Een soc,-dem. verkiezingsvergadering.
Wethouder Bonsema verdedigt
zijn beleid.
Een geheel gevulde zaal.
DEBAT.
De debaters beantwoord.
DERDE BLAD
ALKMAARSCHE COURANT VAN DINSDAG 13 JUX1 1939.
Zooals te verwachten was, heeft de op
gisteravond in het Gulden Vlies ge
houden openbare vergadering vanwege
de S. D. A. P. een grooten toeloop vai
publiek getrokken. En het waren lang
niet alleen geestverwanten, die waren
opgekomen: onder de aanwezigen be
vonden zich velen van verschillende
politieke en godsdienstige overtuiging,
alsmede enkele raadsleden.
De sprekers waren over het geheel ge
nomen zeer fel tegen de regeerings-
maatregelen ten aanzien van de auto
nomie der gemeenten en de zooge
naamde „aanpassings-methoden".
Harde woorden werden er gesproken
aan het adres van de kleine partijen,
die „splitsing brengen onder de ar
beiders", maar het viel op, dat de heer
Bonsema veel gematigder werd be
jegend dan de T. B. N.
De orde in de vergadering werd geen
enkele maal verstoord, al klonken er
dan ook wel eens afkeuringen, vooral
tijdens het betoog van den heer
Bakker.
De opening.
Namens het bestuur sprak de heer H.
Koot een openingswoord. Hij meende, dat
het uitschrijven van deze vergadering goed
gezien is geweest, in verband met de lauwe
stemming, welke bij de jongste Staten
verkiezing heerschte. Daarom was hij ver
heugd, dat er zooveel belangstellenden
waren opgekomen. Verder deelde spr. mede,
dat gelegenheid zou worden gegeven tot
gedachtenwisseling, echter alleen over het
door de sprekers ter sprake gebrachte, zoodat
aan vertegenwoordigers van kleine partijtjes
de gelegenheid zou worden benomen, om
een propaganda-speech te houden.
De gemengde zangvereeniging „De Stem
des Volks" zong onder leiding van haar
directeur, den heer L. Belitzer, na de ope
ning der vergadering een paar liederen,
waarna
het woord aan den heer
C. Conwenhoven
werd gegeven, die begon met te memoreeren,
dat in 1935 de verkiezingen werden gehouden
onder voor de arbeidende klasse weinig
gunstige omstandigheden: werkloosheid met
alle gevolgen daarvan dreigden haar een
gemakkelijke prooi te doen zijn van extre
mistische groepen.
De verkiezingen van 1937 (voor de Tweede
Kamer) hadden plaats onder dezelfde om
standigheden en de regeering wist geen
beter middel tegen de crisis dan: aanpassen.
Maar desondanks is de kracht ervan nog
vrijwel dezelfde.
Sinds 10 jaren reeds is de crisis merkbaar
en nog altijd heeft de regeering niet gedaan
wat zij o.i. had moeten doen om de afbraak
tot staan te brengen en weer mogelijkheid
van welvaart te brengen. Het middel daar
toe was haar in het Plan van den Arbeid
door de S. D. A. P. aangeboden. In stede
daarvan gebruik te maken, ging de regee
ring haar eigen weg, met als gevolg, dat de
crisis steeds meer om zich heen greep en
allerwege nieuwe werkloosheid intrad, door
dat alom bezuinigingen werden ingevoerd.
Onder deze omstandigheden gaan wij de
gemeenteraadsverkiezing tegemoet.
Spr. wierp hierna een terugblik op de
toestanden van een veertigtal jaren geleden,
toen de soc.-dem. pas aan de verkiezingen
deelnamen: geen politieke rechten, geen
vakbeweging, geen sociale wetgeving, slechte
woningtoestanden, enz. Door den invloed
der S. D. A. P. is er wel veel verbeterd,
maar nog zijn er allerwege (ook in Alkmaar
let op het Raaksje, Bloemstraat, Liefde
laan e.a.) veel krotwoningen. Voor de
woningbouwvereenigingen ligt er nog veel
werk te verrichten, maar zij krijgen daarbij
niet de medewerking, waarop men zou
mogen meenen aanspraak te kunnen maken.
Spr. vertelde in dit verband van de vele
moeilijkheden, welke Rochdale in den weg
werden gelegd op haar aandringen tot het
nemen van maatregelen, welke zouden
kunnen leiden tot huurverlaging een
aandrang die werd afgewezen door de
regeering op motieven, welke door spr.
schandelijk werden genoemd. (Het feit, dat
de woningen van Rochdale geregeld bewoond
zijn en de huren regelmatig binnenkomen
maakte huurverlaging niet noodig volgens
de regeering). B. en W. van Alkmaar deden
mee aan de afwijzing van het verzoek om
huurverlaging, gelijk spr. aangaf.
Zou er vrees bestaan voor concurrentie
van Rochdale met de gemeentewoningen aan
den Tienewal? vroeg spr. In elk geval sprak
hij over een en ander diepe afkeuring uit,
omdat werd gehandeld tegen het belang van
een deel der inwoners van Alkmaar,
houding van weth. Bonsema in dezen
spr. niet becordeelen. A
Spr. had met genoegen het bericht m de
Alkmaarsche Courant van gisteravond ge
lezen, waarin medegedeeld werd, dat de
heer Steur de Kiës-beweging den rug toe
keerde. Aan u, zoo zei spr., is het om te
maken, dat die partij hier geen vasten voet
zal kxügen, san u om er toe mede te w er
De
kon
ken, dat meerderen zich van haar afkeeren.
Die partij heeft geen reden van bestaan.
Hierop besprekend de uitlating der r.k.
in hun jongste manifest, waarin zij zeiden,
dat de r.k. kans maken op negen zetels,
legde spr. vast, dat, als dit zoo zou loopen,
de r.k. (een minderheid onder de bevolking)
met de andere rechtschen de meerderheid
in het stadsbestuur zouden vormen. Om dit
te voorkomen spr. hoopte dat de
roomsche verwachting niet zou worden
vervuld ried spr. aan om op lijst 2
(S. D. A. P.) te stemmen.
De tweede spreker,
de heer M. C o e r t s, noemde 't noodzakelijk,
dat de raadsverkiezingen een grootsche de
monstratie worden voor de democratie,
omdat ook in ons land immers een strooming
bestaat voor invoering ook hier van maat
regelen, die de rechten van het volk plaats
zullen doen maken voor de dictatuur.
Spr. beschouwde het standpunt der re
geering tegenover de autonomie der ge
meenten: onder allerlei harde voorwaarden,
die met recht een gedeeltelijke afbraak
kunnen worden genoemd van den socialen
opbouw, is het mogelijk, dat de gemeenten
regeeringssteun krijgen. Om de autonomie
der gemeenten te herstellen is slechts één
middel: de regeering neme de werkloos-
heidszorg en de crisis-armenzorg voor hare
rekening.
Om tot betere toestanden te komen, volge
men niet meer de aanpassings-methoden,
maar brenge het veel gesmade Plan van
den Arbeid tot uitvoering.
Met eenige voldoening constateerde spr.,
dat naar het woord van dr. Colijn in 1938
ongeveer 200 mülioen méér aan werkloos-
heidszorg werd uitgegeven. Spr. ontkende
wel de juistheid hiervan, maar merkte op,
dat het voteeren van dit bedrag dan toch
geen moeilijkheden gaf, evenmin als ten
aanzien van de voor defensie noodig geachte
bedragen. Dit bewijst wel, dat er geld ge
noeg is in ons land en dit is ook inder
daad waar en daarom zou voor uitvoering
van het „Plan" wel geld zijn te vinden.
Spr. wees erop, dat,- ondanks alle tegen
kanting, veel objecten uit het Plan in uit
voering zijn of door het Werkfonds werden
overgenomen: de tunnel te Rotterdam, idem
bij Velsen, automatiseering van de telefoon,
vergrooting stations, enz. De meeningen van
hen, die eertijds het soc. dem. Plan veroor
deelden, zijn toch sterk gewijzigd, zooals
spr. met een paar voorbeelden aangaf.
Merkwaardig vond hij het, dat vier jaren na
verschijning van het Plan een ontwerp van
regeeringswege is verschenen tot bestrijding
der werkloosheid, een ontwerp waarin vele
punten van het Plein werden overgenomen.
De inzichten der soc. dem. Dieken dus wel
juist te zijn, zei spr., en hij wekte op, haar
invloed te versterken.
Het verloop van de vergadering werd na
deze rede onderbroken door een weder-
optreden van het zangkoor, dat nog een
paar nummers ten beste gaf.
De heer W, van de Vall,
de lijstaanvoerder der S. D. A. P., was de
derde sperker van den avond. Hij merkte
op, dat in de laatste jaren in snel tempo
veel is veranderd in het besturen eener
gemeente. De tijd is voorbij, dat de ge
meenten als zelfstandige lichamen in ons
staatsbestel vrijelijk konden doen wat zij in
het belang der inwoners achtten, zij het
onder goedkeuring van Ged. Staten of van
de Kroon. Uit dien tijd dateeren de subsi
dies voor woningbouw en de „financieele
gelijkstelling". Speciaal hiervan verwachtte
men veel goeds, maar de sombere verwach
tingen van Wibaut en anderen zijn helaas
bewaarheid. Den Haag heeft de koorden
der beurs in handen en maakt daarvan een
zoodanig gebruik, dat we kunnen zeggen,
dat de gelijkstelling beteekende het achter
uitgaan met meerdere stappen.
Spr. wees in dit verband op de salaris
verlagingen op last der regeering (laatstelijk
voor de politie-agenten), waartegen verzet
niet vruchtbaar kon zijn, omdat anders
geen uitkeeringen voor werkloozen zouden
zijn verkregen.
Het had spr. goed gedaan, dat het plan
tot restauratie der Groote Kerk in werk
verschaffing door de meerderheid van den
raad was afgewezen, ondanks afkeuring
van verschillene zijden; thans zal die res
tauratie tegen normaal loon geschieden.
Het moet steeds het doel zijn om pro
ductief werk niet in werkverschaffing uit
te voeren.
Zeker, de soc.-dem. zijn wel een stap mee
achteruitgegaan, maar dan was dat alleen
een bittere noodzaak geweest, als gevolg
van een compromis.
Onjuist en reactionnair vond spr. wat
van a. r.-zijde wordt beweerd, n.1. dat er
nog véél meer moet worden bezuinigd op
velerlei gebied. Wij hebben gedaan wat wij
konden in het belang van de minst-bedeel
den onder onze stadgenooten. Met een mi
nimum van middelen hebben wij ernaar ge
streefd een maximum van arbeid te ver
schaffen. Een deel van den druk der hui
dige crisis mag zeker in den vorm van lee
ningen op het nageslacht worden gelegd,
omdat die druk anders thans veel te zwaar
zou worden.
Veranderen de tijden, dan veranderen
ook de inzichten der soc.-democratie,
omdat de S. D. A. P. een levende partij is.
Spr. bewees dit door aandacht te vestigen
op de vele en velerlei sociale maatregelen
(ten aanzien van armenzorg, onderwijs,
woningbouw, enz.) Met groote waardeering
sprak de heer van de Vall in dit verband
over de Centrale Werkplaats, iets wat men
vroeger niet kende.
Nu heeft men ons een „halt" toegeroepen,
zei spr., en nu moeten we, al strijdende,
wel terug en een stelling innemen, met zoo
weinig mogelijk verlies voor de arbeiders
klasse. Een prachtige tijd voor de extreme
partijen, die echter zeker niet méér voor de
min-vermogenden hadden kunnen bereiken
dan wij hebben gedaan.
Intusschen hebben vele idealen der
„rooden" ingang gevonden: men staat nu
al heel anders tegenover het Plan en be
toogt thans reeds mèt ons dat verhooging
van de koopkracht noodzakelijk is om aan
de crisis het hoofd te bieden.
Droevig noemde spr. het, dat enkele
partijen in onze dagen spelen met de be
langen der arbeiders, waartegen Domela
Nieuwenhuis reeds waarschuwde. Ons stre
ven moet erop blijven gericht te strijden
o.a. voor openbaar onderwijs, betere wo
ningtoestanden, verbeterde armenzorg en
zorg voor ouden van dagen.
Spr. betreurde de versnippering onder
hen, wie de belangen der arbeiders na aan
het hart liggen en sprak diepe afkeuring
uit over het geven van Troelstra's naam
aan een beweging, die de S.D.A.P. be
strijdt.
Wat de vertegenwoordiger der revo-
lutionnairen in den gemeenteraad zei en
deed. was in woord iets zwaarder dan de
soc.-dem., maar overigens was hij niet an
ders.
Het speet spr., dat de heer Bonsema
„zijn verleden verloochent", zooals spr. dat
noemde.
Houdt het stadsbelang op bij de poorten
der stad? Zeker, wij hadden weieens mee-
ningsverschil, maar bleven toch in elkaar
sociaal-democraten zien. Spr. besprak het
geen de heer B. in zijn strooibiljet zegt,
maar, zei hij, wat zou er van al het daarin
genoemde zijn terechtgekomen, als er niet
een sterke fractie achter had gestaan?
Maar bovendien, als successen worden ge
noemd, moeten ook de dingen worden ge
noemd, die niet slaagden, zooals b.v. het
zwembad. En dan keurde spr. ook af de
hooge winsten uit de bedrijven, omdat zij
een indirecte belasting zijn, waarin geen
progressie mogelijk is.
Zij, die hun verleden verloochenen, hel
pen mee aan het ontstaan of het bestendi
ger van voor de arbeidersklasse niet-ge-
wenschte toestanden.
De idealen der arbeiders zijn ons tot
richtsnoer geweest bij onzen arbeid, zei
spr., en zij zullen dat houden. De moderne
arbeidersbeweging staat in de wilde zee
van het gebeuren in onze dagen nog steeds
ongeschokt en wij willen haar blijven die
nen. Wij hebben steeds gestreden voor le
vensruimte voor hen die dreigen ten onder
te gaan. Dit vraagt eenheid van allen. Be
denkt dat en ga in die overtuiging ter
stembus!
De heer Bonsema als eerste.
Voor het voeren van debat gaven zich op
de heeren Bonsema, A. Bakker en C. Torén-
vlied, wien elk een kwartier werd toege
staan.
De heer Bonsema maakte daartegen be
zwaar en vroeg een half uur.
„Laat hem zelf een vergadering beleg
gen", werd er geroepen.
Na eenige besprekingen aan de bestuurs
tafel nam dan de heer Bonsema het
woord. Hij meende daartoe eigenlijk door
een der sprekers te zijn uitgenoodigd. Hij
voelde zich in een kring, waartoe hij vroe
ger had behoord en waarin hij nog vele
vrienden telt.
Wat het gesprokene van den avonc^ be
treft, meende spr., dat men zou wanen in
een Tweede Kamerverkiezing te zijn.
Spr. keurde af de wijze, waarop de heer
Couwenhoven had gesproken over de ver
meende achterstelling van de woningbouw-
vereeniging Rochdale. De heer C. zou de
houding van spr. hebben kunnen weten.
Aan het adres van den heer Van de Vall
zei spr., dat hij zich niet schaamt voor zijn
houding over het indienen van een aparte
lijst en ook niet voor het maken van winst
uit de bedrijven der gemeente. Niemand
minder dan de heer Wibaut had zulks in
dertijd verdedigd.
Spr. meende, dat aan B. en W. en zijn
eigen adres geen enkel verwijt kan worden
gericht van niet genoeg te hebben gedaan
ter bestrijding der werkloosheid. Voor niet
alle voorstellen kreeg het college den steun
van de soc.-dem. fractie. Spr. dacht hierbij
aan het gymnasium en den verbouw van
huize Voorhout, waartegen een deel der
fractie zich verzette. De restauratie der
Groote Kerk had spr. altijd gezien als niet
behoorende onder werkverschaffing.
Spr. nam aan, dat de soc.-dem. naar eer
en geweten in den raad hebben gehandeld,
maar hij wilde dit ook voor zich zelf vast
stellen.
Inderdaad is de gemeente afhankelijk van
de regeering, maar hoe ook de raad wordt
samengesteld, daaraan zal niets worden ver
anderd mogelijk over twee jaar na de
dan te houden Kamerverkiezingen.
De tarieven der gemeentebedrijven zijn
hier, zei spr., beneden 't gemiddelde en men
vergete niet, dat één cent verlaging van den
gasprijs een mindere ontvangst beteekent
van 45.000. De uit enkele bedrijven ge
maakte winsten worden weer opgeslurpt
door de niet-rendabele, zooals reiniging,
plantsoenen en markten. Daarom moeten de
bronnen, welke men eenmaal heeft, niet
worden drooggelegd.
In dit verband keurde spr. af de houding
van den heer Van de Vall in den raad te
genover de motorraces, toen hij eerst zei een
voorstel tot het verbieden niet te kunnen
steunen, omdat er geen dekking stond te
genover de te derven winrt en toch stem
de hij tien minuten later vóór het verbod.
In hetgeen de heer Van de Vall had ge
zegd over de radio-tarieven (hij had op
verlaging aangedrongen) zei spr., dat dit
verkiezingsmuziek is. Immers de heer van
de V. moest weten, dat geen enkele door de
regeering gesteunde gemeente toestemming
krijgt lager te gaan dan twee gulden per
maand.
Voorts was spr. het niet eens met de hou
ding van den heer van de Vall ten aanzien
van de overname door de provincie van het
electriciteitsbedrijf. Spr. ging na hoe de ge
meenten in 1919 door de provincie werden
aangespoord tot het inrichten van een distri
butiebedrijf, omdat levering aan huis niet
de taak was van de provincie.
De heele gang van zaken met het electri
citeitsbedrijf werd door spr. behandeld en
hij vroeg den heer van de Vall of deze dek
king zou kunnen aanwijzen voor het ver
lies van de winsten uit dat bedrijf. Met te
zeggen „dat is de taak van B. en W." kan
genoemde heer niet voor het forum der
kiezers komen.
Het is geen verrassing dat ik met een
aparte lijst kwam, zei spr., het was reeds
lang bekend: ik heb mijn weg gekozen, mü
gedragen wetende door een groot deel der
burgerij. Men had mij willen „opbergen in
het knekelhuis der vergetelheid", maar
daarover zullen de kiezers uitspraak moe
ten doen.
Ook voor het zomerbad schaamde spr.
zich niet. Het was geen voorstel van hem,
maar van een commissie van vijf personen,
waarmee de heele fractie der S.D.A.P. ac-
coord ging. Het ging om de vervanging van
het bad aan het Zeglis en de verantwoor
delijkheid daarvoor, voor zoover hij ermee
te maken had, neemt spr. gaarne op zich.
De heer A. Bakker
constateerde, dat de sprekers van den avond
nog niet het juiste van de crisis hebben be
grepen. Zij spraken nog steeds van een eco
nomische crisis, in de hoop dat die nog eens
zal voorbijgaan. Maar dat gebeurt niet, zei
spr., als men zelf niet de hand aan den
ploeg slaat en den klassenstrijd weer aan
vaardt, zooals dat eertijds het geval was,
toen mr. Troelstra nog leider der socialisten
was. De T.B.N. spr. ontkende dat het
een groep-Kiés zou zijn, want al was er
nooit een Kiès geweest, dan zou nog de
strooming van de T.B.N. zijn ontstaan
wil den klassenstrijd voeren om weer te ko
men tot het socialisme. Men hoort de S.D.
A.P. wel spreken van idealen der arbeiders,
maar niet meer van socialisme, er is daar
van bij haar geen sprake, gezien het feit,
dat de golf van nationalisme, welke in onze
dagen over het land gaat, ook de leiders der
S.D.A.P. heeft geraakt.
(Pbotesten uit de zaal werden door den
voorzitter onderdrukt met de woorden: „De
heer Bakker heeft het woord en ik heb de
leiding".)
De heer Bakker wijdde nog eenige woor
den aan de „moreele en geestelijke herbe
wapening" en vroeg of dit ook voor de ar
beiders geldt en of die dan wel ooit bewa
pend zijn geweest. Ware dit wel het geval
geweest, dan zou de misère van thans nooit
zijn gekomen.
Spr. keurde het van de S.D.A.P. af, dat de
leiders het Plan van den Arbeid blijkbaar
hebben prijs gegeven en zich meer vóór het
plan-Westhoff uitspraken.
De heer Torenvlied
vond het moeilijk zich bij het debat te hou
den aan de gemeentepolitiek, omdat de spre
kers van den avond de landspolitiek had
den besproken.
Spr. vond het geen misbruik van den
naam Troelstra voor de door spr. voorge
stane beweging (T.B.N.), welke uitspraak
de heer van de Vall had gebruikt. Met het
zelfde recht zou spr. kunnen vragen waarom
de leiders der S.D.A.P. het groote beginsel
program van dezen leider hebben gewij
zigd.
Een aansturen op samengaan met andere
partijen is verkeerd: deze moeten bij de
socialisten komen.
De centrale werkverschaffingen werden
door spr. niet anders dan concentratiekam
pen genoemd.
Ziet u vroeg spr. den heer van de Vall
eenig nut voor de arbeidersklasse in sa
mengaan met de burgerlijke partijen? In dit
verband wees spr. op de beweging voor
E.D.D., waarin socialisten en liberalen en
anderen samengaan. De uitkomst zal leeren,
dat men gedwongen wordt tot meer revolu-
tionnair optreden.
De heer van de Vall ging allereerst in
op de woorden van den heer Torenvlied.
Den klassenstrijd hebben wij niet gemaakt,
zei spr., hij is er en wij zullen hem moeten
strijden, of wij willen of niet.
In een samengaan met andere democraten
zag spr. wel degelijk heil voor de arbeiders.
De provincie Noordholland een der meest
democratisch bestuurde provinciën in ons
land bewijst dat een dergelijke samen
werking belangrijke resultaten kan hebben.
Hetzelfde zien wij in de stad Alkmaar.
Daarom wilde spr. ook nu en in de toe
komst wel samenwerken met andere de
mocraten.
Komende tot de woorden van den heer
Bakker, vroeg spr. dezen of zijn ideeën over
het verlaten door de S.D.A.P. van den weg
door Troelstra aangewezen, tot hem zijn
doorgedrongen na zijn royement uit de
Partij en waarom heeft hij dan daarna
nog weer toelating gevraagd? Als zeer per
soonlijk zei spr., dat de heer Bakker een
heel jaar lang als raadslid nooit zijn plaats
in het burgerlijk armbestuur heeft bezet.
Te streven naar verwezenlijking van het
plan-Westhoff achtte spr. niet verkeerd,
omdat het voor een groot deel wil wat het
Plan van den Arbeid wenscht.
Tegenover den heer Bonsema gaf spr. toe,
dat de heer Wibaut onder zekere beperking
het maken van winst uit de bedrijven niet
afkeurde. Maar het nemen van winst op
de eerst noodzakelijke levensbehoeften vond
spr. absoluut verkeerd. De provincie heft
geen winst op haar bedrijven en daarmee is
zij op den juisten weg. De prijzen van elec-
trischen stroom moeten overal dezelfde zijn;
de thans gevolgde winstneming is geen ar
beidersbelang, noch ook een belang voor
den middenstand. Voor het groote belang,
dat er moet komen één centraal punt voor
het afgeven van den stroom, zullen de klei
nere gemeentebelangen moeten worden op
geofferd.
Wat de tarieven voor de radiodistributie
betreft, zei spr., dat in den raad een uit
spraak was gevraagd over een belofte van
den heer Bonsema in het verleden het
was geen verkiezingsfanfare. En de heer B.
had gebogen voor de regeering en zijn ver
leden verloochend.
Wat de tegenstemmers der soc.-dem.
fractie tegen het gymnasium aangaat, het
ging hierbij niet om het gebouw, maar om
de plaats waar het zou komen, met vernie
ling van stadsschoon.
Uit dezelfde overweging was spr. tegen
den verbouw van huize Voorhout geweest.
Wij moeten waken voor het behoud van het
stadsschoon en ons verzetten tegen het
voortdurend knabbelen aan den Hout. Hier
onder valt ook ons verzet tegen het rooien
van boomen ten behoeve van den muziek-
tuin.
Spr. had tegen de motorraces gestemd na
een gesprek, waarbij een journalist hem
had gezegd: „Als je de motorraces onzede
lijk vindt, hoe kun je daar dan nog vóór
zijn?" Spr. was dien journalist dankbaar
voor die woorden.
Spr. hield vol, dat het zwembad voor den
heer Bonsema geen succesnummer is ge
weest en hij vroeg dezen in allen ernst:
Stelt men zijn eigen persoon boven de be
weging? Moeten wij niet op zij kunnen
gaan voor de belangen der organisatie en
die der gemeenschap?
De heer Couwenhoven kwam terug
op de woorden van den heer Bonsema op
spr.'s bemerkingen over Rochdale en wees
erop, dat hij in zijn rede wel terdege onder
scheid had gemaakt tusschen de verschil
lende bouwblokken. Inderdaad was spr. niets
bekend van de houding van den heer Bon
sema tegenover de door Rochdale gevraagde
huurverlaging. Spr. ontkende, dat hij in zijn
uitlating hierover unfair zou zijn geweest.
Afkeurend sprak de heer Couwenhoven
over het plaatsen van den heer de Groot op
de lijst-Bonsema, omdat deze onbetrouw
baar is: hij was nog lid van de S.D.A.P.,
toen hij zich als candidaat op de genoemde
lijst liet plaatsen.
De heer Bonsema: Dat is volmaakt on
juist!
De heer Couwenhoven: Met de brie
ven kunnen wij aantoonen, dat het volmaakt
juist is.
De heer Bakker vroeg het woord voor
een persoonlijk feit, hetwelk hem door den
heer Couwenhoven, die de leiding der
vergadering had overgenomen, werd gewei
gerd, omdat hij geen propaganda voor de
kleine partijen meende te mogen toelaten.
Na nog eenige mededeelingen te hebben
gedaan over de te voeren verkiezingscam
pagne, sloot de heer Couwenhoven om 12
uur de vergadering.
UITBREIDING VAN DEN LANDBOUW-
DAG GEWENSCHT.
Samenwerking tusschen Landbouw
en Middenstand.
Gisteravond was in café „De Graanhan
del" op initiatief van de Commissie der Ko
renbeursexpositie van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw een vergade
ring belegd, die, naar in een aan de be
langhebbenden verzonden circulaire werd
meegedeeld, ten doel had, middelen te be
ramen tot het in stand houden van den
jaarlijkschen Landbouwdag. Deze zou n.L
volgens de circulaire op het punt staan te
verdwijnen tengevolge van de inbeslagna
me van de „Korenbeurs" door het departe
ment van Defensie. Voorts werd aangekon
digd, dat het de bedoeling lag de basis van
den Landbouwdag te verstevigen en uit te
breiden.
Ter vergadering bleek al spoedig, dat
speciaal het laatste punt, dat meer in het
bizonder betrekking had op het zoeken van
een nauwer contact met de middenstands
organisaties, in het middelpunt der belang
stelling stond. Verschillende sprekers acht
ten dan ook vorm en inhoud van de circu
laire minder juist, daar deze de aandacht
van de hoofdzaak afleidde.
De heer Mak, de voorzitter der Koren
beurscommissie, zeide in zijn inleiding
o.m., dat de Landbouwdag in den loop van
de jaren sterk is ingekort: het concours
hippique en het vuurwerk verdwenen.
Toen nu bovendien vernomen werd, dat de
Korenbeurs wellicht niet meer beschikbaar
zou zijn, meende men een actie op touw te
moeten zetten. Spr. bestreed hierop het
standpunt van de „Alkm. Crt." en betoog
de, dat het zeer de vraag zou zijn, dat De
fensie de Korenbeurs 9 dagen lang zou wil
len afstaan. Zou echter de Korenbeurs wel
gebruikt kunnen worden, dan verdient het
aanbeveling den Landbouwdag uit te brei
den en attractiever te maken, zooals dat
om. in Hoorn gedaan wordt.
De heer Blom, de voorzitter der Holl.
Mij. van Landbouw, de heer mr. Bosman
die de V. V. V. vertegenwoordigde, de heer
Nordemann namens de Kon. Ned. Mid-
denstandsvereen., de heer Blokpoel, be
stuurslid der Holl. Mij., de heer Heuseveldt,
als vertegenwoordiger van de midden
standsorganisatie en de heer Goes namens
de Hanze, betoogden allen, dat getracht
moet worden door het uitbreiden van den
Landbouwdag meer dan tot nu toe de men-
schen uit de omgeving te trekken. De heer
Bosman zegde den steun van de V. V. V.
toe bij de pogingen de draverij, die z.L in
het Sportpark moet worden gehouden, te
doen herleven en andere attracties in het
leven te roepen. De tentoonstelling kan
z.i. zoonoodig in den Muziektuin worden
gehouden, welke opvatting door den heer
Londen, den vertegenwoordiger van den
Bond van Hotelhouders, werd bestreden.
Ook de heeren Heuseveldt en Goes zeg
den steun toe.
Vrij algemeen was overigens de opmer
king, dat de goede wil wél, maar het geld
niet of niet voldoende bestond, terwijl
voorts een moeilijkheid bleek welke orga
nisatie hier het initiatief had te nemen,
ondanks het feit, dat vrijwel allen het er
over eens waren, dat landbouw en midden
stand hier een gezamenlijke taak hebben.
Tenslotte werd op voorstel van mr. Bos
man besloten, dat de Holl. Mij van Land
bouw aan de betrokken vereenigingen een
officieele uitnoodiging zal sturen teneinde
een vergadering te beleggen, waarin een
commissie kan worden samengesteld voor
het uitwerken van definitieve plannen.