DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. Tsjechisch politieman te Nochod vermoord. No. 136 Dit nummer bestaat uit drie bladen. Directeur: C. KRAK. Onrust in Bohemen en Moravië houdt aan. Censuur op de bericht geving. De algemeen® toestand. Maandag 12 Juni 1939 141e Jaargang Geen wijziging in de Engelsche politiek. Accoord met Rusland b ijft gewenscht. Gafencu op bezoek te Ankara. „Balkan-entente Instrument van den vrede." De Japanneezen melden successen. Bommen op Tsjoenking. Eischen van Dantzig's Senaat verworpen. Duitsche bladen zijn verstoord. ALKMAARSCHE COURANT. Deze Courant wordt ELKEN AVOND, behalve Zon en Feestdagen, uitgegeven. Abonnementsprijs per 3 maanden bij vooruitbetaling voor Alkmaar 2.—, franco door het geheele Rijk 2.50. Losse nummers 5 cents. PRIJS PER GEWONE AD VERTE NT IEN: Van 15 regels 1.25, elke regel meer 0 25, groote contracten rabat Groote letters naar plaatsruimte. Brieven franco aan de N. V. Boek- en Handelsdruk kerij v h. HERMS. COSTER ZOON. Voordam C 9, postgiro 37060. Telef. 3320, redactie 3330. Het is nog allesbehalve rustig in het „protectoraat" Bohemen en Moravië. In den nacht van Vrijdag op Zater dag is een Tsjechisch politieman ge dood in een twist tusschen Tsjechische en Duitsche politiemannen te Nochod in het noorden van Bohemen. In een communiqué wordt gezegd, dat de Tsjech door een schot werd gedood. Het onderzoek wordt uitge voerd door de Duitsche en Tsjechi sche autoriteiten gezamenlijk. Het incident wordt toegeschreven aan een „reeks betreurenswaardige gebeurte nissen." De rjjksprotector heeft op dracht gegeven het onderzoek met de meeste gestrengheid en snelheid te houden. Alle personen, die erbij be trokken zijn, worden in hechtenis ge houden. De dader van den moord op den Duit- schen politieagent is nog steeds niet be kend. Wel wordt de inbreker J< seph Cesak volgens een Havas-bericht ervan verdacht den moord te hebben gepleegd. Zijn op sporing is verzocht. Op de aanwijzing van den moordenaar staat thans een belooning van 150.000 kronen. De jJuitsche politie heeft in den nacht nog 150 personen gearresteerd, onder wie een plaatselijk redacteur van de „Ceske Slovo", het orgaan der oude partij van Benesj, alsmede verscheidene advocaten, artsen en financiers. Voorts heeft de poli tie huiszoeking gedaan bij het secretariaat van de partij der Nationale Solidariteit te Kladno. Vele winkels zijn gesloten, de straten zün verlaten, de bewoners vermijden de plek van de misdaad, waar een enorm bloemstuk is geplaatst, dat geflankeerd wordt door twee soldaten. Vrijdag hebben zich op straat eenige incidenten voorgedaan. De soldaten nood zaakten de voorbijgangers hun hoed af te nemen. Vannacht kon men schoten hooren: er werd n.1. gevuurd op open ramen. De Duitsche chef van het district Kladno heeft bepaald, dat de boete van 500.000 kronen welke aan de stad is opgelegd, voor 80 door de Joden en voor 20 door de aanhangers van Benesj moet worden betaald. Intusschen meldt een D.N.B.-bericht uit Praag, dat, tengevolge van de bemiddelingspogingen en het optreden van de Tsjechische bevolking, als mede van de maatregelen der regee ring van het protectoraat, het den rijksprotector mogeljjk is gebleken na afloop van den vastgestelden termijn. Zaterdagavond 8 uur. af te zien van de verdere strenge maatregelen, welke te Kladno zouden worden genomen. De „Oberlandsrat" van het district Kladno heeft tot de commissie, welke door de Nationale Solidariteit naar de stad is gezonden, verklaard, dat de bevolking zich geen rekenschap geeft van den ernst der situatie. Arbeiders zouden in de café's Tsjechische liedjes hebben gezongen. De Oberlandsrat heeft daarom de sluiting van alle restaurants te Kladno ge7ast en den verkoop van sterken drank verboden. In de gemeenten rondom Kladno zijn door Duitsche militairen en politie tallooze huiszoekingen verricht. In den afgeloopen nacht is de synagoge van Privos bij Moravisch Ostrawa in de asch gelegd. Dit is de derde synagoge, welke deze week in het protectoraat Bohe- men-Moravië is verbrand. Tsjechische commentaren. De Tsjechische bladen vragen den Duit- schers niet alle Tsjechen te willen beschul digen van den moord te Kladno. De „Ceska Slovo" schrijft, dat de hinderlaag niet het wapen is, waarmede het Tsjechische volk voor zijn rechten strijdt. Het schijnt dat de Onrust in Bohemen. Een karakteristieke trek van het Tsjechische volk is zijn onafhankelijk heidszin en zijn nationaal gevoel. Het heeft voor zijn zelfstandigheid in den wereldoorlog gestreden tegen het land waar het tot nu toe bij behoon e: de Oos- tenryk-Hongaarschc dubbelmonarchie en met succes. De Tsjecho-Slowaak;che republiek ontstond, opgebouwd in demo- cratischen geest door den grooten \oor- vechter van een zelfstandig Tsjecho- Slowakije, Masarijk. Een land met een democratisch opgezet regeeringssysteem is een gelukkig land. Want een dergelijk stelsel moge niet feil loos zyn het zijn menschen, die net maakten het is tegelijkertijd het eenige, dat de mogelijkheid tot correctie princi pieel aanvaardt. Maar één ding is een eerste vereischte. het volk zoowel als de regeering dienen ernst te maken met de democratie. Zy dienen zich loyaal aan de regels van den democratischen staat te houden en te be seffen, dat ieder burger en elke bevol kingsgroep gelijke rechten en Phcht®" heeft. En aan dit laatste heeft het de Tsjechische ambtenaden b'.i de behande ling van de „minderheden meermalen ontbroken. Ook de loya.e, we.wt.lo. e Sudeten-Duitschers hebben hierover ge- lclcidgd. Het Tsjechische volk heeft de kans om de minderheden tot volwaardige en be trouwbare deelen van den Tsjecho-Slo- waakschen staat te maken, aan zich laten voorbij gaan. Het heeft de consequenties var zijn democratische staatsregeling nie willen aanvaarden en ondermijnde daar mee zijn eigen zelfstandigheid. Was het voor een eensgezinden Tsjecho-Slov. aak- schen staat wellicht nog mogelyk geweest, eenigen weerstand te bieden aan den Duitschen „Drang nach Osten" - aan een land met een groote minderheid die voor hoofdredacteur: Tj. N. ADEMA. het overgroote deel niets liever wilde dan zich by het Duitsche rijk voegen, gelukte dit zeker ni e t. Een eensgezind Tsjecho-Slowakije had bovendien minder aanleiding gegeven tot Duitsche aanspraken op het Sudeten- gebied en, zoo zij gemaakt werden, minder gelegenheid tot een rechtvaardiging-in- schijn, waarvan thans met maar al te veel succes gebruik gemaakt is. Er zijn fouten gemaakt en Duitschland heeft ervan geprofiteerd. Het heeft Tsjechen en Slowaken gescheiden; den laatsten een pseudo-zelfstandigheid ver leend en de eersten in een protectoraat gevoegd bij het Duitsche rijk, teneinde uit de nieuw verworven kolonie te halen wat erin zit. Osusky, de Tsjecho-Slowaaksche gezant te Parijs geeft hierover interessante bizonderheden. Niet alleen wordt Bohemen economisch dienstbaar gemaakt aan het Duitsche Rijk, ook doen de Duitschers blijkbaar pogingen aan het Tsjechische volk de Duitsche cultuur op te dringen. Vootrdurend trachten zij aan te toonen, dat Bohemen door historie en cultuur bij Duitschland hoort. Juist deze pogingen om Bohemen min of meer te germaniseeren zuilen fataal bly- ken. Het groeiend stil verzet in het „pro tectoraat" is op den duur niet te breken. De geschiedenis leert, dat nationale be wegingen in den loop van den tijd niet te onderdrukken zyn. Het is daarom dat de gebeurtenissen in Bohemen en Moravië zoo belangrijk zyn. De tyd zal komen, dat Tsjechen en Slo waken een nieuwe kans krijgen. Dat deze tyd nabij is, is nauwelyks waarschijnlijk. De Duitsche aandacht is nog te sterk ge concentreerd op het nieuw verworven ge bied en het lijdelijk verzet nog te weinig georganiseerd. De Slowaken beginnen eerst te beseffen wat zij zichzelf door hun on trouw aan het Tsjechische broedervolk hebben berokkend .Maar de wil tot een hernieuwde samenwerking is reeds groeiend. En de mogelijkheid hiertoe zal eenmaal opnieuw bestaan. We kunnen slechts hopen, dat deze nieuwe vereeniging een minder bloedige wordingsgeschiedenis zal hebben dan in de jaren 19141918 het geval was. r.oord niet om politieke redenen is ge pleegd. Men moet niet het geheele Tsjechi sche volk beschuldigen, ook al zou de moordenaar een Tsjech blijken te zijn. De „Narodni Politika" schrijft ook, dat de moord geen politieken achtergrond heeft en het blad protesteert krachtig tegen de aanvallen van de Duitsche pers op de eer van het Tsjechische volk. Censuur op de buitenlandsche pers. De correspondenten van de buitenland sche dagbladen hebben Zaterdagavond van de Duitsche autoriteiten het verbod ont vangen over de incidenten van Kladno en Nachod iets anders te melden, dan de offi- cieele mededeelingen. Ook het commentaar van de Tsjechische bladen mag niet wor den gemeld. Alleen de berichten van het D. N. B. mogen worden verzonden. „Van protectoraat naar inlijving." Onder bovenstaanden titel publiceert de Fransche „Intransigeant" een verklaring van Osusky, den Tsjecho-Slowaakschen gezant te Parijs, waarin deze wijst op de veranderingen, die zich de laatste weken in zijn land hebben voltrokken. Hij wees erop, dat het Tsjecho-Slo waaksche personeel geleidelijk door Duitsch personeel wordt vervangen. Bovendien hebben de laatste zes weken be langrijke requisities plaatsgevonden» Men heeft van alles weggehaald, ijzeren hek ken, metaal, granen, vee, suiker, hout, om het naar Duitschland te brengen. De be volking is van dag tot dag meer op rant soen gesteld Linnen is moeiFjk verkrijg baar geworden en wanneer mer het vindt, moet er twee of driemaal zooveel voor betaald worden als voor de bezetting. Wat echter volgens Osusky het ergste is, is dat men het nationale ge voel heeft aangetast. Op de scholen zijn Duitsche boeken ingevoerd, die in strijd met de historische waarheid zijn en waarin gezegd wordt, dat de Tsjecho-Slowaaksche natie geen natie is, doch wel een levensruimte van het Duitsche rijk. De Tsjechische patriot tische litteratuur wordt g'weerd. Tenslotte heeft ook de Zondag door Franck gehouden rede de oogen der Tsjechen geopend. Deze zeide :„Gij hebt geen recht meer op onafhankelijkheid. Gij zijt bestemd on uw bijdrage te leveren en te werken voor het groote Duitsche rijk". „Dit", aldus Osusky „zal het Tsjechi sche volk, dat zijn onafhankelijkheid lief heeft, nooit aanvaarden." De Zondagbladen betoogen alge meen, dat de door minister-president Chamberlain en vooral door minister van buitenlandsche zaken Halifax in 't Lagerhuis uitgesproken redevoeringen aan het adres van Duitschland geens zins een wijziging beteekenen in de Engelsche politiek. „Sunday Times" schrijft: Er is geen sprake van dat de politiek wordt verlaten, welke sedert het binnenrukken der Duit schers in Praag is gevolgd. De Britsche re geering blyft sterk gehecht aan alle on langs gesloten overeenkomsten en streeft er zeer oprecht naar deze zoo spoedig mo gelijk te compieteeren door een overeen komst met Rusland. Lord Halifax wilde met zijn redevoering beduiden, dat het front tegen de agressie geen enkel agressief karakter heeft. De minister wilde het Duitsche volk duidelijk de waarheid te ver staan geven, welke men het met zooveel volharding verbergt". Ten slotte geeft het blad te verstaan, dat de Engelsche regeering fer belang bij zou hebben haar propagandadiensten tot ont wikkeling te brengen. Garvin betoogt in de Observer, dat er geen sprake zou zijn van een toevlucht zoe ken tot een „nieuwe methode van Mün- chen". De beteekenis der redevoering van Haifax is volgens Garvin, dat de Britsche regeering er naar streeft fatale misverstan den te voorkomen en daarom het initiatief heeft genomen den vrede te redden, opdat de zomer van 1939 niet met een oorlog eindigt. De regeering is, evenals de geheele bevolking, vastbesloten met rede op rede te antwoorden en iedere onderhandeling aan te gaan op voet van gelijkheid. Een dergelijk beroep impliceert geenszins een wijziging van de politiek met Rusland, welke er ons toe zou brengen tusschen twee stoelen te gaan zitten". Gafencu heeft gisteravond te Ankara een diner bijgewoond, dat door de Turksche regeering te zijner eere was aangeboden. Alle gezanten der Balkanstaten, met inbe grip van den Bulgaarschen gezant, waren aanwezig. In een redevoering die Sarad- jogloe bij deze gelegenheid heeft uitgespro ken, prees hij het werk van koning Carol en verklaarde hij, dat „de Balkan-Entente te, opgericht ten behoeve van den vrede en zich ontwikkelende in vrede, een vredes instrument bü uitnemendheid is geweest en het zal blüven, hoe de gebeurtenissen el kander ook mogen opvolgen'. „De Balkan staten", zoo ging hy voort, zijn thans ver- eenigd rondom één zelfde ideaal", dat hen vijftien jaar geleden bijeenbracht". In zijn antwoord wees Gafencu op de on verbrekelijke vriendschap die de beide landen vereenigt. Hij deed uitkomen, dat Roemenië en Turkije een gelijke zending hebben, „Roemenië waakt voor de vrijheid aan de groote Donau, Turkije waakt voor de veiligheid van de Dardanellen", een taak die beide landen ten uitvoer zullen leggen in een geest van overeenstemming en ver zoening, waarbij zij tegelijk streven naar het onderhouden van de beste betrekkingen met de andere mogendheden. „Wij moeten echter onze taak slechts verwezenlijken met gelijktijdige waakzame verzekering van de veiligheid van ons gebied en de eerbiediging van onze nationale onafhan kelijkheid. Deze goederen, die ons boven alles lief zijn, vertegenwoordigen het hoogste belang op internationaal gebied". Spr. besloot met te zeggen, dat de Bal kanentente 'n instrument van den vrede is, dat tegen niemand is gericht, en dat geen enkel Balkanvolk uitsluit. Het Turksche blad „Son Posta" publi ceert verklaringen, welke Gafencu heeft afgelegd. Ik ben ervan overtuigd, zoo zeide de Roemeehsche minister, dat Joegoslavië een trouw lid van de Balkan-Entente is en blijven zal en vertrouwen blijft stellen in de taak, die deze zich gesteld heeft, t. w. tegelijkertijd de belangen van het Schier eiland en den vrede in Europa te verdedi gen. Op een vraag betreffende de houding van Bulgarije, verkaarde Gafencu, dat de Balkan-Entente open stond voor alle Bal- kanlanden, die begrepen, dat thans hun hoogste belang was, gezamenlijk hun on derscheiden belangen te verdedigen. Zaterdagochtend hebben de Japansche troepen .volgens Domei, na eer. hevig ge vecht Maotsingtoe, een belangrijk strate gisch centrum in de"provincie Sjansi bezet. De Japansche afdeeling zet haar opmarsch voort. In de laatste paar dagen zouden Japansche troepen, volgens het persbureau, bij Lingtsingsoea, op ongeveer 28 k.m. ten noorden van Taiyoean 800 man Chineesche communistische troepen verslagen hebben. De Chineezen moesten 166 dooden achter laten .terwijl den Japanneezen een hoe veelheid oorlogsmateriaal in handen is gevallen. Volgens een van het front ont vangen bericht zouden 40.000 man Chi neesche troepen in het dal van de i-rivier, tusschen Isjoei en Tsjoesien door de Japan sche troepen zijn omsingeld. Tsjoengking gebombardeerd. Zeven en twintig Japansche vliegtuigen hebben een vlucht ondernomen over Tsjengtoe, de hoofdstad van West Szetsj- joean, en vervolgens over Tsjeongking, waar zij talrijke bommen lieten vallen. Verscheidene bommen kwamen neer bij de Fransche ambassade. Het is nog niet be kend of er slachtoffers zijn gevallen. Twaalf Chineesche jachttoestellen bonden den strijd met de Jaoansche vliegtuigen aan. Officieele personen vergiftigd. Groot opzien is gewekt door een pers bericht uit Nanking, volgens hetwelk Liang Hoeng Tsjih, den voorzitter van den uitvoerenden Yoean en andere hoogge plaatste officieele personen van de nieuwe Nankingregeering benevens een aantal prominente Japanneezen, onder wie To- mesaboero Sjimitsoe, de parlementaire vice-minister van buitenlanosche zaken, lichtelijk vergiftigd zyn aan een banket, dat gehouden werd ter eere van Sjimitsoe, door het drinken van Chineeschen wijn, waarin door anti-Japansche Chineezen vergif was gemengd. 25 Personen vertoon den vergiftigingsverschijnselen. Dank zij tijdig medisch ingrijpen werd erger voor komen. De politie heeft één persoon gear resteerd, die er van verdacht wordt de leider te zijn van een bende anti-Japan- sche Chineezen en die de aanslag zou heb ben gepleegd. Polen heeft de eischen, welke de Se naat van Dantzig 3 Juni j.L heeft gefor muleerd, inzake het verminderen van het aantal Poolsche douane-inspecteurs en het afleggen van den eed door deze inspecteurs aan de autoriteiten van Dantzig, verworpen. De commissaris- generaal van Polen te Dantzig, Cho- dacki, heeft Zaterdag het antwoord van de Poolsche regeering overhandigd. Hierin wordt gezegd, dat de Poolsche regeering haar rechten wil handhaven en haar belangen, welke door de overeenkomst waarby de betrekkingen tusschen Warschau en Dantzig worden geregeld, worden ge garandeerd, wil verdedigen. De Poolsche regeering stelt vast, dat de beperking en de activiteit van de Poolsche douane-inspec teurs of vermindering van hun aantal in volkomen tegenspraak is met deze overeen komst. Bovendien moet de Poolsche regee ring in deze zaken beslissen en niet de auto riteiten van Dantzig. Ook het gevraagde af leggen van den eed aan de nationaal-socia- listische autoriteiten zou volkomen in strijd zyn met genoemde overeenkomst. De Poolsche regeering verklaart verder, dat indien de autoriteiten van Dantzig hun voornemen in praktijk brengen, de Poolsche regeering het aantal inspecteurs zoodanig zal uitbreid n, als noodig is om te contro leeren of de douane van Dantzig, haar taak naar behooren vervult. Bovendien doet de Poolsche regeering weten, dat zy zich ge noodzaakt zal zien de meest uitgebreide consequenties te trekken uit de houding var. de autoriteiten van Dantzig, consequen ties. welke op economisch gebied groot na deel voor Dantzig mee zouden brengen. In dit verband wordt opgemerkt, dat het aantal van de Poolsche inspecteurs by het Verdrag van Parijs van 1920, waarbij het douane-vraagstuk wordt geregeld, niet is vastgesteld. „Ernstige bedreiging" Het antwoord van Polen aan den Senaat van Dantzig in de zaak der Poolsche douane inspecteurs wordt door de Duitsche bladen een „ernstige bedreiging van Polen jegens de vrije stad" genoemd. De „Lokal Anzeiger" schrijft: „De Pool sche douaneambtenaren zijn economische spionnen. De bladen drukken een bericht af waarin wordt gezegd, dat de nota bewijst, dat Polen geen incidenten in Dantzig wil vermijden, doch er met alle middelen naar streeft deze uit te lokken". Poolsch douaneinspecteur gearresteerd. De Dantzigsche politie heeft den Pool- schen douaneinspecteur Lipinski gearres teerd. Ondanks stappen van den chef inspecteur der douane weigerde de politie een verklaring /an de arrestatie te geven. De gearresteerde inspecteur had zich sii.ds Vrijdag niet meer op zijn post aange meld en slechts bij toeval vernamen zijn superieuren, dat hij door de politie was ge arresteerd. Een kennis van hem, die getuige was geweest van de arrestatie, deelde dit n.1. mede aan een chef van LipinskL Havas meldt, da' de arrestatie is geschied, omdat de Dantzigsche autoriteiten den in specteur van spionnage verdenken. De Poolsche commissaris-generaal heeft stap pen gedaan by den Senaat. Men weet niet waar Lipinski zich op het oogenblik bevindt. Het onderzoek wordt voortgezet door de Poolsche autoriteiten. Zeven personen voor volksrechtbank te Weenen. - Zeven personen, onder wie twee vrouwen, hebben voor de volksrecht bank terecht gestaan. Zy werden er van be schuldigd te behooren tot een „revolution- nair socialistische" organisatie. Drie der be schuldigden, waarby de beide vrouwen, zijn veroordeeld tot 2]4 jaar gevangenis straf, twee tot twee jaar en twee tot één jaar. Joodsche vluchtelingen wenden zich tot Chamberlain. - De negenhonderdzeven Duitsche vluchtelingen aan boord van de „St. Louis" van de HamburgAmerika lyn, die geen toestemming hebben gekregen om op Cubana aan land te gaan, hebben Cham berlain in een telegram verzocht, hun in Engeland een toevlucht te verleenen of ten minste toestemming te verleenen, te Sout- hampton aan land te gaan. Lasteraar tot vijftien jaar veroordeeld. - Het hooggerechtshof te Kiev (RusL) heeft den onderwijzer Spitsjkak, die er speciaal zyn werk van maakte, menschen op laster lijke wijze aan te brengen, tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld. In vijf jaar tijds had Sjitsjkak honderden personen aan gebracht, die hy van contra-revolutionnaire activiteit beschuldigde. Verscheidene hunner werden gearresteerd. Dit is de hoogste straf, waartoe een lasteraar ooit is veroor deeld. d.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1939 | | pagina 1