De Dieren-Jamboree.
Een zoon van z'n Vader
JlecPit&zaken
Jiidschciften
Zomerm au (el Si
J5ucqtcü{ke Stand
Jieutfieton
Diefstal van f 45.000 of
geschenk?
Sybrigje voor de rechtbank.
Er zit zomer in de lucht
maar ook rheumatiek!
De
(Worit vervolgd).
3
Op de tafel voor de rechtbank lagen drie
eenvoudige sigarenkistje», verpakt in bruin
papier en voorzien van plechtige lakken. In
die kistjes bevond zich het geld. dat de
Groningsche vrouw. Sybrigje V. op 6 April
jX uit de safe die haar bejaarde vriend, de
Groningsche veekoopman B bü een groote
bank te Amsterdam had gehuurd, had mee
genomen. Bijna 46.000 in bankpapier, w.o
vier en veertig bankbiljetten lagen van
morgen op de groene tafel en nauwkeurig
las een der rechters de nummers op, die door
een opperwachtmeester werden gecontro
leerd.
Gisteren stond Sybrigje V. terecht voor de
hoofdstedelijke rechtbank, verdacht van
diefstal van ruim 44.000 subsidiair was
haar verduistei ing ten taste gelegd.
De vrouw, die op 6 April met haar vriend
B. te Amsterdam logeerde, had zijn safe-
sleutels weggenomen, was naar de bank ge-
gaar. en mei 45.000 verdween zij naar
Groninger, waar zij woonde, in gezelschap
van haar jongen vriend M., dien zij in
Amsterdam had ontmoet en dien zy ook
vanuit Groningen kende. Het geld werd
teruggevonden in een safe te Oude Pekela,
waar de vader var. den jongen vriend M.
het op diens verzoek had opgeborgen.
Zoowel Sybrigje als haar vriend M
werden gearresteerd. Sybrigje ontkende het
tenlaste geiegde en hield vol de 45000 gulden
te hebben gekregen. Na ee- uitvoerig ge
tuigenverhoor nam de officier van justitie,
mr. L.. de Blécourt, requis'toir. Hij achtte het
bewys tegen verd. geleverd. Hij requireerde
twee j a a t gevangenisstraf. De verdediger
bestreed de stelling, dat het bewijs voor
den diefstal geleverd was en vroeg onmid
dellijke invrijheidstelling, hetgeen de recht
bank toestond.
Vonnis 22 Juni.
GEVANGENBEWAARDER VOOR
HET GERECHTSHOF.
Gedetineerde sigaretten verschaft.
Ook ih de onderwereld heerscht een eert-
code, waarmee niet gespot mag woruen. Dit
eere-code is door een gedetineerde in de
strafgevangenis te Alkmaar met voeten ge-
tieden, toen hy een gevangenbewaarder,
die hem sigaretten en lucifers in de cel had
bezorgd, verraadde.
Hij had den bewaarder 10 beloofd, In
dien deze hem van rookgerei wilde voorzien.
Spoedig zou hij vrijkomen en dan zou hij
den bewaarder het geld doen toekomen. De
bewaarder, dia „met de belasting in de war
was", bezweek voor dit verlaidelijke aanbod
en bezorgde den gedetineerde een pakje
sigaretten. Maar deze haastte zich het aan
den officier van Justitie te melden, in de
hoop dan by dezen autoriteit een wit voetje
te krijgen in verband met een zaak, die nog
tegen hem hangende was. De verrader kreeg
geen wit voetje, maar de bewaarder kreeg
Zomerwarmte is goed voor. rheumatiek.
Maar pas op! Een warme en vochtige huid
is extra gevoelig en een enkel tochtje kan
U dagen lang weer die snijdende pijnen
bezorgen. Kruschen Salts zal U helpen.
Kruscher. valt Uw kwaal aan in de oor
zaak ze.fhet overtollige urinezuur dat
zich in Uw lichaam heeft opgehoopt. Filter
dat zuur uit Uw lichaam en Uw pijn zal
verdwijnen. Kruschen stimuleert Uw lever,
r.ieren en ingewanden tot sterker actie en
deze verjongde organen zullen elk over
tollig zuur uit Uw lichaam verwijderen.
Kruschen is echter geen toovermiddel. Uw
pynen zullen niet in één dag verdwijnen.
Maar als ge geregeld de beroemde „dage-
lyksche dosis" neemt, zal Uw pijn minder
en minder worden om tenslotte geheel te
verdwijnen. Ge zult weer kunnen wande
len, fietsen en lever als een vrij mensch.
vrij van die eeuwige angst vooi rheumati-
sche pijnen
Kruscher. Salts, uitsluitend verkrijgbaar
bij alle apothekers en drogisten k 0.40.
0.75 en f 1.80 (extra groot pak). Fabri
kanten: E Griffiths Hughes Ltd.. Man
chester (Engeland). Opgericht 1756.
begaf, fietste K. hem achterna en zette zijn
geval uiteen, doch de ambtenaar gaf hem
te kennen, dat hij niet in staat was. de be
slissing te veranderen. Hierdoor ontstak K.
in woede en reed tegen de fiets van den
ambtenaar aan. zoodat deze op straat viel.
Vervolgens haalde de werklooze een groet
breekijzer te voorschijn, waarmee hy den
ambtenaar eenige flinke slagen op het ach
terhoofd gaf. zoodat hevig bloedende won
den ontstonden. Het slachtoffer raakte zelfs
eenige oogenblikken buiten kennis. Doordat
omstanders K. vastgrepen, werd erger voor
komen.
Voor de rechtbank legde K. heden een
bekentenis af. De ambtenaar, die als ge
tuige werd gehoord, verklaarde oa, dat hij
drie weken lang niet had kunnen werken.
De officier van justitie, mr. C. Sikkel,
achtt- de ten laste gelegde poging tot dood
slag bewezen en eischte twee jaar ge
vangenisstraf.
De verdediger, mr. O. H. van Wyk, vroeg
de uiterste clementie, gezien de omstandig
heden. waaronder verdachte zyn daad heeft
gepleegd.
De rechtbank zal 22 Juni uitspraak doen.
ontslag en een vervolging wegens het als
ambtenaar doen van een belofte onder het
vooruitzicht van een belooning. De Alk-
maarsche rechtbank veroordeelde hem tot
drie maanden gevangenisstraf en de procu
reur-generaal achtte geen termen aanwezig
de straf te wyzigen of te verminderen, zoo
dat bevestiging van dit vonnis werd ge
vraagd.
De verdediger, mr. J. van Everdingen,
deed een juridischs ontdekking. Weliswaar
had de verdachte bekend, dat hem tien -gul
den was beloofd, doch zulks was door den
gedetineerde, die het rookgerei ontving,
nimmer verklaard. Deze had alleen gezegd,
dat de bewaarder hem sigaretten en luci
fers had bezorgd. Dit feit, volgens de dag
vaarding ten laste gelegd, was dus niet wet
tig en overtuigend bewezen. Verdachte zal
dus moeten worden vrijgesproken, meende
de verdediger.
POGING TOT DOODSLAG OP EEN
AMBTENAAR.
Twea jaar geëslcht tegen werkloosen
timmerman.
Voor de Haarlemsche rechtbank stond
gisteren terecht de dertigjarige werklooze
timmerman K. uit Wcrmerveer, wien po
ging tot doodslag, subsidiair zware mishar.«
deling ten laste was gelegd. K. was in het
beg!n van dit jaar werkloos geworden en
daar zyn vrouw, die reeds langen tyd ziek
was, op advies van den dokter versterkende
middelen noodig had, wendde K. zich tot
Maatschappelijk Hulpbetoon te Wormer-
veer, doch deze dienst ken hem niet helpen,
omdat zijn z.g. wachttijd nog niet verstre
ken was.
Toen de man dus op al zyn verzoeken een
weigerend antwoord kreeg, besloot hy nog
eens met een der ambtenaren te gaan pra
ten. Toen deze zich na kantoortijd naar huis
In Het Kind, veertiendaags blad voor
ouders en opvoeders schryft mr. Dieuke M.
H. Boissevain over ..Het Jongere Element
in de Nederlandsche Vrouwenbeweging"
A. Hallema gaat nog eer.s na wat de „Ca
mera Obscura" van Beets in het kind van
zyn tyd prjjst en in diens opvoeding alkeurt
en illustreert zijn alleraardigste bijdrage
met wat kinder-figuren uit omstreeks 1840.
Aan de rubriek van Leonard Roggeveen,
die aan diverse schrijvers van Jeugdlec
tuur de vraag stelt aan welke eischen een
goed kinderboek moet voldoen, heeft thans
Anne de Vries megewerkt. Herinnerd
wordt aan een reeds eerder opgenomen ar
tikel over „Bercepskeuze" in verband
waarmede nu eindelijk critiek is gepubli
ceerd.
A. Steenhuizen schrijft over methodisch
werken en de selectie voor middelbaar en
hooger onderwijs. Th. C. A. K. bespreek:
het dienstboden-probleem en Ida Heyer-
mans geeft een critiek op het boek „Cam
pagne". Het bijvoegsel „Bezige Handen
geeft weer fraaie modellen voor hand- en
borduurwerk.
Het Juni-nummer van „De Jazzwereld",
vermeldt allereerst dat Jimmie Lunceford
met zijn band, die momenteel één der beste
ter wereld is, dit jaar by zijn Europeesch
tourneé ook Nederland zal aandoen. Verder
is er een uitgebreide critiek over een ro
man van Tom Dorsey met den wel zeer ori-
gineelen titel „Live in swing-time", die aan
duidelijkheid niets te wenschen overlaat.
Veel actueel jazz-nieuws uit binnen- en
buitenland, o.a. het feit dat Duke Elling-
ton niet meer met zijn impresario Irving
Mills zal werken, het vervolg van de ge
sprekken van Wlll G. Gilbert met Elling-
ton en een beschouwing over jazzmuziek
op gramophoonplaten van denzelfden
schrijver voltooien dit nummer.
9. „Opstaan, kereltje", brulde Joko. „Jamboree, Jam
boree". Maar Big ronkte. Joko dacht even na en grin
nikte toen listig. „Hé", riep hy vlak by het bigg°noord,
„daar h.b je den slager met een groot mes. Slager.
Mes".
10. Biggie schoot met een ruk het bed uit, greep zyn
kleren en rende naar de deur. „Vluchten", hijgde hij
met een slaperig gezicht. Joko lachte zo onbedaarlijk,
dat hij zijn hoofd tegen het nachtkastje stootte en met
een was zyn pret over.
Wat is een zomermantel toch een
ondankbaar bezit!
In het voor- en najaar is hy vaak
te koud en dragen veel vrouwen
liever overdag een mantelpak en
's avonds is de winteijas dan nog
heel behagelijk.
Midden in den zomer, op warme
dagen, loopen we liefst zonder
mantel of met een wollen, linnen
of zijden jasje en met regenweer
komt de regenjas of cape aan de
beurt.
Wat blyft er over? Koude zomer
dagen en -avonden, en die wen
schen we ons zelf zoo min mogelijk
toe. Dus by 't aanschaffen van een
zomermantel moesten we eigenlijk
bedenken: 'k Hoop maar, dat ik
hem zoo weinig mogelijk aan zal
hebben.
Maar zoolang de koude dagen nog
een ruime plaats in ons Hollandsche
klimaat innemen, hebben we de
lange jas noodig en de mode-ont
werpers doen hun best om de jasjes
zoo verleidelijk mogelijk te maken,
want wat een keuze in modellen en
kleuren!
Wijde swaggers en nog wjjder
swingcoats met heel ruime ruggen,
en voor wie deze sportieve dracht
niet staat, zijn er slank getailleerde
modelletjes. Want corpulente en
iets oudere dames moeten zich
vooral niet wagen aan zoo'n zwie
rige swagger, die zooveel mogelijk
open moet zwaaien.
Modetijdschriften en étalages
staan vol met wijde jassen, en toch
ziet men in de stad de werkelijk
elegante en goed gekleede dames
meer van boven nauwsluitende en
naar onder toe wljd-uitloopende
mantels dragen, misschien wel om
dat deze modellen veel meer bij de
mannen in den smaak vallen dan
die „wijde slobberjassen".
Dus geven wij 11 ook maar een
paar afbeeldingen van getailleerde
mantels: van links naar rechts al
lereerst een gekleede mantel van
crêpe georgette of matte zijde,
wyde geplooide mouwen en een
uitspringende rok. Deze mantels
hebben vaak een gebloemde voe
ring en vormen dan een complet
met het Jurkje, dat er onder ge
dragen wordt.
In 't midden een meer sportieve
mantel met broede revers, dubbele
rij knoopen en groote manchetten.
Men begint n.L bij sommige mo
dellen weer wat meer aandacht te
besteden aan de ondermouw.
Tenslotte de open mantel, het
meest geliefde model van dit sei
zoen. De ceintuur is als tusschen-
stuk verwerkt en de mantel sluit
tegen elkaar met een strikje. In
heel lichte kleuren worden deze
mantels veelal gekozen om dan op
een donker zijden jurkje gedragen
te worden. Wanneer men er even
aan gewend is, een smaakvolle en
veel minder afgezaagde combinatie
dan de donkere mantels met ge
bloemde japonnetjes.
MADELEINE.
Ol'DOKP (Mei)
Geboren: Jacoba Maria z. van A. Ta-
mis en E. C. Tuynman. Willem z. van K.
Schot en N. de Groot. Cornelis Johannes
z. van J. Buisman en C. J. Meereboer.
Margaretha Maria d. van G. Meyering en
J. van der Peet. Evelina Margaretha
Maria d. van C. N. Tuynman en A. Baltus.
Margaretha van P. H. Leegwater en
M. Brommér. -• Jacoba Helena d. van P. H.
van Westen en J. Madiol.
Ondertrouwd: Ruurd Cnossen en
Corneliske Dijkstra te Alkmaar. Jacobus
Luitzen Geuzebroek te Assendelft en Jo-
banna Cornelia van Zwanenburg. Herma-
nus Quant en Maria Bes. Wilhelmus Pe
trus van der Meer en Maria Helena Petro-
nella Vollering te Vlaardinger-Ambacht.
Johannes Kuiper en Catharina Johanna
Quant te Heerhugowaard.
Getrouwd: Adrianus Reus en Johanna
Maria Verhaar. Jacobus Luitzen Geuze
broek te Assendelft en Johanna Cornelia
van Zwanenburg.
Overleden: Jacob Willem IJdo, 43 j.,
echtg. van J. G. M. Hoogendoorn.
Centrale commissie voor de filmkeu
ring. - In Mei werden door de Centrale
commissie voor de filmkeuring 21 films ge
keurd met een lengte van 121.155 meter.
Hiervan werden 180 films toegelaten voor
alle leeftijden, 23 films voor boven 14 jaar
en 14 films voor boven 18 jaar.
Naar het Engelsch van
RIDGWELL CULLUM.
Door T. v. d. MADE.
6)
Cordon keek ervan op. Toen kuchte hij
en overhandigde twee chèques, die hy had
uitgeschreven en zei:
„Hier is Je loon van twee maanden. Een
ervan ben ik je schuldig. Ik vermoed de
andere misschien wel niet, maar die doe
ik er toch maar bij. Nu moet je eens luis
teren. Je moet er voor zorgen, dat alles
uit dit hok hier weggaat en opgeslagen
wordt in de Manhattan meubelbewaar
plaats. Als dat gebeurd is, ga je naar mijn
vader en overhandigt hem de rekeningen
van dat opgeslagen boeltje. Al mijn siga
ren, sigaretten en wijn moet jy maar als
cadeau aannemen. Het zou niet billyk zyn.
jou ook tot vyf cent-sigaar en lager bier te
doemen. En pak nu een handtascn in voor
me, zooals je gezegd hebt. Ik zal het pak
dragen, dat ik nu aan heb
„Best meneer. Dank u. Nog iet» van uw
dienst, meneer?"
„Ja". Gordon lachte weer „Breng deze
cheque morgen naar de bank, zoodra die
opengaat, incasseer ze voor me en breng me
dadelijk het geld. Dat is dan alles; alleen
moet je nog zoo'n oneetbare sandwich en
een flesch tragediebier voor me halen. Ver
der is er niets".
En resoluut zette Gordon zich weer aan
zijn werk, toen Harding zich met een dui
delijke zucht van spijt verwijderd had.
HOOFDSTUK IIL
Gordon's aankomst.
Gordon Carbhoy zat ineengedoken op zyn
plaats. Zijn breede vierkante schouders,
schenen veel meer ruimte te beslaan dan
waar hij recht op had. Zijn vroolijke ge
zicht toonde geen spoor van het ongeduld
en de geprikkeldheid die hem kwelden
Oogenschijnlijk was hy een en al tevre
denheid en het toonbeeld van jeugdigen
overmoed in de overtuiging, dat het leven
eigenlijk een heel plezierig geval is en dat
er geen wolkje aan zyn horizon te beken
nen was.
Maar ondanks deze uiterlijke verschijn
selen voelde hy zich allerminst op zyn ge-
maak. Zoo af en toe stond hij eens op om
het trillen van zyn knieën te bedwingen.
Hy voelde zich ook vies. smerig en slordig,
ook al had hy zich al vaak gewasschen en
zijn haar gekamd in de kleine ruimte, die
daartoe in den trein aanwezig was. Dan
ging hy weer zitten en bepaalde zijn aan
dacht weer by het eentonige vlakke land
schap. terwijl hy probeerde niet op den
muffen geur te letten, die er altijd, vooral
's zomers, in spoorwegcoupé s hangt.
Dit had hy zeker al wel honderd keer
gedaan sedert hij uit het groote station van
New York was gestoomd. Hij had in zyn
hoek geslapen en hij had heel goedkoop in
den restauratiewagen gegeten; daarna had
hij in de rookcoupé vooraan een van die
heerlijke sigaren gerookt uit het kistje, dat
de trouwe Harding stilletjes in zyn hand-
taseh had gestopt. Hy had ook al iedere
letter gelezen van de tijdschriften, die hij
had meegenomen, tot zelfs de advertenties
toe. De tijd kroop voort. De trein knarste
en schommelde en vervolgde met veel la
waai zijn weg over het uitgestrekte vaste
land van Amerika, 't Ging allemaal even
En dan die eindelooze stroom van ge
dachten, soms fantastisch, steeds weifelend
en steeds weer uitkomend op dat opzin-
nige getal: honderd duizend dollar.
Daar kwam de conducteur weer. Die
kwam zeker weer een kaart uit zyn biljet
scheuren, dacht Gordon. Dat was iets heel
belangwekkends. Gordon was benieuwd of
er kaarten genoeg in zouden zitten tot
Seatjle.
Seattle! De Yukon! De naam Yukon was
wel een klank, die je aan geld deed den
ken, of aan het verdienen van een fortuin.
Maar hoe? Honderd duizend dollar! Daar
had je het weer.
De groote gestalte in de blauwe uniform
met de koperen knoopen boog over hem
heen. Toen hy by zijn bank was gekomen,
ging hy tegenover hem zitten en trok hem
aan zijn mouw.
Gordon deed alsof hij wakker schrok.
„Waar zyn we In hemelsnaam?" vroeg
hy geprikkeld.
„Ergens tusschen den duvel en zijn groot
je, denk ik", grinnikte de man. „Je
kaartje".
Gordon begon langzaam in zyn zakken
te zoeken. Hij wist precies, waar het was,
maar hij zocht bedaard en nauwkeurig in
alle andere zakken. De man wachtte zwaar
ademhalend. Hy vertoonde geen spoor van
ergernis, zooals Gordon had verwacht. Ein
delijk keerde hy den binnenzak van zyn
jas binnenste buiten. Het eerste, wat hy
tusschen den anderen rommel ontdekte,
was zijn vaders geheime privé telegraaf-
code. Hy had totaal vergeten hem af te
geven! Hy toonde nu vlug zjjn biljet.
„De duivel is achter ons, denk ik", zei
Gordon. „Het lijkt me tenminste de juiste
plaats voor hem. Wat zal ik bly zijn, als
we aan zee zyn".
De conducteur bekeek het biljet en Gor
don borg in tusschen de code weer in zyn
zak.
„O, Seattle", mompelde de beambte.
Toen keek hy naar het nu lachende gezicht
voor hem en zei: „Moet je naar de Snake
Falla?"
„Dan zou ik immers geen kaartje naar
Seattle genomen hebben", antwoordde
Gordon e enigszins sarcastisch.
„Dat is zoo", gaf de conducteur onver
stoorbaar toe. „Ik heb een vent gekend,
die naar Seattle is gegaan. Ik denk nog
wel eens aan hem. Seattle mompelde
hy nog eens nadenkend.
.Aan de kust. Het is een zeehaven", ze:
Gordon.
„Een echt mindere soort stad voor zee
lui onder aan een heuvel en als je je daar
niet schrap zet, lig je zoo in de goot. Het
regent er zoowat zes maanden van het jaar
en de rest van den tijd is het er kokend
heet. En de lui, die van de Yukon vandaan
komen of er heen gaan, krijgen er de volle
laag en slaan er een modderfiguur".
Gordon moest lachen om den uitdagen-
den toon van den man.
„Ik vrees, dat ik een van die lui ben, die
naar de Yukon gaan", zei hy vrooiyk.
Het bolle gezicht met de kleine oogjes
van den man lachte nu niet meer.
„Ga JU naar Yukon in JuliT Daar heb
ik nog nooit van gehoord", zei hy hoofd
schuddend. „Je kunt even goed in den zo
mer naar de hel gaan. Dan ga Je zeker
naar Alaska, als het gaat vriezen en dan
zit je daar zeker te koekeloeren tot het
volgend voorjaar, zeg eens
„Dus dan zou ik nog tien maanden moe
ten wachten?" riep Gordon ontzet uit
„Dat hangt van je werk af".
„Ja, natuurlyk".
De conducteur stond op en gaf hem zyn
kaartje terug. De moed zonk Gordon in de
schoenen. Hy keek den ander na, terwyi de
ze de coupé doorliep en ten slotte door de
deur naar den volgenden wagen verdween.
Toen nam hy zijn omgeving weer eens op.
Hy keek naar de hoofden van zyn mede
reizigers, die naast hem zaten. Toen
dwaalden zijn oogen naar zyn handtasch,
die op de zitplaats tegenover hem stond
met zyn overjas er overheen en daarna
keek hij weer nadenkend naar buiten. Tien
maanden en hy had er maar zes voor
zich om zyn plan ten uitvoer te brengen.
Zou er nog een tweede dwaas rondloopen,
zooals hy? En dan zoo'n ongelukkige sa
menloop van omstandigheden!