen te stoppen.
Eenige manschappen begaven zich aan
boord van de Sauerland een schip van
de HamburgAmerika-lijn en bleef daar
twintig minuten. De scheepspapieren wer
den nauwkeurig onderzocht.
Het te Sjanghai verschijnende dagblad
China Press, dat dit bericht lanceerde,
meldt verder, dat de Duitsche consul-gene
raal te Sjanghai krachtig heeft geprotes
teerd.
De woordvoerder der Japansche marine
heeft medegedeeld, dat voorvallen als de
aanhouding van de „Ranpura", de „Aramis"
en de .Sauerland" zich waarschijnlijk niet
meer zouden voordoen. Niettemin behoudt
de marine zich het recht voor ieder ver
dacht schip te praaien. Hier is volgens den
woordvoerder niet sprake van een blokkade
der Chineesche kust, maar van een verhin
dering der Chineesche scheepvaart.
Japansch offensief doodgeloopen.
- Men verklaart te Tsjoengking, dat een of
fensief dat de Japanneezen vier weken ge
leden tegen Siangjang en Fantsjeng aan de
rivier de Han hadden ingezet, mislukt ïs.
Na een wanhopig gevecht bij Tangho en
Soeihsien, waarin 20.000 Japanneezen ge
sneuveld of gewond zouden zyn, moesten
de aanvallers terugtrekken in de richting
van Anloe om hun troepen te reorgani-
seeren.
Het Chineesche telegraaf agentschap meldt,
dat een verder binnendringen der Japan
neezen in Hoepeh verhinderd is, en dat de
Japanneezen ten Oosten van de rivier de
Han geen vasten voet hebben kunnen krij
gen. Voorts wordt gemeld, dat in de pro
vincie Kiangsi op den heuvel Woelinkiang
verwoed gevochten wordt. Aan het oostelijk
front hebben de Chineezen Tsjenglingsoe,
20 km. ten W. van Hangtsjou heroverd.
De „Dantziger Vorposten" meldt, dat
gisteren voor de Dantzigsche rechtbank een
monsterproces begonnen is tegen 19 vrou
wen en 17 mannen, die beschuldigd worden
van te behooren tot in Duitschland sinds
1937 verboden secte der „bijbelonderzoe
kers". Zij zyn in staat van beschuldiging
gesteld, omdat zij verboden werken uit
Polen hebben laten komen, in Duitschland
propaganda voor hun secte gemaakt heb
ben, geld naar hun buitenlandsche afdee-
lingen gestuurd hebben en onderricht ver
strekt hebben aan kinderen.
De gewezen minister van Oorlog en Bin-
nenlandsche Zaken in het ministerie van
Wolosjin en vertegenwoordiger der Tsjecho-
Slowaaksche reegering in Subkarpathisch
Roethenië, generaal Leo Prchala, is Vrijdag
avond te Warschau aangekomen, nadat hü
in het geheim uit Praag was vertrokken.
Hij verklaarde in Polen een Tsjechisch
Legioen te willen oprichten om de bevrijding
van Tsjecho-Slowakije voor te bereiden.
Na betoogd te hebben, dat alle Tsjechen
op een geschikt oogenblik zouden opstaan
om hun vaderland te heroveren, besprak
generaal Prchala de positie der Tsjechen
onder het Duitsche bestuur. „De Duitschers,
aldus de generaal, zenden niet alleen alle
voorraden naar het rijk, zoodat te Praag
reeds een tekort aan levensmiddelen merk
baar wordt, doch alles, wat naar Duitsch
land kan worden verzonden, tot gebruikte
knoopen toe".
Hij verklaarde verder, dat de Duitschers
Tsjechische arbeiders, ontslaan om hen te
vervangen door uit Duitschland gekomen
arbeiders. Daartegenover zouden meer dan
200.000 Tsjechische werklieden naar Duitsch
land zijn gezonden. In de Skodafabrieken
wordt door Duitschers gewerkt.
Alvorens zijn werk in Polen te beginnen,
zal Prchala de meening der Poolsche lei
dende kringen vragen. In politieke Poolsche
kringen beoordeelt men de aankomst van
den generaal gunstig. Men maakt eenige
reserve ten aanzien van zijn plannen tot or
ganisatie der Tsjechen, doch verklaart een
gunstige mogelijkheid te zien voor een Unie
van Tsjechen en Slowaken op Poolseh
gebied.