W
Oordeel over minister Goseling wordt
vernietigend geacht.
Centraal vluchtelingenkamp berekend voor
1950 personen.
Pc pers over het rapport-Oss
Vele Nederlandsche dagbladen zijn van meening, dat
de minister van justitie heen moet gaan.
Katholieke bladen maken een
uitzondering.
Commissie van toezicht
en bijstand.
Exploitatiekosten zijn
op te brengen.
Two-seater uit de bocht
gevlogen.
Vier dooden en één zweer
gewonde.
Drenkmi8bruik oorzeek.
EENS PTUNTER'S
EN NOG STEEDS
AAN D.E SPITS
Stemmen bij volmacht.
Leemte in de huidige
regeling.
Recidivist gaf zich uit voor
pastoor
Glimlachje
Aêtt
me
Vele Nederlandsche dagbladen heb
ben commentaar geleverd op het rap
port van de Tweede Kamer-commissie
over de kwestie-Oss.
Tal van bladen geven daarbij te ken
nen, dat zij dit rapport voor den mi
nister „vernietigend" achten en zijn van
meening, dat minister Goseling moet af
treden. Alleen de Katholieke pers, die
tot nu toe nog slechts weinig beschou
wingen over het rapport gepubliceerd
heeft, maakt op dit oordeel een uitzon
dering. Zij acht over het algemeen de
kwestie-Oss door dit rapport „tot zake
lijke proportie" teruggebracht.
Wij laten hier een antal commentaren
volgen:
R.K. Staatspartij vereenzelvigde
zich met minister Goseling.
De Nieuwe Rot t. Crt.:
„Het rapport van de commissie moet
behalve voor hen die ziende-blind willen
blijven het onomstootelijke bewijs heb
ben geleverd, dat de zakelijke critiek op
het ministerieele beleid in deze onverkwik
kelijke geschiedenis het verwijt van „anti
papisme" allerminst heeft verdiend.
De inhoud en de conclusies van dit rap
port, onderschreven door vertegenwoordi
gers van vier politieke partijen, waaronder
twee van de regeeringscombinatie, hebben
voor den minister de beteekenis van een
consilium abeundi, indien het door de Twee
de Kamer waaraan intusschen geen twij
fel behoeft te bestaan zal worden aan
vaard.
Wat hiervan de gevolgen zouden zijn voor
het kabinet in zijn geheel, moet, aldus het
Rotterdamsch blad, worden afgewacht. Niet
alleen, dat de houding van de R.K. Staats
party en de andere R.K. ministers daarop
invloed zal oefenen, mede kunnen daarby
een rol spelen de omstandigheden, welke
tot het aftreden van den minister van finan
ciën hebben geleid en welke de positie van
het kabinet ook reeds hebben verzwakt".
„Krachtige veroordeeling regeerings-
beleid".
HetUtrechtsch Dagblad:
„Beziet men de hoofdpunten van de Os
sche zaak, dan kan worden gezegd, dat de
heer Goseling in zijn strijd met de mare
chaussee formeel gelijk had en ook formeel
in het gelyk is gesteld. De ministers van
Justitie en Defensie, zoo men wil het kabi
net, zijn niet buiten hun boekje gegaan in
hun gedragslyn ten aanzien van de Ossche
gebeurtenissen en de Ossche marechaussee.
De commissie uit de Tweede Kamer is ech
ter tot het oordeel gekomen, dat hoezeer
er door de Ossche brigade fouten zyn ge
maakt uit de haar bekend geworden fei
ten en omstandigheden geen rechtvaardi
ging is te putten voor het drastische optre
den van regeeringswege tegen de Ossche
maréchaussee.
Deze conclusie houdt een krachtige
veroordeeling van het regeeringsbeleid
inzake Oss in. Zullen, met name, de
ministers van Justitie en van Defensie
op grond van de nog te vellen uitspraak
van de Tweede Kamer heengan?"
Met zyn vragen, aldus het blad, die wy
thans nog niet kunnen beantwoorden, doch
waarop het antwoord door het geheele Ne-
derlandche volk niet spanning wordt ver
beid",
„Vernietigend rapport".
De Telegraaf:
„Minister Goseling's optreden blijkt niet
bestand tegen een deugdelyk onderzoek.
Niet de brigade der Kon. Marechaussee,
doch de minister zelf was op hol geslagen.
De Kamer heeft zich, en dat is gelukkig
tegenover den advocaat mr. Goseling, terug
gevonden.
Voor 't staatsmansbeleid van dezen
bewindsman is dit rapport vernietigend.
Te kwader ure heeft mr. Goseling zich
tot spreekbuis gemaakt van den Bosschen
procureur-generaal samen hebben zy een
getuige, die voor den Centralen Raad van
Beroep moest verschynen, geïnstrueerd. De
commissie heeft alleen met dezen minister
te maken. Voor ons staat het vast, dat het
de procureur-generaal by het Hof in Den
Bosch is geweest, die den minister heeft
geleid. Zydelings zegt de commissie over
het optreden van dezen hoogen ambtenaar
scherpe dingen. Wy hopen, dat zy niet
zonder gevolgen zullen blyven".
„Jammerlijk gefaald".
Het Volk (s.d.):
„Wy kunnen niet zeggen, dat de inhoud
van dit rapport ons een verrassing is ge
weest. Ieder, die de Ossche zaak met onbe
vangen blik tegemoet trad, kon, na kennis
making en bestudeering der feitelijkheden,
nauwelyks tot een andere conclusie komen
dan dat de minister, biykbaar slecht be
raden, hier jammerlyk gefaald had. Nu kan
een enkele misslag aan iederen bewindsman
overkomen. Indien de heer Goseling dan
óok zyn nuchtere zin had behouden, tot een
royale erkenning was gekomen, dat hy
zich, door wat voor oorzaken dan ook, te
heet gebakerd had betoond welnu wat
ware dan natuurüjker geweest dan een be
grijpende en welwillende beoordeeling?
Minister Goseling
„De minister heeft er echter de voorkeur
aan gegeven om, wat men noemt, den poot
stijf te houden. Ook dit kan, onder bepaalde
omstandigheden, een deugd zyn. Maar in
een bewindsman verkeert toch de deugd in
ondeugd, indien zijn vasthoudendheid niet
berust op een weloverwogen inzicht, doch
op een te gemakkelyk aanvaarden van
door ambtenaren gegeven voorstellingen en
een vervolgens koppig voorthollen op den
eenmaal ingeslagen dwaalweg".
Het is minister Goseling's tragiek, zco be
sluit het blad, dat hy deze taak, die hem op
de schouders werd gelegd na een betrekke-
lyk korte parlementaire leerschool te heb
ben doorloopen, blijkbaar te licht heeft
geteld. Hij geloofde te schuiven, doch hy
werd geschoven. Een oude geschiedenis.
„Nogmaals: vernietigend".
De „Avondpos t":
„Dit sensationeele, maar rustige rap
port is één doorloopende critiek. W ij
geven reeds thans als ons oordeel te
kennen, dat het algemeene resultaat er
van voor den minister vrywel vernieti
gend is.
Er is slechts één mogelijkheid, welke dit
effect kan wegnemen, en wel deze, dat een
meerderheid in de TweedQ Kamer de con
clusies, het voorstel, der commissie zou ver
werpen. De minister zelf zal er zich niet al
te veel illusies over maken. Wanneer in een
zaak, die zoo ontzaglyk veel deining heeft
doen ontstaan, en die van de zyde der
roomsch-katholieken zoo is opgeblazen en
opgeschroefd als een eere-zaak voor hun
geheele partij, om niet te zeggen voor hun
kerk; een zaak bovendien, die onmisken
baar tot centralen inzet had de vraag der
rechtszekerheid voor den staatsburger in het
algemeen, en voor den ambtenaar in het
by zonder, wanneer in zulk een zaak een
officieele parlementaire commissie tot zulk
een rapport komt, dan is dit voor den be
trokken minister inderdaad vernietigend".
Aftreden!
Het „Utrechtsche Nieuws
blad" zet boven zyn commentaar: „Aftre
den" en merkt dan voorts nog op:
„Want indien het nog noodig ware, is nü
gebleken, hoe groot de beteekenis is van
het door de nat.-socialisten gehate „demo-
liberale" systeem, dat de mogelykheid laat
van een openbare veroordeeling van het
beleid eens ministers door de vertegenwoor
diging des volks.
Wy verheugen ons er over, zoo besluit
het blad, dat uit het rapport over minister
Goseling's beleid blijkt, dat er hier te lande
nog ruimte is voor vrye critiek, en waar
die critiek den bewindsman geldt, die sedert
zyn optreden het hardst aan de vrijheden
des volks heeft getornd, verheugen wy ons
dubbel."
„Minister kan nota kwalijk by zich
neerleggen".
De Rotterdammer (a.r.):
„Onze conclusie uit het rapport kan geen
andere zyn, dan dat de marechaussees te
Oss onrechtvaardig zyn bejegend. Zy heb
ben wel enkele fouten begaan; maar de
straf want als zoodanig moesten zy
de maatregelen wel beschouwen stond
in geen verhouding tot de feiten. Maar de
bescherming, welke de marechaussee van
de commissie geniet, houdt natuuriyk een
veroordeeling van het beleid van den mi
nister in. Nadrukkelyk stelt men de goede
trouw van den minister buiten twyfel en
aan zyn bevoegdheid tornt men niet;
maar op schier elk punt critiseert men zyn
beleid. Wy juichen het toe, dat de commis
sie volstrekt onpartydig haar oordeel gaf.
Ook, al is daardoor de positie van een ge
waardeerd minister ernstig verzwakt".
„Dat het laatste woord zeker nog niet ge
sproken is in deze onverkwikkelyke historie,
spreekt vanzelf", zoo meent het blad.,, Of er
bepaalde consequenties zullen worden ge
trokken, moet worden afgewacht. Zonder
meer zal de minister deze zeer duidelyke
nota kwalyk by zich kunnen neerleggen".
„Tot nuchtere, zakelijke porporties
herleid".
D e T y d (r.k.):
„De Tweede-Kamercommissie heeft haar
arbeid beëindigd. Zy is tot de conclusie ge
komen, dat, behoudens enkele, niet de hoofd
zaak betreffende, details de geheele aange
legenheid haar voldoende duideUjk is ge
worden om een uitspraak over het door den
minister gevoerde beleid te doen en dat het
Blijkens de Memorie van Antwoord aan
de Eerste Kamer inzake het ontwerp van
wet tot wijziging en verhooging van het
vyfde hoofdstuk der Rijksbegrooting voor
het dienstjaar 1939 (Vluchtelingenkamp),
spreekt de minister van binnenlandsche za
ken zijn teleurstelling er over uit, dat hem J
by de behandeling van het vluchtelingen
vraagstuk een bureaucratische geest wordt
verweten.
De minister kan tot zyn voldoening
mededeelen, dat het Joodsche vluchte
lingencomité heeft verklaard zich, be
houdens het uitspreken van eenige de
siderata op ondergeschikte punten, met
den gedachten opzet van het centrale
kamp ten volle te kunnen vereenigen.
Het valt, behoudens ten aanzien van de
categorieën ouden van dagen en uitgespro
ken invaliden, niet a priori te zeggen, wie
wel en wie geen mogelijkheid tot emigratie
zal hebben. De emigratie-mogelykheden
wisselen, men kan niet voorspellen, hoe zij
over eenigen tijd zullen zijn. Doch het staat
vast, dat, hoe die kansen zich ook zullen
ontwikkelen, zy zooveel mogelyk moeten
worden gebruikt.
De minister is overtuigd, dat, gelet op de
gebrekkige inrichting van het tehuis, dat te
Hellevoetsluis bij gebrek aan beter moest
worden betrokken, de aldaar onderge
brachte vluchtelingen door hun overbren
ging naar het centrale kamp er belangrijk
op vooruit zullen gaan.
Dat de opvatiing van- den minister, vol
gens welke particuliere bydragen voor de
instandhouding van het vluchtelingenwerk
zoo lang mogelyk behooren te komen van
ras- en geloofsgenooten, onjuist, zelfs kwet
send voor de Joden zou zyn, aanvaardt hij
niet. Hy heeft zich er van vergewist, dat in
vooraanstaande Joodsche kringen zijn op
vatting volkomen wordt gedeeld en dat dit
punt aldaar als een eerezaak wordt be
schouwd. Overigens zal daarnaast voor het
blijk geven door de Nederlandsche volks
gemeenschap, dat zy h?t gebod der Christe
lijke naastenliefde ernstig meent, ruim
schoots plaats zijn.
De minister stelt zich voor, voor het
kamp in. te stellen een commissie van
toezieht en bijstand, samengesteld uit
vooraanstaande personen op het gebied
van het vluchtelingenwerk, in hoofd
zaak door de comité's zelf aan te wyzen.
De taak van deze commissie ligt in haar
naam besloten; de minister meent, dat langs
dezen weg aan het particulier initiatief vol
doende invloed wordt gegeven om de vrees,
dat de particuliere offervaardigheid door de
oprichting van een centraal kamp sterk zal
verminderen, ongegrond te doen zijn.
Volle aansprakelijkheid.
De minister herhaalt dat, toen hy in het
laatst van 1938 met vertegenwoordigers van
het Joodsche Comité over het vluchtelingen
vraagstuk sprak, hem nadrukkelyk is toege
zegd, dat het comité de volledige financiëele
aansprakelijkheid op zich neemt.
Dit comité is alsnog volledig bereid finan
cieel al de zorgen op zich te nemen, voor
zoover het die kan dragen. In dit verband
moet hy mededeelen, dat hem uit een
recente briefwisseling met het Joodsche
Vluchtelingencomité is gebleken, dat dit
thans tegen een formeele garantie van het
genoemde bedrag van 5 6 millioen gulden
eenige bedenking heeft.
alsnog instellen van een parlementaire
enquête niet noodzakelyk is. Al is de com
missie het niet eens met de door minister
Goseling genomen maatregelen tegen de
marechaussee-brigade te Oss, zy moet er
kennen, dat deze brigade fouten heeft be
gaan, die maatregelen wettigden. Zy is
echter van meening, dat met minder straffe
maatregelen had kunnen worden volstaan.
Zy is ten volle overtuigd van de goede
trouw van den minister, ook al keurt zy het
door hem gevoerde beleid af. De nota van
den minister en het haar ter beschikking
staande materiaal doen haar besluiten de
Kamer voor te stellen de nota van den mi
nister voor kennisgeving aan te nemen.
Met deze uitspraak van de Kamercom
missie is heel de geweldig en tendentieus
opgeblazen affaire-Oss tot haar nuchtere en
zakelyke proporties herleid, n.L tot een ver
schil van meening over het gevoerde beleid,
een kwestie dus van appreciatie, waarover
men eindeloos en ook nutteloos kan discus
sieeren".
„Het drama wordt vervelend".
DeMaasbode (r.k.):
„Het drama wordt vervelend, reeds vóór
de slotacte, die gisteren eindelijk is ingezet
met het verschynen van het rapport der
Kamercommissie. En de medespelenden
worden niet allen immer gelukkiger in hun
rol. Sommigen hebben zóó lang met hyper-
zware woorden moeten manoeuvreeren, dat
zy volstrekt geen oog meer hebben voor de
groteske verhoudingen, die deze kwestie ge
leidelijk heeft aangenomen.
Wy hebben intusschen hoop, dat zy by de
slot-behandeling in de Tweede Kamer tot
haar juiste proporties zal worden terugge
bracht.
Ons Noorden (r.k.):
„Dit rapport is voor minister Goseling
inderdaad niet prettig".
Nochtans heeft hy opnieuw de toe
zegging van dit comité ontvangen, dat
het in alle opzichten met de regeering
wil medewerken, en dat de Joodsche
gemeenschap zoolang als maar eenigs-
zins mogelyk is alle kosten, aan de ver
zorging van vluchtelingen verbonden zal
dragen, terwijl hem nadrukkelyk is
verzekerd, dat het Joodsche comité van
oordeel is, dat de geraamde jaarlyksche
exploitatiekosten kunnen worden by-
eengebracht.
De minister is van oordeel, dat op deze
loyale toezegging en dit oordeel mag wor
den vertrouwd. De ervaring, welke hij in de
samenwerking met het Joodsche Comité
heeft opgedaan, geeft aan deze gevolgtrek
king sterken steun.
Indien de jonge kinderen, wier ouders
hier niet te lande vertoeven, en de
ouden van dagen, niet in het kamp
worden opgenomen, en voor de niet-
Joden een andere oplossing is gevonden,
zullen voor het centrale kamp ongeveer
1950 personen overblyven.
Intusschen worden op dit oogenblik po
gingen aangewend om hier te lande vertoe
vende kinderen, wier ouders in een ander
land verblijven, uit te wisselen tegen in
andere landen vertoevende kinderen, wier
ouders zich hier te lande bevinden.
De minister steunt gaarne dit pogen uit
hoofde van het uitnemend belang, dat de
ouders weder de zorg voor hun kinderen op
zich kunnen nemen. Zouden deze pogingen
slagen, dan is niet uitgesloten, dat de gezin
nen met kinderen te zamen een kampbevol
king opleveren, welke grooter is dan aan
vankelijk werd geraamd.
De vraag, waar de Protestantsche en
Roomsch-Katholieke vluchtelingen, nu de
zen niet in het voorgestelde kamp zullen ko
men, zullen worden ondergebracht, is nog
by den minister in overweging. Hij stelt
zich voor, ter zake met de betreffende
comité's nog nader overleg te plegen, zoo
mede omtrent de wyze van financiering
van deze verblyven.
Hedennacht, ongeveer half twee is
op den ryksweg te Soest, nabij hotel
„Kamplust" een ernstig ongeluk ge
beurd, waarby vier personen om het
leven kwamen en een zeer ernstig is
gewond. Een twoseater waarin vyf
personen waren gezeten, bestuurd door
den heer J. Bruins, komende uit
Amersfoort, is n.1. daar ter plaatse uit
den bocht gevlogen en in volle vaart
tegen de langs den weg staande hoo
rnen gebotst. De gevolgen waren ver-
schrikkeiyk, want onmiddellijk vloog
de auto in brand. Slechts een van de
inzittenden slaagde er in zich uit den
brandenden wagen te bevrijden.
Met zware verwondingen is hy opge
nomen en naar het ziekenhuis „Lichten
berg" te Amersfoort overgebracht. Men
vreest dat hy in ieder geval een zyner
oogen zal moeten missen.
De heer Bruins verbrandde achter het
stuur. Een derde passagier, alsmede twee
inzittende vrouwen werden op slag ge
dood. Een van de lijken bleek zeer ernstig
verminkt.
Het stoffelijk overschot van de slacht
offers is naar Soest overgebracht. De poli
tie heeft de resten van de verbrande auto
in beslag genomen.
De bestuurder, de heer Bruins, was des
avonds met een vriend per motorrijwiel
naar Utrecht gegaan, waar zy een geza-
menlijken vriend bezochten. Gedrieën heb
ben zy toen den avond verder doorge
bracht.
Men heeft getracht van de eenige over
levende van dit ongeval te weten te komen
wie de onbekende vrouwsn waren, doch
hy bleek niet in staat dit mede te deelen.
Oorzaak drankmisbruik.
Het ongeval is, naar nader gemeld
wordt, te wyten aan dr inKmisbruik.
Men weet niet zeker, uit welke plaats de
bestuurder, de heer J. Bruins, afkomstig
is daar het slachtoffer is verbrand en ook
zyn papieren verloren zyn gegaan. Ver
in oedelyk betreft het hiqr een inwoner uit
Utrecht-Tuindorp. De namen der twee
gedoode vrouwen zyn nog niet bekend.
Zy zyn waarschynlyk afkomstig uit Am
sterdam. De vierde gedoode is de 34-jarige
A. Beekman uit Amersfoort. De gewonde
is E. Boom uit Amersfoort. Hy heeft een
ernstige hoofdwonde opgeloopen en is op
de plaats van het ongeluk zyn oog kwyt
geraakt. De man wordt verpleegd in het
ziekenhuis Lichtenberg te Amersfoort. Zijn
toestand is zorgwekkend.
KINDERBIJSLAGVERZEKERING.
Amendement-Drees.
Op het wetsontwerp houdende regelen
in zake kinderbyslagverzekering heeft de
heer Drees (s.d.a.p.) een amendement voor
gesteld waarvan de strekking is, in plaats
van een uitkeering, die verband houdt met
de hoogte van het loon, een vast bedrag per
kind 0.15) toe te kennen.
BOUGIES
:N.V. WILLEM VAN RIJN^
'AMSTERDAM (C.) KEIZERSGRACHT 171^"^
r.l l E E 0 0.N 11J 0
De heer van Sleen (s.d.a.p.) heeft
aan de ministers van binnenlandsche
zaken en defensie de volgende vragen
gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat tenge
volge van een leemte in de wet houdende
voorschriften betreffende het stemmen bij
volmacht door militairen by de in 1939 te
houden gemeenteraadsverkiezingen aan die
kiesgerechtigde militairen by zee- en land
macht, die op den dag der stemming in de
gemeente, op welker kiezerslijst zy voorko
men, in werkelijken dienst zyn, voor zoo
ver door hen niet reeds vóór 1 Januari 1939
een volmacht was verleend, geen gelegen
heid kan worden gegeven by de verkie
zingen bij volmacht te stemmen?
2. Achten de ministers dit o.m. voor de
militairen, die hun woonplaats in Rotter
dam hebben en in Hoek van Holland in
dienst zijn, zoodat ook zelfs in dit geval
niet van een andere gemeente gesproken
kan worden, niet een onbillijken toestand
in verhouding tot de aan de overige mili
tairen te verleenen vergunning?
3. Zijn de ministers bereid, in onderling
overleg, te bevorderen, dat aan bedoelde
militairen verlof wordt verleend, teneinde
zich ter uitvoering van hun stemplicht naar
hun stembureau te begeven?
Een oude man te Amsterdam, die reeds
menige veroordeeling achter den rug heeft,
creëerde naast zyn steun nog een andere
bron van inkomsten. Hij verkleedde zich
en ging als pastoor op huisbezoek. „Meneer
pastoor" werd in vele gevallen vriendelijk
ontvangen en hy kreeg menige gift voor
liefdadige doeleinden. Er waren echter ook
minder goedgeloovigen, die het voorkomen
en de conversatie van den man niet die
van een „geesteiyke" vonden en aangifte
by de politie deden.
Gisteren is de man terzake oplichting
aangehouden 3n in het bureau Warmoe$-
straat ingesloten.
DE PRIJZEN VAN VET RUND- EN
KALFSVLEESCH.
De Nederlandsche vereeniging van vae-
weiders en mesters heeft gister 'n telegram
van den volgenden inhoud gezonden aan
den minister van economische zaken:
„De pryze van vet rund- en kalfsvleesch
op de veemarkten vertoonen steeds verdere
daling.
De aandacht van Uwe Excellentie wordt
er op gevestigd, dat in het bijzonder de
pryzen van vet rund- en kalfsvleesch van
eerste kwaliteit niet doorslaggevend zUn by
bepaling van het prijspeil, waar vrywel
geen vet rund- en kalfsvleesch van eerste
kwaliteit wordt aangevoerd.
Met klem dringend wy by Uwe Excelltn-
tie er op aan, om spoedig in meerdere hoe
veelheden slachtvee van tweede en derde
kwaliteit uit de markt te nemen ter inblik
king, teneinde verdere ineenstorting der
pryzen te voorkomen".
r
Beste jonge vriend, ik heb by
duizenden geboorten geholpen en
iedere keer is de vader er goed
doorgekomen.