DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Geen hoop meer voor de Thetis- bemanning. £ucfiüxaact Getijstroom deed het schip kantelen. Om tien uur gisteravond deelde de Admiraliteit in een nieuw communiqué mede, dat zij tot haar leedwezen moest verklaren, dat de hoop, dat nog meer menschenlevens gered kunnen worden, vermindert, en om drie uur vannacht werd de officieele mededeeling van de werf bekend, dat er geen hoop meer was voor de bemanning in de „Thetis". Het reddingwerk. Geen hoop meer... Moskou's standpunt t. a. v. de randstaten. Prins-regent Paul in Berlijn Beschouwing van generaal Sikorski. Engelsch koningspaar naar België. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behaJve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementspriis per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2. franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE ADVERTENTIEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0.25, groote contracten rabat. Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON, Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. No. 129 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur; C. KRAK. Zaterdag 3 Juni 1939 Hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. 141e Jaargang De optimistische berichten van gisteren hebben helaas plaats gemaakt voor zeer pessimistische. Gistermic Jag nog was er alle hoop, dat de opvarenden van de gezonken duikboot Thetis gered zouden kunnen worden, maar op het oogenblik moet men aannemen, dat de nog 90 ingeslotenen alle om het leven zijn gekomen. Koortsachtig werd er gisteren den geheelen dag gewerkt. Uit Birkenhead was een ploeg werklieden met snijbranders vertrokken. Zij hoopten bij laag water een gat in den romp van de Thetis te kunnen snijden, waardoor lucht kon worden gepompt, welk gat men daarna wilde vergrooten, opdat de mannen er door konden kruipen. Dit werk moest men evenwel staken tot het getij van 18.00 uur weer afnam. Tengevolge van de sterke strooming kantelde het vaartuig, zoodat het achterschip onder water is komen te liggen. Er is een kabel onder den boeg van het schip doorgehaald. De lucht- voorraad in de duikboot verminderde met de minuut en zij, die aan het reddingswerk deelnemen, zijn er zich van bewust, dat zij een wedstrijd met den tijd houden. Om zes uur gistermiddag was het laag water en toen waren de omstandig heden bet gunstigst om de redding met kracht voort te zetten. Men schatte dat de mannen aan boord op dat oogenblik nog voor zes of zeven uur zuurstof aan boord hadden. Een ongunstige omstan digheid was intusschen dat de boot voortdurend kantelde en dat men de pogingen om een gat te snijden aan stuurboordzijde van den achtersteven toen op moest geven. Men had gehoopt door dit gat zuurstof in het schip te kunnen brengen. Voortdurend daalden duikers of langs het schip, die met klopsignalen het contact met de bemanning onderhielden. Volgens deze duikers moesten gistermiddag om zes uur alle opvarenden van de Thetis nog in leven zijn. Het is natuurlijk niet bekend hoe de boot verder mogelijk nog zal kantelen en of de komst van eenige bergingsvaartuigen, die onderweg zijn met de modernste snijappa- raten, nog zin zal hebben, nu men van het maken van een klein gat heeft moeten af zien. Aanvankelijk was het de bedoeling om het geheele achterschip van de Thetis af te snijden en laten toen de tijd begon te span nen, om een zoo groot gat te maken dat er een man door zou kunnen. De spanning aan boord van de talrijke vaartuigen die om de Thetis heen liggen nam gisteravond voort durend toe. Men gaf er zich rekenschap van een wedstrijd met den tijd te houden en gevoelde, nu het eigenlijke reddingswerk niet vlot wilde verloopen, daarbij een on macht. Een communiqué van de admiraliteit. In een officieel communiqué van de ad miraliteit wordt gezegd, dat volgens de laatste berichten, welke van 16.15 dateer den, niemand uit het wrak van de Thetis heeft kunnen ontkomen, sedert om 9.15 zich nog twee man hadden kunnen bevrijden Deze twee overlevenden rapporteerden, dat de rest van de bemanning toen op het punt stond, van de Davis-toestellen gebruik te maken, en het is niet duidelijk, wat nieuwe bevrijdingen door middel van deze methode verhinderd heeft. Het voorschip volgestroomd. Schout bij nacht Watson, commandant van de Britsche onderzeevloot, is gister avond op de plaats van het onheil aangeko men en hy heeft de leiding van het red dingwerk op zich genomen. Alle schepen die om de plek waar de duikboot gezonden is heenliggen, hebben hun zoeklichten ont stoken en zij beschijnen het water, zoodat, wanneer verdere mannen zich met het Davistoestel uit de boot bevrijden, zijn on middellijk opgemerkt zullen worden. Het is thans wel zeker dat het voorschip van de Thetis onder water staat. Men was er na melijk in geslaagd een tros om het schip heen te brengen, doch het gelukte niet hiermede eenige beweging in de Thetis te krijgen. De vier geredden verklaren dat zich in het voorschip geen manschappen bevonden en dat op het oogenblik dat zij ie boot verlieten alle verdere opvarenden on gedeerd waren. De vier geredden zijn allen uit de achterste ontsnappingspoort gekomen, de voorste bevindt zich in het volgestroom de deel van de boot. Alle voorbereidingen zijn getroffen om, zoodra dit weer mogelijk is, voort te gaan met de pogingen een gat in het achterschip te maken. Of het zal lukken, is echter aan twijfel onderhevig, want door het hooge water is de Thetis in een aanzienlijk ongunstiger positie geraakt. Even na middernacht heeft een amb tenaar van de Cammel Laird met gebro ken stem aan de wachtende menigte medegedeeld: „Tot mijn spijt moet ik zeggen, dat er geen hoop meer is voor de mannen, die nog in de Thetis zitten". De wachtende vrouwen barstten in schreien uit. Velen harer hadden bijna onafgebroken staan wachten sinds het begin van den avond, wachtende op be richten. De vrouw-en en verwanten van de manschappen aan boord van de The tis bevonden zich onder de honderden menschen. die zich verdrongen bij de scheepswerf van Cammel Laird te Bir kenhead. op het oogenblik, waarop het bovenvermelde tragische bericht werd medegedeeld. Kort voor middernacht was nog officieel medegedeeld, dat er een poging gedaan werd om de Thetis met kabels te lichten, doch dat de hoop op redding van verdere menschenlevens afnam. Eveneens kort voor middernacht werd van de admiraliteit ver nomen, dat slechts vier man gered waren van de Thetis. Zij werden opgepikt door den destroyer Brazen. Verder doen nietbe- vestigde berichten de ronde, volgens welke twee andere opvarenden verdronken zouden zijn bü een poging om te ontsnappen. Voor middernacht had men nog niet alle hoop laten varen, hoewel toen reeds het feit, dat geen signalen van de opvarenden werden vernomen, duistere vermoedens wekte. Het droeve einde. Kort voor twee uur, hedennacht, ar riveerde een sleepboot te Llandudno. Een ambtenaar kwam haastig aan land en reed weg. Blijkbaar kreeg de chef van het havenhoofd eenige inlichtingen, wrant hij verklaarde, dat iedere verdere mededeeling verkregen kon worden rechtstreeks van de admiraliteit of de Cammel Laird. Het ambulancepersoneel werd weggezonden. Naar verluidt be- teekende dit het einde er was geen hoop meer, dat nog manschappen van de Thetis konden worden gered. Duikers dalen af. |Twee uur, nadat de hoop op redding van de in de Thetis achtergebleven mannen vrij wel was opgegeven, deed het ministerie van marine mededeeling van het bericht, dat er teekenen van leven waren vernomen. Het was toen twee uur in den ochtend. Duikers hadden zwakke klopseinen uit de duikboot gehoord. Het ministerie voegde hieraan toe, dat de reddingspogingen werden voortgezet en dat men opnieuw zou trachten den ach tersteven boven water te brengen, als het getjj dat zou veroorloven. Bij het aanbreken van den dag heeft men daartoe inderdaad pogingen in het werk ge steld. Te vijf uur daalden duikers af om de positie van de duikboot vast te stellen. Ter wijl zij beneden waren, stonden zij in voort durende verbinding met de reddingsvaar tuigen. Toen zij boven kwamen brachten zij den marine-autoriteiten volledig verslag uit, waarop met het reddingswerk een begin werd gmaakt. Op de foto ziet men het boven water uitstekende achterschip met er bij de sloepen met de reddings manschappen. Hitier en de Print spreken. Prins-regent Paul van Zuid-Slavië brengt op het oogenblik een officieel bezoek aan Berlijn en daar heeft hij Donderdagavond aan een diner aan gezeten. Natuurlijk heeft Hitier zijn hoogen gast in een tafelrede begroet en even natuurlijk heeft prins Paul die rede beantwoord. Hitier zeide o. m., dat Duitschland's vriendschap voor het Zuid-Slavische volk niet slechts van spontanen aard is. Zij heeft haar diepte en duurzaamheid gekre gen in de tragische verwarringen van den wereldoorlog. De Duitsche soldaat heeft toentertijd zijn zoo buitengewoon dapperen tegen stander leeren waardeeren en achten. Ik geloof, dat dit ook omgekeerd het geval was. Deze wederzijdsche achting krijgt versterking door gemeenschappelijke poli tieke, cultureele en oeconomische belan gen. Zoo zien wij ook in uw bezoek van thans, aldus Hitier, een sprekend bewijs voor de juistheid van onze opvatting en wij putten daaruit tegelijkertijd de hoop, dat de Duitsch-Zuidslavische vriendschap ook in de toekomst zich verder zal ont wikkelen en steeds nauwer zal worden. In uw aanwezigheid zien wij ook een blijde gelegenheid tot een open en vriendschap pelijke gedachtenwisseling. Hechte op vertrouwen gebaseerde betrekkingen tus- schen Duitschland en Zuid-Slavië zullen thans, nu wij door de historische gebeur tenissen naburen zijn geworden met voor altijd vastgelegde gemeenschappelijk gren zen. niet slechts een duurzamen vrede tus- schen onze beide volkeren en landen ver zekeren, maar bovendien ook een element vormen van kalmeering voor ons nerveus opgewonden continent. Deze vrede echter is het doel van al degenen, die werkelijk opbouwend werk willen prestee ren. Voortgaande verklaarde Hitier te ho pen, dat de Zuid-Slavische gasten tijdens hun verblijf in Duitschland een aanschou welijk beeld zouden krijgen van het opbouwwerk, den wil tot arbeid en vrede van het Duitsche rijk dat geen ander doel heeft dan waarborging van den grondslag van zijn bestaan en van zijn natuurlijke rechten. Antwoord van den prins-regent. Prins-regent Paul zeide dat het hem zeer aangenaam was, de hartelijkheid en de tegemoetkomendheid vast te stellens, welke hij in zijn contact met Hitier, onder Kan een formule gevonden worden De correspondent van de Times meldt uit Moskou: Er is geen reden om te verwachten dat het formeele antwoord van de Russische regeering op de BritschFransche voorstel len van meer nut zal zijn dan de beschou wingen vaA Molotow in zijn laatste rede. Uit deze rede bleek, dat Rusland als tegen prestatie voor zijn medewerking bij het handhaven van den status quo in Polen en de Baltische staten wenscht dat Engeland en Frankrijk rullen medewerken tot het handhaven van den status quo in de Oost zee. Met het oog op de bijzondere positie van de betrokken Oostzeelanden (Finland, Est land en Letland) trachtte de Britsche regee ring deze landen moeilijkheden te besparen door geen aanbieding van eventueelen bij stand voor te stellen. Molotow's rede heeft deze landen thans in het volle licht ge bracht, daar het nu duidelijk is dat Moskou hun onafhankelijkheid beschouwt als een vitaal Russisch belang dat eventueele bond- genooten als zoodanig moeten erkennen. Een blik op de kaart toont waarom. Onaf hankelijk van hetgeen deze landen zelf mo gen denken moet Rusland tegenstand bie den aan Duitsche hegemonie aldaar. Zoo lang de randstaten hun tegenwoordige on afhankelijkheid handhaven is Rusland vol daan. Maar hoelang kunnen zij dat doen? In ieder plan voor een overeenkomst met het Westen tot wederzijdschen bijstand moeten duidelijke voorzieningen worden getroffen betreffende verdediging door Rusland van zijn vitale belangen in de Oostzee. De Brit sche en Fransche regeering hebben voorge steld dat dit laatste zou geschieden door overleg tusschen de drie regeeringen indien de onafhankelijkheid van niet gegaran deerde staten zou worden bedreigd. Volgens Rusland's opvatting wordt hierbij evenwel onvoldoende rekening gehouden met de mo gelijkheid misschien zelfs waarschijnlijk heid dat een Oostzeestaat liever Duitsche „protectie" dan Russische hulp zou aanvaar den. De Russische regeering wenscht de Oost zeelanden niet te laten kiezen en algemeen is men hier van opvatting dat Rusland militair zou ingrijpen om een uitbreiding van de Duitsche hegemonie tot de Baltische landen te voorkomen. De Britsche regeering heeft voorstellen gedaan om aan Rusland's behoefte te voldoen. Molotow heeft ze afge wezen, maar tot dusver heeft de Russische regeering geen andere oplossing naar voren gebracht, tenzij dit alsnog geschiedt In het aanstaande formeele antwoord. Het is moei lijk in te zien hoe de onderhandelingen spoedig tot het slu'ten van een overeen komst kunnen leiden. Naar de diplomatieke medewerker van de Times schrijft betreffen de verschillen tus schen het standpunt --an Rusland en dat van de West-Europeesche mogendheden meer den vorm dan het principe van een overeen komst. Het voornaamste verschil is de ma nier waarop reeds van te voren tegen een daad van agressie in het Oostzeegebied zou worden opgetreden. Moskou wenscht dat Frankrijk en Engeland thans tezamen met Rusland een garantie aan Finland, Let land en Estland zullen geven. Hiertegenover hebben de Britsche en Fransche regeering gedacht aan de onwilligheid van deze staten om eenige garantie te aanvaarden welke hen bij een blok zou betrekken. Wellicht zou een nieuwe formule kunnen worden gevonden maar de duidelijke wensch van de randsta ten blijft bestaan. wiens vastberaden leiding het Duitsche volk in den tegenwoordigen tijd een der schitterendste tijdperken zijner geschiede nis verwezenlijkt, heeft ontmoet. Het Zuidslavische volk heeft ook in het ver leden al die waardeerbare eigenschappen van het Duitsche volk op prijs weten te stellen, die het geleid hebben tot zijn een heid en tot de krachtige ontwikkeling van zijn geest en zijn cultuur. De betrekkingen tusschen Duitschland en Zuid-Slavië, evenals het vriendschappelijke contact tusschen hen, zijn dank zij een juiste op vatting der levensbelangen der beide naburige volkeren reeds sedert jaren defi nitief vastgesteld. De gelukkige aanvulling der volkshuishouding van beide landen heeft zonder twijfel wezenlijk bijgedragen tot de versterking van hun vriendschap. "Mijn bezoek, aldus prins Paul, is even eens een demonstratie van den vastbe sloten wil van het Zuid-Slavische volk om met het Duitsche volk in een atmosfeer van vrede en vriendschap te leven en sa men te werken. Daarom verheugt het mij zeer, dat zich onder de woorden van uwe Excellentie de nogmaals tot uitdrukking gekomen plechtige verzekeringen voor komen, dat ook het groote Duitsche rijk de totstandkoming en bevestiging van de vriendschappelijke samenwerking met Zuid-Slavië wenscht, doordat het zijn vrijheid en onafhankelijkheid, evenals ook die grenzen, welke ons sedert het vorige jaar door een duurzame nabuurschap verbinden, voornemens is te erkennen. In deze constateeringen zie ik niet slechts verwezenlijkte voorwaarden voor de gunstige ontwikkeling van nog nauwere banden tusschen Duitschland en Zuid- Slavië, maar ook een te waardeeren bij drage tot de consolidatie van den vrede in dit deel van Europa. De kansen der spilmogendheden in geval van een conflict. „Het Italiaansch-Duitsche bondgenoot schap heeft de vereeniging van de geheele wereld tegen Duitschland verhaast en dc westelijke democratieën in staat gesteld, zich te verstaan met Rusland, ondanks zekere hinderpalen, die nog uit den weg moeten worden geruimd. Duitschlands hoop op on- eenigheden tusschen Frankrijk en Groot- Britannië of op binnenlandsche troebelen in Frankrijk is eenvoudig absurd. Door de samenwerking der volken tegen agressie is een groote vreedzame macht ontstaan, die het gevaren-complex, dat de wereld door de schuld van Duitschland aan het wankelen bracht, uit den weg zal rui men", aldus luidt in hoofdzaak de meening. die door den oud-premier van Polen, gene raal Sikorski, in het nationale orgaan „Kur- jer Warszawski" tot uitdrukking wordt ge bracht. Voortgaande bestudeert de generaal, die van oordeel is. dat Hitier en Mussolini slechts zullen terugdeinzen, „wanneer de Koning Leopold heeft den En- gelsche koning en de koningin uitgenoodigd, in den herfst een bezoek aan België te brengen, ter beantwoording van het bezoek, dat de koning der Belgen aan Londen heeft gebracht. Als tijdstip voof het bezoek is, naar gisteravond te Londen werd vernomen, voorge steld van 24 tot 28 October. De uitnoodiging is thans naar Canada onderweg. zekerheid van een naderlaag hen tot rede zal brengen" de kansen van de spilmogend heden in geval van een conflict. Hij vergelijkt o.m. de waarde der Fran- tche en Duitsche versterkingen en schrijft: „Hoewel ingenieur Todt, de bouwer van de Siegfriedlinie een opmerkelijke technicus is, had hjj gebrek aan geld, gebrek aan mate riaal en gebrek aan tijd. De Duitschers heb ben in twee jaar geen verdedigingslinie kunnen bouwen als die, waaraan de Fran- schen vijftien jaar hebben besteed". Vervolgens over de troepen van het Duit sche leger schrijvende, wijst Sikorski op het gebrek aan oefening dier troepen, de voort durende wijzigingen in de bewapening en uitrusting, evenals aan het gebrek aan grondstoffen. „Duitschland, zoo zegt hij, bezit op het oogenblik 4500 vliegtuigen der eerste linie. Maar Duitschland produceert 1.200.000 ton benzine per jaar, terwijl het in geval van een conflict ongeveer 20.000.000 ton noodig zou hebben. Op dit gebied, zooals op de an dere, zoo besluit Sikorski, is de meerder heid der macht der democratieën overduide lijk. Wanneer een oorlog mocht losbarsten, zou hij van korten duur zijn. De eerste weken reeds zouden den spilmogendheden groote teleurstellingen brengen wegens haar gebrek aan grondstofffen en haar finan- cieele zwakheid, die haar niet in staat zou den stellen een conflict te laten voort duren". ..Een bliksemoorlog" zoo zeer ge wenscht door Duitschland, zou natuurlijk mogelijk zijn, maar de resultaten zouden het "tegen overgestelde zijn van hetgeen Duitschland ervan' verwacht" Poolseh visschersvaartuig vergaan. Nabij Rixhoeft is op volle zee een Poolseh visschersvaartuig gekenterd. Vier vis- schers zijn hierbij verdronken. ONZE POSTVLUCHTEN. Op de uitreis bereikten de Zilveereagar Rangoon en de Buizerd Basra. Op de thuisreis landden de Uil te Basra en de Wielewaal te Rangoon. J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1